• No results found

Organisatievormen en missiewerking

Deel I – Salafisme van binnenuit

1 De salafistische geloofsleer

1.3 Organisatievormen en missiewerking

1.3 Organisatievormen en missiewerking

Door middel van da’wa (verkondiging en missiewerking) willen salafi’s hun boodschap uitdragen. Hoewel wereldwijd en ook in Nederland het salafisme geïnstitutionaliseerd is in de vorm van stichtingen, moskeeën en fondsen, zijn de organisatievormen over het algemeen vrij informeel, vooral in sommige islamitische landen waar het salafisme met argusogen wordt bekeken. De interne dynamiek, variëteit, het fluïde en informele karakter maken het salafisme minder controleerbaar en maken repressie moeilijk. Ook het gebrek aan bureaucratische hiërarchische structuren met centrale leidersfiguren bemoeilijkt overheidscontrole en -ingrijpen. Er bestaat een vaak informele

hiërarchie van verschillende predikers en imams die hun status ontlenen aan de reputatie onder leerlingen die hen beoordelen op hun religieuze kennis. Ook de status van de predikers is veranderlijk. Dit hebben we in Nederland gezien bij de veranderde populariteit van de imam Fawaz Jneid in zijn veranderde opstelling over de Hofstadgroep en zijn begrip van jihad. Ook bij veroordeling van enkele salafi-jongeren of salafi-leiders blijven netwerken vaak toch zelfstandig functioneren (Wiktorowicz, 2001).

De informele netwerken functioneren soms op basis van internetcontact, maar ook nog steeds door face to face-contacten. De belangrijkste organisatiestructuur is dan ook die van de verhouding leraar-leerling. Educatie is de belangrijkste mobiliserende factor en tegelijkertijd vaak de bron van verdeling binnen de groep. Netwerkjes worden groter als predikers door het land reizen om da’wa te verrichten. Dit is in Nederland steeds meer het geval. Er zijn enkele tientallen (rondreizende) predikers. Door de groeiende invloed van het internet is deze organisatiestructuur weliswaar minder noodzakelijk geworden, maar daardoor niet minder invloedrijk. Internet overstijgt regionale en nationale grenzen en overstijgt daarmee de nadelen van mobilisatie op microniveau.

Belangrijke mobilisatievormen op microniveau zijn religieuze lessen, conferenties, lezingen en allerlei activiteiten verbonden aan de moskee. Deze activiteiten onttrekken zich aan de openbaarheid wanneer overheden meer invloed en controle proberen uit te oefenen in de moskeeën. De activiteiten zullen dan informeler van aard worden en bijvoorbeeld bij mensen thuis plaatsvinden (de zogenaamde huiskamerbijeenkomsten). Ook internet biedt een oplossing voor het omzeilen van overheidsrestricties. Het gedachtegoed wordt ook verspreid via boeken, internet, cassettebandjes en cd’ s met preken en nasheed (religieuze liederen). Sommige Nederlandse salafistische centra kennen hun eigen boekhandels en zelfs uitgeverijen (Wiktorowicz, 2001).

Autonomisering, professionalisering en politisering

De AIVD (2007) wijst op drie ontwikkelingen in het hedendaags Nederlandse politieke salafisme:

- Autonomisering: er worden steeds meer salafistische activiteiten in Nederland zelf ontplooid, in plaats vanuit internationale (vooral Saoedi-Arabische) organisaties. Er ontstaan met andere woorden ook vormen van salafisme zonder aansturing uit het buitenland.

- Professionalisering: onder andere de organisatievorm wordt steeds professioneler. Zo worden andere beïnvloedingstactieken gebruikt om meer moslims aan te spreken, waaronder moslimjongeren van de tweede generatie, Nederlandse moslims, jonge kinderen en moslims van allerlei nationaliteiten. Vooralsnog is het salafisme vooral populair onder Marokkaans-Nederlandse jongeren (Buijs et al, 2006).

- Politisering: heftige discussies onderling maken plaats voor meer eenheid waarin de politieke interpretatie van het salafisme overheerst. Omdat

verdeeldheid immers tot minder daadkracht leidt, is de eenheid een tactische zet, aldus de AIVD. De dienst stelt verder dat de activiteiten zich niet alleen maar beperken tot de grote centra, maar zich in meerdere mate verspreiden in de provincies, in de kleinere moskeeën. Er is vooralsnog geen onderzoek gedaan naar de opkomst van de kleinere salafistische tendensen in de provincie al dan niet geleid door de centra. De AIVD maakt zich zorgen over de oprechtheid en de invloed van de publieke matiging van een aantal vooraanstaande predikers. Het politiek salafisme neemt weliswaar openlijk afstand van de gewelddadigheden in New York, Madrid, Londen en Amsterdam, maar dit impliceert niet vanzelfsprekend vermindering van jihadisme onder de aanhang en heimelijk jihadisme onder de predikers. Radicale informatie-uitwisseling en rekrutering hebben zich in nog informelere kring teruggetrokken. Ten slotte nemen (a)politieke salafi’s geen afstand van het principe jihad. Wel wijzen zij op de voorwaarden waaraan deze moet voldoen.

