• No results found

Misschien kun je beginnen met vertellen over wat het verhaal achter jouw overstap is A:Voor mij persoonlijk, wat was de drijfveer? Nou ik heb dan bijna 25 jaar journalistiek gedaan En,

euh, ja, wat was de afweging? Nou, de verschraling van de journalistiek was een afweging. Het feit dat ik al 25 jaar het deed en ook best wel heel veel leuke dingen heb gedaan, maar dacht van: ja, dan kan ik weer hetzelfde rondje gaan maken. En daarboven zaten nog wel functies die ik dan had kunnen doen die nieuw waren, maar waarvan ik dacht: dat is privé moeilijker te combineren. En ook wel de behoefte om gewoon weer wat nieuws te doen. Dus die combinatie, dat ik dacht: ik ben nou in de veertig, blijf ik dit dan doen tot mijn pensioen. Nou, dan kom je dus op de verschraling van de journalistiek. Je ziet natuurlijk dat het allemaal steeds minder wordt. Meer onzekerheid. Jongeren blijven wel binnenstromen, en ja, dan denk je: dan is het ook wel weer handig als de ouderen dan weggaan. Want, he, er zijn al minder banen. Het wordt ook een beetje een kunstje op een gegeven moment. En het is wel heel erg leuk om weer iets heel nieuws te leren. Je begint eigenlijk aan een nieuw carrière waarvan je dan de eerste jaren heel veel te leren hebt. En dan nouja, dan op die manier is het ook leuker om het te blijven doen totdat je met pensioen gaat, omdat het spannend is zeg maar. Dus dat is in een notendop wat mij gemotiveerd heeft.

En hoe zag je journalistieke carrière eruit?

Dan moet ik even denken hoor. Ik ben begonnen in Zeeland. Toen had ik een vriendje in Zeeland en toen ben ik daar naartoe gegaan, studeerde psychologie. En eigenlijk vond ik psychologie, ja, het ging allemaal wel, maar echt leuk vond ik het ook weer niet. En voor mij was ook een eyeopener dat heel veel studenten heel proactief met hun lesstof omgingen, terwijl ik meer een stamper was. Dus daar had ik al wat twijfels over. En toentertijd zat er een module journalistieke vaardigheden zat er ook in in die studie. En dat, nouja, daar merkte ik dat ik dat heel erg leuk vond. En dat ging ook supergoed en heel makkelijk. Nouja, dat in combinatie met mijn vader die op de middelbare had gezegd van: ja, je moet journalistiek gaan doen. Maar dat deed ik dan lekker niet, weetjewel. Maar dat begon toen wel weer te rinkelen begin twintig. En ik had ook wel eens een beroepskeuze gedaan, daar kwam dat ook uit dat ik dan misschien bij een tijdschrift moest gaan werken. Dus die drie dingen samen, daarvan dacht ik: misschien moet ik toch kijken of ik die kant op kan gaan. Nouja, toen kwam ik dus in Zeeland terecht, toen ben ik eerst nog heen en weer naar Leiden gegaan, maar mijn schoonvader - we waren niet getrouwd, maar zijn vader, was toen correspondent voor het [landelijke krant]. Zo kwam ik er eigenlijk heel concreet mee in aanraking van oh, oke, jij doet dat al en hoe werkt dat dan. En dat ging gewoon heel simpel. Ik weet niet of dat nu nog zou kunnen. Maar het was toen best wel een tekort aan correspondenten in Zeeland en ja, hij had mij toen gezegd: dan moet je bellen naar zo'n krant en dan vraag je naar de eindredacteur. Dus dat had ik ook wel opgeschreven van: de eindredacteur. Geen idee wat het is, maar daar vraag ik dan naar. Dus, euh, nouja, dat heb ik toen gedaan op een dag 's morgens vroeg in mijn badjas. Dat ik dacht: ik ga maar eens naar [landelijke krant] bellen en kijken wat er gebeurt. En tot mijn schrik werd er gezegd: ja, nou, we zoeken nog wel iemand en schrijf maar een stukkie. Maar ik had nog nooit een stukkie geschreven. Dus, euh, dan moest 'ie dus om één of twee uur moest hij dat hebben ofzo. Van een of andere veerboot die gezonken was in Zeeuws-Vlaanderen. Nou, Zeeland kende ik ook heel slecht, dus ik moest het allemaal gaan opzoeken. Dus toen ben ik als een gek naar de krantenkiosk gerend en allemaal kranten gehaald om te kijken waar dat plaatsje lag en wat er dan gebeurd was. En een beetje gaan rondbellen en een stukkie geschreven. Dat moest nog per fax via de sigarenboer moest dat doorgestuurd worden, want er was helemaal geen internet. En dat werd toen toch geplaatst die middag. En nouja, toen was ik correspondent Zeeland voor [landelijke krant]. Dus dat is heel bizar. Was wel veel veranderd aan dat stukje hoor. Dus zo is het van start gegaan. Mazzel en toeval. En toen heb ik vrij snel, omdat je dan te boek staat als [landelijke krant]-

