• No results found

3. Nationale identeit in Love Actually, Alles is Liefde en Zot van A Na de bespreking de raakvlakken tussen genre, vorm en nationale identiteit richt dit

3.4 Nationale identiteit in de ensemble romedy

Na de analyse van de manieren waarop de drie films inspelen op nationale identiteit heeft deze paragraaf het doel om de dynamiek tussen genre, vorm en nationale identiteit in kaart te brengen. De analyses van de films fungeren hierbij als

uitgangspunt. Deze laten zien dat er een aantal overeenkomsten en verschillen te zien zijn in de manier waarop films inspelen op nationale identiteit. Daarnaast blijkt uit de receptie dat niet alle films er even goed in slagen om een nationaal publiek aan te spreken. Door de manieren waarop de films inspelen op nationale identiteit in verband te brengen met de receptie kunnen wellicht inzichten verkregen worden in de manieren waarop een film er wel of juist niet in slaagt een nationaal publiek aan te spreken door in te spelen op nationale identiteit.

Op het niveau van de stad als sociaal microkosmos zijn er vooral

overeenkomsten tussen de drie films te zien. Ze creëren alle drie een netwerk van onderling verbonden personages, dat een imagined community vormt en fungeert als metafoor voor de gehele natie. De mate waarin de gehele natie vertegenwoordigd is, verschilt echter wel degelijk. Zo is er in Alles is Liefde en Zot van A. geen enkel niet- blank personage te zien en is er in Love Actually geen homoseksueel personage vertegenwoordigd. De diversiteit van personages die vertegenwoordigd zijn in de sociale microkosmos is van belang zijn voor het aanspreken van een nationaal publiek. Niet-blanke Nederlanders of Vlamingen voelen zich mogelijk niet vertegenwoordigd in

Alles is Liefde en Zot van A. en daardoor niet aangesproken. Daarnaast reflecteren de

films hierdoor de waarde van gelijkwaardigheid, die zowel Groot-Brittannië als Nederland en Vlaanderen als kernwaarde noemt, op een onvolledige manier. De personages in de sociale microkosmos zijn gelijkwaardig aan elkaar, maar het feit dat niet iedereen daarin is vertegenwoordigd, suggereert dat dat niet geldt voor wie daar niet bij hoort. Om een breed nationaal publiek aan te spreken, is het daarom van belang dat er een grote diversiteit aan personages is vertegenwoordigd in de sociale microkosmos in termen van leeftijd, geslacht, afkomst, geaardheid, sociale status enzovoort.

52

Op het niveau van herkenbaarheid en nationale specificiteit zijn ook veel overeenkomsten te ontdekken wat betreft de elementen die in kunnen spelen op herkenbaarheid. Vooral woordgrappen en zinspelingen die refereren aan kennis waarvoor extra-diëgetische kennis is vereist dragen daaraan bij, maar ook de representatie van de setting, de context van de acteurs en het gebruik van muziek spelen daarin een rol. De receptie van Zot van A. laat zien dat het van belang is om op dit niveau een balans te vinden tussen het overnemen van elementen uit de brontekst en het aanpassen aan het eigen publiek. Wanneer er veel elementen worden

overgenomen zonder aanpassing, is er het risico dat de film niet als eigen of origineel wordt ervaren, waar sprake van lijkt te zijn bij Zot van A. Om dit te voorkomen is het van belang om in te spelen op herkenbaarheid door te refereren aan nationaal specifieke elementen. Love Actually laat daarbij zien dat het mogelijk is om

tegelijkertijd een internationaal en een nationaal publiek aan te spreken door enerzijds gelijkheid en gevoelens van verbondenheid te benadrukken, terwijl de film op het niveau van details inspeelt op een specifiek Brits publiek.

