• No results found

In de lokale discussie werden alle belangen gelijkwaardig behandeld (N=116)

2.3.2 Banken en groene financiering De Eerlijke Bankwijzer

De Eerlijke Bankwijzer is een gezamenlijk initiatief van zes organisaties: Amnesty International, Dierenbescherming, FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging), Milieudefensie, Oxfam Novib en PAX (vredesbeweging). De bankwijzer beoordeelt banken op hun duurzame bedrijfsvoering. Aan de basis van de Eerlijke Bankwijzer ligt onderzoek naar het beleid van banken. Het eerste beleidsonderzoek voor de Eerlijke Bankwijzer verscheen in januari 2009 (Van Gelder et al., 2009). Het beleid van de banken werd in eerste instantie vier keer per jaar en later twee keer per jaar beoordeeld. Sinds 2013 vindt de beoordeling jaarlijks plaats.

Meer specifiek kijkt het onderzoek voor tien Nederlandse bankgroepen naar het investeringsbeleid dat zij hanteren voor hun investeringen. Dat wil zeggen: er wordt gekeken welke duurzaamheidscriteria een rol spelen in het beleid van banken, bij het beoordelen van kredietaanvragen van particulieren, bedrijven, banken en overheden, en bij het beoordelen van mogelijke beleggingen door de bank. De criteria zijn gebaseerd op de methodologie van de Fair Finance Guide International. Aan de hand van internationale standaarden (verdragen, richtlijnen, keurmerken en gedragscodes) is geformuleerd aan welke eisen een goed beleid zou moeten voldoen. Op basis hiervan is het beleid ten aanzien van de thema’s en sectoren beoordeeld; één van de 21 thema’s is natuur. Per bank is een profiel, een analyse van het beleid en een overzicht van de scores voor hun beleid gegeven ten aanzien van de

verschillende thema’s en sectoren.

Figuur 2.52 geeft weer hoe de banken scoren op het thema natuur. De Triodos Bank haalt het

maximum aantal punten en ook ASN Bank en SNS banken halen een mooi rapportcijfer. Diverse grote banken, waaronder ING en Rabobank, scoren matig. Aan de onderkant blijkt dat het beleid van Aegon en Delta Lloyd nauwelijks oog heeft voor natuur134.

Figuur 2.52 Beoordeling van 10 Nederlandse bankgroepen op het thema natuur, in het kader van de Eerlijke Bankwijzer.135

132 https://www.clo.nl/indicatoren/nl0580-verduurzaming-handelsketens; geraadpleegd 28 november 2018 133 http://www.bosenhoutcijfers.nl/nederlands-bos/boscertificering/; geraadpleegd 28 november 2018 134 eerlijkegeldwijzer.nl/bankwijzer/themas/natuur/; geraadpleegd op 14 november 2018

In figuur 2.53 is weergegeven op welke criteria banken zijn gescoord voor wat betreft biodiversiteit. In kleuren is weergegeven welk deel van de 10 beoordeelde banken aan ieder van de criteria voldoet. Er blijkt nog veel winst te halen voor banken op hun beleid ten aanzien van biodiversiteit.

Figuur 2.53 Criteria eerlijke bankwijzer gericht op biodiversiteit (Brink et al. 2016) De Eerlijke Verzekeringswijzer

In 2013 lanceerden de initiatiefnemers achter de Eerlijke Bankwijzer ook de Eerlijke

Verzekeringswijzer, waarin het beleggingsbeleid van de tien grootste verzekeringsgroepen actief op de Nederlandse levensverzekeringsmarkt wordt beoordeeld.

Figuur 2.54 Beoordeling van 10 Nederlandse verzekeraars op het thema natuur, in het kader van de Eerlijke Verzekeringswijzer136.

136 https://eerlijkegeldwijzer.nl/verzekeringswijzer/themas/natuur/, situatie per augustus 2017; geraadpleegd op 24

november 2018

Criteria eerlijke bankwijzer wat betreft biodiversiteit

Bedrijven voorkomen ontbossing en beschermen natuurlijke bossen zoals omschreven in het High Conservation Value (HCV) concept.

Bedrijven voorkomen negatieve impact op beschermde gebieden die vallen onder de categorieën I-IV van de World Conservation Union.

Bedrijven voorkomen negatieve impact op beschermde gebieden die vallen onder de UNESCO World Heritage Convention.

Bedrijven voorkomen negatieve impact op beschermde gebieden die vallen onder de Ramsar Convention on Wetlands.

