• No results found

Misschien zou je kunnen beginnen met vertellen over je loopbaan in de journalistiek en hoe je de overstap naar de gemeente Haarlem hebben gemaakt?

A: Ik heb Culturele Antropologie en Westerse Sociologie gestudeerd. En ik heb nog Duits en Arabisch gedaan. En daarnaast werkte in altijd bij de lokale radio. Dat vond ik heel erg leuk. En ik ambieerde ook altijd een baan als documentairemaker of... En, euh, ik heb op mijn 28ste heb ik de ziekte van Hodgkin gekregen, een vorm van kanker. En dat dwarsboomde een heleboel plannen. En nouja, toen ik weer beter was ben ik gewoon weer verder gegaan. Toen begon net [commerciële landelijke omroep] die was begonnen met [landelijk nieuwsmedium] en [commerciële landelijke omroep] wilde daar een tegenhanger van maken, [landelijk nieuwsmedium waar deelnemer werkte]. En een vriend van mij had een facilitair bedrijf en ze wilden werken met correspondenten. Toen zei ik: nou, ik kan je wel helpen. Is goed, we gaan daar wat van maken. En omdat ik in die [lokale omroep] zat, zat ik heel goed in dat lokale nieuws. En in Amsterdam gebeurt er altijd wel wat. En het was tussen kerst en oud en nieuw, dus wat dat betreft was er gebeurde er weinig op het stadhuis. Maar er zou een uitspraak komen van de Raad van State over Ruigoord, of dat wel of niet bij Amsterdam zou komen. Toen zei ik: als we er eens vanuit gaan dat Ruigoord bij Amsterdam komt. En we gaan daar een item over maken. Dus ik mensen daar bellen, naar Ruigoord toe, toen hebben we daar - en het sneeuwde- toen hebben we daar een fantastisch, of nouja, fantastisch, we hebben daar een goed item gemaakt. En nou, toen bleek inderdaad de uitspraak zo te zijn dat Ruigoord naar Amsterdam ging. Dus dat de havens uit konden breiden. Dus hij kon zo dat item 1 op 1 verkopen. Dus dat was mijn entree in de journalistiek als freelancer. En dat heb ik, nou, anderhalf jaar gedaan. Stuurde ik iedere dag toen nog een fax met een aantal onderwerpen wat ik zou kunnen gaan doen. En, nouja, op een gegeven moment wilde ik wel echt op een redactie werken. Toen ben ik naar [commerciële landelijke omroep] gegaan.

Bij [landelijk nieuwsmedium]?

Ja, bij [landelijk nieuwsmedium]. En het [landelijk nieuwsmedium], [landelijk nieuwsmedium], heette dat. En, euh, ja, als je dat een paar jaar gedaan hebt, ja, dan zijn het altijd wel dezelfde dingen die terugkomen.

Wat voor dingen waren dat?

Nouja, euh, Koninginnedag, er zijn een aantal van die agenda-items en kijk, waar ik eerst zelf al die dingen aandroeg als freelancer, moest ik nu veel meer dingen gaan doen. En toen heb ik ook wel verder proberen te solliciteren, maar ja, dat was ook heel moeilijk. En ik had gewoon niet zo'n goede gezondheid. En ja, als journalist, dat is toch wel echt, soms maak je hele lange dagen. En, euh, nouja, toen ik voor de derde keer met een longontsteking in het ziekenhuis lag, toen had mijn vriend zoiets van: nou, wanneer stop je ermee? Toen dacht ik: nou, ik ga weer freelancen.

En de longontsteking was ook oorzaak van het harde werken?

