• No results found

Mensensmokkel

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 83-87)

Hoofdstuk 3 De komst naar Nederland

3.3 Mensensmokkel

In de vorige paragraaf hebben we beschreven hoe mensensmokkelaars belangrijk wa

malige) amv’s. Als we preciezer kijken naar de specifieke vormen van ondersteuning die smokkelaars bieden, kunnen we drie dominante vormen onderscheiden. In onderstaand schema hebben we deze specifieke vo

proberen te visualiseren. In de eerste plaats blijkt uit de verhalen van de respondenten dat smokkelaars de (voormalige)

door ze te verstoppen in

1A). In de tweede plaats zijn er de reisverhalen waarin mensensmokkelaars direct betrokken zijn bij de reis van de (voormalige) amv’s en openlijk met hen zijn meegereisd (reis 1B). Deze vorm van reizen veronderstelt documentfraude: bijvoorbeeld reizen met ‘

ten’ of vervalste documenten. In de derde plaats blijkt uit de reisverhalen van (voormalige) amv’s dat ze zonder begeleiding van mensensmokkelaars gereisd hebbe deze wijze van reizen waarbij smokkelaars op afstand betrokken zijn, veronderstelt doc mentfraude met het gebruik van ‘

(voormalige) amv’s hebben bij deze vorm alleen of onder begeleiding van famili den of bekenden gereisd (reis 2B).

Als we de rol van mensensmokkelaars teren aan de komst van de

Tabel 3.7 Mensensmokkelaars en hun ‘dienstv

Onder begeleiding smokkelaar (n=48)

Heimelijk (1A) Openlijk (1B)

Deels heimelijk & deels openlijk

Zonder begeleiding smokkelaar (n=46)

Zonder volwassene(n) & openlijk (2B) Onbekende volwassene & openlijk (2B)

familie in het bestemmingsland. Aangezien mensensmokkelaars in alle drie migratiepatr zal in de volgende paragraaf extra aandacht aan hun uiteenlopende werkwi

In de vorige paragraaf hebben we beschreven hoe - op uiteenlopende manieren mensensmokkelaars belangrijk was voor de binnenkomst van het merendeel van de

amv’s. Als we preciezer kijken naar de specifieke vormen van ondersteuning die smokkelaars bieden, kunnen we drie dominante vormen onderscheiden. In onderstaand schema hebben we deze specifieke vormen van reizen met behulp van

proberen te visualiseren. In de eerste plaats blijkt uit de verhalen van de respondenten dat (voormalige) amv’s heimelijk naar Nederland hebben vervoerd, bijvoorbeeld door ze te verstoppen in auto’s, caravans, vrachtwagens of containers (in het schema reis 1A). In de tweede plaats zijn er de reisverhalen waarin mensensmokkelaars direct betrokken zijn bij de reis van de (voormalige) amv’s en openlijk met hen zijn meegereisd (reis 1B). Deze

van reizen veronderstelt documentfraude: bijvoorbeeld reizen met ‘

ten’ of vervalste documenten. In de derde plaats blijkt uit de reisverhalen van amv’s dat ze zonder begeleiding van mensensmokkelaars gereisd hebbe deze wijze van reizen waarbij smokkelaars op afstand betrokken zijn, veronderstelt doc mentfraude met het gebruik van ‘look-a-like documenten’ of valse reisdocumenten. De

amv’s hebben bij deze vorm alleen of onder begeleiding van famili den of bekenden gereisd (reis 2B).

Als we de rol van mensensmokkelaars en hun verschillende vormen van betrokkenheid de komst van de (voormalige) amv’s dan levert dat tabel 3.7 op.

Tabel 3.7 Mensensmokkelaars en hun ‘dienstverlening’ aan de gesmokkelden Kerngroep Pre Vw2000

Onder begeleiding smokkelaar (n=48)

