• No results found

2.3 Onderzoeksmethodologie

2.3.4 Onderzoeksfasen

In deze paragraaf worden de verschillende fasen uiteengezet die dit onderzoek kent. Het betreffen vijf fasen, te weten de oriëntatiefase, de exploratiefase, de specificatiefase, de reductiefase en de integratiefase. Bij elk hoofdstuk wordt de onderstaande tabel gebruikt om aan te geven welk onderdeel van het onderzoek aan de orde is.

46

Tabel 10 Overzicht werkzaamheden onderzoek => positiewijzer

Fase Uitkomst Omschrijving Hfd.

Oriëntatiefase Relevantiebepaling Vaststellen relevantie onderzoek 1 Onderzoeksontwerp Centrale onderzoeksdoelstelling en –vragen,

onderzoeksmethodologie

2

Korte beschrijving van de onderzoeksomgeving 3 Exploratiefase Data Verzamelen data kwaliteitskenmerken vrijwillige inzet

onderzoek

4.1

Documentatie Vastleggen verzamelde data in document 4.2

Specificatiefase Labels Identificeren kernpunten in document in 125 labels 4.3 Reductiefase Labelclusters Terugbrengen 125 labels tot 54 labelclusters 4.4 Centrale thema’s Terugbrengen 54 labelclusters tot 33 centrale thema’s 4.5 Integratiefase Literatuurstudie Centrale thema’s passend gemaakt op empirisch veld 5

Hypothesen Basis voor theorieontwikkeling 6

Eerste validatie Bezoek organisaties ter 1e validatie hypothesen 7

In de oriëntatiefase wordt de relevantie van het onderzoek vastgesteld. Dit is in hoofdstuk 1 gebeurd.

Hoofdstuk 2 beschrijft het onderzoeksontwerp en de -methodologie. In hoofdstuk 3 volgt een korte beschrijving van de onderzoeksomgeving.

De exploratiefase, de specificatiefase en de reductiefase komen aan de orde in hoofdstuk 4. In de exploratiefase worden zoveel mogelijk inlichtingen over het veld en de kwaliteit van de vrijwilligers verzameld en gedocumenteerd. Deze fase bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden data verzameld. Exploratie is hier opgevat in de betekenis die Blumer (1969) daaraan geeft: onderzoeken in de zin van verkennen. De onderzoeker is geïnteresseerd in alles wat maar met het onderwerp te maken kan hebben, mits die informatie afkomstig is uit de concrete onderzoeksomgeving (Wester, 1995).

In het tweede deel van de exploratiefase worden de verzamelde data vastgelegd. De

onderzoeksomgeving wordt op hoofdlijnen beschreven. Daarnaast is er een informatiedocument, het

‘labeldocument’ met 50 secties die elk iets zeggen over de Kwaliteit van de Arbeid. De secties bevatten interviewfragmenten, foto’s, teksten uit verslagen, brieven etc. Dit labeldocument is te vinden op www.kwaliteitvrijwilligeinzet.nl.

Het labeldocument wordt in de specificatiefase door de labelgroep in twee rondes van labels voorzien. Een aantal deelnemers kent de onderzoeksomgeving wel, een aantal niet. In de

specificatiefase wordt de informatie uit het labeldocument kernachtig in 125 labels uitgedrukt. Bij het formuleren van labels vormen de vier facetten van de Kwaliteit van de Arbeid het denkkader. De gevonden labels zijn in de appendix B te vinden.

In de eerste labelronde worden 93 labels geformuleerd. Om een zo compleet mogelijk beeld te geven, wordt een tweede ronde gedaan. Dit levert 32 aanvullende labels op. Deze zijn evenwichtig verdeeld over de facetten van de Kwaliteit van de Arbeid: arbeidsinhoud (AIN), arbeidsvoorwaarden (AVO), arbeidsverhoudingen (AVE) en arbeidsomstandigheden (AOM), zie tabel 11:

Tabel 11 Overzicht labels verdeeld over de vier facetten van de Kwaliteit van Arbeid AIN AVO AVE AOM Totaal

Eerste ronde 23 28 22 20 93

Tweede ronde 8 9 7 8 32

Totaal 31 37 29 28 125

47

De reductiefase bestaat eveneens uit twee delen. In het eerste deel worden de 125 labels verder geordend. De labels worden meermalen op verschillende manieren onderling vergeleken. Hierdoor ontstaan clusters van labels. De clusters worden geverifieerd door ze weer naast het labeldocument te leggen, de oorspronkelijke informatiebron. De 125 labels worden op die manier teruggebracht tot 54 labelclusters. Ook voor dit proces wordt een deel van het raadgevend college ingeschakeld. De 125 verzamelde labels worden in vier rondes (A tot en met D) met elkaar vergeleken:

 Tijdens ronde A worden de 93 labels uit de eerste labelronde per facet van de Kwaliteit van de Arbeid geclusterd en onder de noemer van dit facet met elkaar vergeleken.