Het was eigenlijk dat ik een verminderde weerstand had omdat ik geen milt meer had. En dat kwam door die Hodgkin en dan is het als je veel werkt en vermoeid raakt, zakt je weerstand. Het is niet 1 op 1, maar het is wel zo dat ik daarna nooit meer gekregen heb. Dat heeft dus wel te maken met die bepaalde spanning. En ja, om twaalf uur was vaak voor de verslaggevers de redactievergadering. Dan ging je op pad en Hart van Nederland was om een uur of tien. Dus ook, weet je wel, heel veel 's avonds werken. En daarna toch nog even wat drinken, dus het wordt dan laat. Dat was ook wel één van de redenen. Dus daarna heb ik even iets anders gedaan. Dus toen heb ik voor [telecombedrijf], eigenlijk een Zweedse maatschappij. En die wilde met [website] zo'n internetsite, heel erg groot maken. Was ook van [landelijk dagblad], die gratis krant. Toen ben ik daar gaan praten, maar dat was helemaal niet leuk. Het leek me heel erg leuk, maar het was helemaal niet leuk.

Waarom was het niet leuk?

112 geld verdienen. En hoe uitte dat zich in het werk dat je zou moeten doen?

En hoe uitte dat zich in het werk wat je zou moeten gaan doen?

Uiteindelijk ben ik er wel gaan werken, maar ik had een hele slechte relatie met mijn opdrachtgever. Dus na een half jaar was ik daar weg. En toen ben ik voor [landelijke krant waar deelnemer werkte] gaan werken. En dat was heel leuk, maar het ging niet goed met de kranten en het was last in, first out. En toen woonde ik inmiddels in [gemeente waar deelnemer werkt] en via-via vroegen ze iemand voor de stadspromotie. Toen ben ik eens gaan praten en dat leek me best wel leuk. En toen heb ik die overstap gemaakt. En daarnaast ook altijd wel een beetje gefreelancet. Maar als freelancer valt weinig geld te verdienen.

Dus als ik het een beetje samenvat is het een combinatie van persoonlijke omstandigheden en vakinhoudelijk het werk dat hetzelfde ging worden en baanzekerheidsomstandigheden. Ja, eigenlijk die combinatie van factoren. Kijk, en als je veel in te brengen hebt. Dus bijvoorbeeld in de zomer, dan was er weinig nieuws. Dus dan had je veel meer ruimte om zelf dat in te vullen. En dan was het werk ook veel leuker. Dan kwam je ook met veel leukere items. Maar als je heel erg

agendagestuurd bent en dat redacties gewoon eigenlijk over elkaar heen buitelen omdat ze allemaal als eerste hetzelfde nieuws willen brengen.

Dat was je in feite aan het doen bij [landelijk nieuwsmedium waar deelnemer werkte]?

Ja. Nou, het was niet alleen [landelijk nieuwsmedium waar deelnemer werkte] hoor. Dat was dan ook het nieuws van [landelijke commerciële omroep] dat was uitbesteed. En het mocht natuurlijk ook allemaal niets kosten.

Dus dan maak je ook geen originele verhalen meer op een gegeven moment.

Ja, en [landelijk nieuwsmedium waar deelnemer werkte] zocht dan nog wel die kleine items, dat was dan nog wel leuk. Eigenlijk veel leuker om te doen.

En bij [landelijke commerciële omroep waar deelnemer werkte], ben je er toen primair weggegaan vanwege je gezondheidsomstandigheden, of speelde toen ook al een rol dat je dacht: ik weet niet zeker of dit wat voor me is?

Ja, ik wilde meer, iets wilde iets anders. Ja, en ik werkte altijd van 15.00 uur tot een uur of 22.00 uur. Of van 12.00 uur tot euh... Dus ik kon ook nooit wat anders meer afspreken met vrienden en, nouja, dat begon me ook op te breken.

Dus dat is ook een factor. Ja, ook een factor.

Oke, nouja, toen je op een gegeven moment ander werk ging doen. Was het toen al meteen duidelijk voor je dat je bij de gemeente wilde werken? Of heb je gedacht aan andere sectoren? Ik had ook bij andere sectoren willen werken. Heb dat ook wel geprobeerd. Maar ik had vrij snel deze baan en toen dacht ik: gewoon eens kijken. Het zou voor een paar maanden zijn. En uiteindelijk heb ik er langer gewerkt. En dat was nog [gemeente waar deelnemer werkt], dus veel meer stadspromotie. En nu zit ik echt op de afdeling communicatie. En nu zit ik veel dichter bij het bestuur. En dat is vind ik leuker. Want het is heel leuk om te werken voor de stad waar je woont. En het politieke, is ook heel interessant. Ja, dat geeft het toch weer een andere dynamiek.

