• No results found

DE NIEuWE METHODIEK vAN DE lONDENSE

METROPOlITAN POlICE, POST-AuguSTuS 2011

357

Na de onlusten bezint de londense Metropolitan Police zich op haar aanpak van protest, demonstraties en andere grote groepen mensen in de publieke ruimte. Het kernthema van de verandering was meer nadruk op overleg en facilitering, en minder ingrijpen op basis van controle en (de dreiging met) geweld. Een deel van die veranderingen correspondeert met de aanbevelingen in het rapport “4 days in August” van de

Metropolitan Police. Daarnaast is er gekeken naar politietactiek

in Stockholm, Leeds en Sheffield als uitgangspunt voor een

nieuwe benadering van protest en onlusten.358

Er zijn vier punten waarop er dingen structureel veranderd zijn. Allereerst is de informatie-inwinning veranderd. Er is een speciaal team opgezet dat zich bezighoudt met het verzamelen van kennis en informatie over “public order”. Er wordt gelet op het monitoren van het sentiment onder de bevolking van londen en daarbij wordt gebruik gemaakt van een open

source monitoringsysteem.

verder zijn de tactieken van de politie aangepast. Waar er vroeger nog veel gebruik werd gemaakt van vrij “rigide” tactieken die gebaseerd waren op het controleren van een gebied of groep mensen, vindt er nu een verandering plaats naar meer “dynamische” tactieken. Daarbij wordt door de politie actief onderhandeld en overlegd met verschillende groepen die betrokken zijn bij een protest of bijeenkomst. Ook grijpt men minder snel in tijdens bijvoorbeeld een vreedzame bezetting of blokkade. Zolang geen sprake is van overtredingen van de wet zal de politie in principe niet ingrijpen en burgers hun eigen gedrag laten reguleren.

Ten derde zijn er Protest liaison Teams opgericht, die deze veranderingen mogelijk maken. De ervaring van de betrokken

122

commandant is dat deze teams vooral goed inzetbaar zijn bij grootschalige protesten van bijvoorbeeld vakbonden. Colin Morgan merkt echter op dat dergelijke teams vooral voorafgaand aan een protest en in de beginfase van protesten een belangrijke rol kunnen spelen. Zijn inschatting is dat deze teams bij het eerste protest bij het politiebureau van Tottenham op 6 augustus 2011 een belangrijke rol gespeeld zouden kunnen hebben. Maar Morgan is sceptisch of PlT’s nog veel kunnen uitrichten op het moment dat massale onlusten en plunderingen plaatsvinden,

zoals op de tweede en derde dag van de rellen in londen.359

Ten slotte staat bij het onderhouden van communicatiekanalen het inwinnen van inlichtingen centraal. De PlT’s onderhouden contacten met verschillende groepen mensen die aanwezig kunnen zijn bij een demonstratie of evenement. De inzichten hieruit worden gekoppeld aan de overige informatie over het protest en zijn waardevolle informatie die de strategie mede bepalen. De combinatie van veranderingen zorgt er concreet voor dat risico-inventarisaties gebaseerd zijn op meer (en hopelijk hoogwaardiger) informatie dan voorheen. De politie-inzet wordt hierop ingericht, waarbij het uitgangspunt is dat “business as

usual” zoveel mogelijk gehandhaafd blijft en dat legitieme

wensen van de demonstranten of massa zoveel mogelijk gefaciliteerd worden. Mocht er een toename van de dreiging zijn, dan kan besloten worden om meer agenten te mobiliseren. De inzet van PSu’s geldt als laatste redmiddel.

Sinds de ontwikkeling van deze nieuwe benadering is deze regelmatig beproefd. Colin Morgan beschrijft enkele voorbeelden van risicomomenten voortkomend uit de nasleep van de onlusten in augustus 2011. Er was sprake van verhoogd risico bij de publicatie van het rapport van de IPPC, de uitvaart van Mark Duggan, het overlijden van de vader van Mark Duggan ongeveer een jaar na de onlusten, de eerste en tweede “verjaardag” van de onlusten en de rechtszaak over het overlijden van Mark Duggan.

In alle gevallen was de politie tevreden over de nieuwe aanpak. Ter illustratie: de rechtszaak over het overlijden vond plaats in de Royal Courts of justice in londen. Het optreden daar vormt een goede afspiegeling van de nieuwe benadering. Dagelijks was er een handvol agenten van het PlT gateway team aanwezig. Zij onderhielden contact met de rechtbank, met groepen mensen die protesteerden en de familie en vrienden van Mark Duggan. geleidelijk bouwden zij een relatie op met alle partijen en werden daardoor een eerste aanspreekpunt voor alle betrokken groepen. Het team probeerde deze relaties ook continuïteit te geven door bijvoorbeeld na afloop van een protest telefonisch te informeren bij demonstranten en organisatoren naar hun ervaringen.

Het is nog te vroeg om een empirisch onderbouwde mening te geven of de nieuwe inzet van dialoogpolitie een succes is. uiteindelijk zullen de beperkingen van deze benadering pas blijken over langere termijn. Het is in ieder geval bemoedigend dat de nieuwe aanpak er tot op heden goed in slaagt om relaties te creëren, repareren en onderhouden. Op basis van zijn ervaringen en reacties van agenten in de 12 tot 18 maanden na de onlusten in augustus 2011 stelt Colin Morgan echter dat er volgens hem een duidelijke verbetering is ontstaan in het contact tussen enerzijds politie en anderzijds burgers of demonstranten.

