• No results found

Gezondheid en toegang tot medische zorg

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 156-175)

Hoofdstuk 7 Leefpatronen, strategieën en contacten met de overheid

7.4 Gezondheid en toegang tot medische zorg

Voor de (voormalige) amv’s die geconfronteerd worden met gezondheidsklachten speelt het eerder geschetste dilemma van het al dan niet openbaar maken van de onrechtmatige status. We hebben gezien hoe een jongere uit angst voor aanhouding en een gebrek aan contacten en kennis ondanks ernstige klachten zich niet bij een huisarts durfde te melden. Ook is duide-lijk geworden dat sommige jongeren documenten van anderen lenen om toegang tot (gratis) medische zorg te krijgen. In deze paragraaf zullen we meer systematisch aandacht besteden aan de ervaringen van de (voormalige) amv’s met het verkrijgen van medische zorg in Neder-land. Welke problemen hebben de jongeren hierbij ondervonden en hoe hebben zij deze al dan niet opgelost? Hoe hebben zij in de eventuele kosten van de medische zorg voorzien, zijn zij op de hoogte van het recht op gratis gezondheidszorg in bepaalde situaties en hoe verhoudt dit recht zich tot wat er in de praktijk gebeurt?

Voordat we ingaan op de manieren waarop jongeren toegang krijgen tot medische zorg, is het van belang enig zicht te krijgen op de gezondheidsproblemen die de (voormalige) amv’s

61 Per 1-1-2005 is de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht (WU-ID) van kracht. “Opsporingsambtenaren en toezichthouders hebben daarmee de algemene bevoegdheid gekregen om in het kader van hun taakuitoefening inzage in een identiteitsbewijs te vorderen bij personen van 14 jaar of ouder. […] De beperking geldt dat het toe-passen van de bevoegdheid redelijkerwijs noodzakelijk moet zijn voor de taakuitoefening” (Everwijn et al. 2009: 9)

157 hebben ervaren. In tabel 7.1 staan de klachten zoals de respondenten die hebben beschre-ven.

Tabel 7.1. Respondenten naar (ooit) psychische en /of lichamelijke problemen in Nederland

Kerngroep Pre Vw2000 Totaal

Slapeloosheid en stress 34 1 35 PTSS en/of depressie 5 1 6 Zelfmoordpoging (en) 3 1 4 Kanker 1 1 2 Hepatitis B 2 - 2 Blindedarmontsteking 1 1 2

Oog- en/of oorproblemen 3 - 3

TBC 2 - 2 Ademhalingsproblemen 2 - 2 Bloedziekte (hemoglobine) 2 - 2 Maagproblemen 3 - 3 Allergie of hooikoorts 2 1 3 Eczeem of huidproblemen 4 - 4 Gebitsproblemen 3 1 4

Ziekte van Crohn 1 - 1

Reuma 1 - 1

Overig 4 - 4

Nee, geen problemen 17 1 18

Missing 6 2 8

Totaal 96 10 106

We zien dat ruim eenderde van de respondenten met psychische problemen kampt. Deze jongeren vertellen dat ze stress hebben en moeite met slapen. Relatief veel jongeren, ook de jongeren die een ondernemend bestaan leiden en voldoende sociale contacten om zich heen hebben, ervaren problemen met slapen en stress. Deze problematiek wijten de jongeren aan de traumatische gebeurtenissen die hen in het land van herkomst zijn overkomen en aan de onzekerheid waar ze nu mee geconfronteerd worden. De jongeren piekeren over het wel of niet krijgen van een verblijfsstatus in de toekomst, over de uitkomst van een procedure of zijn bang opgepakt en uitgezet te worden. Ook worden jongeren geconfronteerd met aangrijpen-de persoonlijke gebeurtenissen zoals een jongen die te horen kreeg dat zijn broertje in Ango-la was overleden, of een vrouw wier baby in NederAngo-land kwam te overlijden. Voor vier (voor-malige) amv’s uit de onderzoeksgroep vormde de opeenstapeling van dergelijke problemen zelfs de aanleiding tot een zelfmoordpoging. Sommige jongeren gebruiken softdrugs om hun problemen te vergeten en de dag door te komen.62

