• No results found

Onderzoeksfase 3: Focusgroepen

In document DE LOOPBAAN VAN ONDERWIJSPROFESSIONALS (pagina 80-85)

Directies / schoolbestuur

5 Samenvattend theoretisch kader

6.4 Onderzoeksfase 3: Focusgroepen

6.4.1 Sample

In de derde onderzoeksfase bevroegen we relevante participanten via focusgroepen. Omdat we waren geïnteresseerd in onderwijsprofessionals met verschillende profielen, zetten we voor elk profiel een focusgroep op. De profielen die aan bod kwamen waren leraren met meer dan 20 jaar ervaring die nog nooit van functie waren veranderd, coördinatoren en/of beleidsondersteuners, schoolleiders basisonderwijs, schoolleiders secundair onderwijs en uitstromers (zie tabel 6 p. 80).

De opsplitsing bij de schoolleiders werd gemaakt omdat de personeelsorganisatie en daardoor ook mogelijks het -beleid behoorlijk wat verschillen vertoont in het personeelsbeleid. Dit vertaalde zich in vijf focusgroepen met in totaal 24 deelnemers.

We opteerden voor homogeniserende focusgroepen. Het voordeel van homogeniseren is dat als mensen aanvoelen dat ze gelijken zijn, ze sneller zullen overgaan tot een open gesprek (Mortelmans, 2013).

Tabel 6 op de volgende bladzijde toont een overzicht van welke onderwijsprofessionals in de interviews en/of focusgroepen werden bevraagd. Omdat bij de rapportage over de resultaten van de interviews de indeling van loopbaankeuzes op een andere manier gebeurde dan de indeling van de focusgroepen, voegden we dit ook toe in de tabel ter verduidelijking.

81

Tabel 6

Overzicht respondenten die deelnamen aan interviews en focusgroepgesprekken

profielen aantal

Mogelijke participanten werden geselecteerd via purposive en daarna een combinatie van convenience en snowball sampling. Omdat we op zoek waren met respondenten met een bepaalde ervaring en een specifiek profiel was purposive sampling aangewezen (Ball, 1990). Professionele connecties uit het onderwijsveld van de onderzoekster werden benaderd met de vraag om deel te nemen aan het onderzoek (convenience sampling). Ook vroeg ze hen de oproep tot participanten door te geven aan mensen die zij op hun beurt kenden die in aanmerking zouden komen voor het onderzoek. Zo gebeurde snowball sampling.

Het optimale aantal respondenten voor een focusgroep varieert tussen zes en tien personen (Mortelmans, 2013). In dit onderzoek kozen we voor eerder kleine focusgroepen omdat de geselecteerde onderwijsprofessionals een hoge betrokkenheid hadden bij het onderwerp en experts waren in het onderzoeksdomein (Krueger & Casey, 2015; Mortelmans, 2013). We doelden zo op een aantal van ongeveer zes deelnemers per focusgroep.

Social media (Facebook, Twitter en LinkedIn) werden ingezet om de oproep voor respondenten zo breed mogelijk te verspreiden. Dit gebeurde via het persoonlijke profiel van de onderzoekster, maar ook via besloten groepen die te maken hebben met onderwijs. Daarnaast deelden

82

vakbondsorganisaties en onderwijskoepels de oproep via hun nieuwsbrief en/of website. Wegens de lage respons werden individuele scholen gemaild om de responsrate te verhogen. Het CVA (Centrum voor Andragogiek) van de Universiteit Antwerpen verspreidde de oproep voor schoolleiders verder. Dit resulteerde in nog enkele bijkomende participanten.

In onze oproep richtten we ons naar onderwijsprofessionals van alle netten en van de onderwijsniveaus basis- en secundair onderwijs. De respons voor de meeste focusgroepen bleek nogal laag te zijn. Op die manier konden wij geen verdere selectie van de kandidaten doorvoeren, behalve bij de leraren. Er waren meer leraren die zich hadden aangemeld voor de focusgroep dan we leden nodig hadden. Daarom selecteerden we deze leraren verder volgens onderwijsniveau en ook voorzagen we een verdere spreiding van de onderwijsvormen voor de leraren secundair onderwijs.

Geïnteresseerde onderwijsprofessionals kregen een mail met meer informatie over de doelstellingen van het onderzoek, het opzet van het focusgroepgesprek (verloop, inhoud en tijdsindicatie) en de eerder vastgelegde datum, alsook met de vraag tot deelname. Twee weken voor het focusgesprek kregen de deelnemers praktische informatie over de bereikbaarheid van de Universiteit Antwerpen en het lokaal waar het focusgesprek zou plaatshebben. Eén week voor de afgesproken datum werd de respondenten een herinneringsmail toegestuurd.

Sommige deelnemers die zich hadden geëngageerd om deel te nemen, waren verontschuldigd op het eigenlijke focusgesprek wegens conflicterende afspraken of persoonlijke redenen. Uiteindelijk waren er per focusgroep drie tot zeven participanten. De focusgroep voor leraren bestond uit vijf leraren, de focusgroep voor beleidsondersteuners en coördinatoren uit drie deelnemers en de focusgroep voor uitstromers bestond uit zes deelnemers. De focusgroep voor directeurs secundair onderwijs telde zeven deelnemers en de focusgroep voor directeurs basisonderwijs drie. Dit resulteerde in een totaal aantal van 24 deelnemende onderwijsprofessionals.

6.4.2 Instrument

Focusgroepen zijn een zinvolle dataverzamelingsmethode om de ervaringen, meningen, wensen en motieven van deelnemers te achterhalen. Focusgroepen leveren diepgaande informatie op omdat men open vragen kan stellen, kan doorvragen en de interactie tussen deelnemers kan observeren (Morgan & Krueger, 1998; Patton, 2002).

