• No results found

Beleid en maatregelen

In document Bloggen vanaf de frontlinies. (pagina 62-65)

Afbeelding 5 met onderschrift van Hartley: ‘Since dead animals are a

4.4. Beleid en maatregelen

De toename van het aantal milblogs tijdens de Irakoorlog kwam als een verrassing voor het Amerikaanse ministerie van Defensie. De groei zorgde voor spanningen tussen enerzijds het handhaven van fundamentele burgerrechten zoals de vrijheid van meningsuiting en anderzijds het in gevaar brengen van de operationele veiligheid (OPSEC) en de poging van het ministerie van Defensie om informatieverstrekking op een top-down en PR-gestuurde manier te beheersen. OPSEC is niet iets nieuws voor soldaten en is een van de belangrijkste aspecten van het leger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de uitspraak ‘loose lips sink ships’, bij de meeste Amerikanen al bekend. Iedereen binnen het leger wordt op OPSEC gewezen, want als een soldaat openlijk zou bespreken wanneer zijn eenheid zou vertrekken en welke route die zou nemen en als deze informatie in handen zou vallen van de vijand, dan kan dat ernstige gevolgen hebben. Milblogs kunnen volgens het ministerie van Defensie dus een probleem vormen. Ze worden immers geschreven op een medium dat gelezen kan worden door de vijand en kunnen soms kritische informatie bevatten die gunstig kan zijn voor de vijand. De reactie op de 132 Ibidem, 298.

133 Who’s Your Baghdaddy, ‘Patience America’, (24 juni 2004)

http://uppermansblog.blogspot.nl/2005/06/patience-america.html#comments (gezien op 29 november 2017).

groei van het aantal milblogs en de daarbij toenemende zorgen van het ministerie van Defensie, was het beperken van milblogs.134

Vanaf 2005 is het ministerie van Defensie daarom ook met maatregelen gekomen om ervoor te zorgen dat milblogs geen bedreiging vormen voor OPSEC. In april 2005 werden door de Multi-National Corps

– Iraq (MNC-I) specifieke richtlijnen uitgebracht onder de naam: ‘Unit

and Soldier Owned And Maintained Websites’. De richtlijnen waren bedoeld voor al het personeel van het ministerie van Defensie dat een eigen website (blog) beheerde of dat in de toekomst wilde doen. Hierin werd uitgelegd dat officiële informatie, die niet toegankelijk was voor het publiek, verboden informatie was en niet gedeeld mocht worden. Het gaat hierbij om informatie zoals: ‘Classified information; Casualty information before the next-of-kin has been formally notified by the Military Service concerned; Information protected by the privacy act; Information regarding incidents under ongoing investigation; For Official Use Only information’.135 Soldaten hadden door dat hun blogs in de gaten

gehouden werden door het ministerie van Defensie. Soldaat Rusten Currie schreef op zijn blog ‘Si Vis Pacem, Para Bellum’ het volgende: ‘Hey pencil pusher reading this ready to censor / censure me go on patrol you Fobbit!’.136

Daarnaast werd in augustus 2005 door toenmalig stafchef generaal Peter Schoomaker een ALARACT (All Army Activities) boodschap naar buiten gebracht over milblogs en OPSEC. Hierin stond dat alle commandanten zich bewust moesten zijn van het potentiële gevaar dat via milblogs kritische informatie naar buiten kon worden gebracht.

‘OPSEC is a chain of command responsibility. It is serious business and we must do a better job across the army. The enemy aggressively “reads” our open source and continues to exploit

134 Brian, Miller, Milblogging as a Strategy for Winning the 21st Century Information War, (2009 Alabama), 7-8.

135 Multi-National Corps – Iraq, ‘Unit and Soldier Owned and Maintained Websites’, (6 april 2005) http://www.thedonovan.com/archives/historystuff/Web%20log%20policy.pdf

(gezien op 24 oktober 2017).

136 Si Vis Pacem, Para Bellum, ‘Admitting I was Wrong’, (28 mei 2005)

such information for use against our forces. Some soldiers continue to post sensitive information to internet websites and blogs, e.g., photos depicting weapon system vulnerabilities and tactics, techniques, and procedures. Such OPSEC violations needlessly place lives at risk and degrade the effectiveness of our operations’.137

Om de commandanten te helpen werden mobiele opleidingsteams opgericht die soldaten in oorlogsgebieden educatieve voorlichting gaven over OPSEC en hoe zij veilig konden bloggen zonder gevoelige informatie naar buiten te brengen. Volgens majoor Elizabeth Robbins waren de MNC-I en ALARACT een middel van het ministerie van Defensie om soldaten af te schrikken over de mogelijke gevolgen van milblogs.138

Burden schreef op zijn blog ‘Blackfive’, over de ALARACT van Schoomaker het volgende: ‘Military Bloggers must now be very, very aware that one mistake might, at best, get all of the MilBloggers shut down, and, at worst, cost lives’.139

Op 19 april 2007 werd het OPSEC-beleid – Army Regulations 530 – 1 geüpdatet. Soldaten moesten voortaan hun berichten eerst laten controleren door hun superieuren en OPSEC-adviseurs voordat zij ze op internet mochten plaatsen. Een aantal weken daarna werden door het ministerie van Defensie ook websites zoals YouTube en MySpace verboden op militaire computers. Onder milbloggers ontstond er veel debat over de update. Volgens Burden zou het nieuwe OPSEC-beleid het einde betekenen van de milblogs. Burden beargumenteerde dat milblogs veel meer bieden dan berichten van de media en het ministerie van Defensie over de Irakoorlog. Hij schreef: ‘I am hoping that you will discover a new way to view to military and the war as you get an uncensored, unmediated, intimate, and immediate view of the reality of this conflict’.140 Het waren echter precies deze kenmerken, ‘uncensored,

137 Matthew Currier Burden, ‘Blackfive’, (26 augustus 2005),

http://www.blackfive.net/main/2005/08/military_blogs_.html (gezien op 14 oktober 2017). 138 Robbins, ‘Muddy Boots IO’, 113 en 116.

139 Matthew Currier Burden, ‘Blackfive’, (26 augustus 2005),

http://www.blackfive.net/main/2005/08/military_blogs_.html (gezien op 14 oktober 2017). 140 Burden, The blog of war, 5.

unmediated, intimate, and immediate’, waar het ministerie van Defensie bang voor was. Ondanks de OPSEC-update gingen veel soldaten toch door met bloggen.

4.5. Voorstanders van milblogs op het Amerikaanse

In document Bloggen vanaf de frontlinies. (pagina 62-65)