• No results found

Concurrentie en inspiratieanalyse (Best Practices)

In dit hoofdstuk onderzoek ik welke concurrerende en/of inspirerende programma’s er zijn (gemaakt) op het gebied van hergebruik. De kritische succesfactoren uit hoofdstuk 4.4. zijn hierin een leidraad. Op de volgende elementen wordt gelet:

 Wat is het doel van het format?

 Welke verschillende items en onderdelen zijn er?  Hoe is het contact met de kijker? Is dit onderscheidend?  Is er een crossmediale uitbreiding?

Door deze factoren te onderzoeken en te verdelen in ‘positieve factoren’ en ‘aandachtspunten’, krijg ik inzicht in de opbouw en het doel van soortgelijke

programmaformats. Daarnaast kijk ik naar inhoud, vormgeving en presentatie. Hier wil ik inspiratie uithalen en ontdekken wat goed, of juist niet goed aanslaat in een format. Vervolgens wil ik onderzoeken hoe ik onderscheidend kan zijn met mijn format voor RTV Oost.

7.1. Televisieprogramma’s

‘Zo kan het ook’ (RTL Z)

Dit is een informatief programma, waarin presentatrice Corine Boon het thema duurzaamheid in het bedrijfsleven bespreekt. In elke aflevering wordt er gekeken naar milieuvriendelijke productiemethodes en duurzame oplossingen. Een uitzending duurt 15 minuten. (Zo kan het ook, 2014)

Positieve factoren:

 De opbouw van het programma is duidelijk. Het thema van de uitzending wordt aangekondigd, vervolgens komen er meerdere bedrijven over dit onderwerp aan het woord. Deze items zijn duidelijk en erg informatief;

 De presentatrice doet zelf ook een onderzoek, dit wordt levendig gebracht door middel van het uitvoeren van verschillende testen en proeven;

 Er zijn mooie camerabeelden en special effects gebruikt.

Aandachtspunten:

 De kijker wordt nooit direct aangesproken, het is vrij afstandelijk maar het programma richt zich ook op de zakelijke markt;

 Het programma heeft een Twitter account, waar vooral aankondigingen van de uitzendingen staan. Er is weinig tot geen interactie met de kijkers. (Zo kan het ook, 2014)

‘Mooi Duurzaam Nederland’ (RTL 7)

Dit is een informatief programma gericht op consumenten. Op de website van RTL XL staat de volgende inleiding voor het programma: ‘De Nederlandse overheid koopt per 2010 alleen nog maar 100% duurzaam in; dit om een voorbeeld te willen zijn voor consument en producent. Maar zijn er wel genoeg ‘duurzame’ producten en ondernemingen in Nederland? Op welke manier doen zij dat en om welke producten gaat het?’ Een aflevering duurt 22 minuten. (Mooi Duurzaam Nederland, 2013) (RTL XL, 2013)

Positieve factoren:

 De website van het programma is duidelijk en mooi;

 In elke aflevering worden mensen op straat geïnterviewd over verschillende duurzame thema’s, hierdoor ‘voelt’ het programma dichtbij/persoonlijk.

Aandachtspunten:

 Er is geen vast thema per aflevering, elk item heeft een ander onderwerp. Er is geen presentator/presentatrice in beeld, je hoort alleen een voice-over. Hierdoor komt de opbouw rommelig en onpersoonlijk over;

 Het programma heeft een Facebook pagina, waar zij in 2013 de afleveringen aankondigen. Er is op social media geen interactie met het publiek.

‘Het Groene Oosten’ (RTV Oost)

Deze serie over duurzame ontwikkelingen in Overijssel is geproduceerd door Beleef!Media in opdracht van RTV Oost. In hoofdstuk drie, de opdrachtgever, wordt dit programma ook kort toegelicht. Het eerste seizoen werd in het najaar van 2013 uitgezonden en trok

wekelijks zo’n 200.000 kijkers. Een aflevering duurt 18 minuten. Het Groene Oosten is actief op Youtube, Facebook en Twitter.

Positieve factoren:

 De opbouw is duidelijk. Presentator André van der Zee kondigt het centrale thema van de aflevering aan, voorbeelden van thema’s zijn energie besparing, duurzaam vervoer of afvalscheiding. Hierover worden meerdere experts geïnterviewd en gaat André zelf ook op onderzoek uit;

 De onderwerpen worden luchtig, duidelijk en met humor uitgelegd. De kijker staat centraal en hierdoor ‘staat’ het programma dicht bij de kijker;

 Op de website van Het Groene Oosten zijn er, naast nieuws, allerlei duurzame tips te vinden. Ook kunnen kijkers vragen over het thema duurzaamheid insturen en is er de GO! Green Challenge. Hierin wordt de kijker uitgedaagd om een vernieuwend en duurzaam idee te bedenken en hier een filmpje van op te sturen. Als prijs wordt er een duurzame auto weggegeven. (Het Groene Oosten, 2013)

Aandachtspunten:

 Op social media zou het programma nog meer interactie kunnen zoeken.