correspondent kreeg ik toen van het agrarisch dagblad, ik wist niet dat dat bestond, maar die belden mij toen en zeiden: joh, jij zit bij [landelijke krant] voor de provincie. En wil je voor ons ook correspondent worden? Nouja, waarom niet? Dus toen heb ik daar twee jaar voor die twee kranten gewerkt en toen werd [regionale omroep] opgericht. En dat was ook wel toevallig in een restaurant dat

77 ik achter iemand zat en die hoorde ik daarover praten en daar raakte ik mee in gesprek en nou, we zoeken nog wel mensen etcetera. Dus toen kon ik daar ook als freelancer aan de slag en dat is natuurlijk allemaal no cure no pay. Dus ja, zij konden daar ook geen buil aan vallen. Nouja, toen heb ik me voorgenomen dat ik die vier jaar op de hbo zou besteden die ga ik nu gebruiken in de praktijk om te kijken of ik dan over vier jaar op hetzelfde punt ben beland. En met die drie is dat wel gelukt. Toen ben ik bij [regionale omroep] gaan werken. En iedereen was nieuw en moest het vak leren en radio leren enzo, dus toen heb ik - want ik had ook nog geen rijbewijs- met mijn brommertje door de provincie gegaan. En ja, dat was superleuk.

En toen deed je voor [regionale omroep] voor de radio?

Ja, radioverslaggeving. Ik moet zeggen dat ik dat wel wat leuker vond, iets makkelijker. Want, ja, voor schrijven, zeker als je geen theoretische ondergrond hebt, ja, ik had bij de bieb wel allemaal boekjes gehaald. En ik ben weekendje bij het agrarisch dagblad geweest om een beetje coaching te krijgen. Maar taalkundig en aan het schrijven van artikelen zit meer techniek dan aan radio. Zeker toen. Want radio was, ja, begin jaren negentig, dan deed een technicus je montage. Dus je ging ergens naar toe en je deed je interview op je natuurlijke nieuwsgierigheid en dan ging je monteren met een technicus. Dus dat was heel leuk, maar toen ging het uit met mijn vriendje en wilde ik weer terug en toen ben ik bij Radio West terechtgekomen. Eerst op proef een maand ofzo en uiteindelijk kon ik daar ook als freelancer naartoe. Toen had ik wel een contract voor vijf dagen ofzo. Dat heb ik toen een aantal jaren gedaan. Vanuit daar ben ik naar Hilversum gedaan, [radiozender] naar de [landelijke omroep], voor het ochtendprogramma verslaggeving gaan doen. Eigenlijk maar een half jaartje gedaan. Soort poule met [landelijke omroepen]. Hadden 's ochtends, 's middags en 's avonds een gezellig

