• No results found

Bedwelmd, versufd, ontsteld, verslaagen en verward, En diep getroffen tot in 't binnenst van myn hart,

1 tabbert = een soort japon.

verschiet van verw = een grote hoeveelheid kleuren. 2 inlands = binnenlandse; van eigen, Hollands maaksel. 7 Duitsche = Nederlandse.

8 pleegt. Het presens werd vroeger meer gebruikt voor een verleden met duratief aspekt. Juist bij een werkwoord als plegen is het gebruik van een presens dus niet zo verwonderlijk. 23 Uit liefde tot mijn naam, nl. Duitsche (Nederlandse) Poëzy.

Voel ik myn' tong beklemd, en weet niet uit te drukken, Wat zielsontroeringen my sling'ren en verrukken. Ik zie myn' ouden roem beneveld en beklad Met duizend loogens, zelfs in myn' geboortestad;4 5 Myn' eerelyken naam vertreeden en geschonden

Door booze lastertaal, en valsch verdichte vonden.6 Men heeft my schaamteloos in 't aangezicht gespuuwd Met adderen vergift, daar zelfs de Hel voor gruuwt. Wat baat my alles, ja wat baat my zelfs het leeven, 10 Indien de last'ring, zo arglistig t'saamgeweeven,

Den minsten ingang vondt by myn' geliefden Heer! Een edel Vorsten hart, dat niets dan deugd en eer Van jongs af heeft geleerd, en vuil bedrog en loogen Niet dan by naamen kent, wordt allerligtst bedroogen, 15 En kan onmoogelyk begrypen, dat de haat

Van kwaade menschen tot zo groot een' boosheit gaat. Durf ik een' Vorst, die al' zyn dierbaare oogenblikken Tot heil van gantsch Euroop afperken moet en schikken,18 Gaan vergen onbeschaamd, dat hy, om mynent wil, 20 Tot grondig onderzoek zyn' kostlyke uuren spil!

Wat Edipus kan al die Sfinxespraak ontwinden?21 Wat Theseus 't pad in dien verwarden doolhof vinden, Een hol vol bogten, daar Sibylle's gouden tak, En Ariadne's draad te kort viel en te zwak?24

25 Toch weet het God, myn Prins! ik ly geheel onschuldig, Schoon ik myn kruis opneem, zachtmoedig en geduldig.

4 Amsterdam.

6 valsch verdichte vonden = onware, zelf bedachte bedenksels. 18 Die zuinig moet zijn met zijn kostbare tijd.

21 De Vorst kan deze ingewikkelde beschuldigingen evenmin doorzien als vroeger Oedipus de Sfinxespraak (=orakeltaal) van Delphi, die hem aankondigde dat hij zijn vader doden en zijn moeder huwen zou.

24 De Vorst kan uit deze doolhof van beschuldigingen geen uitweg vinden, evenmin als Theseus, wanneer die niet geholpen werd door ‘Sibylle's gouden tak’ (uit een ander verhaal een magisch middel om toegang tot de onderwereld te kunnen krijgen) en ‘Ariadne's draad’ (Ariadne had Theseus een kluwen meegegeven, die hij afwond toen hij de doolhof inging, en waardoor hij ook de uitgang weer terug kon vinden).

Geloof niet, wat men schreeuwt van onrust, van geweld,11 En oproer van 't gemeen, en wat men meer vertelt Met fab'len, uitgedost in allerhande vormen. Vyf, zes der magtigsten verwekken al' die stormen, 5 Die, moedig op hun geld, hun driftig onverstand

Vermommen met den gryns van yver voor het Land, En waanende alles door hun' rykdom te bedwingen, Een' stroom meêsleepen van verblinde huurelingen, Die zelf niet weeten, wat ze doen, en in 't geschil 10 Onkundig, tek'nen voor en tegen, wat men wil.10