CONCluSIES

In deze casus zien we hoe kennis van verschillende processen die een rol spelen bij de escalatie van conflict, gebruikt wordt om te zorgen dat escalatie voorkomen wordt. Waar escalatie het gevolg is van wij/zij-tegenstellingen en slechte relaties, wordt conflict hier voorkomen door in een vroeg stadium te werken aan de opbouw van een relatie met specifieke groepen die willen demonstreren of die grieven hebben. Op die basis wordt gewerkt aan preventie en de-escalatie van eventuele conflictsituaties.

123 uiteraard bestaat deze casus slechts uit enkele ervaringen van

politiekorpsen; er wordt hier slechts anekdotisch bewijs geleverd voor de effectiviteit. Evenmin is nauwkeurig gedocumenteerd waaruit de benadering van de dialoogpolitie bestaat en hoe ze verschilt van de vroegere benadering. langduriger en kwantitatief onderzoek zal nodig zijn om het precieze effect van de veranderingen in kaart te brengen. Desalniettemin menen wij dat in deze casus, naast de good practices, ook een aantal processen en mechanismen uit de wetenschappelijke literatuur geïllustreerd wordt.

Preventie en communicatie

Wat betreft de preventie van escalatie van protesten en demonstraties staan communicatie en het ontwikkelen van goede relaties centraal. De rellen in londen, augustus 2011, kwamen als een enorme verrassing omdat de Metropolitan Police meende een systeem te hebben waarmee ze de spanning in wijken kon meten; iets dat totaal niet het geval bleek te zijn. Wat kon er verbeterd worden in de communicatie tussen politie en burger om niet weer voor een dergelijke verassing te komen staan? In Sheffield en Leeds was duidelijk te zien dat dit een continue aanpak vergt van lokaal contact tussen “police liaison

teams” en verschillende mensen in de wijken om voortdurend

op de hoogte te blijven van de gevoelens van zowel “gewone burgers” als protestbewegingen. uitzonderlijk in deze nieuwe benadering is dat de liaison teams deels bestaan uit burgers en andere betrokkenen met inzicht en potentiële invloed. Door deze aanpak worden meerdere vliegen in één klap gevangen. Niet alleen vergroot het de kennis bij de politie over wat er leeft onder bepaalde bevolkingsgroepen of in bepaalde wijken, waardoor de juiste verwachtingen van gedrag gecreëerd worden, ook zorgt het ervoor dat er in potentieel risicovolle situaties op basis van dezelfde contacten ruimte is voor facilitering van legitieme doelen en het maken van afspraken. Een belangrijke factor in de escalatie van conflict kan daarmee gedempt worden: het verkleint de kans op een scherpe tegenstelling tussen groepen

burgers aan de ene kant en de politie of overheid daartegenover. De-escalatie

In Hoofdstuk 3 kwamen we verschillende processen tegen, waarop ingespeeld wordt door verschillende politiekorpsen in het verenigd Koninkrijk in de gehanteerde strategie van facilitering ter preventie van escalatie van conflictgedrag. Er wordt nadrukkelijk vertrouwd op het vermogen van groepen om zichzelf te reguleren: het principe van “self-policing”. In het geval van leeds, bij het incident in Chapeltown, wordt dit letterlijk gevraagd aan een groep jongeren die een districtchef bekogelden: als zij elkaar corrigeren, zal er niet door de politie ingegrepen worden. Daarnaast is zelfregulatie, zij het minder expliciet, een centraal thema bij de nieuwe aanpak van de Metropolitan Police in londen. Het concept van self-policing biedt een interessante vergelijking van wetenschap en praktijk. Hoewel er wetenschappelijk gezien zeker bewijs is dat groepen in staat zijn hun eigen geweldgebruik te reguleren, is het goed voor te stellen dat de politie huiverig is hun dit toe te vertrouwen. Er moet een flinke mate van vertrouwen zijn onder zowel de officieren als de lokaal aanwezige agenten over deze aanpak. Probleem hierbij is dat de alternatieve benadering arbeidsintensief is en tevens riskant voor het imago van leidinggevenden. Het besluit om de dialoog te zoeken bij problemen is verwijtbaarder dan het besluit om sterke repressie toe te passen. Het is dus “veiliger” om forse repressiemiddelen in te zetten, zelfs als dit escalerend werkt of problemen veroorzaakt die er wellicht anders niet gekomen zouden zijn. Al met al suggereren de interviews dat de Britse ervaringen met dialoogpolitie tot op heden vrijwel uitsluitend positief zijn (in tegenstelling tot de traditionele benadering waarin reguliere politie het veld ruimt voor relpolitie). Toch blijkt dat in situaties en korpsen waar men niet gewend is om verbale oplossingen te zoeken, de invoering van dialoogpolitie flinke obstakels moet overwinnen. Dialoog en onderhandeling wordt door sommigen gezien als “soft” en onverenigbaar met strikte handhaving. Het

124

toepassen van principes van dialoogpolitie roept dus

tegenstellingen op binnen de politieorganisatie.360 Het loont

de moeite om deze tegenstellingen te overwinnen:

H4:

Preventie &