• No results found

4. De samenwerking onderzocht

4.3. Methoden van dataverzameling

Een case study is een kwalitatief onderzoek waarbij de betekenisgeving van centrale actoren gebruikt wordt om de specifieke situatie te begrijpen en verklaren, en om aan de hand hiervan mogelijke implicaties voor vergelijkbare casussen te genereren (Berg 2007: 283; Vennesson 2008: 226). Kwalitatief onderzoek veronderstelt dat mensen betekenis geven aan hun sociale

35

omgeving en op basis hiervan handelen. Zij construeren met deze betekenisgeving als het ware hun eigen werkelijkheid. Om gedrag te kunnen verklaren is het noodzakelijk deze betekenisconstructies te achterhalen en beschrijven. Hiermee staat de leefwereld van actoren, bestaande uit subjectieve aspecten zoals emoties, motivaties en empathie centraal (Berg 2007: 14; Boeije 2005a: 31-32). Ook in de analyse van beleidsprocessen staat volgens sommige auteurs betekenisgeving centraal. Wanneer een bepaalde interpretatie van een vraagstuk of situatie dominant wordt in het politieke of publieke debat krijgt men controle over de probleemdefinitie en daaruit volgen de mogelijke oplossingen. Door het duiden van een situatie wordt direct een richting voor de oplossing ervan meegegeven. Hiermee worden probleemdefinities een strategische representatie van een situatie (Hajer 2009: 6&p19; Stone 2002: 133). Verondersteld wordt dat wanneer de betekenisgeving die betrokkenen aan de situatie toekennen uiteenloopt, zij niet tot een gedeelde oplossing zullen komen. Zij proberen dan namelijk een ander probleem op te lossen. Verwacht wordt dat de discrepantie tussen de leefwereld van de initiatiefnemers en de systeemwereld van publieke professionals zal zorgen voor uiteenlopende betekenisgeving. Als de stichting Blije Buren enkel gericht is op het krijgen van huisvesting en het stadsdeel op het bieden van ondersteuning vanuit bestaande beleidskaders, voeren zij een gesprek langs elkaar heen. Om tot een gedeelde oplossing te komen is het daarom van belangrijk in het onderzoek te achterhalen welke publieke waarden voor betrokken actoren van belang zijn, en met name, hoe zij deze interpreteren.

De eerste drie onderzoeksvragen zijn gericht op het achterhalen van de ideeën over de meerwaarde, belemmeringen en verwachtingen van betrokken actoren bij het initiatief. Hierover is zo goed als geen geschreven data beschikbaar. Voor het beantwoorden van deze onderzoeksvragen zal daarom voornamelijk gebruikt gemaakt worden van twee onderzoeksmethoden die centraal staan in kwalitatief onderzoek: interviews en (participerende) observaties (Berg 2007: 289). Voor de laatste onderzoeksvraag wordt naast deze methoden uitgebreider aandacht besteed aan bestaande theorie over de consequenties van samenwerking met burgerinitiatieven voor legitimering en de praktijk van overheidshandelen.

Interviews

Bij gebrek aan bestaande data voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen zal voornamelijk gebruik gemaakt worden van interviews met betrokken actoren. Omdat het

36

onderzoek zich richt op de samenwerking tussen het stadsdeel Oost en de stichting Blije Buren wordt met betrokken vertegenwoordigers van beide instanties gesproken.