Naast psychische klachten hebben de jongeren ook lichamelijke klachten. We kunnen hier een onderscheid maken tussen chronische lichamelijke klachten die langdurige medische zorg vereisen en meer acute of incidentele lichamelijke klachten. Enkele respondenten

62 Een minderheid van de respondenten heeft aangegeven alcohol en/of softdrugs te gebruiken of sigaretten te roken. In totaal hebben 26 respondenten aangegeven wel eens wat te gebruiken. De meerderheid van deze 26 respondenten gebruikt wel eens alcohol. Zes respondenten hebben aangegeven te roken. Verder gebruiken zes jongeren weleens softdrugs. Niet één jongere gaf aan ooit harddrugs te hebben gebruikt.

158 ben ernstige chronische aandoeningen, zoals reuma, hepatitis B, een bloedziekte of kanker (baarmoederhalskanker respectievelijk maagkanker). We zien bij de respondenten ook min-der ernstige chronische problemen, zoals oog- of oorproblemen (verziend of bijziend, doof aan één oor) en hooikoorts of allergieën. Daarnaast zien we ook acute incidentele gezond-heidsklachten, zoals een blindedarmontsteking, een maagontsteking of gebitsproblemen.

Als we kijken naar het gebruik van medicatie dan zien we dat een meerderheid van de jongeren nooit voorgeschreven medicatie (heeft) gebruikt. Ten tijde van het interview gebruik-ten 23 jongeren voorgeschreven medicatie. De meerderheid van deze jongeren doet dat vanwege psychische klachten, zoals stress, depressie en slaapproblemen. Deze jongeren gebruiken voorgeschreven slaappillen en/of antidepressiva (n=12). Daarnaast nemen acht jongeren met ernstige chronische ziektes langdurig zware medicatie.

Echter, de jongeren kunnen zich niet altijd de voorgeschreven medicatie veroorloven. De medicijnen zijn veelal duur, worden niet altijd vergoed en de jongeren beschikken vaak niet over voldoende geld om de medicijnen te betalen. Negen respondenten moeten hun medica-tie zelf betalen. Drie van hen gebruiken medicijnen tegen een allergie. Vier van de negen respondenten hebben een ernstige chronische ziekte, zoals een vrouwelijke respondent met de ziekte van Crohn. Haar behandelingen in het ziekenhuis worden wel vergoed, maar niet de medicatie, die 120 euro per maand kost. Twee van de negen respondenten gebruiken medicijnen tegen psychische klachten. Zoals Liza, die via een hulporganisatie verschillende keren per maand een psychiater bezoekt. Ze heeft voorgeschreven medicatie tegen slape-loosheid en stress.

Liza heeft het idee dat ze voor een groot deel haar medicatie zelf moet betalen. Soms kan ze dit en dan stelt ze het even uit totdat ze weer geld heeft. Ze vindt het heel erg wanneer ze bij de apotheek komt en dan te horen krijgt dat ze zelf moet betalen. Ze heeft dan soms net niet genoeg geld. Af en toe kan haar vriend bijspringen. [R041]

Net als Liza slaan sommige respondenten uit geldgebrek regelmatig periodes over, terwijl ze eigenlijk dagelijks medicijnen zouden moeten slikken.

