• No results found

Ontwikkelingen Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt

In document Klimaat- en Energieverkenning 2019 (pagina 39-42)

Internationale ontwikkelingen

2.2 Ontwikkelingen Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt

De Nederlandse elektriciteitsmarkt is sterk geïntegreerd in de

Noordwest-Europese markt. Voor de ontwikkeling van deze markt, zoals de productie binnen Nederland, de import en export, en de prijs van elektriciteit, zijn de ontwikkelingen in landen om ons heen daarom van groot belang. Het gaat daarbij onder andere om de ontwikkeling van de opwekkingscapaciteit, zoals het hernieuwbare of het nucleaire vermogen, de capaciteit van de elektriciteitskabels tussen de landen, en van de elektriciteitsvraag in omringende landen.

Analyses toekomstige Europese elektriciteitsvoorziening

Voor ontwikkelingen op de Noordwest-Europese markt gebruiken we de analyses van ENTSO-E, de Europese koepelorganisatie van transmissie- netwerkbedrijven (waaronder het Nederlandse Tennet). ENTSO-E maakt op basis van informatie van deze netwerkbedrijven elke twee jaar een Ten Year Network Development Plan (TYNDP) voor Europa, waarin de toekomstige ontwikkeling van het elektriciteitssysteem in Europa wordt geschetst. Voor de korte termijn (tot 2025) is er één scenario: ‘Best Estimate’. Voor de langere termijn (2030 en 2040) zijn er verschillende scenario’s, die allen in lijn zijn met de klimaatdoelen van de EU voor 2030. De scenario’s verschillen in de manier waarop die doelen worden gerealiseerd. Voor deze KEV baseren we de ontwikkeling van de vraag, opwekkingscapaciteit en netwerkverbindingen tussen landen op het Sustainable Transition scenario uit het TYNDP 2018 (ENTSO-E, 2018). In dit scenario wordt de benodigde CO₂-reductie in de elektriciteits- sector primair gerealiseerd door bruinkool en kolen in de elektriciteits- productie te vervangen door gas.

Groei hernieuwbare elektriciteit en krimp kolen in Europa

In de modelanalyse3 van de elektriciteitsmarkt wordt aangenomen dat er

op de langere termijn een evenwicht zal ontstaan tussen de opgestelde opwekkingscapaciteit en de elektriciteitsvraag. Dit kan door conventionele capaciteit in de mottenballen te zetten of te sluiten (vanaf 2020) indien capaciteit niet wordt gebruikt, of door te investeren in extra capaciteit

3 Hiervoor is het elektriciteitsmarktmodel COMPETES gebruikt (zie Özdemir et al., 2019).

Figuur 2.5

20192030 20192030 20192030 20192030 20192030 20192030 Duitsland Frankrijk België Verenigd

Koninkrijk Noorwegen Denemarken 0 50 100 150 200 250gigawatt Bron: KEV-raming pb l.n l Overig Zon-PV Wind Olie Gascentrales Kolen Nucleair

Overig bestaat uit biomassa, waterkracht, afval en overig hernieuwbaar

(vanaf 2025) wanneer dit financieel aantrekkelijk is. In het Sustainable Transition scenario blijft de elektriciteitsvraag op de langere termijn in Europa ruwweg gelijk of laat een lichte groei zien. Elektrificatie is nog beperkt doordat elektrisch vervoer een matige groei laat zien en warmtepompen een lage groei.

De opwekkingscapaciteit van hernieuwbare elektriciteit neemt sterk toe in de landen om ons heen. Zowel elektriciteit uit wind als zon groeien hard: van 106 gigawatt voor wind en 71 gigawatt voor zon in 2019, naar ongeveer 173 gigawatt wind en 131 gigawatt zon in 2030 (figuur 2.5). De capaciteit van bruinkool- en steenkoolcentrales neemt af, van 54 gigawatt in 2019 naar 19 gigawatt in 2030. Dit is een sterkere daling dan in de NEV 2017 werd aangenomen. De capaciteit van gascentrales wordt verondersteld toe te nemen, met 25 gigawatt naar 100 gigawatt in 2030. Netwerkverbindingen met Duitsland en België nemen toe