18 3

11 -

Deels heimelijk & deels openlijk 6 2

Zonder begeleiding smokkelaar (n=46)

sene(n) & openlijk (2B) 12 -

Onbekende volwassene & openlijk (2B) 17 -

83 familie in het bestemmingsland. Aangezien mensensmokkelaars in alle drie migratiepatronen aan hun uiteenlopende

werkwij-op uiteenlwerkwij-opende manieren - de rol van s voor de binnenkomst van het merendeel van de (voor-amv’s. Als we preciezer kijken naar de specifieke vormen van ondersteuning die smokkelaars bieden, kunnen we drie dominante vormen onderscheiden. In onderstaand met behulp van mensensmokkelaars proberen te visualiseren. In de eerste plaats blijkt uit de verhalen van de respondenten dat amv’s heimelijk naar Nederland hebben vervoerd, bijvoorbeeld auto’s, caravans, vrachtwagens of containers (in het schema reis 1A). In de tweede plaats zijn er de reisverhalen waarin mensensmokkelaars direct betrokken zijn bij de reis van de (voormalige) amv’s en openlijk met hen zijn meegereisd (reis 1B). Deze van reizen veronderstelt documentfraude: bijvoorbeeld reizen met ‘look-a-like documen-ten’ of vervalste documenten. In de derde plaats blijkt uit de reisverhalen van een aantal

amv’s dat ze zonder begeleiding van mensensmokkelaars gereisd hebben. Ook deze wijze van reizen waarbij smokkelaars op afstand betrokken zijn, veronderstelt

docu-documenten’ of valse reisdocumenten. De amv’s hebben bij deze vorm alleen of onder begeleiding van familieleden,

vrien-hun verschillende vormen van betrokkenheid rela-amv’s dan levert dat tabel 3.7 op.

erlening’ aan de gesmokkelden

in VB Totaal 3 24 1 12 4 12 - 12 - 17

84

Volwassen familie/vrienden & openlijk (2B) 13 3 1 17

Niet van toepassing - geen smokkel (n=4) 3 - 1 4

Missing 4 - 1 5

Totaal 84 8 11 103

Uit bovenstaande tabel komt nadrukkelijk naar voren dat bij de komst van vrijwel alle jonge-ren (n=94) mensensmokkelaars op de een of andere wijze hun diensten hebben geleverd. Slechts twee jongeren zijn volledig op eigen gelegenheid gekomen en zijn naar eigen zeggen als verstekeling zelfstandig aan boord gegaan. Deze tabel leert ons ook dat in de helft van de gevallen de gesmokkelde vreemdelingen (n=48) onder begeleiding van smokkelaars hebben gereisd. Een iets kleiner aantal respondenten (n=46) reist zonder de smokkelaar naar Neder-land. In de derde plaats kunnen we in deze tabel lezen dat de meerderheid van de respon-denten (58 van de 95) waar we reisinformatie van hebben uitsluitend openlijk reizen en niet verstopt in (vracht)auto’s, containers of andere mogelijke vervoersmiddelen. Dit impliceert tevens dat zij gebruik moeten maken van vervalste documenten, gebruik maken van

look-a-like documenten dan wel zonder grensoverschrijdingdocumenten reizen. Tegelijkertijd

moe-ten we constateren dat bijna een kwart van de jonge vreemdelingen heimelijk met smokke-laars op pad gaat, met alle fysieke risico’s van dien.

Naast de aanwezigheid van smokkelaars en/of (on)bekende begeleiders tijdens de reis, kunnen uiteraard ook anderen meereizen. In tabel 3.8 hebben we in kaart gebracht in hoever-re de (voormalige) amv’s alleen dan wel met hoever-reisgenoten naar Nederland zijn gekomen. Tabel 3.8 Respondenten en reisgenoten (niet-smokkelaars) bij komst naar Nederland

Kerngroep Pre Vw2000 in vreemdelingenbewaring Totaal

Zonder reisgenoten 41 4 1 46

Met reisgenoten 35 3 8 46

Met familie (broer, zus, neef, nicht) 16 2 1 19

Met vriend/vriendin 5 1 - 6

Met onbekende leeftijdsgenoten 2 - 1 3

Met onbekende ouderen 12 - 6 18

Missing 8 1 2 11

Totaal 84 8 11 103

De helft van de respondenten (n=46) reist alleen of uitsluitend met de mensensmokkelaars. Een even zo groot aantal gesmokkelde jongeren heeft tijdens de reis gezelschap; in het bij-zonder van broers, zussen, neven, nichten of onbekende ouderen.

