• No results found

Milblogs in het voordeel van het Amerikaanse ministerie van Defensie

In document Bloggen vanaf de frontlinies. (pagina 67-78)

Afbeelding 6 met onderschrift van John: ‘This is project funded by you, the

4.6. Milblogs in het voordeel van het Amerikaanse ministerie van Defensie

In de zomer van 2009 stond het Amerikaanse ministerie van Defensie op het punt om alle sociale-mediasites zoals Facebook en Twitter op militaire computers te verbieden. Vanwege cyberaanvallen op overheden in andere landen zorgde de dreiging van een cyberoorlog voor veel bezorgdheid bij Amerikaanse politici. Strategic Command (STRATCOM) stelde: ‘social media sites make it way too easy for people with bad intentions to push 144 Miller, Milblogging as a Strategy for Winning the 21st Century Information War, 2 en 13.

145 Matthew, Burden, ‘Blackfive’, (2 mei 2007),

http://www.blackfive.net/main/2007/05/new_opsec_regul.html (gezien op 17 oktober 2017).

malicious code to unsuspected users’.147 Sociale media moesten volgens

STRATCOM dus verboden worden op militaire computers om zo militaire netwerken te beschermen tegen cyberaanvallen. Het ministerie van Defensie besloot echter om niet alle sociale media te verbieden op militaire computers, omdat zij de eventuele voordelen voor het leger ervan inzagen. Op 25 februari 2010 heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie zijn beleid over het gebruik van het internet en sociale media door soldaten geüpdatet. Directive-Type Memorandum 09-026 stond toe dat soldaten toegang kregen tot verschillende vormen van sociale media zoals Twitter, Facebook en blogs. Commandanten konden de toegang tot het internet wel voor een bepaalde periode beperken om zo de missie te beschermen.148

Om meer controle te krijgen over de milblogs en daarmee over de verspreiding van oorlogsinformatie, paste het ministerie van Defensie traditionele praktijken toe die succesvol waren geweest voor het beheersen van de media in eerdere oorlogen. Er werd een officiële informatiestroom naar de blogosfeer geplaatst. Sommige milbloggers werden voorzien van officiële informatie via de Pentagon Bloggers

Roundtable. Deze roundtable hield in dat er eens in de zoveel tijd

conference calls werden gehouden met geselecteerde bloggers. De geselecteerde bloggers kregen daar de gelegenheid om vragen te stellen en informatie te krijgen van hogere officieren.149 Deze roundtables leken

erop gericht te zijn om de macht van de onafhankelijke soldatenbloggers direct tegen te gaan, omdat het Pentagon zo duidelijk maakte wie de echte autoriteit was om over de oorlog te spreken. Deze roundtables zorgden ervoor dat er weer een militaire hiërarchie ontstond binnen de informatievoorziening, omdat het Pentagon bepaalde welke milbloggers er uitgenodigd werden en wie niet. Hierdoor werden impliciete verschillen aangeduid tussen de genodigden en niet-genodigden, zelfs als ze over hetzelfde onderwerp schreven. De roundtables werden echter 147 Sean, Lawson, ‘The US Military’s Social Media Civil War. Technology as Antagonism in Discourses of Information-Age Conflict’, Cambridge Review of International Affairs 27:2 (2014), 226-245, aldaar 233.

148 Medley, ‘Keep It Down Over There!’, 148. 149 Wall, ‘In the Battle(field)’, 868.

door veel milbloggers toegejuicht, omdat zij vonden dat hun rol als verspreiders van oorlogsinformatie nu legitiem was. Burden verdedigde op zijn blog ‘Blackfive’ de roundtables, omdat: ‘the aim of most leading milbloggers is to be seen as authoritative within the military field but not to seriously question the military or its mission’.150

4.7. Conclusie

In dit hoofdstuk zijn de maatregelen en het beleid van het Amerikaanse ministerie van Defensie besproken tijdens de Irakoorlog als reactie op de snelle groei van milblogs. Ondanks dat de meeste milbloggers pro- Irakoorlog en pro-Bush waren, zag het ministerie van Defensie de milblogs in eerste instantie als een gevaar voor de operationele veiligheid en zijn autoriteit op informatieverstrekking. Door de opkomst en snelle toename van de milblogs kon gevoelige informatie nu veel sneller in handen vallen van de vijand, waardoor missies en soldaten in gevaar gebracht konden worden. Om deze reden paste het ministerie van Defensie het OPSEC-beleid aan, wat leidde tot veel discussie bij zowel het ministerie van Defensie, de legerleiding als bij de milbloggers.

