Algemene ontwikkelingen
De paragraaf Financiering besteedt aandacht aan de financieringsfunctie (of treasuryfunctie) en gaat in op de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verantwoording die wettelijk verplicht is volgens de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de verantwoording over het gevoerde beleid in 2018.
Financieringsbeleid
De treasury functie bestaat uit de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer met als doel de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te
beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.
Het financieringsbeleid van de gemeente Gooise Meren stelt dat maximaal gebruikt wordt gemaakt van kortlopende financieringsmiddelen. In normale marktverhoudingen geldt immers: hoe korter de looptijd, des te lager de te betalen rente. Hierbij worden de kaders, de kasgeldlimiet en renterisiconorm van de Wet financiering decentrale overheden, in acht genomen. De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op de netto vlottende schuld (korte schuld). De renterisiconorm beperkt het renterisico op de vaste schuld.
In 2018 is gebruik gemaakt van kortlopende financieringen, omdat de rente op korte leningen in 2018 lager was dan de rente op langlopende leningen. (Er was sprake van negatieve rente). Zoals hieronder verder wordt aangegeven heeft dit plaatsgevonden binnen de wettelijke randvoorwaarden.
Renteontwikkeling 2018
De rente is nog steeds historisch laag. Wel is de rente licht gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar.
Het valt op, dat de langlopende rente beweeglijk is, maar wel binnen een relatief kleine bandbreedte.
Gemeente Gooise Meren betaalt in 2018 circa 1,3% rente voor een langlopende lening van 20 jaar. Voor het lenen van kort geld ontvangt Gooise Meren tot ca. 0,4% rente. Dit laat zien, dat de geld -en kapitaalmarkt zich in een zeer bijzondere situatie bevindt.
Financieringsbehoefte
De behoefte aan nieuwe financiering wordt sterk bepaald door nieuwe investeringen, het inzetten van reserves en voorzieningen, de voortgang van de grondexploitaties en het eventueel verstrekken van leningen aan derden.
Bij het voorzien in de behoefte aan financiering via langlopende leningen wordt nadrukkelijk gekeken waar die behoefte uit voortkomt en dat bepaalt ook veelal de termijn waarvoor een lening wordt aangetrokken.
Dit jaar hebben wij een langlopende lening van € 10 miljoen afgesloten. Voor project Crailo is grond verworven van de provincie, ad. € 8,5 mln., met uitgestelde betaling tot uiterlijk 2029.
In onderstaand schema worden de geraamde mutaties van de leningenportefeuille (exclusief leningen voor woningbouw) vergeleken met de werkelijke cijfers. Door achterblijvende investeringsuitgaven is minder behoefte aan langlopende leningen.
Omschrijving
Nieuwe leningen 20.100 18.502
Reguliere aflossingen 8.035 7.483
Vervroegde aflossingen 0 0
Stand per 31 december 2018
142.612 3,09% 129.631 2,78%
123 Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet ziet erop toe dat de gemeente tijdig in de behoefte aan langlopende financiering voorziet. De gemeente kan niet zonder beperkingen kort geld blijven aantrekken, waarmee voorkomen wordt dat men onverhoopt moet gaan lenen tegen veel te hoge langlopende rentes. Voor 2018 was er een kasgeldlimiet van € 11.186.255. In de onderstaande tabel is te zien dat er in 2018 geen enkel kwartaal de kasgeldlimiet is
overschreden.
1 Toegestane kasgeldlimiet
in procenten 8,50%
in bedrag 11.186
2 Omvang vlottende schuld 1.138 160 3.326 3.027
3 Omvang vlottende middelen
344 3.015 2.415 10
Toets kasgeldlimiet 4 Totaal gemiddelde netto
vlottende schuld (2-3)
794 -1.522 1.457 6.153
5 toegestane kasgeldlimiet (1)
De renterisiconorm is gericht op het beheersen en eventueel voorkomen van risico’s. Deze richt zich op de reeds afgesloten langlopende leningen. Het risico bestaat namelijk dat op enig moment veel herfinanciering moet plaatsvinden tegen een veel hogere rente. In de Wet Fido zijn normen gesteld om risico’s te bewaken. De renterisiconorm houdt in dat het totaal aan renteherzieningen en aflossingen in een jaar niet hoger mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal. In de onderstaande tabel is te zien dat in 2018 de renterisiconorm niet wordt overschreden.
1 Renteherzieningen 0
2 Aflossingen 7.483 7.483 7.384 9.224 10.769
Met het EMU-saldo wil het rijk de begroting en de jaarrekening van de gemeenten monitoren om te kunnen voldoen aan de afspraken die zijn gemaakt binnen de Economische en Monetaire Unie. Het EMU-saldo van gemeenten is gebaseerd op het kasstelsel en bestaat uit het saldo van alle inkomsten en uitgaven op kasbasis.
Dit betekent dus dat investeringen voor het volle bedrag meetellen en dat kosten die ten laste komen van voorzieningen ook ten volle meetellen. Het EMU-saldo voor 2018 (begroting en rekening) komt als volgt uit:
124
nr. Omschrijving (bedragen x € 1.000) 2018
Begroting Rekening
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
1.622 6.422
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 8.180 6.375 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie
2.047 5.103
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
16.633 17.191
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn
verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
- -
6 Desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa: - - Baten uit desinvesteringen in (im-)materiële vaste activa
(tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken en dergelijke (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
- -
8 Baten bouwgrondexploitatie: - -
Baten voor zover transacties niet op de exploitatie verantwoord
9 Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen
3.285 3.541
10 Lasten in verband met transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
- -
11 Verkoop van effecten:
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) nee nee
EMU-saldo (1+2+3-4+5+6-7+8-9-10-11). -8.069 -2.832
125