Bedrijven voorkomen negatieve gevolgen voor populaties van diersoorten die op de IUCN Red List of Threatened Species staan.

Handel in bedreigde planten- en diersoorten voldoet aan de voorwaarden van CITES. Handel in bedreigde planten- en diersoorten die op de lijsten van CITES staan is onacceptabel. Activiteiten op het gebied van genetisch materiaal en gentechnologie vinden alleen plaats als ze voldoen aan het Nagoya Protocol.

Productie van, of handel in, levende genetisch gemodificeerde organismen kan alleen plaatsvinden als aan het Cartagena Protocol wordt voldaan.

Productie van, of handel in, levende genetisch gemodificeerde organismen is onacceptabel. Bedrijven voorkomen de introductie van exotische soorten in ecosystemen

Bedrijven maken een waterschaarste-effectrapportage en voorkomen een negatieve impact in regio's die kampen met waterschaarste.

Bedrijven starten geen nieuwe activiteiten in gebieden waar waterschaarste heerst en waar bedrijfsactiviteiten zouden wedijveren met de behoeften van lokale gemeenschappen.

Bedrijven maken een milieueffectrapportage over de totale gevolgen van een voorgenomen project op de biodiversiteit volgens de richtlijnen vh Global Reporting Initiative.

Bedrijven integreren criteria ten aanzien van natuur in hun inkoopbeleid en bedrijfsvoering.

Bedrijven nemen clausules over de naleving van criteria met betrekking tot natuur op in hun contracten met onderaannemers en toeleveranciers.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

aantal banken 0 punt

0.5-0.9 punt 1 punt

Door vergelijking van het financierings- en beleggingsbeleid (gezamenlijk: het investeringsbeleid) hoopt de Eerlijke Verzekeringswijzer een concurrentieslag op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) te stimuleren: een proces van steeds verdere aanscherping van normen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Figuur 2.54 laat zien dat de verzekeraars er niet best vanaf komen waar het gaat over het thema natuur. Slechts drie verzekeraars halen een

voldoende, waarbij Achmea als beste presteert (situatie augustus 2017)137. Ontwikkelingen Financiële instellingen

Binnen de bankensector ontstaat ook bewustzijn dat als men niet op een andere manier gaan investeren (investeren in duurzame activiteiten, behoud bodem, biodiversiteit etc.), men in de toekomst een groot financieel risico kan lopen. Er ontstaat een bewustzijn bij financiële instellingen dat ecologisch risico uiteindelijk ook een financieel risico is. Daarom ondernemen de instellingen allerlei activiteiten en proberen ze een brug te slaan tussen financial capital en natural capital door het aangaan van allerlei samenwerkingsverbanden en kennisnetwerken138. Enkele kennisnetwerken zijn bijvoorbeeld:

• CoP FiNC: Vijftien financiële instellingen werkten de afgelopen twee jaar samen in de Community of Practice Financial Institutions and Natural Capital (CoP FiNC)139.

• Platform Biodiversity Accounting Financials (PBAF), brengt o.a. ecologische voetafdruk in kaart. • Platform Biodiversity, Ecosystems & Economy (Platform BEE). Dit is een Nederlands initiatief

waarin ondernemingen, natuurorganisaties en wetenschappers samenwerken om biodiversiteit en ecosystemen te beschermen en herstellen.

• Platform Carbon Accounting Financials (PCAF) - Elf Nederlandse financiële instellingen richten een platform op onder de naam Platform Carbon Accounting Financials (PCAF). Het doel is om de methoden waarmee de klimaatimpact van hun investeringen en financieringen wordt gemeten, samen verder te ontwikkelen140.

• Natural Capital Finance Alliance (NCFA) een platform dat ondersteunt bij de uitvoering van de ‘Natural Capital Declaration’.

ASN Bank: ‘Geen verlies van biodiversiteit in 2030’

ASN Bank zet zich in voor behoud en bescherming van de biodiversiteit en heeft daartoe in 2016 een lange termijndoel geformuleerd: ‘Geen verlies van biodiversiteit in 2030’141. Het hoofdgebouw van de ASN Bank, dat 160 medewerkers huisvest, heeft nauwelijks een ecologische voetafdruk. Maar het spaar- en beleggingsgeld van klanten zit in ondernemingen, landen en projecten die de biodiversiteit wel belasten. ASN Bank heeft uitgerekend hoe groot het verlies aan biodiversiteit is dat ASN-

beleggingen en financieringen veroorzaken. Aan dat verlies wil de bank een eind maken, met als achterliggende ambitie dat ASN Bank in 2030 actief bijdraagt aan versterking van de natuur in Nederland en daarbuiten. Dat heeft de bank vastgelegd in een doel: Alle ASN-beleggingen en financieringen veroorzaken in 2030 geen nettoverlies van biodiversiteit (‘No Net Loss’) meer.

