• No results found

Onderwijs

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 101-105)

Hoofdstuk 4 Ervaringen met de Nederlandse asielprocedure

4.4 Onderwijs

Elke amv is leerplichtig en moet in Nederland onderwijs volgen. Welke ervaringen hebben de (voormalige) amv’s met het onderwijs in Nederland gehad? Welke problemen hebben ze met het volgen van onderwijs ondervonden, hoe verhouden zich deze problemen tot het recht op onderwijs en hoe zijn deze problemen opgelost?

In hoofdstuk één werd al duidelijk dat vanaf het moment dat het asielverzoek wordt afge-wezen, de focus vanuit Nidos en COA op terugkeer is gericht. In hoofdstuk twee hebben we geschreven over het opleidingsniveau van de respondenten als ze in Nederland komen. Veel respondenten hebben op de lagere school gezeten zonder deze afgerond te hebben. Het op-leidingsniveau waarmee ze in Nederland starten is dus laag. De meeste respondenten (n=76) hebben tijdens hun asielprocedure en het reguliere verblijf in Nederland wel onderwijs geno-ten en een opleiding gevolgd. In tabel 4.5 staat beschreven om welke opleidingen het gaat.

Tabel 4.5 Respondenten naar gevolgd onderwijs tijdens amv-periode

Kerngroep Pre Vw2000 Totaal

Internationale Schakel Klas 6 2 8

ROC/MBO 17 1 18

Middelbare school 2 - 2

Zowel ISK als ROC/MBO 14 2 16

Middelbare school en MBO 4 2 6

Onduidelijk (taallessen AZC) 22 - 22

ISK, middelbare school en universiteit 2 - 2

Nooit een opleiding 4 - 4

Missing 5 - 5

Totaal 76 7 83

De (voormalige) amv’s hebben meestal op een Regionaal Opleidings Centrum/MBO (n=18) of een Internationale Schakelklas (n=8) onderwijs genoten, of ze hebben eerst een ISK en vervolgens een ROC/MBO opleiding gevolgd (n=16). De meest voorkomende opleidingen bij het ROC zijn elektrotechniek (n=11), ICT (n=7), zorg en welzijn (n=5) en horeca/kok (n=4). Als voorbereiding op een studie aan het ROC of andere MBO hebben de meeste responden-ten ISK gevolgd vanuit een AZC of KWE/KWG. Twee respondenresponden-ten hebben uiteindelijk zelfs een universitaire opleiding gevolgd.

Een relatief grote groep respondenten (n=22) vertelde uitsluitend Nederlandse taallessen in de formele opvang te hebben gevolgd. Vier respondenten gaven aan nooit een opleiding te hebben gevolgd. Een voorbeeld hiervan is het opmerkelijke verhaal van Claudio, een twintig-jarige jongen uit Angola die op veertientwintig-jarige leeftijd in Nederland asiel aanvroeg.

Claudio vertelt tijdens het interview dat hij niet wist dat hij onderwijs mocht volgen tij-dens zijn amv-periode. Hij heeft dus jarenlang in Nederland geen onderwijs gevolgd. Hij ging al op zijn 16e op kamers wonen en had slechts sporadisch contact met zijn voogd. Hij heeft wel leefgeld gekregen tot zijn achttiende jaar. Hij volgt nu sinds een jaar via een hulporganisatie een opleiding elektrotechniek op het ROC. Hij verblijft op dit moment onrechtmatig, maar hoopt volgend jaar wel stage te kunnen lopen. [R023]

102 Het verhaal van Claudio is een uitzondering en tevens opmerkelijk omdat hij gemotiveerd was om onderwijs te volgen maar bovendien ook leerplichtig was en desalniettemin beweert geen opleiding te hebben gevolgd.

Onderwijs: waardering en problemen

Het merendeel van de respondenten die onderwijs hebben gevolgd tijdens hun amv-periode kijkt daar positief op terug. De (voormalige) amv’s waarderen in het bijzonder de contacten met andere amv’s en het leren van de Nederlandse taal. Benjamin, een twintigjarige jongen uit Liberia, is erg positief over zijn tijd in een Internationale Schakel Klas.

