• No results found

Maximumtarieven in beleidsregels

3 I NVENTARISATIE EN SELECTIE VAN BOETEREGINGEN

4.3 Maximumtarieven in beleidsregels

Hiervoor is aangeven welke wettelijke maximale boetes zijn gesteld op ge-dragingen die bestuurlijk en/of strafrechtelijk beboetbaar zijn. Hieronder wordt nagegaan hoe de wettelijke boetemaxima zich verhouden tot de maxima die worden gehanteerd in de handhavingspraktijk. Niet altijd ech-ter, zo zal ook nog blijken uit de volgende hoofdstukken, hebben handha-vende instanties de vrijheid om af te wijken van de in de wet vermelde boetebedragen. Dit is het geval bij wettelijke gefixeerde boeteregelingen: de (maximale) boete op een gedraging is in de wet vastgelegd, afwijking daarvan is niet mogelijk, De Wahv en het Bgp zijn hiervan voorbeelden. Hieronder is voor de overige regelingen nagegaan welke de boetemaxima zijn die in de onderscheidenlijke beleidsregels van de handhavende instan-ties zijn vermeld.

Mw

In de Mw is het wettelijke maximum gesteld op € 450.000 of, indien ho-ger, 10% van de omzet. Raadpleging van de Richtsnoeren boetetoemeting leert echter dat hierin geen concrete bedragen doch factoren voor tarife-ring zijn vermeld. Daarom is niet na te gaan in hoeverre er een discrepan-tie aanwezig is tussen het wettelijke boetemaximum en dat uit de beleids-regel. Wel kan worden gezegd, dat het wettelijke maximum via de in de richtsnoeren vermelde factoren kan worden bereikt.

Tbm

Het ‘boete’-maximum dat in het Tbm is vermeld, is € 1.200. Uit de Richt-lijn voor strafvordering Bestuurlijke transactiemilieudelicten valt evenwel af te leiden dat het door het OM gehanteerde maximum € 1.125 bedraagt. Wav

De maximale bestuurlijke boete die de Wav stelt op het illegaal tewerkstel-len van een vreemdeling bedraagt voor een natuurlijk persoon € 11.250 en voor een rechtspersoon € 45.000. In geval van recidive worden deze bedragen met 50% verhoogd. Uit de beleidsregel Wav blijkt dat de daarin gehanteerde maxima veel lager liggen: € 4.000 voor natuurlijke personen en € 8.000 voor rechtspersonen.

Illegale tewerkstelling is strafbaar gesteld in Sr. De maximaal op te leggen boete bedraagt € 67.000, met de mogelijkheid van inschaling in een naasthogere categorie voor rechtspersonen. Voorts is meervoudige be-stuursrechtelijke recidive op grond van artikel 19 c Wav een strafbaar feit; de maximale boete bedraagt in dat geval € 16.700; ook in dit geval is in-schaling in hogere categorieën mogelijk (zie hiervoor 4.1). Het OM-handhavingsbeleid is (nog steeds) neergelegd in de Circulaire handha-vingsarrangement Wav uit 1995. De in deze beleidsregel genoemde boe-tebedragen liggen aanzienlijk lager: afhankelijk van bepaalde factoren worden boetes geëist tussen de € 900 en € 2.200, ingeval van recidive wordt een verdubbeling van deze bedragen geëist.

WW

De maximale bestuurlijke boete die in de WW is vermeld, bedraagt € 2.269. De verhouding tussen dit bedrag en de maximale boete op grond van uitvoeringsregelingen is lastig weer te geven, aangezien in Boetebe-sluit sociale zekerheidswetten geen maximum is genoemd, doch een per-centage (10) van het benadelingsbedrag. Gelet op de OM-richtlijn sociale

zekerheidsfraude wordt strafvervolging ingesteld bij een benadelingsbe-drag van meer dan € 6.000. Het maximale bestuurlijke (basis)boetebebenadelingsbe-drag bedraagt derhalve 10% van € 6.000. Gelet op de bestuursrechtelijke reci-divebepaling (verhoging met 50%), kan het boetebedrag worden gesteld op € 900. Er zijn ook nog enkele andere boeteverhogende factoren die verhoging met dit percentage mogelijk maken, maar dan nog wordt het maximale bedrag niet gehaald, want daarmee wordt het zo-even vermelde bedrag met € 600 verhoogd.