ASN Bank wil de ecologische schade van financieringen en beleggingen compenseren door activiteiten te ontplooien die de biodiversiteit vergroten. Als je die tegen elkaar wegstreept, moeten de

beleggingen en investeringen geen negatieve invloed meer hebben op de biodiversiteit, is de gedachte142.

Samenwerking met andere actoren

De ASN Bank is trekker van de No Net Loss-doelstelling. ASN Bank heeft eind 2014 CREM benaderd om samen aan de slag te gaan om een langtermijndoel voor biodiversiteit te formuleren (ASN Bank, 2016). De ASN Bank gaat voor brede samenwerking: deskundigen denken mee over de weten-

137 https://eerlijkegeldwijzer.nl/verzekeringswijzer/themas/natuur/, geraadpleegd 14 november 2018.

138 https://kenniskaarten.hetgroenebrein.nl/kenniskaart-natuurlijk-kapitaal/kennisnetwerken-financiele-sector/; geraadpleegd op 24 november 2018 139 https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/groene-economie/community-practice-financial-institutes; geraadpleegd op 24 november 2018 140 https://financieel-management.nl/artikel/financile-instellingen-richten-platform-carbon-accounting-financials-op-; geraadpleegd op 24 november 2018 141 https://www.asnbank.nl/over-asn-bank/duurzaamheid/biodiversiteit/biodiversiteit-in-2030.html; geraadpleegd op 24 november 2018 142 https://www.asnbank.nl/over-asn-bank/duurzaamheid/biodiversiteit/biodiversiteit-in-2030.html; geraadpleegd op 14 november 2018

schappelijke basis, de overheid denkt mee vanuit beleidskaders, maatschappelijke organisaties denken mee over de praktijk. Ook betrekt ASN Bank andere financiële instellingen. De basis voor de invulling van maatregelen vormen deskresearch en gesprekken met (onder meer) het ministerie van I&M, het ministerie van LNV, het Nationaal Groenfonds, Waterschap Hollandse Delta en het PBL. Het resultaat is, samen met de berekening van onze voetafdruk, in mei 2016 besproken met een bredere groep stakeholders. Eén van de uitgangspunten is de kopieerbaarheid voor andere banken. ASN neemt het voortouw en gaat voor een voorbeeldfunctie en aantrekkende functie, in de zin dat het aanbod van investeringen wijzigt als gevolg van de doelstelling (ASN Bank, 2016).

Biodiversiteit: habitattypen + beschermde soorten

ASN Bank wil activiteiten ontplooien die zich richten op natuurrealisatie. Ze onderscheidt vier vormen van natuurrealisatie: nieuwe natuur, tijdelijke natuur, verbeterde natuur en natuurbehoud. Natuur die valt binnen een wettelijke compensatieverplichting valt niet binnen de doelstelling van ASN Bank. De te realiseren natuur moet ook daadwerkelijk bijdragen aan biodiversiteit. Qua omvang moet het aan te leggen gebied groot genoeg zijn om een voor de biodiversiteit nuttige functie te vervullen.

Als voorbeelden noemt de ASN Bank (ASN Bank, 2016):

• het plaatsen van kasten voor inheemse wilde bijensoorten waar deze soorten zeldzaam dreigen te worden;

• het realiseren van een ecoduct of wildtunnel waarbij twee natuurgebieden met elkaar worden verbonden;

• het installeren van nestgelegenheden voor een bedreigde roofvogelsoort in natuurgebieden waar deze soort nog voorkomt of in een doelgebied;

• het realiseren van een inheemse wilde bloementuin met boomgaard op een openbaar terrein; • het actief faciliteren (bewust laten ontstaan) van tijdelijke natuur op een braakliggend terrein (zie

ook volgende onderdeel).