Terwijl het ministerie van Defensie ingreep bij bloggende soldaten om zo hun top-down en PR-gestuurde manier van informatieverstrekking te beschermen, konden zij niet voorkomen dat de blogs van soldaten doordrongen tot een groot deel van de bevolking. Tegelijkertijd slaagde het ministerie van Defensie erin om een aantal milblogs het zwijgen op te leggen, zoals die van Colby Buzzell. Daarnaast hebben veel soldaten door de nieuwe maatregelen besloten hun blog offline te halen of zijn er überhaupt nooit aan begonnen. Hierdoor zijn belangrijke historische bronnen verloren gegaan. Ondanks het aangescherpte beleid zijn niet alle soldaten gestopt met bloggen over hun oorlogservaring in Irak. Het ministerie van Defensie heeft uiteindelijk geprobeerd het nieuwe medium te omarmen en in te zetten in zijn eigen voordeel. Milblogs konden helpen met het winnen van de publieke opinie in eigen land, was de overtuiging. Milblogs konden met hun posts een sterke positieve boodschap de wereld 150 Wall, ‘In the Battle(field)’, 869.

in sturen en zorgden voor een directe tegenaanval op het verspreiden van beelden en verhalen door de vijand. Door traditionele prakijken toe te passen uit eerdere oorlogen die een succes waren geweest bij de beïnvloeding van de media, kreeg het ministerie van Defensie weer controle op de milblogs. Door milbloggers te voorzien van officiële informatie werd de commandostructuur hersteld. De relatie tussen het ministerie van Defensie en de milblogs was dus tweeledig. Aan de ene kant ondermijnden de milblogs de manier waarop informatie verspreid werd door het leger en het ministerie van defensie en konden zij gemakkelijker gevoelige informatie verspreiden. Aan de andere kant brachten zij positieve beelden naar buiten en konden zo verhalen van de vijand tegengaan en de publieke opinie voor zich winnen.

Conclusie

Aan de hand van vier hoofdstukken zijn de vragen onderzocht of milblogs een bedreiging vormden. Zo ja, waarom vormden zij een bedreiging voor het Amerikaanse ministerie van Defensie? En als laatste, hoe heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie gereageerd op de milblogs?

Op de eerste vraag kan geantwoord worden dat in eerste instantie en voor een groot deel van het ministerie van Defensie de milblogs een bedreiging vormden. De milblogs vormden volgens het ministerie van Defensie op drie gebieden een bedreiging. Ten eerste tastten de milblogs de poging van het ministerie van Defensie om informatieverstrekking op een top-down en PR-gestuurde manier te beheersen aan. Met de opkomst van de massamedia in de twintigste eeuw heeft het ministerie een breed scala aan informatiemanagementtechnieken ontwikkeld om zo de informatie die de media verspreiden te beheersen en te beïnvloeden. Mediapools, en later embedded journalistiek, zorgden ervoor dat het ministerie van Defensie controle had over wat journalisten zagen in oorlogsgebieden en wat voor informatie zij verschaften aan de Amerikaanse burgers. De opkomst van het internet en daarbij de milblogs toonde daarentegen veel meer over de Irakoorlog dan de journalisten meekregen. Deze berichtgeving van de soldaten werd in eerste instantie niet gecontroleerd door het ministerie van Defensie. Binnen het leger bestaat er een duidelijke hiërarchie in hoe informatie zich verspreidt en wanneer wie wat te horen krijgt. Doordat er geen controle was op de