Hoewel de AIVD terecht wijst op de autonomisering van het politiek salafisme, moeten we de ontwikkelingen van het Nederlands salafisme niet uit het oog verliezen; ontwikkelingen die zich voordoen onder invloed van transnationale ontwikkelingen, door de belangrijke rol van internet, transnationale netwerken en de invloed van internationale politieke gebeurtenissen. Dit rapport gaat echter met name in op de Nederlandse ontwikkelingen. Een onderzoek naar salafisme dat de Radboud Universiteit uitvoert met NWO-financiering, besteedt wel uitgebreid aandacht aan het transnationale karakter van het salafisme. Dit veldonderzoek gaat over de beleving van de salafistische geloofspraktijk in Nederland aan de hand van de beschrijving van opvattingen van de predikers, de organisatievormen en de interpretatie ervan door de gelovigen.

In de antwoordbox hierna vatten we de belangrijkste punten samen als antwoord op onderzoeksvraag A1. In hoofdstuk 3, 4 en 5 gaan we verder in op de salafistische geloofsopvattingen.

Antwoordbox hoofdstuk 1

Wat kenmerkt de salafistische geloofsopvattingen? (A1)

De algemene basis van het salafisme is het streven naar een moreel sociaal herstel op basis van een terugkeer naar de religieuze bronnen: de Koran en de Sunna. Salafi’s proberen zo strikt mogelijk naar het voorbeeld van de salaf, de profeet Mohammed, de Koran en de Sunna te leven. Ze stellen dat de religieuze praktijk en de lezing van de bronnen ontdaan moeten worden van alle religieuze innovaties (bid’a), omdat deze in hun ogen afwijken van het rechte pad, dat willen zeggen de ‘ware zuivere islam’. Elke beslissing moet gebaseerd zijn op de bronnen. Om vernieuwing en interpretatie te voorkomen vinden salafi’s een letterlijke lezing van de Koran en Sunna noodzakelijk. De Koran zien ze als het letterlijke woord van God en willen ze ook letterlijk toepassen en begrijpen.

Salafi’s zien het als een bijzondere taak van een gelovige om mensen ‘uit te nodigen naar de islam’, oftewel hen te bekeren. Ze zijn sterk gericht op die missie. Ze interpreteren da’wa, dat in de Koran betekent ‘het uitnodigen tot Gods Woord’, heel breed. Ze proberen zich zo veel mogelijk in dienst te stellen van deze religieuze taak in de vorm van onderwijs- en opvoedings activiteiten.

In de salafistische geloofsleer staat het concept tawhid ‘de eenheid van Allah’ centraal. Hoewel dit een algemeen islamitisch principe betreft, geven salafi’s meer prioriteit en andere betekenissen aan het begrip. De tegenhanger van

tawhid is shirk, ‘afgoderij’. Shirk beschouwen salafi’s als een grote zonde.

Tegelijkertijd bestempelen zij veel zaken als shirk en interpreteren ze het begrip dus heel breed. Volgens sommige salafistische interpretaties is het ook een vorm van shirk om wetten van een land te volgen die niet gebaseerd zijn op de wetten van Allah.

Het salafisme heeft zich langs verschillende lijnen ontwikkeld. Het hedendaags salafisme is zeker geen homogene stroming; verschillende politieke, maatschappelijke en religieuze groeperingen met uiteenlopende opvattingen en doelstellingen beroepen zich op de salafistische geloofsleer. We onderscheiden drie stromingen in het salafisme: de apolitieke of puriteinse salafi’s, de politieke salafi’s en de jihadi’s.

- De apolitieke salafi’s zijn puur religieus geëngageerd en georiënteerd. Ze streven een zo puriteins mogelijke levensstijl na die verwant is aan het Saoedisch wahhabisme en zijn daarbij loyaal aan Saoedische machthebbers. Ze tonen gehoorzaamheid, respect en trouw aan politieke en religieuze leiders. Ze zien de oprichting van een islamitische staat niet als hoofddoel en vinden dat in Nederland ook niet reëel om na te streven. Ze keuren elke politieke bemoeienis principieel af.

- De politieke salafi’s zijn wel politiek en maatschappelijk geëngageerd. Ze zijn voorstander van technische en maatschappelijke vernieuwingen die ten goede kunnen komen aan de geloofsgemeenschap. Ze hebben een actieve opstelling en gebruiken zoveel mogelijk kansen en mogelijkheden in de samenleving om hun doelen te bereiken. Ze staan voor een actieve inmenging in de politiek en de media. Hoewel ze de democratie als inferieur bestempelen, vinden ze het toegestaan om hier toch aan deel te nemen vanuit pragmatische overwegingen.

- De jihadi’s zien het als een plicht om God te aanbidden, de islam te verspreiden, geloof in daden om te zetten, te strijden tegen corrupte leiders, geleerden, ongelovigen en andere vijanden van de islam. In deze strijd zijn alle middelen geheiligd. Ze geloven dat de verdragen met de ‘ongelovige landen’, zoals Nederland, verbroken zijn en dat daarom geweld, ongehoorzaamheid aan de wet en verzet toegestaan zijn.