• No results found

5. Het multilateraal instrument van de OESO

5.4 Ondertekening van het multilateraal Instrument

Op 7 juni 2017 namen ruim 70 jurisdicties deel aan de ondertekeningsceremonie van het multilaterale instrument in Parijs. Op deze ceremonie werd het multilateraal instrument ondertekend door 67 landen en jurisdicties, voor 68 rechtsgebieden van alle continenten en alle niveaus van ontwikkeling. Ondertekenaars van het multilateraal instrument kunnen kiezen welke bestaande belastingverdragen zij willen wijzigen met behulp van het multilateraal instrument. De huidige ondertekenaars hebben meer dan 2.350 verdragen vermeld, dit leidt tot meer dan 1.100 gewijzigde overeenkomsten. Het aantal gewijzigde belastingverdragen zal naar verwachting voortdurend toenemen159. Hierdoor werd op grote

schaal kenbaar gemaakt dat landen zich in willen zetten tegen belastingontduiking en – ontwijking door verdragen wereldwijd gelijk te trekken, consensus te bereiken en een preambule op te nemen waarin dit staat vermeld.

Nederland heeft eveneens het multilateraal instrument in het kader van actiepunt 15 van het G20/OESO BEPS project ondertekend. Op 20 december 2017 is het multilateraal instrument ter goedkeuring aangeboden aan de Tweede Kamer. Het speerpunt van Nederland is de onderhandeling met 23 ontwikkelingslanden geweest over de belastingverdragen. Het doel was het opnemen van een bepaling tegen verdragsmisbruik in verdragen. Het multilateraal instrument biedt een effectieve route om in die verdragen antimisbruikbepalingen op te nemen, voor wanneer dit nog niet is gebeurd. Door de onderhandelingen met onder andere Sri Lanka en Oeganda en de ratificatie van het multilateraal instrument komt het

ontwikkelingslandenproject van Nederland in haar eindfase160.Uit de OESO rapporten ten

aanzien van actiepunt 15 volgen twee praktische redenen voor het ontwikkelen van een multilateraal instrument. Allereerst is het doel een instrument te ontwikkelen waarmee bilaterale belastingverdragen snel op de uitkomsten van het BEPS project kunnen worden aangepast. Het idee is dat één centrale onderhandeling efficiënter is dan een

heronderhandeling van elk van de bilaterale belastingverdragen. De tweede reden vloeit hier eigenlijk uit voort. Landen zullen moeten samenwerken in een multilaterale context en door middel van een multilateraal instrument kunnen zij dat meteen op een uniforme en

coherente manier vormgeven, zoals vermeld in actiepunt 15.

Action 15 — 2014 Deliverable: “to ensure a level playing field and fairly shared tax burdens, flexibility and respect for bilateral relations will need to be balanced against core

commitments that reflect new international standards that countries are urged to meet and for which the multilateral instrument is a facilitative tool”161

159 Broekhuijsen, D.M., Vording, H., Weekblad Fiscaal Recht, WFR 2016/53, Multilaterale samenwerking ten aanzien van het BEPS project: een prognose,

https://www.navigator.nl/document/idpass5e33f5c0815b49749893fb7ae1de8779?ctx=WKNL_CSL_183, 1 maart 2016

160 Rijksoverheid, Onderhandelingen belastingverdragen in 2018,

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/01/26/onderhandelingen-belastingverdragen-in-2018, 26 januari 2018

161 Broekhuijsen, D.M., Vording, H., Weekblad Fiscaal Recht, WFR 2016/53, Multilaterale samenwerking ten aanzien van het BEPS project: een prognose,

https://www.navigator.nl/document/idpass5e33f5c0815b49749893fb7ae1de8779?ctx=WKNL_CSL_183, 1 maart 2016

In de afweging per land zal het voornamelijk gaan om de bescherming van nationale economische belangen, zoals belastingopbrengsten. BEPS verwijst naar fiscale

planningsstrategieën, waarbij gebruik wordt gemaakt van voordelen in de belastingregels door kunstmatige winstverschuiving naar belastinglanden waar weinig tot geen economische activiteiten plaatsvinden. Dit leidt veelal tot een vermindering van de (bron)belasting. Bij het BEPS project werken meer dan 60 landen samen om 15 acties te ontwikkelen om

belastingontduiking en –ontwijking aan te pakken, de samenhang te verbeteren van internationale belastingregels en te zorgen voor een transparantere belastingomgeving. Leiders van OESO en G20 landen drongen aan op een snelle implementatie van het uitgebreide BEPS pakket. Het multilaterale instrument reageerde op deze oproep door versnelde actie, door de te implementeren maatregelen te vereisen in belastingverdragen162.

Schattingen geven aan dat belastingontwijking door middel van verdragsmisbruik leidt tot jaarlijkse verliezen van 4 - 10% van de wereldwijde belastinginkomsten. Aan schadelijk gedrag van nationale wetgevers en van belastingplichtigen ligt een combinatie ten grondslag van unilaterale regels die tot treaty shopping uitnodigen, het ontbreken van de definitie van kernbegrippen zoals het beneficial owner begrip en doctrines als inwonerschap, separate entity approach en dispariteiten tussen de systemen van verschillende landen. Nationale regels voor de belastingheffing van grote ondernemingen worden daarmee getypeerd door omvangrijke externe effecten. Zo heeft de fiscale wetgeving van elke staat positieve of negatieve effecten op de belastingopbrengst van andere staten. Tegelijkertijd staan nationale beleidskeuzen onder toenemende druk van de publieke opinie, of het nu gaat om de lage winstbelastingdruk van multinationals of om de grondslaguitholling in

ontwikkelingslanden163.

Een multilaterale overeenstemming over aanpassing van belastingverdragen zal de bedoelde externe effecten niet geheel wegnemen, al was het maar doordat tariefconcurrentie, een belangrijke bron van externe effecten, deels zal blijven bestaan. Alternatieve oplossingen kunnen desondanks als minder aantrekkelijk worden gezien164. Belangrijk is dat een later

verdrag inzake hetzelfde onderwerp voor gaat op grond van de algemene regels van internationaal recht op een eerder verdrag (lex posterior derogat legi priori). Dit is

gecodificeerd in artikel 30 lid 3 Weens Verdragenverdrag. Bepalingen van een eerder verdrag zijn op grond van dit artikel slechts van toepassing, indien deze verenigbaar zijn met een later verdrag. Het multilateraal instrument maakt voor de duidelijkheid en transparantie gebruik van specifieke regels (compatibility clauses), die de interactie met bestaande CTA’s reguleren. De objectieve kenmerken van de verdragsartikelen worden omschreven bij de compatibility clauses waarop ze betrekking hebben165. De compatibility clauses regelen de voorrang van de

162 Bosman, R.A., MBB, nummer 4, Formele aspecten van het multilaterale instrument,

http://www.belastingrechtaandevu.nl/Portals/0/images/Bosman_artikel5.pdf, april 2017 163 Bosman, R.A., MBB, nummer 4, Formele aspecten van het multilaterale instrument,

http://www.belastingrechtaandevu.nl/Portals/0/images/Bosman_artikel5.pdf, april 2017 164 Bosman, R.A., MBB, nummer 4, Formele aspecten van het multilaterale instrument,

http://www.belastingrechtaandevu.nl/Portals/0/images/Bosman_artikel5.pdf, april 2017 165 Bosman, R.A., MBB, nummer 4, Formele aspecten van het multilaterale instrument,

MLI-bepaling wanneer een bestaande CTA-bepaling daarmee strijdig is en de gevolgen, indien een CTA geen artikel bevat zoals omschreven in de compatibility clauses166.