milblogs, wanneer soldaten iets postten en belangrijker, wat zij op hun blog zetten, tastten de milblogs de commandostructuur van het leger aan. Een tweede vorm van bedreiging voor het ministerie van Defensie was de reikwijdte en het ongecontroleerde karakter van het internet. Door de opkomst van het internet kon iedereen met een PC en een internetverbinding bijhouden wat er gebeurt in oorlogsgebieden en hierover in discussie gaan met elkaar. Mensen waren actief op zoek naar informatie over de Irakoorlog op het internet, omdat zij het nieuws op de televisie, radio en in kranten niet voldoende vonden of niet vertrouwden. De milblogs waren om deze redenen populair bij een groot deel van de Amerikaanse bevolking. Het unieke en ongefilterde karakter sprak mensen aan waardoor de milblogs voor veel mensen een belangrijke informatiebron over de Irakoorlog werden. De reikwijdte van de milblogs was dus enorm vergeleken met de oude middelen van communicatie van soldaten uit eerdere oorlogen. De berichten die de soldaten op hun milblogs plaatsten, werden vaak direct na gebeurtenissen geschreven en online gezet. Als zo’n bericht veel reacties kreeg van mensen of opgepikt werd door de traditionele media, kon het invloed uitoefenen op de stemming van de burgers over de oorlog. Dit kon tevens de met zorg geformuleerde berichten van het ministerie van Defensie aantasten. De verspreiding van zulke berichten was helemaal een probleem als het kritische geluiden waren van soldaten over de oorlog, het leger en president Bush. Het ongecontroleerde karakter van het internet wat in het voordeel had moeten werken voor het ministerie van Defensie is uiteindelijk het grootste probleem geworden voor het ministerie van Defensie.

Het laatste en waarschijnlijk het belangrijkste punt waarop de milblogs een bedreiging vormden volgens het ministerie van Defensie was vanwege de operationele veiligheid. Dankzij de reikwijdte van de milblogs konden niet alleen Amerikaanse burgers de blogs lezen maar ook de tegenstanders. Het gaat hierbij om informatie die missies in gevaar kan brengen en daardoor de levens van de soldaten zelf. Hoewel het gevaar op het verspreiden van gevoelige informatie niet iets nieuws

was voor de soldaten, was het vanwege het oncontroleerbare karakter van het internet een grotere bedreiging voor het ministerie van Defensie. Veel soldaten die in de eerste jaren van de Irakoorlog een milblog bijhielden zijn door de operationele veiligheid in de problemen gekomen. Soldaten vermeldden op hun blogs informatie over watertekort tijdens missies, over vliegroutes en andere gevoelige informatie. Waarschijnlijk zijn er veel soldaten geweest die hun blog offline hebben moeten halen van het ministerie van Defensie vanwege veiligheidsvoorschriften. Ook zullen veel soldaten niet eens begonnen zijn met bloggen. Om gevoelige informatie beter te beschermen begon het ministerie van Defensie in 2005 met het ontwikkelen van regels en nieuw beleid omtrent milblogs. Het OPSEC-beleid werd aangepast waardoor het voor soldaten duidelijker was wat zij wel en niet mochten posten. Ook moesten soldaten hun berichten eerst laten controleren door hun superieuren.

In eerste instantie heeft het ministerie van Defensie gereageerd op de milblogs met nieuw beleid om de operationele veiligheid beter te beschermen, maar het heeft ook geprobeerd de commandostructuur te herstellen waarover informatie zich moest verspreiden. Het ministerie van Defensie heeft uiteindelijk traditionele praktijken toegepast die een succes waren geweest bij de beïnvloeding van de media in eerdere oorlogen, om zo weer controle te krijgen op de verspreiding van oorlogsinformatie. Door een officiële informatiestroom naar de blogosfeer te laten gaan waardoor milbloggers werden voorzien van officiële informatie vanuit het ministerie van Defensie, werd de commandostructuur hersteld. Hoewel de milblogs een bron van controverse waren in het leger en op het ministerie van Defensie, zijn ze uiteindelijk wel omarmd door het ministerie. De functie van milblogs is inmiddels overgenomen door andere sociale media zoals YouTube en Facebook, waardoor het ministerie van Defensie nu voor een nieuwe uitdaging staat.

Beeldmateriaal

Voorblad: The Atlantic, ‘Modern Wars Are a Nightmare for the Army's Official Historians’, (14 juni 2017)

https://www.theatlantic.com/technology/archive/2017/06/tan-

books/530319/ (gezien op 7 september 2017).

