• No results found

4.2 ‘Forced into these cages we built for ourselves’: Afrikaners en geweld

5.1 De new Afrikaner

hoe wordt de Afrikaner identiteit vormgegeven in het ‘nieuwe’ Zuid-Afrika en hoe groot is de rol van de Apartheidsideologie in dit proces? Op basis van deze vraag heb ik onder andere de dominante

denkbeelden bestudeerd van veertien mensen die zich identificeren met een bepaalde notie van Afrikaner identiteit. Het betreft hier een studie naar de visies ten opzichte van de eigen

‘gemeenschap’ en omgeving in de vorm van het land en de bevolkingsgroep die, met oog op Apartheid, in deze context het meest interessant is: de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. In het hoofdstuk Aesthetic Nation geven mijn respondenten invulling aan hun ideeën over

Afrikanerdom. In deze ‘algemene visie’ op Afrikaner identiteit stel ik voor het eerst vast dat er volgens mijn respondenten sprake is van een zekere tweedeling binnen de Afrikaner

gemeenschap. Wanneer mijn respondenten beschrijven waar ‘de Afrikaner’ volgens hen naar verwijst, gaat dit altijd gepaard met het maken van een bepaald onderscheid tussen de new en de

old Afrikaner. Deze ‘interne tweedeling’ binnen de Afrikaner gemeenschap baseren mijn

respondenten op de verschillende manieren waarop de Afrikaner invulling geeft aan zijn identiteit en de plek die hij daarmee inneemt in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Dit

onderscheid heb ik zelf, binnen de groep die ik heb kunnen bestuderen, niet aan kunnen tonen. Het is echter de aanname van mijn respondenten dat deze splitsing wel bestaat die in deze context interessant is. In het kader van aesthetic formations lijkt dit idee er namelijk voor te zorgen dat mijn respondenten zich geen onderdeel voelen van een hechte Afrikaner

gemeenschap. Van de Afrikaner gemeenschap lijkt in de dominante visies van mijn informanten dan ook geen sprake te zijn.

De manier waarop mijn onderzoeksgroep zich afzet tegen het idee van de old Afrikaner zegt veel over de manier waarop zij vorm geven aan hun notie van Afrikaner identiteit. Om af te komen van de connotatie die het Afrikanerdom heeft met racisme en Apartheid identificeren mijn respondenten zich als new en liberal Afrikaners. Zij zijn ‘de nieuwe generatie’ die zich niet langer associeert met Apartheid en in alles het tegenovergestelde is van ‘de oude generatie’. Dat mijn respondenten met deze ‘generatiekloof’ verwijzen naar de verschillende uitingen van Afrikanerdom, geeft aan dat hier wederom verwezen wordt naar een ‘nieuwe identiteit’ en niet zozeer naar een daadwerkelijk verschil in leeftijd en het opgroeien in andere maatschappelijke omstandigheden. Op deze manier wordt elk ‘intern verschil’ dat mijn respondenten beschrijven geplaatst in het licht van een oude en een nieuwe invulling van Afrikaner identiteit.

78

Van nostalgia en collective memory in het kader van het Apartheidsverleden is binnen mijn onderzoeksgroep geen sprake. Op geen enkele manier heb ik in de denkbeelden van mijn

respondenten een zekere hang naar het verleden vast kunnen stellen. Met betrekking tot het uitdragen van een nieuwe Afrikaner identiteit gebeurt voornamelijk het tegenovergestelde. In het hoofdstuk Rainbow Nation ga ik in op de breuk met het verleden waar binnen mijn

onderzoeksgroep sprake van is. In deze context beschrijf ik het begrip ‘actieve disconnectie’, waarmee ik doel op het geven van een bepaalde invulling aan identiteit in het heden door het verwerpen van het ‘gezamenlijke’ verleden. Dit zelfde proces wordt door middel van de term

dislocation geplaatst in de context van de Zuid-Afrikaanse samenleving. Dit concept stelt dat een

groot deel van de overtuigingen waar Afrikaner identiteit (en superioriteit) in het verleden op gestoeld was binnen de huidige Zuid-Afrikaanse maatschappij in de ban zijn gedaan en dat er door mijn informanten dus gezocht moet worden naar een andere manier om invulling te geven aan hun identiteit die wel binnen de veranderde samenleving past. De actieve disconnectie van mijn respondenten en hun ‘angst’ om in verband gebracht te worden met de oude notie van Afrikaner identiteit illustreren dat dislocation een proces is dat van toepassing is op mijn onderzoeksgroep.

De manier waarop mijn respondenten hun ‘nieuwe’ notie van identiteit construeren en hoe dit zich verhoudt tot dominante denkbeelden over het verleden en de toekomst heb ik beschreven door middel van het concept non-racialism. In het licht van de manier waarop mijn informanten vorm geven aan Afrikaner identiteit betekent dit dat hun idee van de new Afrikaner in alles het tegenovergestelde is van de notie van Afrikanerdom ten tijde van Apartheid. Aan het idee van dislocation, waarbij een (gedwongen) nieuwe invulling wordt gegeven aan de Afrikaner identiteit, voegt non-racialism toe dat deze identiteit geuit wordt als een ‘anti- identiteit’. Behalve dat mijn respondenten zich identificeren als liberaal en ruimdenkend, identificeren zij zich ook als anti-racist, anti-bekrompen en in het algemeen genomen als anti- Apartheid. In de huidige invulling van Afrikaner identiteit speelt Apartheid dus voornamelijk de rol van de absent present, in zoverre dat het gebruikt wordt als de ideologie die te allen tijde ‘the

79