Dit waanwys Broederschap van ryke muitverwanten11 Wou zelf zich in den Stoel van 't wettig Landshoofd planten, Ja 't gansche Landvoogds Ampt kwam nu niet meer te pas, Nu in het Vaderland geen Prins aan 't Staatroer was,14 15 Dus wou men, zonder op Octrooi of Wet te letten,

Al' de oude paalen der Regeeringsvorm verzetten. Zelfs de ed'le Maatschappy, die met haar geld en goed Dit bloeiend Wingewest gekogt heeft en behoed, Aan wien de Raad en 't Volk met Eeden zyn verbonden,

1 [Voetnoot van Mauricius] Uit de Memorie, door my aan haar Edele Mogende, de Heeren COMMISSARISSENovergegeeven by derzelver aankomst, den 15 December 1750, blykt, dat 'er in 't geheel geen onrust was, dan met drie Raaden

Raaden = hoge bestuursfunctionarissen.

. De HOVEN, alle COLLEGIEN, en alle de Burger-Officieren hadden verklaard van myn' Regeering volkoomen te vrede te zyn. En omtrent de BURGERSeindigt de MEMORIEmet deeze aanmerkelyke woorden: De Burgers, verre van eenige beweeging te maaken, hebben ter contrarie alle aanzoekingen, die hen daar toe gedaan zyn, als braave lieden afgeweezen. Ik ben van dezelve volkoomen CONTENT, en ik ben verzekerd, dat zy 't zelve van my ook betuigen zullen, zo Uwe EXCELLENTIENhen NB.gelieven te laaten verzamelen, en 't henAF TE VRAAGEN.

Raaden = hoge bestuursfunctionarissen.

1 Uit de door Mauricius kwistig toegevoegde noten zijn alle verwijzingen naar andere werken, voornamelijk het bekende Recueil van egte stukken, weggelaten.

10 Men had handtekeningen tegen Mauricius verzameld. Velen hadden getekend, menende dat het ergens anders over ging en zonder de inhoud van het stuk te kennen.

11 muitverwanten = muitende samenzweerders.

14 [Voetnoot van Mauricius] Deeze FACTIE, die zich den naam van REPUBLICAINSCHEgaf, begon 't hoofd op te steeken in 1746. Haar' stelling was, dat het OCTROYgemaakt was onder een' Stadhouderlyke Regeering, en dus nu

nu = tijdens het stadhouderloze tijdperk.

, zo veel 't EMINENTgezag des GOUVERNEURSraakte, niet meer gelden moest. † nu = tijdens het stadhouderloze tijdperk.

Werdt opentlyk gesmaad, gedwarsboomd en geschonden. Men zocht vergeetene geschillen uit het stof,

Lang uitgeweezen by het opperst Staatenhof.

Men wroette zelfs in de asch van lang versturven' Heeren, 5 Om hun' gedachtenis nog in hun graf te onteeren.

Twee hopliên, die men zelf, met een' byzondren haat,6 Nog onlangs hadt gehoond met opentlyken smaad,7 Gebruikte men, om nu de Burgers te beroeren,

Of, zonder Lastbrief, op hun' naam het woord te voeren.9 10 Dit lukte ook niet; en schoon men schriftlyk met dien naam

Gedreigd hadt, en het volk belasterd met den blaam11 Van opstand, stondenze in hun' reek'ning toch bedroogen, En stieten huis aan huis het hoofd met hun' vertoogen. 't Bleef hier niet by. Men stuurde een' plegtig Afgezant,14 15 Milddaadig uitgerust, om in het Vaderland

Vergif te strooien met bedriegelyke streeken, En, zo dit ingang vondt, de stormklaroen te steeken; Een' Kromwel in het klein, die 't ruiterlyk gezicht18 Meê weet te mommen, als een Engel van het Licht,19 20 En heimlyk loerde om met het geld en lange vingeren20

Der Broederschap zich zelf in 's Landvoogds plaats te slingeren, Gelyk de Broeders weêr hem met gelyke trouw

Behandelden, en doof voor 't schreeuwen van zyn' Vrouw, Hem volmagt en voogdy ontdraaiden d' een na d' ander.

