• No results found

1.3 'Onze' wijk

3.2 De ontbrekende schakel

3.2.1 Métis

Zoals beschreven in het voorbeeld van Burezina heeft de inmenging van de gemeente ertoe geleid dat Tom is gestopt met het coördinatorschap. Dit heeft ervoor gezorgd dat er

belangrijke lokale kennis verloren gaat, maar ook dat het buurthuis een belangrijk en herkenbaar gezicht verliest. Hoewel de gemeente goede bedoelingen had om het

eigenaarschap van het buurthuis over te nemen, heeft dit geresulteerd in een vermindering van lokale kennis en een vermindering van de activiteit in het buurthuis. Ook is het idee van de volkstuinen, juist een initiatief waar veel behoefte aan was bij de bewoners, uiteindelijk niet doorgegaan omdat de subsidie hiervoor vanuit een hoger gemeentelijk niveau niet was goedgekeurd.

Deze lokale kennis valt goed samen te vatten in het concept métis van Scott (1998). Scott beschrijft métis als lokale kennis die ontstaat door de ervaring van de lokale bevolking. Métis is niet universeel toepasbaar, maar is altijd gebonden aan een bepaalde context zoals een bepaalde tijd of een bepaalde plek. Het vormt de ‘menselijke maat’ van kennis die men verkrijgt door middel van ervaring zonder gebruik te maken van theorieën of berekeningen. Het vormt het tegenovergestelde van universele toepasbare regels omdat métis voornamelijk praktische efficiëntie en kennis bevat, ook wel de 'vuistregels13' genoemd (Scott 1998:311).

Niet alleen speelt het beleid van de Gemeente een rol bij de vermindering van métis, vaak lijkt het zelfs aan métis te ontbreken bij de gemeente in de wens om de universele regels van 'samenleven' toe te passen op een lokaal niveau. Een voorbeeld van het ontbreken van métis in het gemeentelijke beleid is te vinden bij Buurtcentrum de Jutter.

In de map 'Bijenkorven' lees ik dat er in het gloednieuwe Buurtcentrum de Jutter iedere dinsdag een koffie-uurtje wordt georganiseerd. Omdat ik nieuwsgierig ben naar hoe het nieuwe buurtcentrum eruit ziet besluit ik op een dinsdagochtend naar het buurthuis te fietsen. Wanneer ik het buurthuis binnenloop valt het me op dat het interieur er gloednieuw en fris uitziet: de kleuren groen en blauw overheersen en in bijna iedere hoek staat een weelderige groene kamerplant. Ik word begroet door gastvrouw Sharon. Voor de rest is er niemand te zien: het buurthuis is helemaal leeg. Wanneer ik vraag naar de buurtkoffie, vertelt Sharon me dat de buurtkoffies niet meer worden georganiseerd. 'De man die het ooit deed is overleden, en er is niemand die het heeft overgenomen.' Wanneer ik aan haar vraag naar de rest van de activiteiten in het buurthuis, zucht ze diep: 'Er komt hier bijna niemand meer. Alle subsidies

13 Vertaald: rules of the thumb

50

worden ingetrokken en we hebben bijna nergens geld meer voor. Ik wilde nog wel eens een leuk feestje geven hier voor de mensen uit de buurt, maar dat heeft Wijkenco14 toentertijd niet goedgekeurd. Nu probeer ik steeds DOCK te bereiken voor een afspraak, maar sinds die verandering hebben ze nog niks van zich laten horen. En ik zit hier maar iedere dag, ik kan soms wel huilen als er weer niemand is.'

Ze vertelt me dat er vanmiddag een kookles voor kinderen wordt gegeven, maar dat het alweer de laatste les is. 'Daarna gaat dat hier ook weer weg, en dan zit je hier eigenlijk voor niks. De andere buurthuizen zoals buurthuis de Tijger en de Drift gaan wel hartstikke goed. Maar ze laten me hier gewoon in de kou zitten. Niemand wil hier toch ook komen? Het lijkt het net een tandartsenpraktijk.'

Hoewel er veel geld is vrijgemaakt voor de bouw van het nieuwe buurthuis, lijkt de werking ervan tegen te vallen. De ruimtes die men kan huren worden niet gehuurd, en de activiteiten in het buurthuis gaan achteruit of worden helemaal niet meer georganiseerd. Dit komt doordat er in andere buurthuizen in de buurt al veel wordt georganiseerd en er geen animo is om zelf iets te organiseren door nabije buurtbewoners. Het idee van de gemeente om te investeren in het 'bijenkorven' lijkt in dit geval niet erg geslaagd. Het lijkt erop dat er weinig onderzoek is gedaan naar de behoefte van een dergelijk nieuw buurtcentrum in de wijk, zeker wanneer deze moet concurreren met de al aanwezige, goedlopende, buurthuizen. Kortom: bij de realisatie van het buurthuis ontbreekt het aan métis, waarbij er geen onderzoek is gedaan naar de lokale behoeftes van de buurtbewoners. Zo vindt Sharon dat het nieuwe moderne interieur van het buurthuis ervoor zorgt dat het meer op een tandartsenpraktijk lijkt, en wordt er voor een idee dat voortkomt uit haar lokale kennis en netwerk, zoals het feestje, geen subsidie geleverd.