actualiteitenprogramma zeg maar. Dus je werkte voor iedereen zeg maar. En na een half jaar kwam de [landelijke omroep] en die zeiden: we gaan in het weekend een nieuw programma opzetten. En ik werd benaderd om de eindredactie te doen voor die programma's. Maar toen was ik midden twintig, best wel jong. Maar grote kans natuurlijk. Dus toen heb ik dat gedaan en aantal jaren gedaan en toen dacht ik: nu ben ik 27/28 ofzo, het ging allemaal wel heel snel. En nu? Wil ik nou hierin leidinggeven? Ik wilde eigenlijk wel weer de straat op. En meer leren. Een vriendin van mij werkte bij [regionale omroep], ben ik daar gaan werken. Verslag tv geleerd en eindredactie gedaan een aantal jaren. Het ging ook heel moeilijk daar met de omroep. We hadden toen al twee acties van: red [regionale omroep], en live-uitzendingen enzo. Leuk, maar ook slopend, want je zit de hele tijd van: heb ik mijn baan straks nog. En uiteindelijk is het wel blijven bestaan, maar toen zat ik er wel een beetje doorheen. En ik moet zeggen: het is ook fabriekswerk. En dat is een beetje ook wat later is teruggekomen: het is een beetje itempie poepen. Je komt binnen, en het is: wat gaan we doen vandaag? En dan hup hup hup, racen, racen, racen. Zorgen dat het op tijd af is. Heb je je itempje af en de volgende dag begint het weer opnieuw. En elke dag wel wat anders, maar in de kern komt het op hetzelfde neer. Het is wel heel vluchtig allemaal. Dus ik dacht: ik ga voor mezelf beginnen, toen begon internet een beetje op te komen. En ik was inmiddels thuis voor een vriend een website aan het bouwen en dat vond ik wel intrigerend hoe dat ging en leuk om te doen ook. Dus ik dacht: daar wil ik meer van leren. En toen had ik bij het [persbureau] gesolliciteerd als radiobulletinlezer. En toen dacht ik: heb ik soort basis voor twee, drie dagen. Maar toen was ik op gesprek geweest en toen zeiden ze: we willen een nieuwe media-afdeling gaan oprichten bij het [persbureau]. En daar willen we allemaal producten voor gaan ontwikkelen en wil jij dat niet opzetten dan? En nouja, te leuk. En nouja, dan maar niet voor mezelf en die baan aangenomen. Dat was fantastisch. Was in 2000 zo'n beetje. En dat heb ik iets van zes jaar gedaan. En was superleuk en alles was nieuw en ik kon zelf iedereen aannemen. Had een redactie van vijftien man ofzo.

Want wat ging je daar doen?

Nou, de bedoeling was, je had het [persbureau] zoals dat nu ook bestaat met de berichten voor de kranten, maar ze deden nog niets op internet. En inmiddels was NU.nl begonnen en toen had je ook ZON, en allemaal van die providers die probeerden klanten binnen te halen en om hen te lokken gaven ze allemaal extra content. En nieuws deed het best wel goed. En concreet was er behoefte aan content voor hun websites en klanten, maar ook dus de mensen die bij hen ook mobiel abonnement afsloten zouden gratis pushberichten krijgen van nieuws. Maar dat moest gemaakt worden. Maar wat we ook deden was voor de marine, die overal schepen hadden liggen, die moesten overal nieuwsbulletin

