• No results found

Hoofdstuk 5. Conclusies en aanbevelingen

5.7 Nalevingscampagne

Voor deze scriptie is opdracht gegeven vanuit de afweging of FNV Handhaving en Naleving een campagne zou moeten starten in één of meer van de onderzochte branches. Hieronder volgt een bespreking van de afwegingen die daarmee gemoeid zijn, op basis van de aanwijzingen voor schemerpraktijken die in deze scriptie zijn besproken.

Zou hier een nalevingscampagne op moeten komen?

De factoren die schemerpraktijken mogelijk maken, zijn in alle drie de branches volledig aanwezig. En de cocktail die het voortbrengt is giftig: schemerpraktijken hebben de

mogelijkheid om arbeidsvoorwaarden te ondermijnen. Als de praktijken dat niet direct doen voor een persoon die via een schemerpraktijk werkzaam is, dan gebeurt dat indirect in oplopende personeelskosten en daarmee minder beschikbaar budget voor de

arbeidsvoorwaarden van bestaande werknemers en de mogelijkheid in de toekomst tekorten op te vangen door investeringen in scholing of duurzame inzetbaarheid. Een bron bij een detacheringsbureau zegt dat ‘iedereen zomaar een nieuw bureau op kan richten’ en ze ‘elke week nieuwe namen hoort’. Dat geldt ook voor het zorggebied buiten de drie

onderzoeksbranches. Het is van belang om meer inzicht te krijgen in het reilen en zeilen van uitzend- en detacheringsbureaus. In een omgeving die kampt met grote tekorten en waarin instellingen en gemeenten massaal aangeven te weinig budget beschikbaar te hebben, leiden de praktijken van de bureaus op langere termijn tot uitholling van de kwaliteit van zorg voor de cliënt.

Waarop zou een campagne van FNV Handhaving en Naleving zich moeten richten?

FNV Handhaving en Naleving moet zich op drie manieren inzetten om schemerpraktijken de das om te doen:

De eerste manier is beter zicht krijgen op wat er in de instellingen gebeurt. Als gemeenten er geen zicht op hebben, brancheverenigingen sociaal wenselijke verhalen

vertellen die niet stroken met de realiteit van opkomende uitzend- en detacheringsbureaus en andere arbeidsmarktontwikkelingen duiden op een toxische omgeving die werkgevers ertoe dwingt creatieve oplossingen te bedenken, en als werkgevers zelf aangeven graag gebruik te maken van (illegale) inzet van ZZP, is er werk aan de winkel. Dat werk kan worden verricht door de inzet van kaderleden en leden van ondernemingsraden om het reilen en zeilen van instellingen in kaart te brengen.

De tweede manier is bijdragen aan een sterke lobby richting de politiek om beleid te maken dat de kwaliteit van zorg waarborgt en gemeenten en instellingen de middelen biedt

die ze nodig hebben en maatschappelijke druk uit te oefenen om

arbeidsvoorwaardenpakketten, een cao sociaal domein, betere financiering voor instellingen en een duidelijker kader voor gewenste arbeidsrelaties te realiseren. Daarvoor kiest de vakbond haar eigen (actie)middelen.

De derde manier is dat FNV Handhaving en Naleving instrumenten moet ontwikkelen die kunnen worden ingezet in tussentijdse cao-onderhandelingen om de controle op

schemerpraktijken te verbeteren. Een goed voorbeeld hiervan is de cao-GHZ, waarin is afgesproken dat een monitor wordt ingesteld die arbeidsrelaties toetst.

Slotwoord

Deze scriptie staat in het teken van kwaliteit van zorg. Voor kwaliteit van zorg is alleen geld niet voldoende. Stabiliteit in instellingen, maar ook in het beleid van het hele sociale domein zijn minstens zo belangrijk. Onzekerheid over werk en inkomen heeft onvermijdelijk

neveneffecten op de kwaliteit van dienstverlening. Cliënten in de GGZ, Jeugdzorg en GHZ zijn er ontegenzeggelijk bij gebaat om een bekend en vertrouwd gezicht te zien. Het is van belang dat de persoon achter dat gezicht ontspannen en rustig het professionele werk kan doen. Wanneer werknemers in de zorg in grote (financiële) onzekerheid moeten leven, dragen ze dat mee in hun werk. Dat heeft niet alleen financiële gevolgen door een lagere kwaliteit van dienstverlening, maar ook menselijke en emotionele gevolgen.