‘Van Rommelzolder tot Droomhuis’ (SBS 6)

In dit metamorfose programma zetten vrienden, familie en buren iemand in het zonnetje door hem of haar te verassen met een make-over in het huis of in de tuin. Zij komen aan geld voor de metamorfose door in hun eigen huis spullen te verzamelen die ze niet gebruiken, en deze te verkopen op een website voor tweedehands spullen. Onder leiding van een presentatrice, een tweedehands-expert en een styliste wordt vervolgens de re- styling bedacht en uitgevoerd. Het programma is gemaakt in 2006 en er zijn twee seizoenen van gemaakt. (SBS 6, 2014) (Medianieuwtjes, 2006)

Positieve factoren:

 De combinatie van drie vakmensen (presentatrice, tweedehands-expert en styliste) maakt de presentatie sterk, omdat zij duidelijk een eigen vakgebied hebben en hierover adviseren;

 In het programma wordt erg gefocust op emotie. De aflevering is niet compleet zonder mooie muziek en tranen van diegene die met de metamorfose wordt verrast. Dit kan zowel positief als negatief werken. In dit programma zie ik het als positief, omdat er door vrienden en familie hard voor iemand is gewerkt die een moeilijke periode heeft mee gemaakt.

Aandachtspunten:

 In 2006 was social media nog niet zo actief betrokken bij programma’s, er is dan ook geen enkele interactie met kijkers.

Omdat het format over meubilair zal gaan, spelen ook woon,- en klusprogramma’s een belangrijke rol. Hieronder zijn een aantal woonprogramma’s geanalyseerd.

‘Eigen huis & tuin’ (RTL 4)

Eigen huis & tuin wordt gepresenteerd door Quinty Trustfull. Medepresentatoren en klusmannen zijn Lodewijk Hoekstra en Thomas Verhoef. Het belangrijkste en grootste onderdeel van het programma is het helpen van een kijker. Vaak wordt er een gang, keuken, gedeelte van de woonkamer, slaapkamer of tuin totaal opgeknapt. Er zijn steeds korte items waarin een presentator op zijn vakgebied uitleg geeft, dit kan gaan over de tuin, het huis of over de nieuwste trends. Het programma verwijst vaak naar de website en daarnaast zijn zij actief op Facebook, Pinterest en Twitter. Al vanaf 1990 wordt het programma gemaakt en het klusprogramma trekt wekelijks tussen de 300.000 en 700.00 kijkers. (Eigen huis en tuin, 2014) (Kijkonderzoek, 2014)

Positieve factoren:

 Tijdens het klussen wordt veel uitleg gegeven;

 Het programma stimuleert hergebruik door oude meubels een nieuwe uitstraling te geven door middel van schuren of schilderen;

 De voor,- en na beelden van de opgeknapte tuin en/of huis zijn een wereld van verschil en (bijna altijd) een verbetering. Dit inspireert om zelf ook te gaan klussen.

Aandachtspunten:

 In het programma en op de website worden bijna nergens prijzen vermeld.

‘RTL Woonmagazine’ (RTL 4)

RTL Woonmagazine is een stylingprogramma op RTL 4, gepresenteerd door Nicolette van Dam. De metamorfose is het belangrijkste onderdeel van dit programma. Hierin gaan de presentatrice, een ontwerper en een stylist op basis van de wensen en behoeften van de bewoners, een kamer restylen. Een uitzending duurt gemiddeld 22 minuten. Wekelijks trekt het stylingprogramma tussen de 350.000 en 600.00 kijkers. (RTL Woonmagazine, 2014) (Kijkonderzoek, 2014)

Positieve factoren:

 Er zijn verschillende korte items, zoals; tips en trends op het gebied van wonen en styling, ‘het droomhuis van ontwerper Remy Meijers’, ‘het huis van een bekende Nederlander’ en het behandelen van kijkersvragen. Het binnenkijken bij andere mensen en het verhaal hierachter horen is leuk om naar te kijken. Het sluit ook goed op elkaar aan, hierdoor blijft het interessant;

 Het programma heeft een website en een applicatie. Op beide platformen zijn veel inspiratiefoto’s te vinden en nieuws over trends op het gebied van wonen en styling;

 Vooral het eindresultaat wordt getoond in prachtige sfeerbeelden, een echte inspiratie.

Aandachtspunten:

 Over de kosten van de metamorfose wordt in het programma en op de platformen niks vermeld;

 Het eindresultaat wordt uitgebreid getoond, maar het klussen zelf is haast niet te zien. Hierdoor blijft het bij een inspiratie; de kijker wordt niet erg gestimuleerd om zelf aan de slag te gaan;

7.2. Websites

Omdat RTV Oost op crossmediaal gebied erg actief is, is het voor het te ontwerpen format belangrijk om ook inspirerende websites te onderzoeken. Bij de onderstaande websites let ik vooral op het doel en de interactie met de lezers. Daarnaast vormt het, net als bij de televisieprogramma’s, een inspiratiebron voor mijn eigen format. Niet bij alle websites zijn er aandachtspunten gevonden.