Onrechtmatig verblijvende jongeren hebben recht op toegang tot de gezondheidszorg (Art.10 lid 2 Vw).63 Een zorgverlener mag iemand niet weigeren op grond van het niet hebben van een verzekering en/of verblijfstatus (art. 2.4 en 2.7 besluit zorgverzekering). Voor 1 ja-nuari 2009 konden zorgverleners voor niet-vergoede kosten terecht bij de Stichting Koppeling (ook wel Koppelingsfonds genoemd), bij het leveren van medisch noodzakelijke zorg aan on-rechtmatig verblijvende vreemdelingen. Er kon slechts een beroep op deze regeling worden

63

In artikel 10 Vw staat dat een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf aanspraak kan maken op ‘medisch nood-zakelijke zorg’. Commissie Klazinga heeft in 2007 het begrip omschreven als ‘verantwoorde en passende medi-sche zorg’, als de verleende zorg wordt geboden als gelijk aan de reguliere zorg voor verzekerden.

159 gedaan indien voldaan was aan het hardheidsvereiste: indien duidelijk is dat de kosten niet verhaalbaar zijn op de patiënt zelf of op een derde persoon en de regeling geldt alleen voor eerstelijnszorg en AWBZ-zorg (Cardol, 2005).64 Vanaf 1 januari 2009 bestaat het koppelings-fonds niet meer en is er een nieuwe betalingsregeling die het College voor zorgverzekeringen (CVZ) uitvoert (TK, 2007-2008, 31 249, nr. 2).65

Onrechtmatig verblijvende jongeren hebben geen mogelijkheid tot het afsluiten van een zorgverzekering. Ze hebben wel recht op medische zorg, maar door de Koppelingswet van 1998 zijn ze uitgesloten van het zorgverzekeringssysteem, zoals Hoessein uit Marokko er-vaart na het verliezen van zijn rechtmatige status.

Hoessein toont een brief die hij onlangs van de zorgverzekeraar heeft ontvangen. Daarin staat dat zijn zorgverzekering per direct wordt stopgezet vanwege het feit dat hij sinds 2007 niet meer legaal in Nederland verblijft. Daaropvolgend is zijn zieken-fondspremie van de afgelopen twee jaar in één keer teruggestort op zijn bankreke-ning. ‘Het is een fundamenteel mensenrecht, iedereen heeft recht op zorg en zij ne-men zelfs dat met terugwerkende kracht van mij af.” [R016]

In de praktijk zijn de meeste jongeren niet goed op de hoogte van de formele mogelijkheden rondom de medische zorg. De jongeren leren hun rechten vooral van hulpverleners, maar ook die weten niet altijd even precies waar de onrechtmatig verblijvende jongeren recht op hebben en/of kunnen dit moeilijk overbrengen aan de (voormalige) amv. De onwetendheid van de jongeren wordt verder gevoed door situaties die zich voordoen in de directe omgeving van de jongeren, waarbij bekenden met een vergelijkbare onrechtmatige verblijfspositie geen steun ontvangen of bijvoorbeeld moeten betalen voor medicijnen. Een deel van de jongeren is, mede door dit gebrek aan kennis over hun rechten, terughoudend om zelf naar een zorg-verlener toe te stappen uit angst om aangehouden en uitgezet te worden. De meeste (voor-malige) amv’s weten echter toch bij gezondheidsklachten de medische zorg wel te vinden.

In de eerste plaats slaagt een meerderheid van de jongeren er in (gratis) toegang tot me-dische zorg te vinden via hulporganisaties. De hulporganisaties hebben in veel gevallen con-tact met vaste zorgverleners, zoals huisartsen, ziekenhuizen, psychologen en tandartsen, waar ze cliënten makkelijk naar kunnen doorverwijzen. Sommige hulporganisaties hebben zelfs speciale medische spreekuren zodat onrechtmatig verblijvende cliënten bij een arts

64

De zorgverleners in de eerste lijn konden hun kosten via het Koppelingsfonds declareren en de zorgverleners in de tweede lijn, zoals ziekenhuizen, moesten dat afboeken via een onofficiële weg (onder ‘dubieuze debiteuren’).