Op het niveau van reflectie op en van nationale waarden zijn er sterke

gelijkenissen te zien tussen de films in termen van de onderliggende boodschap. Alle drie de films suggereren dat iedereen liefde kan bereiken door te breken met vaste regels en gebruiken en de controle los te laten. Enerzijds is dit opvallend, omdat de films tegelijkertijd op ‘typisch nationale’ waarden reflecteren. Anderzijds sluit deze boodschap aan bij het genre van de romantische comedy, waarvan (het aanmoedigen tot) het doorbreken van en spelen met sociale en culturele codes als een conventie gezien kan worden. De films maken op zo’n manier gebruik van deze conventie, dat ze enerzijds het universele karakter van de romantische comedy onderstrepen, terwijl ze tegelijkertijd reflecteren op waarden die geassocieerd worden met de eigen cultuur. Zo kan gesteld worden dat het verbinden van het universele en overkoepelende thema liefde aan specifiek nationale waarden, elementen of eigenschappen een belangrijke rol vervult in het aanspreken een nationaal publiek.

Hieruit volgt dat het voor een ensemble romedy die zich richt op een specifiek nationaal publiek van belang is om aan alle drie de niveaus aandacht te besteden. De mate waarin de film een afspiegeling is van de samenleving, waarin die inspeelt op herkenbaarheid, waarin die reflecteert op nationale waarden en de balans tussen deze niveaus, spelen mee in het aanspreken van een nationaal publiek.

53

Conclusie

Film en nationale identiteit zijn nauw met elkaar verbonden. Film, als onderdeel van populaire cultuur, speelt een belangrijke rol in het versterken en reproduceren van het gevoel bij een bepaalde natie te horen. Tegelijkertijd is het inspelen op nationale identiteit voor een film van belang om een specifiek nationaal publiek aan te spreken. Herkenbaarheid is hierbij het sleutelwoord. Wanneer de kijker elementen van zijn eigen nationale cultuur kan herkennen in een film, voelt hij zich meer aangesproken en betrokken en wordt zijn gevoel van verbinding met de natie versterkt. Daarbij gaat het zowel om zichtbare elementen van een cultuur als om onderliggende waarden die in een film naar voren kunnen komen.

De vorm en het genre van de ensemble romantische comedy lenen zich goed voor het overbrengen van en inspelen op een gevoel van nationale identiteit. De vorm en structuur van de ensemblefilm zorgen ervoor dat een verscheidenheid aan

personages en perspectieven vertegenwoordigd is, die met elkaar verbonden zijn door een gedeelde tijd en plaats. Daarnaast bieden de genreconventies van de romantische comedy ruimte voor het spelen met, reflecteren op en breken van sociale en culturele codes door middel van humor. Op deze manier kan het aanspreken en reproduceren van nationale identiteit in ensemble romedy’s op drie niveaus plaatsvinden: op het gebied van de setting als sociale microkosmos, nationale specificiteit en

herkenbaarheid, en reflectie op culturele waarden.

Het inspelen op nationale identiteit is in Love Actually, Alles is Liefde en Zot van

A. op al deze niveaus te herkennen. In Love Actually is er sprake van een

wisselwerking tussen het aanspreken van nationale identiteit en universaliteit, waarbij de film zich op zowel een groot internationaal als een specifiek nationaal publiek richt. De film suggereert dat liefde als universeel goed voor iedereen beschikbaar is en dat het, vooral met Kerst, voor iedereen geoorloofd is de normale gang van zaken te doorbreken om dit na te streven. Alles is Liefde, een unacknowlegded, disguised

remake van Love Actually, neemt deze boodschap grotendeels over, maar suggereert

dat het zelfs noodzakelijk is om de Nederlandse mentaliteit van nuchterheid en terughoudendheid te doorbreken om liefde te bereiken. Door het thema liefde te koppelen aan deze Nederlandse waarden en veelvuldig te refereren aan en te reflecteren op specifiek nationale elementen, krijgt de film een Nederlands karakter.