De bredere gevolgen van de flexibiliserende samenleving, werden op 1 juli 2017 in een interview in de Volkskrant met socioloog Richard Sennett uitstekend omschreven: “Flexibiliteit komt in de praktijk neer op permanente voorwaardelijkheid. Samenwonen, een

huis kopen, kinderen krijgen: het wordt noodgedwongen uitgesteld. Uiteindelijk pakt dat desastreus uit voor ons wezen zelf, ons karakter. De flexmens heeft steeds meer moeite om, zoals Sennett het beschrijft, 'de auteur van zijn eigen leven' te zijn. Om te bouwen aan een levensverhaal waaraan zij of hij zelfrespect kan ontlenen. In plaats daarvan wordt een overdosis buigzaamheid gevraagd. Net zolang tot de tak breekt.”

De overheid hoort de bondgenoot van zorgwerkers te zijn, maar maakt hen steeds meer het leven zuur en het werken lastig. Neoliberale marktelementen krijgen daardoor de kans de samenleving op kosten te jagen, tot nadeel van de zorg. Het is tijd om af te rekenen met alles wat de kwaliteit van zorg in de weg staat en het is tijd voor een diepgevoelde koestering van het einddoel van zorg: het vriendelijke en vertrouwde gezicht dat kwaliteit levert aan de cliënt en daar een glimlach voor terugkrijgt.

Literatuurlijst

Arto Recruitment (2017). Detachering als oplossing voor flexibele continuïteit. Beschikbaar via:

https://www.arto.nl/detacheren

AZWinfo (2017). Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Brancherapportage GGZ,

Brancherapportage Jeugdzorg & Brancherapportage GHZ.

AZWinfo Databank (2017). Beschikbaar via: https://azwinfo.databank.nl/

Binnenlands Bestuur (2016). Zes op tien gemeenten heeft tekort op jeugdhulp. Beschikbaar via:

http://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/zes-op-tien-gemeenten-heeft-tekort-op- jeugdhulp.9553137.lynkx

Castree, N. (2010). Neoliberalism and the Biophysical Environment 1: What ‘Neoliberalism’ is, and

What Difference Nature makes to it. Geography Compass (4/12).

CPB (2016). Flexibiliteit op de arbeidsmarkt.

CBS (2016). Werknemers en zelfstandigen: overeenkomsten en verschillen tussen CBS-cijfers.

CBS Statline (2017). Beschikbaar via: http://statline.cbs.nl/Statweb

CNV Vakmensen (2017). Payrolling. Beschikbaar via

https://www.cnvvakmensen.nl/diensten/kennisbank/payrolling.

De Monitor (03/01/2016). M. Schut. Driekwart van startende psychologen en orthopedagogen voelt

zich uitgebuit. Beschikbaar via: https://demonitor.ncrv.nl/uitbuiting-starters-en-stagiairs/driekwart- van-startende-psychologen-en-orthopedagogen-voelt-zich-uitgebuit

DiMaggio, P.J. & W. W. Powell (1983) The Iron Cage revisited: Institutional Isomorphism and

Collective Rationality in Organizational Fields. American Sociological Review, 48/2, p. 147-160.

FCB. Fonds Collectieve Belangen.

Echtelt, P. van, Schellingerhout, R., & De Voogd-Hamelink, M. (2015). Vraag naar arbeid 2015. SCP: Den Haag.