Financiering uitsluitend voor projecten die bijdragen aan de biodiversiteit van vitale natuur

ASN Bank gaat voor de PBL-natuurvisie vitale natuur (ASN Bank, 2016). Voor ASN Bank sluiten de vitale natuur en beleefbare natuurvisies het best aan bij de doelstelling en wensen. De biodiversiteits- waarde en –verbetering is namelijk een essentieel onderdeel van de doelstelling op biodiversiteit. Baten voor de maatschappij zijn in deze visie een toegevoegde waarde, maar geen vereiste om voor financiering in aanmerking te komen. Anderzijds betekent dit ook dat een natuurproject met

maatschappelijke baten, maar zonder bijdrage aan biodiversiteit niet in aanmerking komt voor financiering. Een activiteit/project valt alleen binnen de doelstelling van ASN Bank wanneer er (ook) sprake is van een meerwaarde voor biodiversiteit.

Mening klanten ASN over biodiversiteit

ASN Bank voerde in haar nieuwsbrief voor klanten van juli 2017 een opiniepeiling uit naar de rol van banken in relatie tot biodiversiteit. Het overgrote deel (88%) van de 17.444 respondenten gaf aan dat de keuze voor ASN Bank samenhangt met het biodiversiteitsbeleid van de bank (figuur 2.55).

Figuur 2.55 Klanten ASN Bank vinden biodiversiteit belangrijk (juli 2017) (Bron: ASN Bank via email)

Regeling groenprojecten (Groenverklaring)

De Regeling groenprojecten 2016 is sinds 1 april 2016 van kracht. De groenbanken en groenfondsen financieren jaarlijks voor ongeveer € 800 miljoen aan duurzame projecten via de Regeling groen- projecten. Deze regeling is een gezamenlijke regeling van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Financiën. Zij stimuleren hiermee duurzame en innovatieve (bouw)projecten.

De overheid geeft belastingvoordeel aan 'groene' spaarders en beleggers. Door dit belastingvoordeel kan de bank of instelling, die de overheid erkend als groene instelling, dit spaargeld als lening met een laag rentetarief aanbieden aan een bedrijf met een groenproject. Banken die zijn aangewezen als groenfonds zijn verplicht minimaal 70% van dat spaargeld te investeren en uit te lenen in projecten die zijn goedgekeurd volgens de Regeling groenprojecten. Banken mogen zo'n lening verstrekken voor een project met een positief effect op het milieu en de natuur. Er kan alleen geld tegen een lagere rente uit dit Groenfonds worden geleend als het bedrijf een Groenverklaring heeft. Deze Groen- verklaring moet de bank voor dit bedrijf aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO toetst namens de minister van Economische Zaken de projecten en geeft na beoordeling een Groenverklaring af. De behandeltijd duurt gemiddeld 5 weken. De onderstaande groenfondsen van banken en instellingen zijn door de overheid erkend als groene instelling143:

• ABN AMRO Groenbank; • ASN Groenprojectenfonds; • Groenwoningen Fonds; • ING Groenbank N.V.; • Nationaal Groenfonds • Rabo Groen Bank B.V.; • Regionaal Duurzaam 1;

• Stichting NOTS RE Investments; • Triodos Groenfonds N.V.

Er zijn verschillende categorieën projecten die in aanmerking komen voor een Groenverklaring. Projectcategorieën zijn onder andere (Biologische) landbouw, duurzame grondstoffen, terugwinning en recycling, duurzame energie, energiebesparing, duurzaam bouwen en natuur. Bij de categorie natuur gaat het om144:

• de ontwikkeling en instandhouding van bossen (categorie 2.1a); • de ontwikkeling van stedelijk groen (categorie 2.1b);

• de ontwikkeling en instandhouding van natuur- en landschappelijke waarden (categorie 2.1c); • Nationale landschappen (categorie 2.1d);

• Landgoederen (categorie 2.1e);

• Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) natuurbeheer (categorie 2.1f); • Provinciale Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) 2016 (categorie 2.1g); • agrarisch natuurbeheer met grote impact (categorie 2.1h);

• bevordering en instandhouding van biodiversiteit (categorie 2.1i); • Natuur- en milieueducatie (categorie 2.1j).

Hoeveel van de groenfinanciering gaat er nu naar natuur? De Rabobank geeft daar een overzicht van (figuur 2.56). De bank financiert sinds 1995 uiteenlopende duurzame projecten en het merendeel van het budget gaat naar duurzame landbouw en duurzame energie. Slechts 2% van het budget (33 miljoen) van de groene projecten wordt geïnvesteerd in natuur. Bij de Triodos Bank wordt 5% geïnvesteerd in natuur en landschap (figuur 2.57). De Rabobank kan tijdelijk geen extra spaargeld voor de groenrekeningen aannemen. De belangstelling voor de groenrekeningen is groter dan het aantal groenprojecten waarin dit spaargeld kan worden geïnvesteerd145. Het is nog onduidelijk wat de groenprojecten precies bijdragen aan herstel en behoud van biodiversiteit.