Zot van A., op zijn beurt een acknowledged, close remake van Alles is Liefde, neemt

54

vergroten, maar refereert minder dan Love Actually en Alles is Liefde aan specifiek Vlaamse elementen. De film lijkt aan de ene kant de Nederlandse versie na te willen maken, terwijl hij aan de andere kant zichzelf daarvan probeert te onderscheiden. Hierdoor heeft de film minder eenduidig een nationaal karakter dan Alles is Liefde, wat weerspiegeld wordt in de gemengde ontvangst.

Hieruit kan geconcludeerd worden dat ensemble romedy’s de potentie hebben om gevoelens van nationale identiteit aan te spreken en een film een nationaal

karakter te geven, maar dat de mate waarin ze hierin slagen van verschillende factoren samenhangt met de manier waarop op de verschillende niveaus wordt ingespeeld op nationale identiteit. Om een specifiek nationaal publiek aan te spreken is het niet alleen van belang dat de sociale microkosmos een afspiegeling van de gehele samenleving is, maar ook dat kijkers extra-diëgetische verwijzingen kunnen herkennen en ze via de film kunnen reflecteren op culturele waarden. Wanneer de film op een van deze niveaus niet of nauwelijks inspeelt op nationale identiteit, kan dat afbreuk doen aan de mate waarin het nationale publiek de film herkent als ‘eigen’ en zo aan het nationale karakter van en de waardering voor de film.

Deze inzichten in de relatie tussen nationale identiteit en de ensemble romedy kunnen van zowel theoretische als praktische waarde zijn. Zo kunnen ze bijdragen aan de theorievorming over (de relatie tussen) film, nationale identiteit, de ensemblefilm, het romantische comedy genre en remakes. Daarnaast kunnen deze inzichten wellicht ook bruikbaar zijn in het beroepsveld, bijvoorbeeld voor makers die zich willen richten op het aanspreken van een specifiek nationaal publiek.

Dit onderzoek heeft getracht nationale identiteit in de ensemble romantische comedy in een zo volledig mogelijke context te onderzoeken. Daarvoor heeft het zelf categorieën gedestilleerd om nationale identiteit in de ensemble romedy te kunnen analyseren. Deze indeling is vooral gemaakt met het doel om een manier te vinden om nationale identiteit te analyseren en heeft daarmee in eerste plaats in praktische functie. Dit onderzoek heeft dan ook niet willen suggereren dat deze onderverdeling de beste of enige manier is om nationale identiteit te analyseren. Daarbij zijn juist door deze veel omvattende benadering echter mogelijk aspecten onderbelicht gebleven. Zo heeft dit onderzoek niet veel aandacht kunnen besteden aan de politieke implicaties van het aanspreken en reproduceren van nationale identiteit. Ook was er in dit onderzoek niet veel plaats om in te gaan op de commerciële aspecten van de films in relatie tot het romantische comedy genre. Vervolgonderzoek zou bijvoorbeeld de culturele waarden die naar voren komen in de besproken films in de nationaal-

55

historische context kunnen plaatsen om te onderzoeken in hoeverre deze waarden tekenend zijn voor nationale identiteit. Daarnaast zou, bijvoorbeeld door middel van publieksonderzoek, de receptie van het publiek verder onderzocht kunnen worden om deze steviger te verbinden aan de analyse van de films. Tevens zijn in dit onderzoek genderrollen nauwelijks aan bod gekomen. Vervolgonderzoek zou hierop in kunnen gaan en de representatie van gender in de films kunnen koppelen aan culturele waarden in termen van familie.

