In dit hoofdstuk worden aan de hand van de resultaten uit de deskresearch drie grove concepten uitgewerkt. Deze zullen worden getest onder 12 kandidaten uit de doelgroep.
9.1 Grove concepten
In hoofdstuk vier ‘De voorwaarden voor een goed televisieformat’ wordt de trend ‘groen’, waar ik met het format op in wil spelen, verdeeld in drie genres: eco-documentaires, docu- soaps en informatieve magazines. Met een eco-documentaire wil de maker het blikveld van de kijker verruimen en inzichten geven in bepaalde duurzame zaken of ontwikkelingen, of zelfs clichés doorbreken. Bij een docu-soap worden er personen gevolgd die zich
bezighouden met bijvoorbeeld een duurzaam project zoals het bouwen van een milieuzuinig huis. Het draait om interactie tussen de personen en de verschillende situaties waar de personen in terecht komen. Informatieve magazines zijn vlotte, toegankelijke programma’s met vaste onderdelen en rubrieken, net als in een tijdschrift. Hierin richt de maker zich echt op de kijkers en worden veel bruikbare tips en trucs gegeven.
Vanuit RTV Oost worden de volgende eisen gesteld; het format moet laagdrempelig en onderhoudend zijn, het moet een regionale insteek hebben en is informatief maar niet belerend. Daarnaast moet het de maatschappelijke betrokkenheid versterken en discussie stimuleren. Het moet een crossmediale benadering bieden met de mogelijkheid tot interactie.
Omdat alle drie de genres (gedeeltelijk) passen binnen de eisen van RTV Oost, is voor elk genre één programmaformat uitgewerkt en deze worden getest bij de doelgroep. Hieronder wordt voor elk genre het best passende format uitgewerkt.
9.1.1 Eco-documentaire
In hoofdstuk 6 komt naar voren hoe belangrijk kringloopwinkels zijn binnen het gebruik van tweedehands meubilair. Het is inspirerend dat kringloopwinkels een dubbele doelstelling nastreven; enerzijds het milieu en afvalvermindering, anderzijds de sociale doelstelling; het bieden van werkgelegenheid, vooral aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uit het interview met Jan Hulsink en Henk van Rooij van Stichting Kringloop Zwolle blijkt dat zij zich graag willen presenteren aan mensen die nog nooit in een kringloopwinkel zijn geweest, omdat ze denken dat de winkel maar ‘vies en stoffig’ zou zijn. Als
programmamaker zou ik dit taboe willen doorbreken. Dit wil ik bereiken door duidelijk te laten zien hoe een kringloopbedrijf werkt, vanaf het verwerken van de binnengebrachte spullen, tot het weer opknappen en verkopen en het investeren van de winst in het bedrijf zelf.
bevolking bang was dat hun economische situatie achteruit zou gaan, en 35% geeft aan dat het geen goede tijd is om grote aankopen te doen. Daarnaast maakt 40% zich zorgen over het milieu. Deze informatie vormt mede een goede aanleiding om een documentaire te maken over kringloopwinkels. Hiermee wil ik de ogen openen van mensen, ik wil ze laten zien dat niet al het meubilair nieuw (en duur) gekocht hoeft te worden.
In verschillende afleveringen wordt uitgewerkt hoe een kringloopbedrijf werkt, hoe zij hun dubbele doelstelling nastreven en waarom hergebruik van meubilair goed is voor het milieu. Hierdoor creëer je ook vaste onderdelen in het programma. Deze informatieve en kritische documentaire past bij RTV Oost omdat het de maatschappelijke betrokkenheid zal versterken en discussie stimuleren. Daarnaast is het informatief en regionaal, de documentaire richt zich op kringloopwinkels in Overijssel.
9.1.2 Docu-soaps
Uit de concurrentie- en inspiratieanalyse blijkt dat men het interessant vindt om in andermans huizen te kijken. Daarnaast is de term DIY (Do It Yourself) binnen het thema ‘groen’ populair, hierin krijg je tips en trucs om van spullen die je niet gebruikt, iets heel anders (bruikbaar) te maken.
In deze docu-soap wil ik verschillende mensen volgen die zelf tweedehands meubels maken, bijvoorbeeld van afval, kapotte meubels of gerecycled materiaal. Enerzijds laat ik zien hoe tweedehands meubels gemaakt worden, anderzijds richt ik me in deze docu-soap vooral op de persoon achter het meubelstuk. Zo creëer je een programma met bijzondere personen en inspirerende verhalen, die ondertussen duurzaam werk verrichten.
Uit de doelgroep analyse blijkt dat de meerpersoonshuishoudens met kinderen het grootste aandeel hebben. Hierdoor wil ik me richten op mensen die ook tweedehands
kindermeubilair maken.