65 Het CVZ is het fonds voor oninbare kosten van medisch noodzakelijke hulpverlening. Indien een onrechtmatig verblijvende jongere niet kan betalen voor de medische zorg dan kan een zorgverlener 80% van de gemaakte kosten declareren. De vergoeding van 80% heeft tot gevolg dat de zorgverleners de overige 20% uit eigen zak moeten betalen. Volgens Veenema et al. (2009) leidt dit tot veel weerstand bij zorgverleners die vaak te maken hebben met onrechtmatig verblijvende vreemdelingen. Verder merken zij op dat er te weinig gecontracteerde hulpverleners zijn, waardoor sommige onrechtmatig verblijvende vreemdelingen grote afstanden moeten afleggen om een gecontracteerd ziekenhuis te bezoeken. Daarnaast worden in de nieuwe regeling geen tandartskosten boven de 22 jaar meer vergoed (Veenema, Wiegers & Devillé, 2009).

160 recht kunnen met hun gezondheidsklachten. De meeste respondenten ervaren de toegang tot medische zorg via hulporganisaties als positief, vanwege de snelle en makkelijke toegang. Hoewel de consulten bij de zorgverleners via een hulporganisatie in de meeste gevallen gra-tis zijn, moeten eventueel voorgeschreven medicijnen in de meerderheid van de gevallen wel (gedeeltelijk) zelf betaald worden. Zoals al eerder opgemerkt, nemen sommige respondenten als gevolg hiervan hun medicatie niet altijd in en slaan ze soms periodes over.

In de tweede plaats gebruiken sommige jongeren zorgverzekeringspasjes om toegang te krijgen tot gratis medische zorg, terwijl ze daar formeel geen recht op hebben. Zoals eerder gezegd lenen de ondernemende jongeren, die zich minder door angst om aangehouden te worden, soms de persoonsdocumenten van iemand anders om toegang te krijgen tot bepaal-de voorzieningen. We zien dan ook jongeren die bij gelegenheid (ibepaal-dentiteits)documenten van een rechtmatig verblijvende vriend of bekende gebruiken om zo toegang te krijgen tot gratis medische zorg. Eén van hen is Najeem.

Najeem vertelt dat hij met een verzekeringspasje van een vriend loopt voor het geval dat hij met spoed naar het ziekenhuis moet. Hij wil dan niet opdraaien voor de hoge kosten die hij dan toch niet kan betalen. De vriend die hem zijn pasje heeft uitgeleend, vindt het geen probleem. Die vriend heeft een ander extra pasje voor zichzelf. [R062] Ook zijn er enkele jongeren die nog het zorgverzekeringspasje gebruiken uit hun eigen rechtmatige verblijfsperiode, hoewel deze pas formeel niet rechtsgeldig meer is.

In de derde plaats bezoeken enkele jongeren zelfstandig, tegen betaling, een zorgverle-ner. Deze jongeren leggen het eerste contact met de zorgverlener meestal via een vriend, kennis of partner en bezoeken deze zorgverlener vervolgens op eigen houtje.

Tenslotte is er een groep jongeren die niet op zoek gaat naar toegang tot een zorgverle-ner, maar gewoon in bed blijft liggen en paracetamol of andere bij de drogist verkrijgbare pil-len inneemt. We zien twee groepen respondenten die thuis blijven en niet naar een zorgver-lener toestappen. De eerste heeft eenvoudige klachten die niet verder gaan dan verkoudheid of griep. Deze jongeren geven aan dat zij geen reden zien om naar een zorgverlener toe te stappen. Daarnaast zijn er enkele jongeren die wel ernstige lichamelijke en/of psychische klachten hebben, maar geen contact kunnen of durven zoeken met een zorgverlener. Bij-voorbeeld Mique, die lijdt aan baarmoederhalskanker. Ze moet eigenlijk regelmatig voor con-trole naar het ziekenhuis, maar is nog maar één keer geweest.