Hoe is je pad geweest bij de gemeente?

Ik ben twee jaar bij Stadspromotie geweest? Toen heb ik een sabbatical gedaan en toen heb ik nog weer als freelancer gewerkt, maar dan als schrijver. Ik heb voor de programma invoer van het elektronisch patiëntendossier gewerkt. Dat was echt heel vervelend werk. En toen kwam ik een oud- collega tegen en die vroeg: heb je geen zin om terug te komen? En toen werkte ik dus in Den Haag, op het [ministerie waar deelnemer werkte], en toen dacht ik: ja, ik wil heel graag weg bij die

113 En je bent dus niet meteen overgestapt als zijnde journalist naar communicatieadviseur. Heeft een periode tussen gezeten. Maar kun je zeggen, dat je meer plezier kreeg in je werk?

Ik heb het altijd met heel veel plezier gedaan, de journalistiek. Het werk zelf is heel bevredigend. Maar je hebt te maken met een wereld waar het steeds moeilijker wordt.

Zag je dat zelf op de redacties? Dat het steeds moeilijker werd?

Ja, structuren veranderen, er is gewoon minder geld om echt research te doen. Zeker bij commerciële omroepen. Die zijn er om geld te verdienen. Nu denk ik dat een aantal dingen heel goed geweest zijn. Om veel dingen in te steken vanuit de belevingswereld van de gewone burger. Want het NOS Journaal was vroeger heel erg top-down, kwamen altijd de bobo's aan het woord. Dus dat is eigenlijk heel goed geweest. Maar research enzo, was er onvoldoende tijd voor. En onvoldoende geld. Iedere avond moest toch weer gevuld worden.

Werd daarmee de sfeer op de redacties ook anders?

Nee, prima sfeer. Hele goede sfeer. En toen vooral ook, weet je, we waren allemaal eind 20, begin 30. Dat was natuurlijk helemaal leuk.

Allemaal jonge mensen. Allemaal jonge mensen, ja.

Oke. En nouja, weet jij nog hoe je als journalist aan keek tegen communicatie? Tegen voorlichters?

Ja, tegen voorlichters.

Ja, die probeerde ik altijd te omzeilen. Ja, zoveel mogelijk. Waarom?

Omdat je het verhaal zoekt achter het verhaal. Weet je wel, zo'n woordvoerder doet zijn riedeltje en je probeert toch te kijken: steekt er meer achter? Soms is dat zo, soms ook niet hoor.

En nu je zelf voorlichter bent? Maar maak je dan ook gebruik van je kennis van de

journalistiek? Of je ervaring als voormalig journalist om journalisten te woord te staan of te bespelen?

Ja, eerlijk is eerlijk. Ik weet wat ze willen. Ik weet waar ze naar op zoek zijn. En ik weet wanneer ik ze iets moet geven. En ik weet ook heel goed wanneer ik mijn mond moet houden.

Kun je daarvan een paar voorbeelden noemen?

Nouja, nu is er bijvoorbeeld gedoe over een weg, die wordt heringericht. En er is eigenlijk een foutje gemaakt, dat komt ook door de politiek. Want er is dan een herinrichting en dan heb je de