Tijdens het maken van tweedehands meubilair zullen er verschillende soorten mensen gevolgd worden:
Een interieurstyliste die huizen inricht met zelf opgeknapte tweedehands meubels. Zij laat zien hoe je je huis prachtig kan inrichten, voor minder geld. Zij gaat bij mensen in Overijssel langs. Hier zitten ook kandidaten tussen met kinderen, waardoor ze ook kan laten zien hoe je een kinderkamer kan stylen. De styliste wil hiermee inspireren en aanzetten tot meer hergebruik;
Mensen die werken in kringloopwinkels en die de meubels zelf repareren en/of opknappen. De kringloopwinkel is zo’n belangrijk bedrijf binnen het gebruik en de verkoop van tweedehands meubilair. Ook hierbij geldt dat er een aantal
afleveringen lang bij dezelfde kringloop gekeken wordt, zo leer je het bedrijf en de mensen kennen. Hierin wil ik laten zien hoe een kringloopbedrijf werkt, en hoe deze mensen zich inzetten om hergebruik te stimuleren.
gevolgd in hun dagelijkse werkzaamheden, emoties, voor,- en tegenslagen. Het zal voor velen herkenbaar zijn, maar voor anderen juist de ogen openen. Het is regionaal omdat er mensen uit de provincie worden gevolgd en het is maatschappelijk betrokken.
9.1.3 Informatieve magazines
Dit informatieve magazine is een toegankelijk programma, dat inspireert en aanspoort om zelf aan de slag te gaan met duurzaamheid en/of milieubewust omgaan met meubilair. Uit de concurrentie,- en inspiratie analyse blijkt dat woonprogramma’s,- en websites met verschillende inspirerende, duurzame onderdelen populair zijn. Dit genre sluit daarnaast het beste aan bij de kritische succesfactoren uit hoofdstuk 4. In dit informatieve magazine zitten duidelijke herkenbare elementen, verdeeld in verschillende items en onderdelen. Er is onderscheidend en resultaat gericht contact met de doelgroep door DIY (Do It Yourself) tips en trucs te geven en deze ook te laten zien. Deze ‘tutorials’ zullen makkelijk zelf thuis uit te voeren zijn. Uit de concurrentie,- en inspiratie analyse blijkt bovendien dat duurzame DIY tips populair zijn, mits deze goed worden uitgelegd. Vooral op websites zijn DIY foto’s te vinden, maar bijna geen filmpjes. Dit informatieve magazine wordt verdeeld in de volgende onderdelen:
Een metamorfose. Uit de concurrentie,- en inspiratie analyse blijkt dat door oude meubels op te knappen en te laten zien hoe deze in een woonkamer passen, kijkers worden geïnspireerd om zelf hun meubels te restylen. Dit werkt extra goed als er voor,- en na foto’s worden getoond. In dit onderdeel wordt een woonkamer ingericht met ‘kant-en-klaar’ tweedehands meubilair en met meubilair dat opgeknapt kan worden. Om het format meer reproduceerbaar te maken, kunnen ook andere kamers in het huis gestyled worden. Daarnaast werkt het goed als er een presentator/presentatrice samenwerkt met een team van experts, bijvoorbeeld een styliste en een tweedehands-expert.
DIY tutorials. Hierin wordt kort en duidelijk uitgelegd hoe je zelf iets kan maken. Bijvoorbeeld van een oude houten ladder, kun je ook een boekenplank maken. Of door oude bananenkisten te schilderen en op elkaar te plaatsen, kun je een nieuwe kast maken. Door te laten zien hoe eenvoudig sommige metamorfoses zijn, worden kijkers geïnspireerd om zelf ook aan de slag te gaan. Hierbij kan het ook zijn dat een styliste of tweedehands-expert bij de kringloopwinkel spullen zoekt, en vervolgens laat zien hoe je deze naar je eigen smaak kunt stylen;
Interactieve oproep ‘Wij zijn deze week in…’, waarbij kijkers zich via de website kunnen aanmelden. De presentator/presentatrice en de expert(s) komen langs bij een kijker die een probleem in huis heeft, bijvoorbeeld een oud kastje wat ze niet meer mooi vinden maar toch niet weg willen doen. Naar aanleiding van de wensen van de kandidaat, laat de styliste vervolgens zien hoe je dit kastje kunt opknappen. Dit kunnen ook duurzame problemen zijn, bijvoorbeeld moeite hebben met het scheiden van papier en plastic. Hier wordt vervolgens een makkelijk systeem voor bedacht en gemaakt.
Dit informatieve magazine past bij RTV Oost omdat het laagdrempelig en onderhoudend is, er is veel interactie met de kijkers en er is een crossmediale uitbreiding mogelijk. Omdat het zich afspeelt in Overijssel heeft het een regionale insteek.