Andere suggesties voor vervolgonderzoek hebben te maken met het

onderzoeken van verschillende soorten films om te kijken in hoeverre de inzichten die dit onderzoek heeft opgeleverd toepasbaar zijn op andere films. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden naar (verschillen tussen) nationaal en transnationaal georiënteerde ensemble romedy’s, zoals de binnen het Hollywoodsysteem geproduceerde films He’s

Just Not That Into You (Ken Kwapis, 2009), Valentine’s Day (Garry Marshall, 2010) en

diens vervolg New Year’s Eve (Garry Marshall, 2011). Ook kan een vergelijkend onderzoek tussen de Poolse, Japanse, Hindi en Nederlandse films die geïnspireerd zijn op Love Actually inzichten opleveren. Daarnaast kan verder onderzoek worden gedaan naar nationale identiteit in andere Nederlands-Vlaamse of andere Nederlandse romantische comedy’s remakes om te onderzoeken in hoeverre dat overeenstemt met de inzichten uit dit onderzoek en om meer inzicht te krijgen in de waarden die de films in verband brengen met nationale identiteit. Tevens zou een vergelijking gemaakt kunnen worden tussen succesvolle en minder succesvolle Nederlandse romantische comedy’s die zelf hun Nederlandse karakter benadrukken, zoals Hartenstraat (Sanne Vogel, 2014). Zo kan onderzocht worden of er op het gebied van het inspelen op nationale identiteit een verklaring gevonden kan worden voor het feit dat de ene film er beter in slaagt een nationaal publiek aan te spreken dan een andere. Een laatste suggestie is om te kijken naar nationale identiteit in andere genres, bijvoorbeeld

Nederhorror, om te onderzoeken in hoeverre dezelfde mechanismen in werking zijn om een nationaal publiek aan te spreken.

56

Referentielijst

Abbot, Stacey, and Deborah Jermyn, reds. Falling in Love Again: Romantic Comedy in

Contemporary Cinema. London: IB Tauris, 2008.

Acuna, Kirsten. “Why Pixar Changed Several Scenes in ‘Inside Out’ For Foreign Audiences.” BusinessInsider. 30 juli 2015. 7 mei 2017.

<http://www.businessinsider.com/why-inside-out-has-different-scenes-in-other- countries-2015-7?international=true&r=US&IR=T>

“Alles is Liefde.” MovieMeter. 2 mei 2017. < https://www.moviemeter.nl/film/40602> Anderson, Benedict. Imagined Communities: Reflections on the Origin and Spread of

Nationalism. New York: Verso Books, 2006.

Barber, Nicholas. “There’s actually no love in Love Actually.” BBC. 22 maart 2017. 28 mei 2017. < http://www.bbc.com/culture/story/20170322-theres-a-surprising-lack- of-love-in-love-actually>

Beekman, Bor. “Sentimenteler dan de Belgen.” de Volkskrant. 1 juli 2010. De Persgroep Nederland. 2 mei 2017. <http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2676/Cultuur/ archief/article/detail/1008237/2010/07/01/Sentimenteler-dan-de-Belgen.dhtml> Billig, Michael. Banal Nationalism. Londen: Sage Publications, 1995.

Biressi, Anita, en Heather Nunn. Class and contemporary British culture. Londen: Palgrave Macmillan, 2013.

Blokker, Bas. “‘Alles is Liefde’ is gelukt, en géén namaak.” NRC. 11 oktober 2007. 28 mei 2017. <https://www.nrc.nl/nieuws/2007/10/11/alles-is-liefde-is-gelukt-en- geen-namaak-11408404-a413880>

Burnand, David, and Benedict Sarnaker. "The Articulation of National Identity through Film Music." National Identities 1.1 (1999): 7-13.

Christie, Ian. "Where Is National Cinema Today (and Do We Still Need It)?." Film

History: An International Journal 25.1 (2013): 19-30.

Commissie “ter invulling van de cursus maatschappelijke oriëntatie”. Eindverslag.

Voorzitter: Marc Bossuyt. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, team

Diversiteit en Inburgering, 2006.

Commisson for Racial Equality. Citizenship and Belonging: What is Britishness?

Londen: ETHNOS Research and Consultancy, 2005.

Cuelenaere, Eduard, Stijn Joye, en Gertjan Willems. "Reframing the Remake: Dutch- Flemish Monolingual Remakes and Their Theoretical and Conceptual Implications." Frames Cinema Journal 10 (2016): 1-19.

