• No results found

Cruciale aspecten voor de meerwaarde van het initiatief

5. De wil is er, maar kan het ook?

5.2. Cruciale aspecten voor de meerwaarde van het initiatief

Waarom wordt het initiatief door betrokkenen gezien als succesvol en wat maakt een vervolg voor hen interessant?

De eerste onderzoeksvraag is gericht op het achterhalen van de meerwaarde van het initiatief voor alle betrokken actoren. Hen is gevraagd wat het initiatief lijkt te bereiken, hoe dit gebeurt en of dit waardevol gevonden worden.

Wanneer de stichting en het stadsdeel vorm geven aan een mogelijk vervolg is het van belang dit af te stemmen op de meerwaarde die geïdentificeerd wordt, zodat deze behouden kan blijven.

44

Twee cruciale aspecten

Dat het initiatief een meerwaarde heeft voor de buurt, daar lijken alle betrokken actoren het over eens te zijn. Niet alleen de initiatiefnemers van de stichting, maar ook ambtenaren en het bestuur geven aan dat het de stichting Blije Buren lukt om mensen bij elkaar te brengen. Zij bereikt met het uitdelen van voedsel en het bieden van een huiskamer voor de buurt haar doel: het terugdringen van de eenzaamheid in de buurt en het bevorderen van de saamhorigheid. Ten tijde van het buurthuis in het GVB huisje kwamen er dagelijks tussen de 50 en 100 mensen langs voor fruit, een kopje koffie of een gedeelde maaltijd6. En na de sloop is dit aantal niet verminderd.

Hiermee lijken de Blije Buren een lastig te bereiken doelgroep aan te spreken. Een doelgroep die voor hulpverlening in aanmerking komt, maar zich door verschillende publieke voorzieningen niet zo aangesproken voelt en daardoor lastig te bereiken is voor de overheid. Voor deze doelgroep lijkt de drempel van het aankloppen bij hulpverlening net te hoog.

‘We hebben van alles in huis als overheid, aan regelingen. […] Een enkeling wordt bereikt, maar geen aanzienlijke verschuiving. Totdat zij [Blije Buren] kwamen. Toen zagen we ineens dat allerlei mensen hierop af kwamen, naar buiten kwamen. Wat voorheen niet is gelukt, ons niet.’ – ambtelijk

medewerker (2)

‘Bij de Blije Buren komen mensen die Civic [welzijnsorganisatie] naar mijn indruk minder goed bereikt. […] Als je daar komt bij de Blije Buren zul je zien dat het divers is maar wel een doelgroep met kwetsbare mensen.’ – ambtelijk medewerker (7)

In de wijze waarop betrokken actoren spreken over de meerwaarde van het initiatief en de nadruk die ze leggen op bepaalde onderdelen, is het onderscheid tussen de leef- en systeemwereld te herkennen. Dit betekent niet per definitie dat de publieke professionals belang hechten aan systeemwereld-elementen en de stichting Blije Buren aan leefwereld- elementen. Het gaat hier over een verschil in de manier van denken tussen beide groepen. Verschillende publieke professionals zien in meer of mindere mate een gat tussen de leef- en de systeemwereld en willen, eveneens in meer of mindere mate, dit als een probleem benoemen. Voor de betrokken burgers daarentegen lijkt dit onderscheid niet relevant. Niet omdat het niet aan de orde zou zijn, maar omdat zij het niet identificeren en benoemen als een

45

onderdeel van het probleem. De Blije Buren lijken te leven in de leefwereld, daar zien zij een probleem dat zij willen aanpakken, en daar zoeken zij een oplossing voor.

Dit is goed te herkennen in wat zij aangeven als factoren van belang voor het realiseren van de meerwaarde van hun initiatief. Uit de gesprekken met alle betrokken lijken twee aspecten naar voren te komen die cruciaal zijn, deze worden door verschillende betrokkenen echter anders geformuleerd. Voor de Blije Buren is het hebben van een plek en een belangeloze inzet door het ontbreken van een focus op geld cruciaal. Het stadsdeel onderschrijft deze aspecten maar legt de nadruk op het ontbreken van financiële verplichtingen door de kostenloosheid van het GVB huisje en de belangeloze inzet van de initiatiefnemers an sich.

Het GVB huisje

Volgens de stichting Blije Buren heeft juist deze buurt veel behoefte aan een dergelijk project, de buurt is achtergesteld geweest en heeft veel misdaad gekend. Ook medewerkers van het stadsdeel geven aan dat er in de buurt sprake is van (al dan niet onzichtbare) armoede en eenzaamheid. Er wonen veel mensen die ‘het nodig hebben’. Dit heeft niet enkel betrekking op het gratis eten, maar juist op het bij elkaar brengen van mensen. Dit bij elkaar brengen gebeurde en gebeurt nog steeds volgens hen, het gemakkelijkst rond een maaltijd. De keuken van het GVB huisje was dus ook ‘de spil van alles’. Door samen te eten leer je mensen kennen. Zo worden eenzame mensen of mensen die moeilijk contact met andere leggen, op hun gemak gesteld en voelen zij zich welkom bij hun buurtbewoners. Door voorbij oppervlakkig contact te gaan durven buurtbewoners gemakkelijker een eventuele hulpvraag te stellen.