6 [Voetnoot van Mauricius] MOLen VISSER.

7 Du Plessis had deze hoplieden (vooral Mol) nog niet zo lang geleden verachtelijk bejegend. In de gemeenschappelijke haat tegen Mauricius waren zij weer samen gaan werken. 9 nl. uit naam der beide hoplieden.

11 Men had naar Nederland geschreven, dat zelfs de hoge militairen tegen Mauricius in opstand waren gekomen.

14 Du Plessis, die met veel geld naar Nederland vertrok, om daar de mensen op zijn hand te krijgen. Hij werd later door Mauricius voor de rechter gedaagd en in de gevangenis geworpen. 18 Hij noemt Du Plessis een Cromwel in 't klein. Cromwel was enige tijd praktisch dictator in

Engeland. Dit was dus een afschrikwekkende vergelijking voor die tijd, zoals tegenwoordig de vergelijking met een naam als Hitler.

19 mommen = maskeren, een masker opzetten.

20 Du Plessis en de andere leden van de Cabale poogden elkaar te bedriegen. Du Plessis probeerde heimelijk zelf Gouverneur te worden. De andere leden maakten van zijn afwezigheid gebruik om zich op zijn kosten te verrijken, hem winstgevende posten te ontfutselen.

Waar aazen wolven in de bosschen op malkander! Maar pas was de Afgezant aan 't werk, of de ommekeer In Neêrlands Staatsvorm wierp hun eerste stelsel neêr.3 Toen vleidde ik my, nu was 't gelukkig uur gebooren 5 Om allen twist in 't vuur van éénigheid te smooren.

Ik vierde 't feest van uw' inhuldiging, en deed

Al wat een vreedzaam Hoofd kan doen naar pligt en eed. Vergeefsch! de arglistigheid, ten afgrond uitgebrooken, Vergiftigde alles, om het smeulend vuur te stooken. 10 Toen 'k eindlyk, éénsgezind met Raad en Burgery,

Al 't oude Landkrakeel met de ed'le Maatschappy

Gelukkig had verzoend, toen raakte 't vuur aan 't blaaken.12 Men zag hen gift en gal ten neuze en monde uitbraaken. Men vloog den Souverein zelfs in het aangezicht, 15 Die 't gunstig zegel hing aan 't geen ik had verricht.

Wat hielp nu alles, wat gegaârd was zo veel' jaaren Om de ed'le Maatschappy recht in den schild te vaaren!17 Toen borst de dolheid uit tot alles, wat de haat

En bitt're boosheid kon verzinnen tot myn' smaad.

20 Een berg van valsheên, my gantsch eerloos aangewreeven, Werdt my op 't lyf geploft, om my den slag te geeven, Te trappen in het graf. Geen schip kwam op de reê, Of 't bragt een' laading van verdraaide klagten meê, Van add'ren uitgebroeid en kruissende op malkander,24 25 Daar de eene klaager stondt als tuige voor den ander;25

Schendschriften, met den druk vereeuwigd, tot myn' blaam,

3 stelsel = stelling, nl. hun stelling, dat het octrooi niet gold in een stadhouderloos tijdperk, en dus de positie van Mauricius onwettig was. Zie p. 158, noot † (b.).

12 [Voetnoot van Mauricius] By de CONVENTIEvan 1748. met eenpaarigheid in 't Hof van POLICIEgeslooten, en door 't Hof van JUSTITIE, alle de COLLEGIEN, en Burgerofficieren goedgekeurd, met eenpaarige betuigingen van genoegen over myn Regeering.

17 in den schild te vaaren = te lijf te gaan. Wat had het nu voor nut (nl. wat de Cabale gedurende jaren opgebouwd had om de Maatschappij, de Westindische Compagnie, te kunnen bestrijden). 24 De klachten waren volgens Mauricius waardeloos, omdat de ene klager de andere tot getuige

nam, de klachten hadden dus allemaal met elkaar te maken (kruisten op malkander). 25 tuige = getuige.