Gevondenopmarktplaats.nl

Deze website is in 2012 opgericht door Julien Rademaker. Rademaker omschrijft zijn website als volgt: ‘Mijn persoonlijk selectie uit het enorme aanbod van Marktplaats, voor als je geen zin hebt om te zoeken. Vintage design, kunst en rariteiten. Dagelijks nieuwe finds, maar ze zijn natuurlijk ook net zo snel weer weg. Omdat ik vind dat er al genoeg spullen op de wereld zijn, we hoeven niet alles nieuw te kopen. De puurste vorm van hergebruik, een duurzaam initiatief!’ (Gevondenopmarktplaats, 2014)

Positieve factoren:

 Dit is een uniek idee en het is erg populair;

 Als kopers iets hebben gekocht via de website, kunnen ze een foto insturen van hoe het meubelstuk bij hun thuis staat. Hierdoor is er op een leuke en vrijblijvende manier interactie met de bezoekers;

Naast de website was er in juni 2014 de ‘Gevonden op markplaats Salon’, waarin alle gevonden meubelstukken in een gehuurde ruimte werden verkocht;

 Door deze onderdelen wordt het idee nog crossmedialer, duurzamer en interactiever. (Gevondenopmarktplaats, 2014).

Woonschrift.nl

Deze interieurblog heeft als slogan ‘wooninspiratie om zelf thuis aan de slag te gaan’. De website staat vol met artikelen over het hergebruik van eigen meubels. De artikelen worden aangevuld met inspirerende voorbeeldfoto’s, vaak van de website Pinterest. Daarnaast staat er op de website ook veel DIY (Do It Yourself) tips, bijvoorbeeld hoe je je eigen

bloemenvaas of kaarsenhouder kunt maken. De website is opgericht door Petra van Breda. Zij is interieurstylist en blogger. Interieurfoto’s zijn het belangrijkst en het meest aanwezig op deze website. (woonschrift, 2014).

Positieve factoren:

 Erg inspirerend om zelf aan de slag te gaan, vooral de DIY foto’s geven aan dat je van iets wat je niet (meer) gebruikt, iets totaal anders kan maken. Dit is een creatieve manier van hergebruik;

Doordat Petra altijd reageert op ‘comments’ staat zij dicht bij de lezer en is er veel interactie op de website.

Gaafhergebruik.nl

De webshop Gaaf!Hergebruik is opgericht door Maartje van Vught. Zij biedt hier vintage en fair trade producten aan. Zo zijn er bijvoorbeeld telefoonhoesjes van bamboe te koop, of armbanden van blikklipjes. (Gaaf!Hergebruik, 2014).

Positieve factoren:

 De webshop werkt goed en er is een breed assortiment;

 Maartje geeft daarnaast ook tips om zelf producten te maken, hier reageren veel lezers/kopers op en dit maakt het interactief.

Aandachtpunten:

 Af en toe zou de uitleg bij de doe-het-zelf artikelen wat duidelijk beschreven kunnen worden, soms staan er alleen maar foto’s. Het is inspirerend, maar niet iets wat je zelf snel zou proberen.

7.3 Conclusie

Door deze concurrentie,- en inspiratieanalyse is het duidelijk geworden wat positieve factoren en wat aandachtpunten in televisieprogramma’s en op websites zijn.

Positieve punten die ik meeneem naar mijn format:

Opbouw en presentatie:

 De opbouw van het programma moet duidelijk zijn. Een presentator/presentatrice die een inleiding verzorgt en de verdere items aan elkaar praat, komt het sterkst en het duidelijkst over;

 Proeven en onderzoeken in een format zijn interessant en levendig om naar te kijken. Er wordt voor de kijker getest of iets werkt of niet;

 Door het interviewen van mensen op straat, staat het programma dichter bij de kijker;

 De combinatie van meerdere vakmensen (bijvoorbeeld presentator/presentatrice, styliste, andere experts) maakt de presentatie sterk, omdat elke expert duidelijk kan uitleggen en adviseren binnen zijn of haar vakgebied.

Hergebruik meubilair:

 Als er geklust wordt, is het belangrijk om hier uitleg bij te geven en om prijzen te vermelden. Hierdoor is het duidelijk wat kijkers kunnen verwachten als ze zelf thuis aan de slag gaan;

 Door oude meubels op te knappen en te laten zien hoe deze in een woonkamer passen, worden kijkers geïnspireerd om zelf hun meubels te restylen. Dit werkt extra goed als er voor,- en na foto’s worden getoond;

 Laten zien hoe het interieur van andere mensen eruit ziet, en het verhaal hierachter vertellen, is leuk om naar te kijken;

 De ‘Do It Yourself’ (DIY) komt op veel websites terug, in programma’s (nog) niet. Het is belangrijk dat er duidelijk uitgelegd wordt hoe iets gemaakt kan worden. Alleen voor,- en na foto’s werken niet. Het is een idee om dit juist uit te leggen in een televisieprogramma.

Website:

 De insteek en het doel van het programma, moet duidelijk naar voren komen op de website;

 De mogelijkheid om via de website of via social media een vraag in te sturen is erg interactief en hiermee betrek je de kijkers bij het programma;

De mogelijkheid dat kijkers foto’s in sturen van hun gekochte tweedehandsmeubels is een goede rubriek op de website.