Afbeelding 1: Ma Deuce Gunners, ‘Wednesday’, (4 mei 2005)

http://madeucegunners.blogspot.nl/2005/05/ (gezien op 30 juni 2017).

Afbeelding 2: Porn of War, ‘NowThatsFuckedUp.com Archive’, (20 april 2010) https://sites.google.com/site/pornofwar/ (gezien op 8 november 2017).

Afbeelding 3: Who’s your Bagdaddy, ‘Back from Baghdad’, (14 april 2005)

http://uppermansblog.blogspot.nl/2005/04/ (gezien op 15 mei 2017).

Afbeelding 4: Life in this Girl’s Army, ‘geen titel’, (29 maart 2005)

http://sgtlizzie.blogspot.nl/2005/03/ (gezien op 31 oktober 2017).

Afbeelding 5: Jason Christopher Hartley, ‘Just Another Soldier’, (21 maart 2004) http://www.justanothersoldier.com/?m=200403 (gezien op 12 september 2017).

Afbeelding 6: John, ‘Who’s your Baghdaddy’, (26 februari 2005)

http://uppermansblog.blogspot.nl/2005/02/ (gezien op 22 oktober 2017).

Literatuur

Anderson, Paul, ‘What is Web 2.0.? Ideas, technologies and implications for education’, JISC Technology and Standards Watch (2007), 1-64.

Kari, Andén-Papadopoulos, ‘Body Horry on the Internet. US Soldiers Recording the War in Iraq and Afghanistan’, Media, Culture & Society 31:6 (2009), 921-938.

Baum, Matthew, en Philip Potter, ‘The Relationship Between Mass Media, Public Opinion and Foreign Policy. Toward a Theoretical Synthesis’, The

Annual Review of Political Science 11 (2008), 39-65.

Blood, Rebecca, The Weblog Handbook. Practical Advice on Creating and

Bohlmeijer, Ernst, Lausanne, Mies en Gerben, Westerhof, De betekenis

van levensverhalen. Theoretische beschouwing en toepassing in onderzoek en praktijk (Utrecht 2007).

Braender, Morton, Justifying the Ultimate Sacrifice. Civil and Military

Religion in Frontline Blogs (Århus 2009).

Bourke, Joanna, An Intimate History of Killing. Face to Face Killing in

20th Century Warfare (London 1999).

Burden, Matthew Currier, The Blog of War. Front-line Dispatches from

Soldiers in Iraq en Afghanistan, (New York 2006).

Casey, Steven, Selling the Korean War. Propaganda, Politics and Public

Opinion, 1950-1953 (New York 2008).

Carruthers, Susan, The Media at War, (New York 2011).

Choi, Junho, James, Watt en Michael, Lynch, ‘Perceptions of News Credibility about the War in Iraq. Why War Opponents Perceived the Internet as the Most Credible Medium’, Journal of Computer-Mediated

Communication 12 (2006), 209-229.

Curran, James, Natalie, Fenton en Des, Freedman, Misunderstanding the

Internet (New York 2016).

Dimitrova, Daniela, Lynda Lee Kaid en Andrew Paul Williams, ‘The First Hours of Online Coverage of “Operation Iraqi Freedom”.’, JGMC 3 (2010), 255-263.

Dwight, Lasswell, Harold, Propaganda Technique in the World War (Londen 1927).

Elegant, Robert, ‘How to Lose a War’, in: Robert J. McMahon, Major

Problems in the History of the Vietnam War (Toronto 1995), 535-542.

Griffin, Michael, ‘Picturing America’s “War on Terrorism” in Afghanistan and Iraq. Photographic Motifs as News Frames’, Journalism 5:4 (2004), 381-402.

Hallin, Daniel, ‘A Critique of the Oppositional Media Thesis’, in: Robert J. McMahon, Major Problems in the History of the Vietnam War (Toronto 1995), 553-561.

Hallin, Daniel, The “Uncensored War”. The Media and Vietnam (New York 1989).