En stout bestempeld met uw' Hoogheids dierb'ren Naam.1 Dus overstelpt van werk, en leevendig begraaven,2 Moest ik by nacht en dag tot myn' verdaading slaaven,3 Gelyk men Sisyfus verbeeldt, die, afgesold

5 Van arbeid zonder end, den steen den berg oprolt,5 Of als een Zeeman, die, om niet in 't zout te plompen,6 't Schip eeven boven houdt met nacht en dag te pompen. Dus moordde ik hier myn' tyd, terwyl men laat en vroeg My plaagde en tergde, en vaak de koorts op 't lichaam, joeg, 10 Om in 't onmenschlyk werk myn' harssens te verwarren,

Of 't afgebeuld geduld tot daad'lykheid te sarren.11 Nog bleef ik onversufd, en hield het sling'rend roer Bezadigd in de hand, in 't midden van 't rumoer, Gelyk een' steile rots, wanneer 't geweld der stroomen 15 In 't blaffen van den storm, met losgebrooken' toomen

Zyn' wortels beukt en schokt, zich vasthoudt, en den vloed Verduurt, tot eens de bui van zelfs heeft uitgewoed. Ver van een streng gebruik van myn gezag te maaken, Zocht ik myn' vyanden door goeddoen 't hart te raaken. 20 De Aanspraaken, die ik deed, getuigen, hoe oprecht,2020

Hoe yv'rig ik me op vrede altoos heb toegelegd. Het Hof vernietigde begonnen' rechtsgedingen.22 'k Heb zelfs een drietal der voornaamste muitelingen Door myn' verkiezing op den stoel van eer gebracht.24

1 De schendschriften waren de stadhouder toegewijd. 2 nl. volkomen geïsoleerd.

3 verdaading = verdediging.

5 Hij vergelijkt zijn arbeid met die van Sisyfus, die door de goden veroordeeld werd een rotsblok de berg op te wentelen, dat van dicht bij de top steeds weer terugrolde.

6 't zout = de zee.

11 daad'lykheid = daden. Men probeerde dus zijn geduld uit te putten, zodat hij werkelijke aanleiding tot klachten zou geven.

20 [Voetnoot van Mauricius] Aan 't Hof en Burgers

20 Hij bedoelt hier de toespraken, die hij in Suriname gehouden heeft.

22 Mauricius liet door het Hof enkele overtredingen, tegen hem als gouverneur begaan, niet vervolgen.

24 Dus doen benoemen in de bestuurscolleges. Dit wordt als edelmoediger voorgesteld, dan het in werkelijkheid was. De gouverneur was natuurlijk wel enigszins gebonden aan de voordracht door de bestuurscolleges.

Of eind'lyk eens de wrok verzaad wierdt of verzacht!1 Weêr vruchtloos! eerder stilt men afgevaste leeuwen, Die in het naare woud van dorst en honger schreeuwen, En gaapen grimmende met opgespalkte keel.

5 't Geheiligd Raadhuis werdt een slagveld van krakeel,5

En knarssend straatgeschreeuw, dat nog my dreunt in de ooren, Als of men weder bouwde aan Babels steilen toren,7

Terwyl ik Daniel verbeelde, by 't gehuil

Van Monsters, neêrgesmakt in 't diepste van een' kuil.9 10 Geen' zaak werdt afgedaan. De Rechtbank bleef geslooten.

Al wat ik voordroeg, werdt dolzinnig omgestooten. Dus bragt men alles in verwarring, en is 't vreemd? Wanneer men toom en zweep den voerman dol ontneemt, By wilde rossen, is 't zyn' schuld dan, als ze hollen, 15 En hy den wagen ziet aan honderd splinters rollen?15

Nog was 't het slimste. 't Verschgeslooten Landtraktaat,1616 Zo dier bestempeld met goedkeuring van den Staat, Werdt in de war gebragt, en de ed'le tyd versleeten Met vitten en gekyf, terwyl geen mensch kan weeten, 20 Hoe lang de vreê, die God ons geeft, nog duuren zal.20

Het klaar beloofde geld, en 't nodig slaavental Werdt my beknibbeld om de vesting te volbouwen.22 God geef', dat dit verzuim niet haast hen mag berouwen!