Vijf focusleidraden, aangepast aan de verschillende profielen en foci werden opgesteld. Deze omvatten alle dezelfde structuur. De focusleidraden bevatten een inleiding om het onderzoeksproject toe te lichten, gevolgd door inleidings- en overgangsvragen. Vragen over welke loopbaankeuzes de respondenten maakten, alsook hun beweegredenen hiertoe gehanteerde strategieën en de (perceptie van de) impact hiervan op het personeelsbeleid, vormden de kern van de interviewleidraad. We maakten gebruik van elicitatietechnieken om de bevindingen van de interviews te bevestigen en om na te gaan of er nieuwe elementen aan bod kwamen. Zo gaven we de deelnemers aan de focusgesprekken een lijst met invloedsfactoren en strategieën en jobkansen die uit de interviews waren gekomen.

83

De precieze invulling van de gestelde vragen in de focusgroepen was verschillend naar gelang de verschillende profielen. Een voorbeeld van de focusleidraad voor de uitstromers is te vinden in bijlage 3.

Net zoals de interviewleidraden, werden de focusleidraden voorgelegd aan een groep inhoudsdeskundigen: een collega-onderzoeker en de SONO-opvolgingsgroep. Vervolgens werden ze aangepast op basis van de verkregen feedback. Dit proces verhoogde de inhoudsvaliditeit en de efficiëntie van de instrumenten.

6.4.3 Procedure

Alle focusgroepen kwamen samen in de loop van januari 2020 aan de Faculteit Sociale Wetenschappen, Departement Opleidings- en Onderwijswetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Een moderator leidde elk gesprek in goede banen terwijl een collega technische en praktische ondersteuning gaf. Vooraleer het gesprek van start ging, ondertekenden de deelnemers een geïnformeerde toestemming.

De focusgesprekken namen anderhalf à twee uur in beslag. De gesprekken werden opgenomen op geluidsband en verbatim getranscribeerd.

6.4.4 Data-analyse

Door middel van thematische analyse verkregen we belangrijke of interessante thema’s of patronen in de data (Braun & Clarke, 2013). De gesprekken werden deductief gecodeerd (in Nvivo 12) met behulp van een codeboom op basis van relevante literatuur en eerdere bevindingen uit de interviews met onderwijsprofessionals. Daarnaast codeerden we ook op inductieve wijze op basis van bijkomende informatie uit de focusgroepen. Bijlage 4 toont de codeboom die op deductieve en inductieve wijze tot stand kwam.

Een tweede beoordelaar codeerde één van de vijf focusgesprekken om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te garanderen. De codeboom werd mondeling overlopen met de tweede beoordelaar om duidelijk te maken wat de verscheidene codes precies inhielden. De codes die de tweede beoordelaar gaf aan de tekstfragmenten kwamen in zeer hoge mate overeen met de codes die door de eerste beoordelaar waren toegekend. Er werd slechts een heel klein aantal veranderingen doorgevoerd in het codeerwerk naar aanleiding van het gesprek tussen de twee beoordelaars. We kunnen dus zeggen dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid hoog ligt.

Voor elke focusgroep creëerden we in Excel een fiche met daarin de invloedsfactoren (positief of negatief) op verscheidene loopbaankeuzes met het oog op een verticale analyse. Zo kregen we een goed overzicht van de verschillende beweegredenen per focusgroep. Ook grepen we terug naar de data achter deze invloedsfactoren om deze invloedsfactoren te kaderen en ook te koppelen aan het theoretisch kader. Een overkoepelende verticale analyse faciliteerde het zoeken naar patronen in de overwegingen die onderwijsprofessionals maakten bij de verscheidene loopbaankeuzes. Deze beweegredenen vergeleken we ook overheen de verschillende focusgroepen wat zorgde voor een horizontale analyse.

84

In een latere analysefase werden de bevindingen uit de semigestructureerde interviews en de focusgroepen met elkaar vergeleken om gelijkenissen en verschillen in de data te identificeren. Zo gebeurde een overkoepelende horizontale analyse. Deze overkoepelende horizontale analyse faciliteerde een bevestiging of nuancering van de eerdere resultaten uit de interviews.

De bevindingen uit de interviews en de focusgroepgesprekken alsook een vergelijking hiervan worden besproken in de resultatensectie.

6.4.5 Rapportage

De focusgroepen waren bedoeld om enerzijds mogelijk nieuwe elementen te achterhalen en anderzijds de resultaten uit de interviews te bevestigen. Omdat er bij de eerste drie onderzoeksvragen geen volledig nieuwe elementen aan bod kwamen, hebben we ervoor geopteerd om deze rapportage beknopt te houden en ook geen gebruik te maken van citaten uit de focusgroepen. Bij de bevindingen rond het personeelsbeleid zijn wel citaten toegevoegd uit de focusgroepgesprekken omdat deze onderzoeksvraag niet aan bod kwam bij de interviews.

85

7 Resultaten

In dit luik bespreken we de onderzoeksresultaten van de 30 semigestructureerde interviews en focusgroepgesprekken die afgenomen zijn van 24 onderwijsprofessionals. We hebben ze geordend volgens beantwoorde onderzoeksvraag om het overzicht te bewaken. Bij elke onderzoeksvraag wordt er apart gerapporteerd over de bevindingen uit de interviews en die uit de focusgroepgesprekken.

In document DE LOOPBAAN VAN ONDERWIJSPROFESSIONALS (pagina 80-85)