Volgens de dokter zou ze iedere drie à zes maanden langs het ziekenhuis moeten voor controle. Mique is slechts één keer naar het ziekenhuis geweest. Achteraf kreeg ze hier een rekening voor. Zij heeft uitgelegd dat ze geen papieren heeft en niet in staat is de rekening te betalen, maar het ziekenhuis eiste een betaling. Uiteindelijk heeft het ziekenhuis, na enkele maanden, de rekening laten rusten. [R087]

Mique kiest er nu voor om niet meer naar een ziekenhuis te gaan, omdat ze bang is dat ze een rekening zal krijgen. Voor (voormalige) amv’s zoals Mique, die niet beschikken over

so-161 ciale contacten met adequate kennis over de medische zorg, blijkt het moeilijk de weg naar de medische zorg te vinden.

Hoewel dus in een groot deel van de gevallen de onrechtmatig verblijvende jongeren wel toegang hebben tot medische zorg zijn er ook situaties waar deze toegang minder vanzelf-sprekend is. Rosita en haar zus hebben bijvoorbeeld wel opvang via een hulporganisatie en ontvangen ook psychische hulp via deze organisatie, maar zijn toch afhankelijk van de Ne-derlandse vriend van Rosita als het aankomt op spoedeisende hulp.

De zus van Rosita was laatst heel ziek. Ze had koorts en at op een gegeven moment niet meer. Ze hoestte af en toe bloed op. Ze zijn toen uiteindelijk naar de eerste hulp geweest en de zus bleek een zware longontsteking te hebben. De kosten voor de be-handeling en opname heeft de familie van de vriend van Rosita betaald. Rosita wist niet hoe ze in het ziekenhuis gratis hulp zou kunnen regelen. Ze wilde daar niet in het ziekenhuis staan en dat er dan in het bijzijn van iedereen wordt gezegd dat ze illegaal zijn en geen (gratis) hulp kunnen krijgen. Dat vindt ze vernederend. [R037]

Veruit de grootste groep jongeren weet via hulporganisaties, vrienden of partners toegang te krijgen tot (gratis) medische zorg. Daarnaast is er een beduidend kleinere groep jongeren die of op eigen houtje en tegen contante betaling contact legt met een zorgverlener of hiervoor gebruik maakt van de zorgverzekeringspas van een vriend of een eigen oude zorgverzeke-ringpas. Daarnaast zijn er enkele jongeren die geen gebruik maken van medische zorg om-dat ze niet durven te gaan of die medische hulp naar eigen zeggen niet nodig hebben.

7.5 (Voormalige) amv’s en hun contacten met politie en justitie

De hierboven beschreven strategieën die de onrechtmatig verblijvende jongeren in de open-bare ruimte gebruiken, komen voort uit het spanningsveld tussen het risico om als ‘illegale vreemdeling’ aangehouden en uitgezet te worden en anderzijds de noodzaak en de behoefte om activiteiten buiten de deur te ondernemen. Dit spanningsveld komt het meest concreet tot uitdrukking in de directe relatie tot de (vreemdelingen)politie en vertegenwoordigers van justi-tie die belast zijn met de aanpak van illegaal verblijf. In deze paragraaf willen we de contac-ten tussen de respondencontac-ten en de politie en justitie op een aantal basale puncontac-ten behandelen. In welke mate en op welke manier zijn de (voormalige) amv’s in contact gekomen met de (vreemdelingen)politie, Marechaussee of andere autoriteiten die belast zijn met het vreemde-lingentoezicht? Hebben de (voormalige) amv’s ervaring met vreemdelingenbewaring en/of detentie en, indien dit het geval is, wat was hiervoor de aanleiding en hoe hebben ze deze periode ervaren? Ook hebben we ons afgevraagd in hoeverre de (voormalige) amv’s in Ne-derland slachtoffer van een misdrijf zijn geworden. In deze paragraaf zullen we naast de pre-VW2000 groep ook de groep in vreemdelingbewaring in de analyse betrekken om de ervarin-gen van de respondenten met politie en justitie te bespreken.

