• No results found

Directies / schoolbestuur

5 Samenvattend theoretisch kader

7.2 Beïnvloedende factoren op loopbaankeuzes

7.2.5 Enkele cases

Om de loopbanen en de beweegredenen voor loopbaankeuzes te illustreren, opteren we ervoor om enkele cases wat uitvoeriger te beschrijven. Zoals eerder vermeld kozen we deze twee cases op basis van de invloedsfactoren die bij hen een rol speelden in hun loopbaankeuze. Deze zijn illustratief voor andere, vergelijkbare cases.

De invloedsfactoren die een rol hebben gespeeld in hun loopbaankeuzes zijn terug te vinden in tabel 9 voor de eerste case (p. 109) en tabel 10 (p. 112) voor de tweede case.

Case 1: leraar

Deze respondent is een 56-jarige mannelijke leraar. In tegenstelling tot zijn collega-leraren is hij meteen nadat hij is afgestudeerd als muziekleraar aan de slag kunnen gaan in een lagere school waar hij is kunnen blijven. Nadat hij twee jaar aan het werk was geweest als leraar heeft hij een DHOS-cursus gevolgd (Diploma Hoger Opvoedkundige Studiën) om wat meer theorie bij te leren.

Deze leraar heeft in verschillende leerjaren gestaan, namelijk in het tweede, vierde, vijfde en zesde leerjaar. Deze respondent geeft zowel factoren met betrekking tot de werkcontext als individuele factoren aan die een invloed hebben gehad op deze beslissing. De invloedsfactor rond de werkcontext die de leraar vernoemt, is jobtevredenheid. Hij geeft aan dat hij voldoening put uit zijn job als leraar. Daarbij zegt hij dat hij de groepsdynamiek van een klasgroep heel boeiend vindt en dat zijn rol hierin als coach hem veel tevredenheid verschaft. Ook het feit dat hij ervoor kan zorgen dat zijn leerlingen iets hebben bijgeleerd, maar ook dat hij hen voor een bepaald onderwerp kan warm maken, geeft hem voldoening in zijn onderwijsjob.

"Je moet een bepaalde, iets aanwakkeren bij een leerling en je moet daarvoor die leerstof niet geven he, je moet gewoon de interesse wekken en voilà ze zijn vertrokken hé. En dat is zo leuk als je dat ziet,

109

dat is een lucifer dat je aansteekt hé. Dat is inderdaad fantastisch en dat is het leuke aan het onderwijs he. Ik hoop dat dat nooit verdwijnt." (R12, man, leraar)

De individuele factoren die de leraar aanhaalt zijn beide motivationele factoren. De eerste invloedsfactor is zelfeffectiviteit. De respondent stelt dat hij in zijn job als onderwijzer kan genieten van zijn ervaring, van zijn expertise. Daarnaast geeft hij aan dat hij moeite had met een goede manier van aanpak te vinden voor de puberende meisjes in het zesde leerjaar. Daarom zegt hij dat hij aan de directeur had gevraagd om naar het vierde leerjaar te gaan. Een andere individuele, motivationele invloedsfactor voor deze leraar is jobmotivatie. Lesgeven is volgens hem meer dan alleen lesgeven en instructies geven. Hij geeft aan dat hij ervan houdt om een groep voor tien maanden te creëren, als coach hierin op te treden.

"Omdat ik de groepsdynamiek van een klas heel aangenaam vind. Het gaat dan natuurlijk niet alleen over lesgeven en instructie geven maar gewoon een soort groep voor tien maanden creëren. En dat vind ik altijd, die groepsdynamiek vind ik heel interessant. Je vindt daar altijd dezelfde elementen in terug. De kliekjesvorming, hoe vormen vriendschappen zich, het zwarte schaap dat altijd terugkeert.

En dat zie je in de volwassenwereld ook he, in korps heb je dat ook he, mensen die ja, ik zeg altijd dat kinderen daarin bijna even slecht zijn als grote mensen. Maar ik vind die dynamiek, die

groepsdynamiek en hun daarin een beetje coachen en hun dingen tonen en aantonen en belichten vind ik juist zo leuk. En dat is één van de leuke zaken van onderwijzer zijn." (R12, man, leraar)

De 56-jarige leraar heeft er bewust voor gekozen om leraar te blijven en geen directeursfunctie op te nemen. Daarbij spelen individuele, motivationele factoren een rol in deze loopbaankeuze. Zo noemt hij dat hij niet de nodige bagage, noch de nodige eigenschappen heeft om een school te leiden. Ook vindt hij dat hij niet voldoende om kan met kritiek. Hij geeft aan dat zijn emotionele reacties op kritiek hem slapeloze nachten zouden bezorgen. Zijn gevoel van zelfeffectiviteit is dus niet voldoende om dit type job op te nemen. Daarnaast geeft hij aan dat hij de job van leraar veel te graag doet om een andere functie te overwegen. Hij heeft met andere woorden niet de jobmotivatie die nodig is om directeur te worden. Ook familiale factoren spelen een rol in zijn keuze om geen directeur te worden. Hij is laat vader geworden en zijn dochters zitten nog in de lagere school. Hij vond het nodig hen thuis de nodige aandacht te geven, wat met een directeursfunctie volgens hem moeilijker zou zijn. Tegelijkertijd geeft hij aan dat deze laatstgenoemde reden niet de hoofdreden is voor deze loopbaankeuze.

110

Tabel 9

Beïnvloedende factoren voor loopbaankeuzes van case 1

leraar verschillende directeursfunctie

andere instellingen (hier: inspectie) x -

collega's x +

tijdsbesteding werkdruk - stress - takenpakket x -

lange werkuren

werk-privébalans x -

administratieve planlast & verantwoording x -

andere factoren toekomstperspectief autonomie

loon x +

schoolcultuur pensioen

individuele factoren motivationele factoren zelfeffectiviteit (- omgaan met puberende meisjes) x + x - x -

jobmotivatie x + x -

relationele factoren familiale factoren x -

mensen uit omgeving leeftijd

praktische overwegingen

kunnen omgaan met weerstand

* blauw: invloedsfactor zonder specifiek vermelde invloed op loopbaankeuze in interview

* groen: invloedsfactor mét vermelde invloed op loopbaankeuze

111

In document DE LOOPBAAN VAN ONDERWIJSPROFESSIONALS (pagina 108-111)