Benjamin noemt school de “goeiste plek van de wereld”, omdat hij daar veel kon leren en ‘goede en gezellige’ mensen om zich heen had. ‘We gingen ook de hele tijd op schoolreisje’. Hij noemt school de leukste en beste tijd van zijn leven. Hij kreeg er kookles, techniek en tekenen. Hij ging toen ook Spaans leren. Hij had veel vrienden die Spaans spraken. Dominicanen, Spanjaarden, Colombianen. [R049]

Een enkele respondent was minder positief over het onderwijs tijdens de amv-periode. Deze respondenten waren vooral bezig met persoonlijke problemen op het psychische en financië-le vlak en met het verloop van de asielprocedure. Hierdoor konden deze respondenten op dat moment niet de tijd en energie opbrengen om het onderwijs te volgen. In de woorden van Roberto uit Angola:

“Toen ik hoorde dat ik geen toekomst hier had, toen ging het niet goed met mij. Ik ging geen moeite meer doen voor school. Je krijgt het gevoel dat je gewend raakt aan het land, maar de tijd gaat snel en je wordt achttien en dan moet je terug.” [R065]

Respondenten lopen tijdens hun opleiding tegen twee veel genoemde problemen aan. In de eerste plaats gaat het dan om de Nederlandse taal die de respondenten zich eigen moeten maken. De gebrekkige Nederlandse taalbeheersing van de respondenten en de grote moeite die zij hebben om zich de Nederlandse taal eigen te maken speelt hen bij het volgen van on-derwijs parten.

In de tweede plaats schetsen de respondenten problemen met de afronding van de oplei-ding. In tabel 4.6 staat vermeld in hoeverre de respondenten hun opleiding hebben kunnen afronden.

Tabel 4.6 Respondenten naar afgeronde opleiding

Kerngroep Pre Vw2000 Totaal

Ja, opleiding afgerond in Nederland 8 2 10

Nee, opleiding niet afgerond in Nederland 37 5 42

Nog bezig met een opleiding in Nederland 8 - 8

Nooit een opleiding in Nederland gevolgd 5 - 5

Missing 18 - 18

Totaal 76 7 83

Tien respondenten hebben hun opleiding in Nederland afgerond; sommigen tijdens hun rechtmatige verblijf en anderen nadat ze al onrechtmatig in Nederland waren. Acht

respon-103 denten zijn nog met hun opleiding bezig. De (voormalige) amv’s, die tijdens hun onrechtmati-ge verblijf hun opleiding wel hebben kunnen afronden of nog aan het studeren zijn, schrijven dit toe aan de goede persoonlijke contacten die zij op school hadden. Zoals Kareem uit Sierra Leone:

Kareem volgt op dit moment een opleiding Medisch Laboratorium Techniek aan het ROC. Kareem is zelf naar de directeur van het ROC gestapt met de vraag of hij inge-schreven kon worden. Op dat moment had hij een tijdelijke verblijfsvergunning. De di-recteur stelde als eis dat hij zijn VMBO diploma moest halen. Kareem deed dit en kon zich inschrijven voor de opleiding. Zijn tijdelijke status is inmiddels vervallen, maar daar heeft de schoolleiding geen punt van gemaakt. Hij hoeft geen collegegeld te be-talen. Kareem zit op dit moment in zijn laatste jaar en hij studeert deze zomer af. Het ROC heeft zelfs een stage voor hem geregeld. Kareem is erg blij dat hij deze kans heeft gekregen en wil het ook niet verpesten. Hij heeft het wel naar zijn zin op school en op zijn stage. Als hij de kans krijgt om verder te studeren, wil hij graag verder op HBO niveau zodat hij meer analytisch te werk kan gaan. [R063]

Het verhaal van Kareem wijst op het belang van waardevolle contacten met personen die kennis hebben van de juridische mogelijkheden om onderwijs te volgen en bovendien ook gemotiveerd zijn om de jongeren daadwerkelijk te ondersteunen in hun wens onderwijs te blijven volgen (cf. Fahrenfort et al. 2001).

Het aantal (voormalige) amv’s dat ten tijde van de dataverzameling een niet afgeronde op-leiding had, is 42. De oorzaken hiervan zijn divers, maar veelal wel gerelateerd aan de on-rechtmatige status na het bereiken van de meerderjarige leeftijd. In tabel 4.7 worden de re-denen voor het niet afmaken van de opleiding nader beschreven.

Tabel 4.7 Respondenten naar reden voor onafgeronde opleiding

Kerngroep Pre Vw2000 Totaal

Als consequentie van onrechtmatige status 19 3 22

Persoonlijke omstandigheden 6 2 8

Financiële redenen 5 - 5

Missing 7 - 7

Totaal 37 5 42

Een aanzienlijk deel van de (voormalige) amv’s met een niet afgeronde opleiding (n=22) gaf te kennen dat zij op het moment dat ze achttien werden met hun opleiding zijn gestopt. Hier-onder vallen zes respondenten die vertelden dat met het verliezen van hun rechtmatige sta-tus, de (afsluitende) stage onmogelijk werd. De moeilijkheden die (voormalige) amv’s kunnen ervaren met het bemachtigen van de noodzakelijke tewerkstellingvergunning om stage te kunnen lopen in het kader van een opleiding is al eerder gesignaleerd (zie Cardol 2006, Kromhout en Leijstra 2006, Nidos 2008). Zo schrijft Cardol - verwijzend naar de Wet arbeid vreemdelingen - dat minderjarige vreemdelingen niet mogen werken zonder over een ver-blijfstitel te beschikken “die toegang tot de arbeidsmarkt geeft en er geen tewerkstellingsver-gunning is” (2006: 101). De praktijkgerichte stage werd door de respondenten als een echt struikelblok gezien omdat de mogelijkheden van een stage zonder rechtmatige status te