78 krijgen. Die hadden kennelijk geen verbinding. Moest een soort dagelijks krantje samenstellen. En dat gingen wij allemaal leveren en dat deden we op basis van de [persbureau]-berichten. En daarnaast breidde dat steeds meer uit. Dus op een gegeven moment wilden ze ook specials hebben bij de Olympische Spelen en het EK en het WK. En daar moest je dan weer mensen op zetten die een paar weken lang dat deden. Maar er was ook heel veel behoefte aan showbizznieuws toen, dus het was ook echt moeilijk. Want het [persbureau] was zeker toen heel serieus en werden net commercieel, dus dat was allemaal heel vies. Wij waren ook een soort vreemde eend in de bijt. Wij waren heel marktgericht en zaten mensen die al twintig jaar degelijk hun berichten maakten, en als wij daar dan in gingen schrappen, dan is het het niet meer de [persbureau]-kwaliteit zeiden ze dan. Toen dat goed liep is besloten het te combineren met de radio en zijn die afdelingen samengevoegd en ik kon toen wel mee, maar die radioman zat er al langer en dan zou ik onder hem gaan vallen. En toen dacht ik: daar heb ik geen zin meer in. Dus toen ben ik verder gaan solliciteren. En toen waren [regionale omroep]

samengevoegd tot [regionale omroep waar deelnemer werkte voor overstap]en die zochten toen een adjunct-hoofdredacteur, een chef-nieuws. En ik dacht, dat is wel te gek. Want dat is én radio, én tv, én internet. Dus dat combineert heel mooi mijn ervaring tot dusver. Dus daar ben ik in 2005

aangenomen...

...Op de chefsfunctie?

Ja, dus dan ben je chef van de nieuwsredactie, de sportredactie en adjunct hoofdredacteur. En daar heb ik iets van zes, zeven jaar gewerkt. En toen op een gegeven moment was ik aan mijn vierde

hoofdredacteur toe. En toen dacht ik: daar heb ik niet zo'n zin meer in. Want als adjunct sta je daar en dan komt er een nieuwe en die heeft dan allemaal ideeën dat het anders moet en jij bent degene die het in de praktijk moet gaan implementeren. En ja, dat wordt dan toch wat minder geloofwaardig voor jezelf en voor anderen ook als je dan, weet je wel, als je daar weer gaat staan en moet zeggen: we gaan weer wat anders doen. Dus toen dacht ik: dan wordt het misschien weer eens tijd om aan mijn stutten te trekken.

Want er kwam dus een nieuwe adjunct die.. Nee, een nieuwe hoofdredacteur.

Die zei, we gaan het weer anders doen. En jij als redactiechef dacht toen: dat wil ik niet.

En ook gewoon dat het een slijtageslag was hoor. Het is gewoon keihard werken bij de regionale omroep met weinig middelen. En toen dacht ik: wat wil ik dan nu verder? En daar kwam dus die kanteling, wat ik net schetste, dat je dan denkt van ja, dan kan ik ofwel proberen om hoofdredacteur ergens te worden. Heb ik ook nog wel gedaan hoor in Gelderland. Heb ik ook nog wel gesolliciteerd. Maar daar heb ik mezelf teruggetrokken, want dat zouden we helemaal naar Gelderland moeten verhuizen. En als hoofdredacteur moet je ook wel gewoon overal naartoe en bij zijn enzo en dat was gewoon niet haalbaar. Dus zodoende dat ik ben gaan nadenken: wat moet ik dan? Toen dacht ik: nou, richting communicatie, dat is dan ook een leuke nieuwe uitdaging. Toen heb ik nog één jaartje bij [landelijke omroep] gezeten, maar dat was meer tijdverdrijf. Dan had ik even werk. En toen aansluitend kwam de kans om bij de [gemeente] aan de slag te gaan. En dat was toen wel voor een jaar. Ze zochten toen een woordvoerder die nog één jaar van het vorige college daar kon werken, dus kreeg ook maar een jaarcontract. Maar ik dacht ook: dan is het voor een jaar en kan ik zelf ook zien of het leuk is. En ja, het staat sowieso goed op mijn cv. En uiteindelijk zit ik daar nog. Want die

wethouder waar ik toen voor werkte is ook doorgegaan en die wilde ook dat ik meeging. En ik vond het ook hartstikke leuk. Dus nu zit ik er nog steeds.

Dus als ik het een beetje samenvat heeft het met name met de doorgroeimogelijkheden te maken die je niet meer zag.