Een belangrijk aspect van de geïntegreerde elektriciteitsmarkt is de ontwikkeling van netwerkverbindingen tussen landen, de zogenaamde interconnecties. Momenteel heeft Nederland verbindingen voor transport van elektriciteit met Duitsland, België, Groot-Brittannië en Noorwegen. Voor de verbindingen met Noorwegen en Groot-Brittannië bestaan geen concrete uitbreidingsplannen. In september 2019 kon de Cobrakabel van 700 megawatt tussen Nederland en Denemarken al in gebruik worden genomen. In de KEV is verondersteld dat de Cobrakabel pas in 2020 helemaal operationeel is. Met de aanleg van de 1.500 megawatt Doetinchem–Wesel verbinding tussen Nederland en Duitsland in 2018, is de huidige capaciteit tussen Nederland en Duitsland bijna 4 gigawatt. De capaciteit tussen België en Nederland neemt vanaf 2019 toe met 1.000 megawatt. Deze netwerkuitbreiding is tot en met 2022 echter alleen beschikbaar van België naar Nederland en niet andersom, dit als

gevolg van de elektriciteitsproductie van de nucleaire centrale in Doel in België4. Als deze centrale produceert is er op het Belgische netwerk bij

Doel onvoldoende capaciteit om naast deze productie de maximale import vanuit Nederland te kunnen accommoderen. Voor onze elektriciteitsmarktanalyse hebben we ENTSO-E informatie over interconnectiecapaciteiten tussen Nederland en buurlanden aangepast aan de in maart 2019 waarschijnlijk geachte ontwikkeling door TenneT (tabel 2.1).

Convergentie elektriciteitsprijzen in Noordwest-Europa

De hierboven geschetste ontwikkelingen op de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt zien we terug in de ontwikkeling van de groot- handelsprijzen voor elektriciteit, en in het patroon van import en export. Figuur 2.6 geeft de verschillen tussen de prijs in Nederland en de prijzen in België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Denemarken en Frankrijk. De toelichting op het absolute niveau van de prijzen staat in paragraaf 4.3.2. In het algemeen zien we een afname van de

prijsverschillen tussen Nederland en de andere landen, maar dit geldt niet voor alle landen. Zo ligt de Duitse elektriciteitsprijs naar verwachting in de eerste jaren nog onder de Nederlandse prijs.

4 Daarnaast zijn er plannen om de Clauscentrale in Maasbracht direct te verbinden met het Belgische elektriciteitsnetwerk. Omdat de emissies en productie aan Nederland worden toegeschreven, zou dit neerkomen op extra exportcapaciteit. Dit is in de analyses meegenomen als additoneel beschikbare interconnectiecapaciteit voor export naar België, maar niet vermeld in de tabel omdat het geen uitbreiding is van de interconnectie- capaciteit die door alle marktpartijen is te gebruiken.

Op de langere termijn is de prijs in Duitsland naar verwachting vergelijkbaar, en tegen 2030 zelfs hoger dan de Nederlandse prijs vanwege de toenemende CO₂-prijs, het stopzetten van kerncentrales (de Atomausstieg), en vermindering van het aandeel kolen en bruinkool in de Duitse elektriciteitsopwekking. De prijzen in België nemen toe vanaf 2025 ten opzichte van Nederland als de kerncentrales in België worden gesloten. Met het Verenigd Koninkrijk neemt het prijsverschil af door de toename van de capaciteit van gascentrales en hernieuwbaar in dit land. Bovendien wordt de capaciteit van de netwerkverbindingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van Europa vanaf 2020 substantieel uitgebreid. De absolute groothandelsprijzen van elektriciteit in Nederland worden besproken in paragraaf 4.3.

Tabel 2.1

Interconnectiecapaciteit Nederland in megawatt

2019 2020 2025 2030 NL-DE 3950 4250 5000 5000 NL-BE (BE-NL)* 1400 (2400) 1400 (2400) 3400 3400 NL-DK 0 700 700 700 NL-UK 1000 1000 1000 1000 NL-NO 700 700 700 700

Bron: Communicatie met TenneT, maart 2019. * Zie toelichting in de hoofdtekst

Figuur 2.6 2020 2022 2024 2026 2028 2030 -4 -2 0 2 4

6euro2018 per megawattuur

Bron: KEV-raming pb l.n l Verenigd Koninkrijk Duitsland België Denemarken Frankrijk Noorwegen Nederland

Verschillen geraamde groothandelsprijzen elektriciteit met andere landen

2.3 Mondiale en Europese ontwikkelingen

In document Klimaat- en Energieverkenning 2019 (pagina 39-42)