• No results found

Hoofdstuk 6 Materiaaltechnisch onderzoek

6.3 Monstername & microscopisch onderzoek

Zoals in paragraaf 4.4 Constructie naar voren is gekomen is de wieg opgebouwd uit vier onderdelen. Om een volledig beeld te krijgen van de aanwezige afwerking van deze onderdelen zijn er monsters

genomen. In samenwerking met M. Jacques, restoration trainee UvA, zijn er tien monsters genomen die zowel het totale lagenpakket als een deel van de houten drager omvatten. De locaties zijn gekozen op

44

Afb. 41 Locatie monstername 1. foto: auteur, 2016

basis van de resultaten van de visuele analyse. Bij iedere locatie zijn er twee monsters genomen, één voor microscopisch onderzoek en SEM-EDX en een monster voor de GCMS analyse. Zoals eerder genoemd lijkt het grootste gedeelte van de afwerking die aanwezig is op het meubel te bestaan uit een recente overschildering. Alleen in de minder eenvoudig te bereiken plekken is het aannemelijk dat er restanten van eerdere afwerkingen kunnen worden aangetroffen. De locaties van de monstername zijn:

- 1. Voet van de wieg (afb. 41)

- 2. Onderzijde van de bak (linkerzijde achter) - 3. Binnenzijde bak

- 4. Sluitstuk gordijndrager - 5. Kegelvormig ornament 86

Afb. 40 Overzicht locaties monstername. foto: auteur, 2016

De locaties vertegenwoordigen het geheel van de geschilderde onderdelen van de wieg. Bij visuele analyse vertoonde het sluitstuk van de gordijndrager sporen van meerdere afwerklagen. Deze locatie is gekozen omdat het aannemelijk wordt geacht dat naast de overschilderingen wellicht ook nog een restanten van de oorspronkelijke afwerklaag aanwezig zouden kunnen zijn. Het kegelvormig ornament aan de bovenzijde van de gordijndrager is beschilderd met bronskleurige verf, onder deze verflaag is een duidelijke laagopbouw zichtbaar. Deze laagopbouw met krijtgrondering zou kunnen duiden op een vergulding.

De monsters zijn ingebed in kunsthars en vervolgens geslepen en gepolijst.87 De ingebedde

monsters (verfdwarsdoorsnedes) zijn in samenwerking met M. de Keijzer, senior onderzoeker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, microscopisch bekeken met opvallend gepolariseerd licht

86 Foto’s van de locaties van de monstername in bijlage V.

87 Voor het inbedden van de monsters is Poly-pol PS 230 giethars met 1% M.E.K.-peroxyde gebruikt.

2 4 3 5

45

(Bright Field), opvallend gereflecteerd licht (Dark Field) en met UV-straling.88 Vervolgens zijn er met een microscoop van de UvA opnames gemaakt van de verfdwarsdoorsneden en is de laagopbouw van de dwarsdoorsneden is microscopisch in kaart gebracht met verschillende vergrotingen.89 Monsters 2, 3 en 4 vertonen een duidelijke vergelijkbare laagopbouw zien (afb 42):

- Houten drager - Grondering (wit) - Crème kleur - Wit

De opbouw van de verflagen geeft aan dat de witte verflaag de meest recente afwerking is. De grondering is direct op de houten drager aangebracht, de laag die daar overheen is aangebracht kan derhalve de oorspronkelijke afwerking van het meubel zijn. Deze laag is minder wit van kleur dan de grondering en bevat rode en gele okers en zou een crème kleur kunnen zijn geweest.90 De

verfdwarsdoorsnede van het sluitstuk van de gordijndrager (4) vertoont, na de houten drager, witte grondering en crème kleur, twee additionele kleurenlagen. Dit zijn een verflaag met oranje pigmenten en een volgende verflaag met (organische) rode pigmenten. Deze dwarsdoorsnede geeft aan dat er over de oudste verflagen op het meubel er nog één of misschien twee overschilderingen zijn geweest op dit onderdeel van het meubel voordat de meest recente afwerking werd aangebracht. De opbouw van het verflagenpakket van verfdwarsdoorsnede 1 (van de voet van de wieg) heeft een vergelijkbare afwijkende opbouw in vergelijking met de bovengenoemde monsters 2 en 3:

- Houten drager - Grondering (grijs) - Zwart

- Wit - Wit

Dit lagenpakket laat zien dat er in principe sprake is van een vergelijkbare opbouw vergeleken met de bovengenoemde dwarsdoorsneden maar dat de grondering hier niet wit maar gekleurd (grijs) is. De laag die daarop volgt is zwart en kan, volgens de volgorde van de laagopbouw, gezien worden als de

oorspronkelijke afwerking. Na deze laag volgen twee overschilderingen waarvan de laatste de meest recente, zichtbare afwerking van het meubel is. Bij de verfdwarsdoorsnede van het kegelvormige ornament (monster 5) kwam er door het gebruik van Bright Field naar voren dat er zowel sprake is van een bronsverf-overschildering (bronsering) als van een vergulding (afb. 43). De bronsering is herkenbaar aan dikke ‘schubben’ metaalpoeder in de verflaag. Dit is de bovenste laag van de dwarsdoorsnede. Vlak daaronder is een zeer dunne lijn metaalfolie te zien die duidt op een vergulding.

De gegevens die naar voren komen uit het microscopisch onderzoek wijzen er op dat er bij alle vijf de dwarsdoorsneden mogelijk een oorspronkelijke afwerklaag aanwezig is onder de witte

overschildering. Deze laag volgt direct op de gronderingslaag die op de houten drager aanwezig is. Bij monsters 2, 3 en 4 is deze verflaag een crème kleurige laag en bij monsters 1 is dit een zwart gekleurde laag die op een grijze gronderingslaag is aangebracht. Daarnaast komt uit de analyse van monster 5 naar voren dat er onder de bronsering inderdaad oorspronkelijk een vergulding aanwezig is geweest. In paragraaf 5.1 Levensloop meubel komt er uit de bronnen naar voren dat de oorspronkelijke kleuren van de wieg zwart, crème en goudkleurig zijn geweest. Het microscopisch onderzoek bevestigt de

aanwezigheid van deze kleuren in de verflaagopbouw in de verflagen. Daarbij moet wel genoemd worden dat de werkelijke kleur van een verflaag door middel van microscopisch onderzoek niet met

88 Er is gebruik gemaakt van Zeiss Axioplan 2 microscoop van de RCE. 89 Leica DM 2500 M lichtmicroscoop van de Universiteit van Amsterdam. 90 Uit bespreking met M. de Keijzer, RCE.

46

zekerheid kan worden vastgesteld, de analyse toont de aanwezigheid van pigmenten die bepalend zijn voor kleur in een verfdwarsdoorsnede.91

Afb. 42 Verfdwarsdoorsnede 2 onderzijde bak linksachter. (1) geeft de meest recente witte verflaag aan, (2) is een dikke crème kleurige laag, (3) is de grondering, DF 100x vergroot. foto: auteur, 2016

91 Keijzer, p. 50.

3 2 1

47

Afb. 43 Verfdwarsdoorsnede kegelvormig ornament. De 'schubben’ van de bronsering zijn te zien in de bovenste laag (1), daaronder is een dunne laag metaalfolie zichtbaar (2), BF 500x vergroot. foto: auteur, 2016

6.4 Scanning Electron Microscope Energy Dispersive X-ray spectroscopy (SEM-