Eigenlijk wel ja. Nou, die waren er wel. Als je het van een afstand bekijkt dan had ik nog wel, er waren nog wel beroepen in Hilversum, tv-verslaggeving doen, heb ook nog wel gesolliciteerd nog bij [landelijk nieuwsmedium] als eindredacteur. Zat bij de laatste twee. Heb je gewoon drie rondes al gehad. Maar dat had inderdaad nog wel gekund, maar het is wel meer van hetzelfde. Of je nou verslaggeving hier doet of verslaggeving daar. Het is wel kwalitatief beter, maar uiteindelijk komt het op hetzelfde kunstje neer.

79 Zo ging het ook wel voelen, als een kunstje?

Ja, ja. En heel eerlijk: ik vind altijd dat als je ergens op gaat solliciteren dan moet je sowieso beginnen met het idee: dat kan ik wel. Naast dat je er zin in moet hebben, maar ook het vertrouwen dat je denkt: dat lukt wel. En ja, ik vond mezelf wel niet een dermate goede journalist dat ik dacht: bij [landelijk nieuwsmedium 2] ofzo, daar was ik niet doorwrocht genoeg voor. [landelijk nieuwsmedium] was al spannend. Dus ja, dat speelt dan ook wel mee, dat je gaat kijken naar wat past bij mijn vaardigheden en talenten.

Als ik je zo hoor heb je veel kanten van de journalistiek gezien. Maar de zekerheid of onzekerheid speelde volgens jou ook een rol, hoorde ik.

Ja, als je de afweging gaat maken. Dan ben je adjunct-hoofdredacteur bij een regionale omroep. Dus wat zit er dan boven? Of landelijk een leidinggevende functie of hoofdredacteur bij een regionale. En als je naar beneden kijkt dan is het toch vaak verslaggeving of bureauredacteur. Nou, en vooral over dat laatste dan denk ik: dat is heel moeilijk. Want op het moment dat je ouder wordt, dan moet je, hoe moet ik dat zeggen, als verslaggever bij de regionale omroep maakt het niet heel veel uit of iemand eind twintig is of vijftig in wat hij produceert. Dus je meerwaarde, dus dat heb ik wel in mijn carrière meegenomen, dus naarmate je ouder wordt moet je een bepaalde meerwaarde uit je senioriteit halen. En dat kan dus zijn bijvoorbeeld als onderzoeksjournalist. Maar ja, daar is bijna geen geld voor, er zijn bijna geen programma's meer die dat doen. Plus dat ik zelf dacht: ik denk ook niet dat dat mijn sterkste kant is. Dus die ruimte is beperkt. En dan in die leidinggevende functies, want daar is senioriteit een pluspunt. Daarvan dacht ik: ik heb het geproefd en dan ga je kijken wat de mogelijkheden zijn. Dus zo zie ik het een beetje. Maar ik denk wel dat alles wat verslaggeving of bureau is, ja, dat kunnen

jongeren ook heel goed. En moet ik dan gaan zitten concurreren met jongens die net van school afkomen en die ook graag een carrière willen opbouwen?

Oke. Dus je hebt uiteindelijk zelf besloten van: ik ga iets anders doen. Speelde bij je overstap je salaris een rol, de hoogte daarvan?

In welke zin?

Dat je wellicht dacht in andere sectoren meer te kunnen verdienen, omdat het algemene beeld van de journalistiek is dat het niet per definitie een vetpot is terwijl je wel hard moet werken. Daar ben ik het niet mee eens hoor. Daarom vraag ik even door. Want ik had, tuurlijk was dat een factor, maar meer in de zin dat ik er op achteruit zou gaan. Dat was bijna een garantie en ook gebeurd. Dus ik vind eigenlijk, en zeker nu nog, de journalistiek betaalt best wel goed. Ja, misschien niet als freelancer als je net op een bureau komt te zitten, maar waar ik zat kreeg ik echt goed betaalt. Voor