• No results found

59 Organisatie – cutting costs

Stellingen

Hoe sterk bent u het eens of oneens met de volgende stellingen. U kunt antwoorden met: helemaal oneens(-2); eerder oneens(-1); noch eens, noch oneens (0); eerder eens(1) of helemaal eens(2). Gelieve per uitspraak een antwoord aan te kruisen.

nr stellingen -2 -1 0 1 2

17 Het management van onze organisatie zou wel wat beter mogen letten op het besparen van kosten.

18 Het zou goed zijn als binnen onze organisatie de doelen meer SMART zouden worden geformuleerd (SMART = specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdgebonden)

19 Ik probeer nieuwe structuren, benaderingen te introduceren om de efficiëntie in het werk te vergroten.

20 Veel werkzaamheden worden verricht binnen regels en procedures. 21 De organisatie beschikt over kennis en vaardigheden (bijvoorbeeld lean,

do more with less) om kosten te reduceren.

22 De organisatie maakt gebruik van marktmechanismen (outsourcing, aanbesteding) om de beste prijs in de markt te behalen.

23 Er zijn financiële middelen beschikbaar om effectiever te gaan werken.

18. Is de organisatiestructuur onlangs veranderd als gevolg van de veranderende omgeving?

Zo ja, op welke wijze is de structuur veranderd?

……… ………

Zo nee, welke aanpassing zou u wensen in de organisatiestructuur?

……… ……… 19. In hoeverre is de organisatiestructuur naar uw mening nu effectief?

……… ………

60

20. De bedrijfsresultaten bij corporaties staan onder druk. Hoe geeft u sturing aan het verlagen van de kosten?

………

………

Welke methodes pas u hierbij toe?...

………

Organisatie – cultuur Stellingen Hoe sterk bent u het eens of oneens met de volgende stellingen. U kunt antwoorden met: helemaal oneens(-2); eerder oneens(-1); noch eens, noch oneens (0); eerder eens(1) of helemaal eens(2). Gelieve per uitspraak een antwoord aan te kruisen. nr stellingen -2 -1 0 1 2

24 We zouden wat meer met elkaar moeten nadenken over de toekomst van onze organisatie. 25 Iedere medewerker kan bij ons meepraten over de toekomst van onze organisatie. 26 De organisatiecultuur staat open voor veranderingen. 27 De organisatiecultuur is een belemmering om de organisatie aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. 21. Hoe zou u de cultuur van uw corporatie omschrijven? ………

………

22. In welke mate heeft naar uw mening cultuur invloed op efficiëntie, effectiviteit en legitimiteit (stakeholders: gemeenten, zorginstellingen, huurders) te vergroten? ………

………

Kunt u ook toelichten waar dit verband uit blijkt?...

61

23. Welke veranderingen in de organisatiecultuur zouden naar uw mening nog moeten plaatsvinden om efficiëntie, effectiviteit en legitimiteit (stakeholders: gemeenten, zorginstellingen, huurders) te vergroten?

……… ……… 24. In welke mate stuurt u op verandering van organisatiecultuur om efficiëntie, effectiviteit en legitimiteit (stakeholders: gemeenten, zorginstellingen, huurders) te vergroten?

……… ………

Organisatie – dynamic capabilities

Stellingen

Hoe sterk bent u het eens of oneens met de volgende stellingen. U kunt antwoorden met: helemaal oneens(-2); eerder oneens(-1); noch eens, noch oneens (0); eerder eens(1) of helemaal eens(2). Gelieve per uitspraak een antwoord aan te kruisen.

nr stellingen -2 -1 0 1 2

28 Ik ben iemand die steeds bezig is om iets nieuws te bedenken.

29 Het management verdeelt onderling de leiderschapsrollen, aansluitend bij ieders sterke en zwakke punten.

30 Kennismanagement kan worden weergegeven als het vaststellen en meten van de aanwezige kennis en het coördineren, aansturen en faciliteren van kennisdeling en -ontwikkeling.

Stelling: Het management in onze organisatie doet op een goede manier aan kennismanagement.

31 Onze organisatie kent een structuur die ruimte geeft aan innovatie. 32 Onze organisatie stuurt op omstandigheden die het lerend vermogen

van de organisatie en directie en management vergroten.

33 Onze organisatie is in staat zich snel succesvol aan te passen aan veranderende omstandigheden.

34 Sturen op het lerend vermogen van een organisatie heeft een positief effect op snel en succesvol aanpassen aan veranderende

omstandigheden.

25. Welke noodzaak ziet u om de organisatie aan te passen, zodat deze op een adequate wijze kan anticiperen op ontwikkelingen in de corporatiesector?

……… ………

62

26. Hoe zou u de innovatiestrategie omschrijven waarmee uw organisatie kan inspelen op snel veranderende omstandigheden?

……… ……… 27. Woningcorporaties zitten thans in een transitie. Wie initieert en geeft leiding aan die verandering?

……… ……… 28. Zijn de medewerkers in uw instelling voldoende geïnformeerd over veranderingen en ontwikkelingen in de corporatiesector?