143 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groenprojecten; geraadpleegd 14 november 2018

144 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groenprojecten; geraadpleegd 14 november 2018

145 https://www.rabobank.nl/particulieren/sparen/spaarrekening-en-spaarrente/rabo-groensparen/ Geraadpleegd op 21

Figuur 2.56 Investering van de Rabo Groen Bank per projectcategorie sinds 1995146.

Figuur 2.57 Investering van Triodos Groenfonds per projectcategorie147. Nationaal Groenfonds

Het Nationaal Groenfonds zet zich in voor een groener Nederland met diensten op het gebied van financiering, draagvlak, advies en financieel beheer. Ze zijn een maatschappelijke onderneming en groene investeringsinstelling, die een bijdrage wil leveren aan het verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van onze groene leefomgeving. Nationaal Groenfonds verstrekt leningen waarmee de aankoop, ontwikkeling of herstel van een natuurproject kan worden gefinancierd. Omvang van het fonds € 60 mln (doel: uitbreiding tot 100 mln t/m 2020). Van de 667 miljoen totaal uitgezette

146 https://www.rabobank.nl/particulieren/sparen/spaarrekening-en-spaarrente/rabo-groensparen/ Geraadpleegd op 21

maart 2018.

147 https://www.triodos.nl/nl/particulieren/beleggen/beleggen-overview/groenfonds/over-dit-fonds-tab/ Geraadpleegd op 21

financiering is 70% investering in de aanleg van nieuwe natuur. In 2016 is 234 ha natuur gerealiseerd met financiering van het Groenfonds 148.

Het Groenfonds financiert de projecten uit zijn eigen Revolverend Fonds, dat momenteel een omvang heeft van ruim 60 miljoen euro. Uit het Revolverend Fonds worden leningen verstrekt die worden terugbetaald tegen een (lage) rente, waardoor er steeds opnieuw middelen kunnen worden uitgezet voor groene projecten. De vraag naar financiering overtreft het aanbod. In 2017 hebben ze het punt bereikt waarop het investeringsvermogen helemaal is aangewend en nagenoeg geen nieuwe

financieringen verstrekt kunnen worden. Het tijdelijk aantrekken van extra middelen bij banken maakt mogelijk dat het Groenfondsloket begin 2018 nog open is.

Cryptocurrency en blockchain

De zogenaamde blockchain kan een platform zijn voor bedrijven, burgers en andere actoren waarmee biodiversiteitsapplicaties zijn te bouwen. Een blockchain bestaat uit een keten van in blokken samen- gevoegde en vastgelegde gegevens (afschriften, akten, berichten enz.) op het internet. De

verschillende partijen die meedoen hebben een kopie van de gegevens, werken aan het bijhouden van de keten en controleren elkaar. Er is niet een centraal punt voor opslag of controle waardoor het niet mogelijk is de gegevens te corrumperen. Op de blockchain kunnen slimme tokens gekoppeld worden die de waarden van bijvoorbeeld natuurlijk kapitaal vastleggen. Slimme tokens zijn een soort munten die garantiewaarde kunnen hebben doordat bedrijven hier geld voor over hebben. Het zijn een soort punten in een serious game gekoppeld op de blockchain. Valsspelen is onmogelijk en alles is trans- parant. Bijvoorbeeld EnergyCoin (figuur 2.58). Het doel van de slimme tokens van EnergyCoin is om lokale energie transitie te faciliteren en natuurinclusief gedrag en -ondernemen te belonen en uitwisselbaar te maken via een decentrale exchange op de blockchain. Deze vorm van belonen en investeren is volop in ontwikkeling en het is nog onduidelijk in welke mate hier gebruik van gemaakt gaat worden en wat het uiteindelijke effect is op natuurlijk kapitaal en biodiversiteit149.

Figuur 2.58 Schematische relaties tussen onderdelen van een ecosysteem en EnergyCoin (bron Geojan150)

148 https://www.nationaalgroenfonds.nl/storage/app/media/uploaded-

files/2017%20Jaarverslag%20NationaalGroenfonds.pdf; geraadpleegd op 6 september 2018.

149 https://geojan.nl/; geraadpleegd op 19 september 2018 150 https://geojan.nl/; geraadpleegd op 19 september 2018

GERELATEERDE DOCUMENTEN