Flexbarometer (2017). Beschikbaar via: www.flexbarometer.nl

GGZ Nederland (2017) Faciliteiten Ondernemingsraad. Beschikbaar via:

http://www.ggznederland.nl/cao/a-faciliteiten-ondernemingsraad

FNV (2015) Contracting. Balletje – balletje op de arbeidsmarkt. Rapportage onderzoek contracting. Beschikbaar via: https://www.fnv.nl/site/alle-sectoren/sectoren/flex/880851/FNV_Naleving_- _Rapportage_onderzoek_Contracting_-_maart_2015.pdf

FNV (2017) Werk je als uitzendkracht? Beschikbaar via: https://www.fnv.nl/over-fnv/ons- werk/handhaving-en-naleving/misbruik-uitzendkrachten/

FNV Werkwacht (2017) Verschil detachering- en uitzendbureau. Beschikbaar via:

https://werkwacht.nl/artikel/verschil-detachering-en-uitzendbureau/

Hilbers, P., Houwing, H. & L. Kösters (2011) De flexibele schil – Overeenkomsten en verschillen

tussen CBS- en UWV-cijfers.

Jettinghoff, K. & Joldersma, C. (2016). Werkgeversenquête 2016. Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Den Haag: CAOP & Kiwa Carity.

Kampen, T.G. (2014) Verplicht vrijwilligerswerk: de ervaringen van bijstandscliënten met een

tegenprestatie voor hun uitkering.

Lipietz, A. (1997) The post-Fordist world: labour relations, international hierarchy and global

ecology. Review of International Political Economy (4/1), p. 1-41.

Meier, K.J. & L.J. O’Toole Jr. (2011) Comparing Public and Private Management: Theoretical

Explanations. Journal of Public Administration Research and Theory (21), p. 283-299.

Meyer, J.W. & B. Rowan (1977) Institutionalized Organizations: Formal Structure as Myth and

Ceremony. American Journal of Sociology, 83/2, p. 340-363.

Mizruchi, M.S. & L.C. Fein (1999) The Social Construction of Organizational Knowledge: A Study of

the Uses of Coercive, Mimetic and Normative Isomorphism. Administrative Science Quarterly (44/4),

p. 653-583.

Movisie (2017). Bepaal de organisatievorm. Beschikbaar via: https://www.movisie.nl/startmotor- sociale-wijkteams/plan-de-organisatievorm.html?start=1

Parker, R. & L. Bradley (2000) Organisational Culture in the Public Sector: Evidence from Six

Organisations. International Journal of Public Sector Management, 13/2, p. 125-141.

Pollitt (2010). Public sector, private sector – where would we be without a few good stereotypes? The essential public manager.

Powell, W.W. (1990) Neither Market nor Hierarchy. Network Forms of Organization. Research in Organizational Behavior (12), p. 295-336.

Sadiraj, K., Ras, M. & E. Pommer (2016) Cumulaties in de Jeugdholp. Sociaal en Cultureel Planbureau: Den Haag.

Standing, G. (1997) Globalization, Labour Flexibility and Insecurity: the Era of Market Regulation. European Journal of Industrial Relations (3/1), p. 7-37. SAGE: Londen.

Trouw (06/01/2016). Julen, J. Nederland is Europees kampioen flexwerken. Beschikbaar via:

https://www.trouw.nl/home/nederland-is-europees-kampioen-flexwerken~a45bebd9/

Valk, P. van der (2016). Cao onder druk? Onderzoek naar ontwikkeling van collectieve

arbeidsverhoudingen in relatie tot de cao. De Burcht: Amsterdam.

Vlasblom, J.D. & E. Josten (2013) Een onzeker perspectief: vooruitzichten van tijdelijke werknemers. SCP: Den Haag.

Windt, W. van der, Velde, F. van der & A. van der Kwartel (2009). Arbeid in Zorg en Welzijn 2009.

WRR (2017). Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel werkenden en de moderne organisatie van

arbeid. Den Haag.

WRR (2017) De val van de middenklasse? Het stabiele en kwetsbare midden. Den Haag.

Yang, C.W., Fang, S.C. & W.M. Huang (2007) Isomorphic Pressures, Institutional Strategies, and