Openlijke en heimelijke reizen onder begeleiding van smokkelaars

Een aanzienlijk deel van de respondenten reist samen met een smokkelaar vanuit het her-komstland naar Nederland. Hierbij is de respondent vanaf vertrek uit eigen land tot en met aankomst in Nederland afhankelijk van de mensensmokkelaars. Op deze geheel door men-sensmokkelaars geregisseerde trajecten zien we dat de respondenten soms zelfs de eerste dagen in Nederland nog met de mensensmokkelaars doorbrengen om vervolgens op straat te worden achtergelaten. Zoals Najeem uit Irak:

85 Najeem is in 2006 op zestienjarige leeftijd Nederland met hulp van smokkelaars bin-nengekomen. Najeem is samen met drie andere jongens in een auto naar Turkije ge-reisd en ergens in Turkije is hij in een caravan verstopt. De smokkelaar heeft de cara-van vervolgens aan een auto gekoppeld en zo zijn zij verder gereisd. Najeem moest de hele reis onder een deken liggen voor het geval dat ze zouden worden staande gehouden. Hij vond het best eng want hij wist niet waar hij naartoe ging en wat hem te wachten stond. Hij weet ook niet door welke landen hij is gereden, want hij probeerde vooral niet op te vallen of wat fout te doen. De andere jongens waren ook erg gespan-nen en tijdens de rit hebben ze ook niet veel gecommuniceerd. Onderweg zijn ze een keer staande gehouden bij een douanecontrole waarbij de caravan open moest. Ze werden niet ontdekt. Uiteindelijk kwamen Najeem en de drie andere jongens aan in Nederland. Hij weet niet meer precies hoe lang de reis vanuit Turkije heeft geduurd, maar hij denkt ongeveer drie á vier dagen. Najeem had alleen een tas bij zich met wat kleding en een kopie van zijn paspoort. Eenmaal aangekomen in Nederland werden ze op straat gezet en moesten ze het zelf uitzoeken. Najeem kwam toevallig een Ira-kese man tegen die hem vertelde dat hij asiel moest aanvragen. Deze IraIra-kese man legde uit hoe hij in Ter Apel moest komen en betaalde zijn treinkaartje. [R062]

Dit verhaal is een voorbeeld van de smokkelreizen waarbij de smokkelaars meereizen en de gesmokkelde vreemdeling heimelijk vervoeren. Het is niet ongebruikelijk dat de jongeren zo-maar ergens op een willekeurige plek worden afgezet. Andere respondenten vertelden daar-entegen dat mensensmokkelaars hen naar een aanmeldcentrum brachten of naar een poli-tiebureau of gewoonweg achterlieten op Schiphol.

Deze respondenten weten vaak niet waar ze worden achtergelaten en wat ze moeten doen. Respondenten die bij een politiebureau zijn afgezet worden meestal rechtstreeks naar een aanmeldcentrum gestuurd, terwijl de respondenten die ‘ergens’ worden achtergelaten eerst een korte periode op straat doorbrengen voordat ze via mensen die ze tegenkomen op straat naar een AZC of aanmeldcentrum worden doorverwezen. De contacten met de men-sensmokkelaars worden vanaf het moment dat ze ergens worden afgezet verbroken.

Het verhaal van de Afghaan Sher is illustratief voor de respondenten die openlijk onder begeleiding van mensensmokkelaars naar Nederland reizen.

Sher wil niet alles kwijt over zijn ‘asielverhaal’ omdat hij net zijn verblijfsvergunning heeft gekregen en genoeg heeft van zijn verre verleden. Zijn leven liep gevaar omdat zijn vader problemen had met een krijgsheer van de Mujaheddin. Zijn vader heeft in de zomer van 2001, een reisagent ingeschakeld om Sher - toen vijftien jaar - naar Ca-nada te brengen. Hierna zou de reisagent ook de rest van de familie overbrengen maar op dit moment had de oversteek van Sher prioriteit omdat zijn leven in het bij-zonder gevaar liep. Tijdens de overstap op Schiphol heeft de man Sher onverwachts alleen in de lounge achtergelaten en is weggegaan met al zijn papieren. [R094]

Het verhaal van Sher laat ook zien hoe afhankelijk de jonge vreemdelingen kunnen zijn van de mensensmokkelaars. Niet alleen in zijn geval, maar ook bij andere (voormalige) amv’s met een vergelijkbare overkomst wordt de reis soms voortijdig afgebroken en belanden zij in een ander land dan in eerste instantie was afgesproken met de mensensmokkelaar.