Fietsersbond en die zeggen dan; de oversteek moet je in twee keer kunnen doen. En dan gaat de raad daarover. En de raad zegt: wij zijn het eens met de Fietsersbond. En op het laatste moment wordt er dan toch ingetekend en dan met de uitvoering blijkt dat iets niet klopt. Nou, in dit geval is het dan een viskraam, bleek dat het fietspad te dicht langs de viskraam. Dus die viskraam moest naar achter. En daarachter ligt een woonboot. En ze hadden al geen goede relatie samen. Dus die woonboot en die viskraam kwamen nog dichter op elkaar. Dus ja, die verdroegen elkaar helemaal niet meer. Nou, dat komt dan bij de krant terecht. En die doen verhaal en wij proberen dan een oplossing te zoeken en in gesprek te raken met vooral die bewoners en daar die oplossing te zoeken. Maar die krant, die wil vooral eigenlijk het conflict heel erg en je wegzetten als gemeente van: wat heb je dat nou weer dom gedaan. En in de politiek is er dan weer de oppositie die dan daar wil gebruik van wil maken en zeggen: wethouder, je doet het niet goed. Nou, en dan zeg ik tegen die journalist: we gaan niet de onderhandeling via de krant spelen. Dat gaan we gewoon niet doen.

Waarmee je ze eigenlijk buitenspel zet.

En ja, dan worden ze toch buitenspel gezet. En soms wil je ook graag dat er aandacht voor is. Dus dan bel ik ze op en dan zeg ik: lijkt dit je wat?

114 En dan weet je ook hoe je dat in moet steken?

Wat ik moet zeggen om het interessant voor ze te maken. Dat weet ik dan wel. En hoe uit zich dat dan? Op wat voor dingen leg je dan de nadruk? Ja, dat ligt aan het onderwerp. Meestal het nieuwsaspect.

Oke. Je probeerde ze zelf de omzeilen als journalist. Nu je het zelf doet, is die kijk op die houding tussen journalisten en voorlichters veranderd?

Je hebt elkaar nodig. En dat heb ik altijd gevonden en dat is nog steeds zo. Je hebt elkaar nodig. Dat heb je altijd gevonden als woordvoerder?

Als woordvoerder, maar ook als journalist. Ja, ik probeerde ze wel te omzeilen, want ik bedoel, wat heb je aan een quote van een woordvoerder? Niks. Maar je hebt die woordvoerder wel nodig om dichter bij een wethouder te komen. En het ligt er maar net vanaf waar iemand de woordvoering voor doet. Dus daarom is die relatie altijd van belang.

En ben je anders tegen de journalistiek aan gaan kijken, nu je de andere kant van het spectrum bent gaan zien?

Ja, nou, nee, eigenlijk niet. Want er is zoveel meer journalistiek te bedrijven dan nu. Ik heb nu echte en kijkje in de keuken en journalisten laten zoveel dingen liggen.

Ook dingen die ze wel zouden kunnen weten? Want je weet als voorlichter veel meer. Ja, waar ze nieuwsgierig van zouden moeten worden. Waarvan je denkt: hoe kan dat eigenlijk. En heb je enig idee hoe dat komt, dat verhalen toch niet worden opgepakt?

Journalisten staan denk ik best wel onder grote druk om iedere dag een item te maken of een stukje te schrijven. Er is gewoon weinig ruimt ervoor echt research. Dus het is bijna een soort hobbyisme. Dus als je echt aan goede journalistiek wilt doen. En ja, en voor kranten of programma's die dat wel willen doen, ja, daar kom je niet zomaar tussen.

En, euh, dat is dus wel een blik die je hebt gekregen nu je dit werk bent gaan doen.

Nou, ik ben altijd al goed geweest in het vinden van verhalen. Dat was de eerste keer natuurlijk, als freelancer deed ik dat aan de lopende band. Ik heb daar wel feeling voor.

Dus voornamelijk dat je nu denkt: er zijn zoveel meer verhalen te vinden.

Ja, nee, en soms zou best wel eens een journalist willen tippen. Want dat is dan integriteit dat je dat niet kan doen.

Waarom doe je dat dan niet?

Dat kan niet. Ik ben hier, ik werk voor de organisatie. En voor de wethouders, de burgemeester. En ik kan niet dingen, ja, ik kan niet zomaar doorvertellen aan een journalist. Ook al zou ik dat soms best willen.