……… ……… 29. Over welke vaardigheden moet het management en medewerkers beschikken om snel op veranderingen te kunnen inspelen?

……… ……… 30. In welke mate heeft het lerend vermogen om snel om veranderende omstandigheden in te spelen invloed een positieve invloed op efficiëntie, effectiviteit en legitimiteit?

……… ……… Zo ja, kunt u aangeven waaruit het verband blijkt tussen het lerend vermogen van een organisatie en de positieve invloed op efficiëntie, effectiviteit en legitimiteit?

……… ………

63

Afsluiting

Heeft u nog aanvullingen, zaken die van belang kunnen zijn voor het onderzoek?

……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ………

64

Bijlage C: Vragenlijst

Naam: ………..

Motivatie onderzoek

Geachte heer/mevrouw,

Het invullen van deze enquête kost u ongeveer 1 uur tijd en heeft als doel inzicht te krijgen in de vraag hoe corporaties zich succesvol kunnen aanpassen in een veranderende omgeving. De resultaten kunnen een bijdrage leveren aan het veranderproces waarin SallandWonen zich begeeft. Daarnaast helpt u mij met de afronding van de studie Bedrijfskunde.

De gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld en komen alleen de onderzoeker onder ogen. Indien u interesse heeft in de resultaten van dit onderzoek, dan kunt u dit in de laatste vraag aangeven.

Alvast hartelijk dank voor uw medewerking! Vriendelijke groeten,

Charles Bosscha

Profiel - Achtergrondgegevens

Hieronder wordt een aantal vragen gesteld over uw persoonlijke achtergrond. Kruis bij elke vraag het hokje aan dat van toepassing is, of vul het antwoord in.

1. Hoe lang bent u toezichthouder bij SallandWonen? ….… jaar 2. Wat is uw geslacht? □ Man □ Vrouw 3. Wat is uw leeftijd? ……. jaar

4. Wat is uw huidige functie bij SallandWonen? Lid/voorzitter Raad van Commissarissen

5. Op welke afdeling bent u werkzaam bij SallandWonen? □ Wonen □ Vastgoed Ontwikkeling □ Bedrijfsvoering □ Directie □ P&O □ RvC (intern toezicht)

65

6. Wat is uw opleidingsniveau?

□ Lagere school

□ LBO, MAVO, VMBO

□ HAVO, VWO, MBO

□ HBO, WO Bachelor

□ WO Master, Doctoraal

□ Anders nl……….

7. Wat is uw opleidingsrichting?

□ Marketing, Communicatie

□ Personeel en Arbeid, Personeelswetenschappen, HR

□ Economie, Commercieel, Management, Administratief

□ Bestuurskunde / Openbare orde en veiligheid

□ Lerarenopleiding □ Juridisch

□ Wiskunde, Natuurwetenschap en Informatica

□ Techniek

□ Gezondheidszorg, Sociale dienstverlening, Sociale wetenschap

□ Horeca, Toerisme, Vrijetijdsbesteding

□ Transport, Logistiek

□ Anders nl……….

8. In welke branche heeft u werkervaring en hoeveel jaar was u daarin werkzaam? ___Marketing, Communicatie

___Personeel en Arbeid, Personeelswetenschappen, Human Resources ___Economie, Commercieel, Management, administratief

___Bestuurskunde / Openbare orde en veiligheid ___Onderwijs

___Juridisch

___Wiskunde, natuurwetenschap en Informatica ___Techniek

___Gezondheidszorg, sociale dienstverlening, sociale wetenschap ___Horeca, toerisme, vrijetijdsbesteding

___Transport, Logistiek ___Anders nl………..

66

Vragenlijst Raad van Commissarissen

De volgende vragenlijst zal gebruikt worden voor het interview met de leden van de Raad van Commissarissen van SallandWonen.

Missie

1. Hoe zou u de missie omschrijven van uw corporatie?

………

………

Stellingen Hoe sterk bent u het eens of oneens met de volgende stelling. U kunt antwoorden met: helemaal oneens(-2); eerder oneens(-1); noch eens, noch oneens (0); eerder eens(1) of helemaal eens(2). Gelieve per uitspraak een antwoord aan te kruisen. nr stellingen -2 -1 0 1 2

1 Als gevolg van de transitie waar corporaties zich in bevinden is het aanpassen van de missie van SallandWonen noodzakelijk gebleken. 2. Heeft SallandWonen onder invloed van de transitie waar corporaties zich in bevinden de missie aangepast, of verwacht u dat deze aangepast zal worden? Zo ja, hoe is deze aangepast of zal deze aangepast worden? ………

………

3. Zo ja (vraag 2), in hoeverre was deze aanpassing van de missie noodzakelijk voor het management en organisatie om succesvol te kunnen presteren? ………

………

Waaruit blijkt dit? ………

………

Zo nee (vraag 2), in welke mate is er naar uw mening een relatie tussen de missie en het succesvol presteren door SallandWonen? ………...

67