86

Reizen met een onbekende ‘white man’

Zestien respondenten uit West-Afrika zijn onder begeleiding van onbekenden, vaak niet-landgenoten, naar Nederland gereisd. Vaak verwijzen deze respondenten naar ‘a white man’ die hen hielp met de vlucht naar Nederland, meestal per vliegtuig en soms per boot. In alle gevallen heeft deze persoon de jongere achtergelaten bij een bushalte, treinstation, vliegveld of afgezet bij een politiebureau. In een enkel geval is de respondent naar een aanmeldcen-trum gebracht. Alle respondenten hebben het contact verloren met deze ‘onbekende blanke man’. Deze (voormalige) amv’s spreken hierbij niet over mensensmokkelaars.40

Dit zijn de verhalen die sterk lijken op de voorbeelden van verhalen die asielzoekers vol-gens sommige autoriteiten opzettelijk construeren om de controleerbaarheid te verkleinen en de kans op een succesvolle asielaanvraag te vergroten (Van Wijk 2007). Deze respondenten schetsen een beeld waarbij zij - meestal vanuit een oorlogssituatie met hulp van vrienden - met een onbekend persoon in contact zijn gekomen en uiteindelijk samen rechtstreeks naar Nederland vliegen. Vaak weten de respondenten die op deze wijze in Nederland zijn beland, niet veel te vertellen over hun reis. Zoals Aaron uit Nigeria.

Aaron kwam als zestienjarige naar Nederland. Hij is Ijaw, een minderheidsgroepering in het zuiden van Nigeria. Zijn vader was lid van de rebellenbeweging MEND (Move-ment for the Emancipation of the Niger Delta Region), die in de Nigeriaanse oliedelta de achtergestelde positie van de burgers met geweld probeert te verbeteren. Op een dag vielen agenten hun huis binnen, vermoordden zijn vader en staken het huis in brand. Aaron vluchtte naar een grote stad in de buurt van zijn dorp. Aaron bedelde op straat voor geld, onderdak en eten en hij sprak een ‘white man’ aan. Deze nam hem mee en gaf hem eten en geld. Ze werden vrienden en de man wilde hem helpen om in Europa een leven op te bouwen. Hij regelde een visum om naar Europa te vliegen en daarna heeft hij nooit meer contact gehad met deze man. [R056]

Een groot deel van de respondenten uit de West-Afrikaanse landen zoals Angola, Sierra Le-one of het centraler gelegen Kongo zegt op deze wijze via een landgenoot in contact geko-men te zijn met een ‘white man’ of met een andere onbekende landgenoot die vervolgens de jongere met de boot of het vliegtuig heeft meegenomen. Deze respondenten geven aan dat ze geen notie van de eindbestemming hadden. Na aankomst in wat later Nederland bleek te zijn, werden zij door deze onbekende landgenoot naar een politiebureau gebracht of ergens op een vliegveld of treinstation achtergelaten.

40

Met de wetswijziging van mensensmokkel (artikel 197a) kunnen ook mensen die niet uit winstbejag ondersteu-ning bieden aan binnenkomst in Nederland veroordeeld worden voor mensensmokkel. De letterlijke tekst van arti-kel 197a, lid 1 WvSr luidt: “Hij die een ander behulpzaam is bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat die toegang of doorreis wederrechtelijk is, wordt als schuldig aan mensensmokkel gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.”

87 Het is kenmerkend voor de verhalen van (voormalige) amv’s uit West-Afrika dat ze op ver-schillende punten ‘vaag’ zijn. Respondenten zeggen met een onbekende landgenoot of een onbekende ‘white man’ te hebben gereisd en kunnen zich delen van de reis niet meer herin-neren. Wellicht omdat de reis voor hen was geregeld en ze zelf op dat moment nog jong wa-ren, wellicht ook omdat ze hun reisverhaal bewust oncontroleerbaar willen houden. Uit de verhalen wordt evenmin duidelijk of de onbekende ‘white man’ als een mensensmokkelaar of een ‘hulpvaardige passant’ getypeerd zou moeten worden. Vanuit het strafrechtelijk perspec-tief is dit overigens irrelevant en is er in beide gevallen sprake van mensensmokkel. Zowel de smokkelaar als de hulpvaardige passant is behulpzaam geweest bij het verschaffen van toe-gang tot Nederland en beiden kunnen vermoeden dat die toetoe-gang wederrechtelijk is. Als we komst met de onbekende ‘white man’ toch als mensensmokkel kwalificeren, zijn er 29 (voor-malige) amv’s in het openbaar samen met mensensmokkelaars naar Nederland gereisd in plaats van de twaalf die in tabel 3.7 staan beschreven.

In document Jong en illegaal in Nederland (pagina 83-87)