1 Of = in de hoop dat. verzaad = verzadigd.

5 Nu zijn voornaamste tegenstanders in de bestuurscolleges zaten, werd de strijd mede in die colleges uitgevochten.

7 Dit beeld verwijst naar de Babylonische spraakverwarring. Tot straf voor de hoogmoed der mensen, die een toren wilden bouwen die tot in de hemel reikte, gaf God ieder een andere taal, waardoor de mensen uit elkaar gingen en de torenbouw werd gestaakt.

9 Hij voelt zich in deze bestuurscolleges als Daniel in de leeuwenkuil.

15 Hij verwijt hier zijn opdrachtgevers, dat hij als gouverneur niet voldoende machtsmiddelen heeft gekregen.

16 [Voetroot van Mauricius] De gemelde CONVENTIEvan 1748. 16 En dit was nog niet het ergste.

20 De vrede namelijk tussen Nederland en de andere Europese staten. Als een oorlog uit zou breken, staat Suriname bloot aan vijandelijke invallen. Het was dus hoog tijd om met gezamenlijke inspanning de vervallen forten te versterken en Suriname in staat te stellen zich te verdedigen.

Dus draaide 't werk, wanneer de wysheid van den Staat1 De gansche zaak verwees aan Hollands Hoogsten Raad, Om waarheid en bedrog in Themis schaal te weegen.3 Toen juichte de Onschuld: doch de Laster stondt verlegen, 5 Daar 't werk der duisternis geen daglicht veelen kon.

De schuuwe nachtuil vreest de straalen van de zon. Wat raad om deezen slag te weeren of te ontduiken? De Raazerny gaf raad. Men moest geweld gebruiken, En bonzen met een' ruk den Landvoogd aan een' kant. 10 De boosheid speelde zelfs met rampen van het Land.10

Ja uit het geen my tot onsterflyke eer moest strekken, Wist zy, geweetenloos, haar add'rengif te trekken. Zelfs dorst men Bethlehems rampzaal'gen blixemslag1313 Verdraaien tot myn' blaam, en, schoon ik d'eigen dag 15 De swarte moorders liet vervolgen op de hielen,

En ook de glorie had hen alle te vernielen,

Dorst toch hun schreeuwer op de beurs van Amsterdam17

1 draaide = nam een andere (betere) koers. Wanneer wij deze betekenis kiezen, kan dus moeilijk op het voorgaande betrekking hebben. Het blijft daarom ook mogelijk, dat draaide een drukfout is voor draalde.

3 In de weegschaal, waarmee de geblinddoekte vrouwe Justitia wordt afgebeeld.

10 Namelijk, men gebruikte de voorkomende slavenopstanden en aanvallen der bosnegers om het bestuur van Mauricius (maar ook het land zelf) in discrediet te brengen.

13 [Voetnoot van Mauricius] Dus is de naam der plantaadje van THOMA. Schoon de moorders den regentyd tot uitvoering van dit gruwelstuk verkooren hadden, in 't vertrouwen, dat de blanken hen dan door de moerassen niet konden volgen, heb ik ze toch in drie dagen alle weder gekreegen, behalven een' enkelen die zich zelf hadt omgebragt. Die de Colonie kennen, zullen best oordeelen, en die een' diergelyken tocht zullen willen nadoen, zullen best ondervinden, wat eere deeze gelukkige uitvoering verdiend hadt, in plaats van dit onbesuisd geschreeuw. 't Onbegrypelykste is, dat sedert anderhalf jaar zes of zeeven eevengelyke treurgevallen gebeurd zyn, zonder eenig voordeel op de boschnegers, en dat die zelfde Persoonaadien, die over 't geval van THOMAzoo veel geschreeuw hebben gemaakt, nu stil zwygen

nu = sedert Mauricius het land verlaten had. De noten zijn later in Nederland toegevoegd. .

nu = sedert Mauricius het land verlaten had. De noten zijn later in Nederland toegevoegd.