‘Je kunt niet aan mensen zien of ze eenzaam zijn, daar heb je meerdere ontmoetingen voor nodig. En daar heb je een plek voor nodig.’ – stichting Blije Buren (1)

De Blije Buren geven aan dat er kwetsbare mensen op hun initiatief afkomen. Een huisje biedt hen houvast, een vertrouwde plek. De interactie met en tussen de mensen in de buurt in hierbij belangrijk. Mensen worden aangesproken op straat, uitgenodigd voor koffie, thee of soep. Het gaat van mond tot mond. In het spreken over het buurthuis benadrukken de Blije Buren dat het een veilige plek moet zijn voor iedereen; mannen en vrouwen, jong en oud.

46

De Blije Buren spreken over het GVB huisje zoals zij het zagen, zoals zij het gebruikten. Het was hun buurthuis, een ruimte waar zij de activiteiten die zij van belang achtten voor de buurt konden uitvoeren. Dit staat in contrast met de manier waarop veel publieke professionals over het huisje spreken.

In het voorstel voor de pilot buurtinitiatieven, die door het dagelijks bestuur is vastgesteld, wordt de maximale vrijheid die de Blije Buren hadden doordat zij met hun ‘gratis’ accommodatie niet verbonden waren aan systeemeisen, als belangrijkste aspect van het succes van de Blije Buren benoemd (Gemeente Amsterdam Oost 2015: 1). Het beeld dat de Blije Buren zijn gegroeid tot wat zij nu zijn, doordat ze niet vastzaten aan een geldschieter (markt dan wel overheid) wordt ook in gesprekken steeds opnieuw bevestigd.

‘Omdat ze die ruimte gekraakt hadden hier ook geen extra financiering voor nodig hadden.’

– ambtelijk medewerker (4)

‘Maar juist omdat ze geen huisvestingskosten hadden waren ze financieel onafhankelijk en hoefden ze niet aan voorwaarden te voldoen van geldschieters.’ – ambtelijk medewerker (7)

‘Kijk, is dit een eigen initiatief, zelf gefinancierd, dan hebben wij er niks mee te maken, dan moeten we ons er niet mee bemoeien.’ – ambtelijk medewerker (6)

Belangeloze inzet

Het initiatief van de Blije Buren komt voort uit wat deze mensen gedurende hun leven altijd al deden: mensen bij elkaar brengen, en vaak rond een maaltijd. Dit doen ze belangeloos, omdat ze wat willen bijdragen aan de maatschappij, ze willen de wereld verbeteren. Hierin benadrukken zij het belang van het ontbreken van een nadruk op geld. Om mensen echt te binden moet het duidelijk zijn dat mensen het voor elkaar doen, niet voor het geld. Het aanbieden van hulp heeft voor hen niks met geld te maken, maar met mensen die zich zorgen maken om het welzijn van een ander. Wanneer geld een rol gaat spelen verplaatst volgens hen de focus zich naar het financiële belang van mensen in plaats van op de sociaal- maatschappelijke waarde van hun initiatief.

‘Daarom is het belangrijk dat we het eerste concept zijn begonnen zonder geld. Dan krijg je de mensen die het nodig hebben, maar ook de mensen die het gewoon leuk vinden dat er hier ook daadwerkelijk echte liefde bestaat. [..] echte liefde voor de medemens, naastenliefde.’

47

[…] ‘Op het moment dat je met geld bezig bent ben je al niet meer bezig met dienstverlening of hulp geven.’ – stichting Blije Buren (2)

‘Dat is iets dat wij belangrijk vinden. je kan vaak meer delen dan je denkt. Dat is ook een levensfilosofie, dat willen we ook graag delen.’ – stichting Blije Buren (1)

De enthousiaste inzet van de stichting Blije Buren laat buurtbewoners zien dat mensen graag iets voor hen willen doen en dat werkt aanstekelijk. Hoewel veel mensen daarom ook dingen terug doen voor de stichting, is dit absoluut geen voorwaarde. Er wordt van buurtbewoners niks gevraagd in ruil voor hun deelname.

Het niks vragen van buurtbewoners komt ook terug in de gesprekken met publieke professionals. Hier ligt de nadruk niet op het niet vragen van een kwartje voor een kopje koffie, maar op de belangeloze inzet van de bestuurders van de stichting. Volgens veel respondenten is de laagdrempeligheid van het initiatief van groot belang voor het bereiken van buurtbewoners.