 In ronde B worden alle labels uit de eerste labelronde in de volle breedte met elkaar vergeleken, door ze juist los te koppelen van de facetten van de Kwaliteit van de Arbeid.

 Tijdens ronde C worden de 32 labels uit de tweede labelronde per facet van de Kwaliteit van de Arbeid met elkaar vergeleken, net als in ronde A.

 Tijdens ronde D werden de labels uit de tweede labelronde in de volle breedte met elkaar vergeleken, dus zonder ze te koppelen aan de facetten van de Kwaliteit van de Arbeid, net zoals in ronde B.

In het tweede deel van de reductiefase worden de denkrichtingen die in het proces van onderlinge vergelijking van labels zijn ontstaan, verwoord in centrale thema’s. De 54 labelclusters worden in 33 centrale thema’s samengevat: dit zijn de ‘sensitizing concepts’ zoals bedoeld bij de toepassing van de Grounded Theory cfm. Bowen (2006). De centrale thema’s worden door een aantal leden van het raadgevend college getoetst en geaccordeerd.

In de integratiefase worden de centrale thema’s verder geordend en bestudeerd, met als doel tot één samenhangende constellatie (‘integrative fit’) te komen. Er is een literatuurstudie uitgevoerd om de centrale thema’s daaraan te spiegelen. Hoofdstuk 5 doet daarvan verslag. In deze fase worden in de universiteitsbibliotheken in Groningen en Rotterdam een aantal wetenschappelijke tijdschriften, handboeken en websites15 bestudeerd. Een overzicht van de gebruikte publicaties is te vinden in de literatuurlijst. Ten slotte wordt een set van hypothesen ontwikkeld die in hoofdstuk 6 worden weergegeven.

Vanwege het feit dat de onderzoeksdata ook nadat de hypothesen ontwikkeld waren zo rijk waren, is nog een extra hoofdstuk toegevoegd. In hoofdstuk 7 wordt een eerste validatie van de hypothesen uitgevoerd. Namelijk door aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek, een theoretische verfijning van vrijwilligersorganisaties gecombineerd met de onderzoeksuitkomsten en een toets in de praktijk daarvan door het bezoeken van ruim vijfentwintig vrijwilligersorganisaties te bezien of de hypothesen breder dan alleen in de onderzoeksomgeving toegepast zouden kunnen worden en zo ja, op welke wijze dit betekenisvol zou kunnen.

15 Springer Link; Sage Journals Online; Elseviers Scirius; Wiley Interscience; Emerald’s Insights; Google Scholar App. Voor de internetsearch zijn handboeken gebruikt (Costingan, 1999; S. Jones, 1999; Kardan & Milford, 1996; Kendall, 1999; Mitra & Cohen, 1999; Sudweeks &

Simoff, 1999).

48

49

3 Onderzoeksomgeving

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de onderzoeksomgeving, als onderdeel van de oriëntatiefase van het onderzoek. In tabel 12 is in de positiewijzer aangegeven welk onderdeel van het onderzoek aan de orde is.

Tabel 12 Positiewijzer hoofdstuk 3

Fase Uitkomst Omschrijving Hfd.

Oriëntatiefase Relevantiebepaling Vaststellen relevantie onderzoek 1 Onderzoeksontwerp Centrale onderzoeksdoelstelling en –vragen,

onderzoeksmethodologie

2

Korte verkenning en beschrijving van de onderzoeksomgeving 3 Exploratiefase Data Verzamelen data kwaliteitskenmerken vrijwillige inzet

onderzoek

4.1

Documentatie Vastleggen verzamelde data in document 4.2

Specificatiefase Labels Identificeren kernpunten in document in 125 labels 4.3 Reductiefase Labelclusters Terugbrengen 125 labels tot 54 labelclusters 4.4 Centrale thema’s Terugbrengen 54 labelclusters tot 33 centrale thema’s 4.5 Integratiefase Literatuurstudie Centrale thema’s passend gemaakt op empirisch veld 5

Hypothesen Basis voor theorieontwikkeling 6

Eerste validatie Bezoek organisaties ter 1e validatie hypothesen 7