3.2.2 'Buiten de boot.'

De Jutter is niet het enige buurtcentrum dat kampt met de onzekerheid of het nog kan blijven bestaan. Ook buurtkamer de Kater, gelegen aan de noordelijke kant van Overvecht heeft in het najaar te horen gekregen dat de subsidie werd ingetrokken. Afgelopen augustus is er daarom een protest geweest bij het Stadskantoor. 'We vielen net buiten de boot' vertelt Sherina. Ze wijst naar een groot spandoek dat is gemaakt voor het protest. Er staat:

'Buurtwerkkamer de Kater is het kloppend hard voor en van Overvecht' (Figuur 2). Naast haar staan drie jonge kinderen te tafelvoetballen, en vier oudere mensen zitten samen koffie te

14

overkoepelende organisatie die de sociale makelaars en het sociale buurtteam verstrekt, overgenomen in 2019 door DOCK.

51

drinken aan de lange tafel. Sherina vertelt dat er na het protest toch weer subsidie is

vrijgemaakt voor de buurtkamer, zodat ze weer een jaar doorkunnen. Naar aanleiding van de gekregen subsidie komt een wethouder van het stadskantoor, Michiel van Oeren, op een vrijdag langs.

Figuur 2. Spandoek Buurtwerkkamer de Kater voor het protest bij het Stadskantoor.

Wanneer ik op deze vrijdag de buurtkamer inloop, valt het me meteen op hoe druk het is. Waar er de vorige keer een handjevol mensen aanwezig was, is er nu bijna geen plek meer om te zitten. Het valt me ook op dat het grote spandoek is weggehaald. Sherina komt naar me toe gelopen: 'Leuk he, zoveel mensen. Dan kan Michiel tenminste even zien waar hij al dat geld aan heeft uitgegeven.' Een halfuur te laat komt Michiel van Oeren dan eindelijk binnenlopen. Het is een relatief jonge man, strak in pak met nette schoenen. Dit vormt een behoorlijk contrast met de kledij waarin de bezoekers van de buurtkamer in gehuld zijn. Hij wordt hartelijk begroet en praat een beetje met de voornamelijk oudere mensen. Daarna is het tijd voor een gesprek met de vrijwilligers die de buurkamer draaiende houden, Sherina en Erna. Michiel vraagt in dit gesprek wat de wensen zouden zijn voor de toekomst. Het valt me op dat Erna voornamelijk het woord doet, en dat Sherina erg stil is. Meestal voert zij het

52

hoogste woord. Later vertelt ze me dat ze altijd vindt dat ze heel slecht is in dat soort

besprekingen. 'Ik klap altijd helemaal dicht.' Erna vertelt tegen Michiel dat ze graag een betere afspiegeling willen zien van de wijk bij de gebruikers van de buurtkamer. Ze vertellen dat er nu voornamelijk 'originele bewoners' komen, en kinderen bij de kinderclub. Hoewel er veel aan wordt gedaan qua programmering, is het lastig om ook de Marokkaanse en Turkse bevolking te betrekken.

Om dit toch te bewerkstelligen kookt Ali, een Marokkaanse man, maandelijks in Buurtkamer de Kater. Tijdens deze activiteit waren er echter enkel 'originele bewoners' aanwezig. Erna benadrukt dat ze dat jammer vindt, maar ook dat ze het lastig vindt om de 'niet-Nederlanders' te bereiken. Wanneer ik haar er later naar vraag vertelt ze me dat er genoeg Marokkaanse en Turkse jongeren voor de deur hangen, en soms ook verhinderen dat er iemand in of uit de buurtkamer kan lopen. 'Dan ondervinden we er overlast van. Als ze nou eens gezellig naar binnen zouden komen dan zou dat een stuk beter zijn dan dat hangen en klieren op straat.'

Hoewel Michiel van Oeren wel de moeite doet om het lokale initiatief Buurtkamer de Kater te bezoeken, is het opvallend dat hij dit doet nadat de subsidie voor dit jaar weer is verleend. Blijkbaar heeft de Gemeente Utrecht nooit de buurtkamer bezocht voordat ze besloten de subsidie te beëindigen. Hoewel de subsidie nu verstrekt is, en het buurthuis een jaar open kan blijven, is het twijfelachtig of de buurtkamer ook volgend jaar weer kan blijven bestaan. Om dit toch te bewerkstelligen wordt er op alle mogelijke manieren voor gezorgd dat het idee van 'samen' zichtbaar is. Er zijn veel meer mensen dan normaal aanwezig op het moment dat de wethouder langskomt, en ook benadrukt Erna dat ze graag een betere

afspiegeling van de wijk ziet in de buurtkamer tijdens het gesprek. Ook dit was het geval bij Tom en Sharon: beiden hebben geprobeerd het idee van 'samen' te reproduceren in hun plannen om het behoud van een lokaal initiatief te bewerkstelligen. Deze machtsrelatie tussen de lokale initiatieven en het idee van 'participeren' van de gemeente zorgt er dus vaak voor dat lokale ideeën en plannen enkel kunnen bestaan wanneer het verpakt wordt in een sfeer van 'samenleven'. Alleen dan hebben de lokale initiatieven de kans subsidies te ontvangen, en dus om langer te blijven bestaan.