Hamdy, Naila en Radwa Mobarak, ‘Iraq War Ushers in Web-based Era’,

JGMC 3 (2010), 245-254.

Hammond, William, United States Army in Vietnam. Public Affairs. The

Military and the Media, 1962-1968 (Washington 1990).

Johnson, Thomas, en Barbara, Kaye ‘Weblogs as a Source of Information about the 2003 Iraq War’, Journal of Global Mass Communication 3:1-4 (2010) 291-303.

Kamalipour, Yahya, ‘Language, Media and War. Manipulating Public Perception’, Journal of Global Mass Communication 3:1-4 (2010) 87-94, aldaar 87.

Kennedy, Liam, ‘Soldier Photography. Visualising the War in Iraq’, Review

of International Studies 35 (2009), 817-833.

Khoury-Machool, Makram, ‘Propaganda and Arab Audiences. Resisting the ‘Hearts & Minds Campagin’, Journal of Global Mass Communication 3:1-4 (2010), 313-320.

Kumar, Deepa, ‘Media, War, and Propaganda. Strategies of Information Management During the 2003 Iraq War’, Communication and Critical /

Cultural Studies 3:1 (2006), 48-69.

Lawson, Sean, ‘The US Military’s Social Media Civil War. Technology as Antagonism in Discourses of Information-Age Conflict’, Cambridge

Review of International Affairs 27:2 (2014), 226-245.

Leiner, Barry, M., Vinton G., Cerf, David D., Clark, Robert E., Kahn, Leonard Kleinrock, Daniel C., Lynch, Jon Postel, Larry G., Roberts, en Stephen Wolff, ‘A Brief History of the Internet’, ACM SIGCOMM

Computer Communication Review 39:5 (2009), 22-31.

Luppicini, Rocci, Moral, Ethical, and Social Dilemmas in the Age of

Medley, Kaitlyn, ‘Keep It Down Over There! Milblogs: Evidence that Historic Things Happen’, Journal of Archival Organization 9:3-4 (2011), 141-173.

Metz, Steven, Armed Conflict in the 21st Century. The Information

Revolution and Post-Modern Warfare, (Carlisle 2000).

Miller, Brain, Milblogging as a Strategy for Winning the 21st Century

Information War, (2009 Alabama).

Martin, Shannon, ‘US Media Pools and Military Interventions in the 1980s and 1990s’, Journal of Peace Research 43:5 (2006), 601-616.

Nye Jr., Joseph, ‘The Information Revolution and American Soft Power’,

Asia-Pacific Review 9:1 (2002), 60-76.

Thomas, Rid, War and Media Operations. The US Military and the Press

from Vietnam to Iraq (New York 2007).

Robbin, Alice, en Wayne, Buente, ‘Internet Information and Communication Behavior During a Political Moment. The Iraq War, March 2003’, Journal of the American Society for Information Science and

Technology 59:14 (2008), 2210-2231.

Robbins, Elizabeth, ‘Muddy Boots IO. The Rise of Soldier Blogs’, Military

Review (2007) 109-118.

Rosengarten, Michelle, ‘All Quiet on the Middle Eastern Front? Proposed Legislation to Regulate Milblogs and Effectuate the First Amendment in the Combat Zone’, Cardozo Arts & Entertainment Law Journal 24 (2007), 1295-1358.

Shapiro, Seth, en Lee, Humphreys, ‘Exploring Old and New Media. Comparing Military Blogs to Civil War Letters’ New Media & Society 15:7 (2013), 1151-1167.

Siegel, Jessica, ‘Witnessing War. Blogs from Soldiers in Iraq and Afghanistan’, Media and Communications (2010) 2-36.

Sontag, Susan, ‘Regarding the Torture of Others. Notes on hat has been done – and why – to prisoners, by Americans’, New York Times (2004), 24- 29.

Thussu, Kishan, Daya, en Des Freedman, War and the Media. Reporting

Conflict 24/7 (London 2003), 57-69, aldaar, 59.

Wall, Melissa, ‘In the Battle(field). The US Military, blogging and the struggle for authority’, Media, Culture & Society 32:5, (2010), 863-872.

In document Bloggen vanaf de frontlinies. (pagina 67-78)