57

Deleyto, Celestino. The Secret Life of Romantic Comedy. Manchester: Manchester University Press, 2009.

Deleyto, Celestino. "Between Friends: Love and Friendship in Contemporary Hollywood Romantic Comedy." Screen 44.2 (2003): 167-182.

Department of Education. Promoting Fundamental British Values as Part of SMSC in

Schools. Londen: Department of Education, 2014.

Dhoest, Alexander. "Eigen fictie eerst? De receptie van Vlaamse tv-fictie en culturele identiteit." Media/Cultuur/Identiteit: Actueel onderzoek naar media en maatschappij (2008): 89-100.

Dreyfuss, Ben. “Why Love Actually Matters.” Mother Jones. 9 december 2013. Mother Jones and the Foundation for National Progress. 28 mei 2017.

<http://www.motherjones.com/media/2013/12/why-love-actually-matters> Eco, Umberto. "Innovation and Repetition: Between Modern and Post-Modern Aesthetics." Daedalus (1985): 161-184.

Edensor, Tim. National Identity, Popular Culture and Everyday Life. Oxford: Berg, 2002.

Ekker, Jan Pieter. “Alles is Liefde.” de Volkskrant. 11 oktober 2007. De Persgroep Nederland. 28 mei 2017. <http://www.volkskrant.nl/recensies/alles-is-

liefde~a3862565/>

Elsaesser, Thomas. European Cinema: Face to Face with Hollywood. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2005.

Everett, Wendy. "Fractal Films and the Architecture of Complexity." Studies in

European Cinema 2.3 (2005): 159-171.

Finger, Bobby. “Richard Curtis on About Time, Love Actually and Being a ‘Fool for Love’.” Vulture. 30 oktober 2013. 2 mei 2017. <http://www.vulture.com/2013/10/rom- com-king-richard-curtis-is-a-fool-for-love.html>

French, Philip. “Magnolia.” The Observer. 19 maart 2000. 17 juni 2017.

<https://www.theguardian.com/film/News_Story/Critic_Review/Observer_review/0,, 148600,00.html>

Gerritsen, Marinel. “Vlaanderen en Nederland: één taal, twee culturen?” Neerlandia/Nederlands van Nu 118.1 (2014). 26-29.

Grever, Maria, and Kees Ribbens. Nationale identiteit en meervoudig verleden. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2007.

Grindon, Leger. The Hollywood Romantic Comedy: Conventions, History and

58

Heldt, Guido. "‘… There's No Music Playing, and It's Not Snowing’: Songs and Self- reflexivity in Curtisland." Music, Sound, and the Moving Image 6.1 (2012): 73-91. Hertogs, Bert. “Zot van A.: meer rom dan com.” Concertnews.be. 18 oktober 2010. 28 mei 2017. <http://www.concertnews.be/recensietonen.php?id=780&kop=%20 Zot%20van%20A:%20filmverslag&waar=%20Kinepolis%20Brussel>

Higbee, Will, and Song Hwee Lim. "Concepts of Transnational Cinema: Towards a Critical Transnationalism in Film Studies." Transnational Cinemas 1.1 (2010): 7-21. Higson, Andrew. "The Concept of National Cinema." Screen 30.4 (1989): 36-46. Hobsbawm, Eric. “Introduction: Inventing Traditions.” The Invention of Tradition. Reds. Eric Hobsbawn and Terence Osborn Ranger. Cambridge: Cambridge University Press, 1983.

Hofstede, Barend Peter. In het wereldfilmstelsel: Identiteit en organisatie van de

Nederlandse film sedert 1945. Delft: Eburon, 2000.

Jeffers McDonald, Tamar. Romantic Comedy: Boy Meets Girl Meets Genre. Columbia: Columbia University Press, 2012.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kernwaarden van de Nederlandse

samenleving. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2014.

Mittell, Jason. "Narrative Complexity in Contemporary American Television." The

Velvet Light Trap 58.1 (2006): 29-40.