Het schenden van de inlichtingenplicht kan ook een strafbaar feit opleve-ren, zowel een overtreding als een misdrijf. De respectievelijke maxima bedragen € 6.700 en € 67.000. De verhouding tussen deze wettelijke boe-temaxima en de maximale boetes op grond van het OM-beleid, is niet te achterhalen omdat blijkens de desbetreffende OM-richtlijn geen geldboetes worden geëist.

Arbowet

In de Arbowet wordt onderscheid gemaakt in twee bestuurlijke boetecate-gorieën, in de eerste categorie geldt een maximum van € 4.538, in de tweede is het maximum € 11.345. In beide gevallen leidt recidive tot een verhoging met 50%. Uit Beleidsregel 33 blijkt dat het maximumbedrag voor de tweede categorie is gesteld op € 11.250, voor de eerste categorie is dit niet goed vast te stellen.

Strafrechtelijke handhaving van bepaalde voorschriften uit de Arbowet is eveneens mogelijk. Zowel misdrijven als overtredingen kennen hierbij een maximum van € 16.750. Blijkens de Richtlijn voor strafvordering arbeids-omstandighedenwet 1998 geldt een maximum van € 8.250, ingeval van recidive wordt dit bedrag verdubbeld.

Awr

In de Awr worden twee soorten bestuurlijke boetes onderscheiden, de ver-zuimboetes en de vergrijpboetes. Voor de verver-zuimboetes hanteert de Awr verscheidene maxima, € 4.537 is daarvan de hoogste. De maximaal op te leggen vergrijpboete is niet in een bedrag uitgedrukt, doch in een percen-tage (10) van het bedrag van (bijv) de aanslag. Op grond van Besluit Be-stuurlijke Boeten Belastingdienst bedraagt het niet of gedeeltelijk niet be-talen van belastingen tot een verzuimboete van 1% van de niet betaalde belasting bij het eerste verzuim, 5% bij het tweede met een maximum van € 2.268. Een derde of volgend verzuim leidt tot een boete van 10% van de niet betaalde belasting met een maximum van € 4.537. Blijkens deze

be-leidsregel wordt bij grove schuld een boete van 25% en bij opzet 50% van het bedrag van de aanslag opgelegd. Alleen in het geval van recidive of in bepaalde andere gevallen, wordt althans in geval van opzet een boete van 100% van het bedrag van de aanslag opgelegd.

Een aantal voorschriften uit de Awr is aangemerkt als strafbaar feit. Op overtredingen staat een maximale geldboete € 3.350 en € 6.700, op mis-drijven staat een maximum van € 16.750 en € 67.000. De verhouding met de in de handhavingspraktijk geldende maxima is lastig vast te stellen aangezien de ATV-richtlijnen geen boetebedragen vermelden.

Conclusie

Hoewel de vergelijking tussen formeel-wettelijke boetemaxima en de temaxima in gedelegeerde regelgeving en beleidsregels niet voor alle boe-teregelingen kan worden gemaakt (sommige regelingen noemen geen be-dragen)41 kan daar waar dit wel het geval is, worden geconstateerd dat er soms een aanzienlijke discrepantie bestaat tussen het wettelijke maximum en het maximum dat blijkens uitvoeringsregels – met name beleidsregels – in de handhavingspraktijk wordt gehanteerd. Voor de bestuurlijke boetes kan worden gewezen op de Wav en WW en voor de strafrechtelijke boetes op de strafrechtelijke handhaving van illegale tewerkstelling in Sr alsmede de Arbowet. Het beeld dringt zich hierbij op, dat het in uitvoeringsregels gehanteerde maximum verhoudingsgewijs lager is naarmate het wettelijke maximum hoger is. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de criteria die hier-bij mogelijk een rol spelen. De onderzochte regelingen geven geen aan-knopingspunten voor de conclusie dat de discrepantie tussen wet en be-leidsregel in het bestuursrecht groter of kleiner is dan in het strafrecht.