• No results found

HET BELANG VAN EMOTIES ALS “BRUG”

Om te begrijpen wat de gedragsconsequenties zijn van collectief ongenoegen, moeten we begrijpen welke emoties dit collectief ongenoegen oproept. Zoals hierboven beschreven is, kan ongenoegen gepaard gaan met een breed spectrum van negatieve emoties. Emoties zoals angst en verdriet worden met name geassocieerd met “passieve” reacties—oplossingen gericht op het reduceren van de negatieve emotie. Bij angst zal men bijvoorbeeld schuilen, bij verdriet zoekt men eerder troost. Emoties zoals woede en verontwaardiging daarentegen zorgen ervoor dat men verhaal gaat halen: hier domineren “actieve” reacties. Deze kunnen enerzijds van groot belang zijn voor het oplossen van problemen, anderzijds kunnen ze aanleiding vormen voor een escalatie van conflict. We richten ons hier met name op actieve emoties met een vanuit de literatuur bekenden of beredeneerde relatie met (collectief) ongenoegen.

De gedragseffecten van verschillende emoties zijn niet één op één te bepalen en we waarschuwen nogmaals dat emotie slechts één van de factoren is die massagedrag kunnen sturen. Toch is op basis van de emotieliteratuur een globaal overzicht te maken van verschillende soorten gedrag die men kan verwachten als bepaalde emoties worden geactiveerd.43 Ongenoegen kan leiden tot sterk verschillende gedragsvormen, afhankelijk van de emoties die het oproept. daarbij is niet alleen relevant wat voor gedrag de emotie oproept jegens de andere groep, maar ook of het gedragsverandering veroorzaakt jegens de eigen groep.

Zo hoeft collectieve boosheid niet alleen tot probleemgedrag en ruzie met de andere groep te leiden. Uiting van boosheid kan ook positieve gevolgen hebben omdat het een impuls kan zijn voor beide partijen om een dialoog aan te gaan omdat boosheid, in tegenstelling tot minachting, de waarde van een langetermijnrelatie tussen twee groepen benadrukt.44 Binnen de eigen kring zal boosheid leiden tot gemopper en geklaag: pogingen om consensus te bereiken over de illegitimiteit van het gedrag van de ander.

Collectieve minachting is een obstakel voor alle dialoog met de andere groep. Het zal ertoe bijdragen dat partijen zich van elkaar afzonderen, waarbij de partij die minachting ervaart in eigen kring de superioriteitsgevoelens bekrachtigt.45

1 \5

42

Collectieve walging mondt uit in een behoefte om de aanstootgevende partij uit de eigen ruimte te weren: de andere groep wordt geïsoleerd, verbannen naar een eigen plek, of men roeit ze uit. Binnen eigen kring roept het de behoefte op aan discussie over normen en waarden, aan het veilig stellen van de “eigen ruimte” door het stellen van grenzen aan de andere partij, het formuleren van duidelijke regels en strenge straffen om die ander in het gareel te krijgen.46

Angst is een emotie die slechts sporadisch aandacht krijgt in de literatuur over massagedrag. Alhoewel angst een heel andere emotie is dan walging, lijken beide vergelijkbare effecten te hebben, vooral bij groepen met hoge status of veel macht. Een reden voor de overeenkomst met walging is dat beide een bedreiging impliceren.47

Een bijzondere emotie is ten slotte die van wrok.48 Wrok en wraakgevoelens worden met name ervaren als er sprake is van gekrenkte trots en eer. Als dit in ernstige mate wordt ervaren, kan men genoegdoening of eerherstel zoeken door vergelding, bijvoorbeeld door het toebrengen van schade aan de andere groep.