162 Zoals eerder vermeld is een groot deel van de (voormalige) amv’s bang om aangehouden te worden. Van de 103 respondenten is bijna de helft (n=48) om niet-strafrechtelijke redenen wel eens door de Nederlandse politie aangehouden. De meeste aanhoudingen vonden plaats op momenten dat de jongeren aan het reizen waren (n=23), waaronder ook vijftien jongeren die tijdens een controle aan de grens werden aangehouden. Ook reizen met het openbaar vervoer blijkt voor de (voormalige) amv’s risicovol te zijn: relatief veel jongeren zijn aange-houden in de trein. Daarnaast werden acht jongeren op straat staande geaange-houden en drie jon-geren in een woning. Tot slot zijn drie jonjon-geren die zelf contact zochten met de overheid in verband met een aanvraag voor regulier verblijf of asiel aangehouden en in vreemdelingen-bewaring geplaatst.66

Uit het bovenstaande blijkt dat de aard van de activiteiten die de jongeren in de openbare ruimte ondernemen in belangrijke mate bepalend is voor het risico om aangehouden te wor-den. Het passeren van landsgrenzen en het reizen met het openbaar vervoer vormen duide-lijk risicovolle momenten. Eerder constateerden we al dat een deel van de jongeren niet werkt uit angst om aangehouden en uitgezet te worden. Van de (voormalige) amv’s waarvan de reden van aanhouding bekend werd, zijn slechts twee jongeren om werkgerelateerde rede-nen aangehouden. Een voorbeeld is Benjamin, die werd opgepakt nadat hij zich met de iden-titeitskaart van een vriend bij een uitzendbureau meldde. De medewerkster vertrouwde het document niet en belde de politie. Verder is één jonge man die aan het werk was bij een is-lamitische slagerij tijdens een controle op zijn werk aangehouden.

In zes van de 48 gevallen had de aanhouding geen verdere directe consequenties voor de jongere en werd hij of zij na controle door de politie weer vrijgelaten. Linda is al vaker staan-de gehoustaan-den door staan-de politie, maar laat altijd wel een pasje zien waardoor ze haar tot nu toe telkens weer laten gaan.

Linda is meerdere malen gecontroleerd, maar ze liet haar oude schoolpasje, een bankpas of een oud verzekeringspasje zien. Sommige agenten namen hier genoegen mee en lieten haar gaan. Andere agenten gingen het controleren in het systeem. Één keer heeft de vreemdelingenpolitie haar meegenomen en haar vingerafdrukken afge-nomen en een paar uur vastgehouden, maar daarna weer vrijgelaten. Het was haar niet duidelijk waarom ze haar lieten gaan, maar ze was allang blij dat ze daar niet lan-ger hoefde te zitten. [R024]

Van deze zes respondenten moesten er drie een nacht in de cel doorbrengen voordat ze werden vrijgelaten. Deze drie respondenten werden uiteindelijk vrijgelaten omdat ze nog in procedure zaten (n=2) of met de mededeling dat ze het land moesten verlaten (n=1). De

66

163 rige 42 (voormalige) amv’s die om niet-strafrechtelijke redenen werden aangehouden, heb-ben allen enige tijd in vreemdelingenbewaring doorgebracht.

Vreemdelingenbewaring

Van de 48 respondenten die ooit zijn aangehouden door de politie hebben er 42 een periode in vreemdelingenbewaring doorgebracht.

Tabel 7.2. Respondenten naar aantal (ooit) in vreemdelingenbewaring

Kerngroep Pre Vw2000 in vreemdelingenbewaring Totaal

Ja 26 5 11 42

Nee 58 2 - 60

Missing - 1 - 1

Totaal 84 8 11 103

Van deze 42 respondenten verbleven er achttien jongeren ten tijde van de interviews op een afdeling voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen in vreemdelingenbewaring. De ove-rige 24 respondenten zijn buiten vreemdelingenbewaring geïnterviewd. Hiervan hebben drie

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 156-175)