Mosley, Philip. Split Screen: Belgian Cinema and Cultural Identity. New York: State University of New York Press, 2001.

Napper, Lawrence. “British Cinema.” Introduction to Film Studies. Red. Jill Nelmes. Londen: Routledge, 2012. 360-397.

Orr, Christopher. “Love Actually is the Least Romantic Film of All Time.” The Atlantic.

6 december 2013. The Atlantic Monthly Group. 28 mei 2017.

<https://www.theatlantic.com/entertainment/archive/2013/12/-em-love-actually-em- is-the-least-romantic-film-of-all-time/282091/>

Pisters, Patricia. "The Mosaic Film: Nomadic Style and Politics in Transnational Media Culture." Thamyris/Intersecting: Place, Sex and Race 23.1 (2011): 175-190.

Pletinck, Bruno. “Zot van A.” Seen on Screen. 11 november 2010. 28 mei 2017. <https://naardecinema.com/2010/11/11/zot-van-a/>

Ross, Alison. The Language of Humour. New York: Routledge, 1998.

Savage, Mike, et al. "A New Model of Social Class? Findings from the BBC’s Great British Class Survey Experiment." Sociology 47.2 (2013): 219-250.

59

of Network Narratives." FORUM: University of Edinburgh Postgraduate Journal of

Culture & the Arts. 1.8 (2009). Z.pag.

Smagge, Patricia. “Zot van A. (2010)” Cinemagazine. 2010. 28 mei 2017. < https://cinemagazine.nl/zot-van-a-2010-recensie/>

Smith, Anthony D. National Identity. Reno: University of Nevada Press, 1991. Smith, Murray. "Altered States: Character and Emotional Response in the Cinema." Cinema Journal 33.4 (1994): 34-56.

Van Dessel, Dennis. “Zot van A.” Enola. 10 oktober 2010. 2 mei 2017 <http://www.enola.be/film/recensies/16197:zot-van-a>

Van Gorp, Jasmijn. "Wat is nationaal aan nationale cinema?" Tijdschrift voor

communicatiewetenschap 38.1 (2010): 49-62.

Van Kooten, Kim. “Alles is Liefde.” Film script. Amsterdam: De Harmonie, 2007. Van Krieken, Romy. “Alles is Liefde.” Superguide. 2007. Veronica Magazine. 28 mei 2017. < http://www.superguide.nl/film/alles-is-liefde-843930>

Verevis, Constantine. Film Remakes. Edinburgh: Edinburgh University Press, 2006. Verstraten, Peter. Humour and Irony in Dutch Post-war Fiction Film. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2016.

Willemen, Paul. “The National Revisited.” Theorising National Cinema. Reds. Valentina Vitali en Paul Willemen. London: British Film Institute, 2006. 29-43.

Williams, Alan, red. Film and Nationalism. New Brunswick: Rutgers University Press, 2002.

Witty, Thijs. “Alles is Liefde.” FilmTotaal. 10 oktober 2010. 28 mei 2017. <https://www.filmtotaal.nl/recensie/10980>

60

Medialijst

All Stars. Dir. Jean van de Velde. PolyGram Filmed Entertainment, 1997. Alles is Familie. Dir. Joram Lürsen. A-Film Distribution, 2012.

Alles is Liefde. Dir. Joram Lürsen. A-Film Distribution, 2007.

Babel. Dir. Alejandro González Iñárritu. Paramount Vantage, 2006. Bridget Jones’ Diary. Dir. Sharon Maguire. Miramax Films, 2001. Buitenspel. Dir. Jan Verheyen. Kinepolis Film Distribution, 2005. Crash. Dir. Paul Haggis. Lionsgate Films, 2004.

EastEnders. BBC One. 1985-.

Four Weddings and a Funeral. Dir. Mike Newell. Rank Film Distributors, 1994. Hartenstraat. Dir. Sanne Vogel. Just Film Distribution, 2014.

He’s Just Not That Into You. Dir. Ken Kwapis. New Line Cinema, 2009.