Tabel 3. Emoties en gedrag dat daaruit volgt

GEDRAGSCONSEQUENTIES VAN COLLECTIEf ONGENOEGEN

Persoonlijk en collectief ongenoegen kunnen veel van elkaar verschillen. Globaal geldt dat persoonlijk ongenoegen met name individueel gedrag beïnvloedt en collectief ongenoegen beïnvloedt met name collectief gedrag. Om dit te illustreren, kan men kijken naar de gevolgen van persoonlijk en collectief ongenoegen zoals die zijn onderzocht in de literatuur over deprivatie. Persoonlijke deprivatie is in de sociologische literatuur een van de sterkste voorspellers van individuele criminele handelingen.49 Op macroniveau wijst sociologisch onderzoek uit dat persoonlijke deprivatie niet bijzonder sterk correleert met een verhoogd niveau van protest. Ook in de psychologische literatuur blijkt dat gevoelens van persoonlijke deprivatie geen sterke voorspellers zijn van actiebereidheid en activisme.50 Voor collectieve (fraternale) deprivatie geldt echter dat dit een veel sterkere

1 \5 \2

Boosheid, verontwaardiging Illegitimiteit andere partij vaststellen Protest

minachting Superioriteit eigen partij vast stellen Andere negeren, contact vermijden

Walging en angst normen en waarden eigen partij vaststellen, Andere verwijderen uit eigen ruimte,

eigen territorium veilig stellen repressie

Wrok Illegitimiteit andere partij vaststellen Toebrengen van schade, vergelding

43

voorspellende waarde heeft, met name wanneer de achterliggende emotie (verontwaardiging, onrecht) wordt benoemd. Individuen gaan met andere woorden de straat op omdat “ons” onrecht wordt aangedaan. Ongenoegen hoeft niet altijd betrekking te hebben op concrete grieven of deprivatie. Soms heeft ongenoegen betrekking op zaken als veiligheid, het verval van goede zeden, de economische toestand of corruptie in de regering. Zoals gezegd roepen verschillende vormen van ongenoegen heel andere collectieve emoties op. Voor emoties zoals boosheid en verontwaardiging is goed gedocumenteerd dat zij mensen motiveren tot collectief gedrag zoals protest. Van andere emoties is de relatie tussen emotie en gedrag minder grondig onderzocht. We besteden er in het literatuuroverzicht over verschillende gedragsvormen nog wat meer aandacht aan, maar we kunnen alvast constateren dat dit een thema is waarvan wordt verwacht dat toekomstig onderzoek veel vooruitgang zal boeken.

Ten slotte is van belang om aan te stippen dat het belang van emoties die voortvloeien uit collectief ongenoegen niet moet worden overdreven bij het verklaren van collectieve actie. Mensen ondernemen collectieve actie niet alleen vanwege gevoelens, maar ook omdat zij de middelen kunnen mobiliseren om iets te doen (een grote sterke groep die met verenigde kracht kan handelen, een organisatie die politiek effect kan bereiken).51 Hier zal in de komende hoofdstukken verder aandacht aan besteed worden.

SAMENVATTEND

in dit hoofdstuk definieerden we de term ongenoegen op basis van de emotieliteratuur. anders dan onbehagen (een stemming) is ongenoegen een gemoedstoestand met een bepaald ervarend subject en een object waar het zich op richt. Veel ongenoegens zal men individueel ervaren. Door zelf-categorisatie en door communicatie binnen de eigen groep kan men emoties echter delen met anderen: het ongenoegen kan een collectief ongenoegen worden waarin wij boos of verontwaardigd zijn. Verder is van belang dat er een verschil bestaat tussen boven- en onderstromen: ongenoegen is een onderstroom op het moment dat de eigen groep of een andere groep zich niet bewust is van de collectieve ongenoegens die in een groep leven.

Het laatste deel van dit hoofdstuk maakt de koppeling tussen collectief ongenoegen en gedrag. In lijn met de emotieliteratuur constateren we dat het brede concept van collectief ongenoegen aanleiding kan zijn voor het ervaren van verschillende collectieve emoties. Ieder van deze emoties hangt op haar beurt samen met een specifieke, herkenbare vorm van gedrag. deze gedragsvormen zullen worden besproken in het volgende hoofdstuk.

44

We eindigen het hoofdstuk met een waarschuwing: de term collectief ongenoegen duidt op het gevoel van een individu dat “wij” als groep boos zijn. Belangrijk is om te realiseren dat zelfs als heel veel leden van een groep dat gevoel hebben, er nog steeds veel andere mensen zijn die niet boos maar bang, beledigd of onverschillig zijn. Collectieve emoties zijn slechts indrukken die mensen hebben van de heersende opinie.

Casus 1:

Onlusten in