‘Ik denk dat het te maken heeft met hun echtheid of oprechtheid. Zij doen het echt vanuit hun drijfveren en niet omdat ze ervoor betaald krijgen, of subsidie voor krijgen of omdat het in hun taakomschrijving staat, en dat voelen mensen.’ – ambtelijk medewerker (4)

‘Omdat ze uitgaan van het dichts komen bij het gevoel van de mensen die ergens mee zitten. Dat voelen zij aan omdat zij juist zelf bottom-up vanuit die laag van het gevoel werken. Uit de buurt, wat hebben we hier nodig, ze gaan er zelf inzitten. Er zit verder niks tussen.’ – ambtelijk medewerker (2)

Het ‘echte’ en ‘oprechte’ van de Blije Buren, het ‘werken vanuit de gevoelslaag’ maakt volgens het stadsdeel dat zij buurtbewoners bereiken. Volgens de Blije Buren heeft dit enkel kunnen ontstaan omdat zij gebruik konden maken van het huisje. Door financiële onafhankelijkheid komt hun echtheid tot zijn recht. En dat heeft effect.

‘Dit werkte als een tierelier, dan kom je met elkaar in contact. Ik ben ook buurtbewoner, de volgende keer dat je iemand tegenkomt maak je weer een praatje. dat deed je voorheen niet, ze hebben een aantal van dat soort dingen. Dat is helemaal top.’ - bestuurder (1)

48

Leef- en systeemwereld hebben hun eigen werkelijkheid

Aan de hand van de gesprekken lijkt er een duidelijk onderscheid te bestaan tussen leef- en systeemwereld-denken. Publieke professionals benoemen het verschil tussen geïnstitutionaliseerde welzijnsinstellingen en het initiatief dat van onderaf ontstaat. De eerste is een professionele organisatie waarbij gerichte zorg vaak het uitgangspunt van hulpverlening is. Door het ontbreken van gerichte zorg is het initiatief van de Blije Buren dus ook geen vervanging, maar eerder een aanvulling op bestaande welzijnsorganisaties. Bij de eerste wordt je als bewoner geholpen door mensen die ervoor betaald worden, je bent een lid van ‘de doelgroep’. Hoewel welzijnswerkers met overgave hun cliënten ondersteunen, voelt dit anders dan bij de Blije Buren. Bij de laatste zijn het buurtbewoners onder elkaar, die gewoon graag wat voor elkaar doen en waar je je welkom bij kunt voelen.

‘Wij denken top-down, wij denken vanuit beleid, vanuit regels die we zelf bedacht hebben, heel academisch. Wij denken niet vanuit de gebruiker, die heeft misschien net andere dingen nodig. Als je kijkt naar zo’n bottom-up initiatief als de Blije Buren hadden, die gaan uit van de gebruiker.’

– ambtelijk medewerker (2)

‘Het is een grote [welzijns]instelling, als je wat wilt dan kom je naar de balie en moet je wachten tot iemand tijd voor je heeft. Dat is wel heel anders. Bij de een heb je binnen drie seconden een glimlach op je mond en bij de andere denk je na drie minuten, heb je zo even?’ – ambtelijk medewerker (6)

De Blije Buren benoemen dit verschil niet expliciet. De reden die zij geven voor hun succes, het kosteloos aanbieden van eten, drinken en gezelschap, kan geïnterpreteerd worden als de uitwerking van de leefwereld. Op praktisch niveau is dit hoe de leefwereld door hen vormgegeven wordt; betrokken, dichtbij, met en voor elkaar.

Hoewel de Blije Buren in hun succes het onderscheid tussen de leef- en systeemwereld geen grote rol toekennen, moet ook aangegeven worden dat ze dit niet volledig wegcijferen.

‘Ik realiseer me dat wel. Kijk, dat geld, uiteindelijk. Die grond is van de gemeente, er komen heus wel rekeningen en dat soort dingen. Daar ben ik niet blind voor. Dat is gewoon zo.’

– stichting Blije Buren (1)

Het mag duidelijk zijn dat het onderscheid tussen de leef- en systeemwereld voor veel publieke professionals wel een grotere rol speelt. In tegenstelling tot de initiatiefnemers zit dit

49

onderscheid er bij hen ingebakken. Het benadrukken van het belang van het leefwereld-aspect voor het succes van het initiatief, doen de meeste van hen dan ook vanuit een systeemwereld beredenering. Een meerderheid van de gesproken professionals beschrijft het initiatief als ‘organisch gegroeid’, het is niet opgelegd, maar langzaam ontstaan. Allemaal schrijven ze het succes toe aan ‘meer ruimte’, ‘minder regels’ en aansluitend bij ‘behoefte in de buurt’. Binnen het stadsdeel bestaat er echter onenigheid over of het gat tussen de leef- en de systeemwereld gedicht zou moeten worden en zo ja, hoe. Dit komt in de volgende paragrafen aan de orde.