Dan neem ik aan dat het verhalen zijn die niet heel positief zijn voor de gemeente.

Nee, als het positief is dan kan ik ze wel vertellen en doe ik dat ook. Maar soms denk je: dit klopt niet. Verschilt volgens jou het werk van communicatieadviseur wezenlijk van dat van een journalist? Ja.

En waarin zit hem dat verschil?

Het is uiteindelijk de taak van de journalist de waarheidsvinding en anderzijds te duiden. En als communicatieadviseur probeer je ook te duiden. Daarin zit te overeenkomst. Maar je probeert ook mensen te betrekken. En nouja, draagvlak te creëren.

115 Het belang is anders?

Ja, het belang is heel anders.

En als je kijkt naar de ontwikkelingen binnen die twee sectoren. Communicatievak groeit, journalistiek staat onder druk. Organisaties krijgen steeds meer mogelijkheden aan de journalistiek...

...Nee, want iedere burger maakt... Maar op het moment dat zeg maar er een crisis is, dan is het juist heel belangrijk dat wat de overheid zegt juist is. Dan maak je dus gebruik van die kanalen.

Dus dan zijn media dan nog belangrijk? Ja.

En voor het overige?

Nou, als organisatie maak je steeds meer je eigen nieuws. En die bied je aan. En dan is het aan de media wat ze willen. En je kunt ook veel dichter naar de burger toe communiceren. Tegelijkertijd is het ook veel diffuser he. Vroeger als je je boodschap kwijt wilde dan belde je de krant of je stuurde een persbericht. Nouja, dat is nu, zo werkt het niet meer. Maar zonder de media kan je ook niet. Maar je zegt: het wordt veel diffuser. Hoe moet ik dat zien?

Ja, je moet gebruik maken van allerlei kanalen. Dus de mix is steeds belangrijk. En het hangt er ook vanaf: wie is je doelgroep. De 50plusser die leest vaak nog een krant. De ouderwetse papieren krant. Jongeren steeds minder. En ik lees de Correspondent. En die heb ik als nieuwsbron. Nou, als

woordvoerder van de gemeente is het kansloos dat ik daar nu mijn boodschap kwijt kan. Dus je moet goed kijken welke doelgroep met welk kanaal je bereikt?

Ja, dat wil ik zeggen. Wij hebben als gemeente nu ook facebook, daar zetten we dan de nice-to-know dingen. Wij hebben ook heel veel dingen die we communiceren die niet zo nice-to-know staan. Nu zag ik op je LinkedIN dat je eindredacteur bent van het Mediabureau van de gemeente? Oh ja.

Wat is dat?

Inmiddels ben ik echt communicatieadviseur, maar ik heb heel lang dat nog laten staan. We geven van alles uit. We maken de campagnes en daarvan deed ik de eindredactie.

En dat MediaBureau is dus onderdeel van de afdeling communicatie? Of dat is de afdeling communicatie?

Nee, dat was onderdeel van de afdeling communicatie. Inmiddels is het MediaBureau dat is dan weg, dus dat huren we in als we een schrijver nodig hebben of eindredactie moeten doen.

Wat is dat precies? Een groep mensen, schrijvers, makers?

Ja, vormgevers, schrijvers, bloggers, van alles. En intern en extern en ook heel veel nota's schrijven ze. En sinds wanneer bestaat dat?

Nou, het is er nu niet meer, en nu is er steeds meer die trend is dat je je eigen content gaat maken, is het dus weer zoiets van: eigenlijk zouden we weer in het leven moeten roepen. Dus het is die voortdurende golfbeweging.

Dat vind ik ook interessant, dat zie je ook in veel andere gemeenten. En dat is ook wat ik bedoel dat je veel meer mogelijkheden hebt dan alleen de journalistiek.

Ja, natuurlijk. En je kent al die mensen waar het om gaat. Ik heb een hele serie interviews gedaan voor [brochure]. Het idee is: de verzorgingsstaat is onbetaalbaar en die decentralisatie van het Rijk naar