ver-104 waarlozen zijn. Een enkele keer zorgde de onderwijsinstelling zelf voor vervangende klussen op school, maar dit bleek dan uiteindelijk niet voldoende te zijn om het einddiploma of certifi-caat te behalen. Zoals in het geval van João, een 23-jarige jongen uit Angola.

João had zelf niet veel interesse in de opleiding Elektrotechniek op het ROC, maar omdat zijn voogd dit voor hem had geregeld ging hij wel. Hij volgde deze opleiding acht maanden tot en met zijn 17e jaar. Toen moesten alle leerlingen van de opleiding stage lopen. De leerkrachten vertelden hem echter dat hij geen stage kon lopen door zijn status. Hij mocht toen op school wat klusjes doen als een soort stage, maar uit-eindelijk was dit niet voldoende voor een diploma. Hij heeft alleen maar een paar certi-ficaten aan de opleiding over gehouden. Hij vindt dit erg jammer en vervelend dat al-leen door je status bepaalde ‘paden’ voor je afgesloten blijven. De school wilde wel graag helpen, maar de beleidsregels lieten het uiteindelijk niet toe. Hij is dus uiteinde-lijk gestopt met de opleiding en heeft sindsdien geen opleiding meer gevolgd. [R020] Onrechtmatig verblijvende jongeren kunnen een opleiding na het bereiken van de achttienja-rige leeftijd vervolgen als zij zich voor hun achttiende voor de desbetreffende opleiding heb-ben ingeschreven (Cardol 2006: 100). Maar sommige jongeren hebheb-ben deze informatie niet, zoals Raul, een 23-jarige jongen uit Angola.

Zijn voogd adviseerde hem om een opleiding te gaan volgen, ook al sprak hij toen nog geen goed Nederlands. Raul wist niet wat hij wilde gaan leren, maar heeft uiteindelijk voor elektrotechniek gekozen. Hiervan heeft hij niveau 1 en 2 gehaald. Toen hij acht-tien jaar werd, vertelt Raul, had hij het recht niet meer om de opleiding af te ronden. Zijn advocaat heeft geprobeerd om een tijdelijke status aan te vragen, zodat Raul zijn opleiding wel kon afmaken, maar dit werd afgewezen. Raul weet niet waarom, maar denkt dat dit gewoon het beleid is om migranten af te schrikken en terug te laten ke-ren. Hij vindt het belangrijk om een opleiding te hebben en hoopt dat hij niveau 3 en 4 nog mag afmaken. Hij doet nu een thuisstudie Engels. [R036]

Raul wilde zijn opleiding afronden maar meende te moeten stoppen omdat hij het recht niet meer had. Uit de gesprekken met de (voormalige) amv’s is lang niet altijd duidelijk geworden wie het initiatief heeft genomen om de opleiding te beëindigen: de amv of de onderwijsinstel-ling. Slechts drie (voormalige) amv’s vermeldden expliciet dat zij van de opleiding zijn wegge-stuurd. Deze constatering sluit aan bij een bevinding van Cardol (2006: 101), die stelt dat het bij onderwijsinstellingen onvoldoende bekend is dat onrechtmatig in Nederland verblijvende amv’s - ook na het meerderjarig worden - onderwijs mogen volgen (cf. Kamerstukken II 1995/96, 24 233, nr. 7: p. 3).

Naast deze direct aan de onrechtmatige status gerelateerde factoren, hebben acht (voor-malige) amv’s om persoonlijke redenen hun opleiding afgebroken. Deze respondenten kon-den - soms al tijkon-dens het rechtmatige verblijf - de benodigde motivatie niet meer opbrengen en hadden geen zin meer in school. Eén mannelijke respondent werd opgepakt na een vechtpartij op straat en mocht na zijn detentie niet meer terug naar school. Tot slot moesten vijf respondenten voortijdig stoppen met hun opleiding omdat met het bereiken van de

meer-105 derjarige leeftijd de inkomsten wegvielen en ze niet langer meer over voldoende financiële middelen beschikten om de opleiding te kunnen betalen.

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 101-105)