Voorafgaand aan het onderzoek is nog niet precies duidelijk welke mensen betrokken zijn bij het vormgeven van de samenwerking. Om te achterhalen wie van belang kan zijn wordt gewerkt via de sneeuwbal- of netwerkmethode. In deze methode wordt gestart met een of enkele mensen waarvan bekend is dat zij betrokken zijn. Aan hen wordt gevraagd met wie nog meer gesproken moet worden voor het verkrijgen van een volledig beeld van de situatie (Berg 2007: 44; Boeije 2005b: 271). Dit onderzoek is begonnen met enkele verkennende gesprekken met verantwoordelijke ambtenaren voor, en betrokken ambtenaren bij, de pilot. Tijdens deze ongestructureerde gesprekken (Berg 2007: 94) is de mogelijkheid voor het doen van een onderzoek bij het stadsdeel besproken en is de keuze voor de casus vastgesteld. De gesprekken hebben geleid tot enige mate van inzicht in hoe het stadsdeel zich verhoudt ten opzichte van de stichting Blije Buren. Aan de hand van relevante beleidsdocumenten, beschikbare (online) informatie over de stichting en de probleemstelling is de opzet voor semigestandaardiseerde interviews gemaakt. Bij deze interviews wordt wel gebruik gemaakt van enige richtlijn aan de hand waarvan vragen worden gesteld, maar de loop van het interview is niet volledig voorafgaand vastgesteld (Berg 2007: 95). Deze richtlijn biedt houvast in gesprekken met betrokkenen, hierdoor wordt gemakkelijker bewaakt dat er geen belangrijke aspecten onbesproken blijven. De interviews zijn gestart met dezelfde ambtenaren waarmee de eerste verkennende gesprekken gevoerd zijn. Zij hebben suggesties gedaan voor het spreken met andere ambtenaren, bestuurders en de initiatiefnemers.

De semigestandaardiseerde richtlijn voor de interviews draagt bij aan de betrouwbaarheid van de data. Helemaal gestandaardiseerde interviews bieden de meeste betrouwbaarheid; aan alle participanten zijn dezelfde vragen op in dezelfde volgorde gesteld. Deze methode is echter niet geschikt voor dit onderzoek. Het doel van het onderzoek is het verklaren van gedragingen van betrokkenen, hierdoor dient de focus te liggen op hun werkelijkheid, niet een gestandaardiseerde versie ervan. Daarnaast hebben alle deelnemers een andere rol in het governance netwerk, vanuit hun functie bij de gemeente of als buurtbewoner zijn zij simpelweg niet in staat precies dezelfde vragen te beantwoorden omdat zij niet allemaal over dezelfde informatie beschikken. Om toch te waarborgen dat bepaalde onderwerpen of belangrijke vragen gesteld worden tijdens alle gesprekken is gekozen voor semigestandaardiseerde interviews. Aan de hand hiervan kan de verkregen data met enige betrouwbaarheid met elkaar vergeleken worden (Boeije 2005b: 282).

37

De validiteit van een onderzoek geeft aan of het onderzoek ook daadwerkelijk meet wat gezegd wordt dat gemeten wordt. In dit onderzoek heeft dat betrekking op de ervaringen en verwachtingen van betrokken actoren bij het initiatief van de Blije Buren. Volgens Boeije (2005b: 283) dient een onderzoeker, om valide gegevens te krijgen, mee te doen en te spreken met de betrokkenen bij het onderzoek, om zo hun ervaringen te kunnen begrijpen. De meeste data voor dit onderzoek komt daarom uit interviews. Ook is er in beperkte mate gebruik gemaakt van (participerende) observaties.

Observaties

Participerende observatie betekent het deelnemen aan het sociale leven van betrokkenen om daardoor inzicht te krijgen in hoe zij hun leven. Hierbij is te denken aan meelopen met actoren, deelnemen aan activiteiten en ook het voeren van gesprekjes en interviews kan als onderdeel beschouwd worden (Boeije 2005b: 272). In dit onderzoek wordt met observaties het deel buiten de semigestandaardiseerde interviews bedoeld. Bij het stadsdeel heeft dit betrekking op de ongestructureerde, verkennende gesprekken met ambtenaren en de manier waarop alle publieke professionals zich tot elkaar lijken te verhouden.

Voor een beter begrip van het initiatief van de stichting Blije Buren heeft er een bezoek plaatsgevonden aan de locatie waar het voormalige GVB huisje heeft gestaan en waar zij nu dagelijks in de buitenlucht hun activiteiten voortzetten. Hier zijn ongestructureerde gesprekjes (Berg 2007: 94) gevoerd met de initiatiefnemers en enkele aanwezige buurtbewoners.