13 Bethlehem = een plantage aan de Boven Commewijne in de buurt van Potribo. Zie kaart II. De plantage was door de bosnegers afgelopen (= verwoest).

De brandklok kleppen ('t Land stondt nu in vuur en vlam!) En hitste onkundigen, om plomp my aan te blaffen, Als of ik beet'ren kon, dat God het land wou straffen. Een slaavenopstand, die hier voorvalt jaar op jaar,

5 (Meest door der blanken schuld, die door gevloek, misbaar, Onmenschelyke straf, en ontucht met de wyven,

De Negers tergen, en tot woede en wanhoop dryven) Was nu een schriknieuws, als of 't nooit was meer gebeurd. 't Zieltoogend Lands-Crediet, dat lang reeds hadt getreurd, 10 En 't welk men zelf nu met dit kraaien en dit kryten

Hadt doodgeschreeuwd, was thans aan myn bestier te wyten.1111 De vrede, met een deel boschnegers versch gemaakt,12

Werdt plomp gelasterd, en met onverstand gewraakt; Ja 't geen by 't gansche Land gewenscht was en gepreezen, 15 (Toen de ed'le Cheusses, en meer Gouverneurs voor deezen15

Het zelfde zochten) was nu plat een gruwelstuk, Nu 't onder myn bestier volvoerd was met geluk.

God geef, dat de uitkomst nooit mag in ons voordeel spreeken,18

11 [Voetnoot van Mauricius] In ben 't in tegendeel, geweest, die 't CREDIEThersteld heb door 't PROJECT, het welke de Heer Burgermeester DEUTZheeft tot uitvoering gebragt, en zonder 't welke veel' eerlyke Lieden hun' Plantaadjen zouden hebben zien inslokken waar op 't gemunt was

Het is niet precies meer na te gaan, waarop deze noot van Mauricius doelt. De geldschieters waren blijkbaar van plan zelf de met schulden belaste plantages in handen te nemen (zoals later ook op grote schaal gebeurd is). Mauricius heeft dit weten te verhinderen met hulp van de genoemde Deutz.

.

Het is niet precies meer na te gaan, waarop deze noot van Mauricius doelt. De geldschieters waren blijkbaar van plan zelf de met schulden belaste plantages in handen te nemen (zoals later ook op grote schaal gebeurd is). Mauricius heeft dit weten te verhinderen met hulp van de genoemde Deutz.

11 Door de ophef van deze zaak gemaakt waren de geldschieters huiverig geworden nog meer geld in de nu riskant geachte plantage-ondernemingen te steken. Morgen kon immers een volgende plantage aan de beurt zijn.

12 Mauricius was de eerste die volgens het principe divide et impera (verdeel en heers, zie ook de verdediging van dit principe hierna) poogde met enkele bosnegerstammen vrede te sluiten, om daarna met hulp van de dan ‘bevredigde’ bosnegers de andere stammen te besrtijden. Latere gouverneurs hebben zijn plannen uitgevoerd. Zie ook het gedicht van P.A. de Huybert aan het einde van dit hoofdstuk. Als onderhandelaar gebruikte Mauricius de slimme slaaf Quassi (zie hoofdstuk IX), die als dank de vrijheid kreeg.

15 Cheusses, gouverneur van Suriname van 1734-1735.

18 Dat de gevolgen van deze vredebreuk niet (te laat!) pleiten voor het juiste inzicht van mij (Mauricius).

En dat deez' vreedebreuk het Land niet op mag breeken!1 Misleide tekenaars! gy kent het land hier niet.

Het geen gy op de kaart, als open' velden, ziet, Zyn donkre wouden, digt met kreupelbosch bewassen, 5 Doorsneên met Zwampen, en afgryslyke moerassen.5

Ziet, meet, hoe 't Land in diepte en breedte is uitgestrekt.