• No results found

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Hoge mate van ouderbetrokkenheid Gemiddelde ouderbetrokkenheid Minimale ouderbetrokkenheid Surinaamse ouders Marokkaanse ouders

44 De antwoorden van de Surinaamse ouders zijn verdeeld. Ongeveer 1/3 deel geeft aan dat de ouders niet betrokken waren bij het onderwijs. Een groot deel van de geïnterviewden geeft als reden aan dat de ouders hard moesten werken. Er was geen tijd om samen huiswerk te maken, te communiceren over schoolgerelateerde onderwerpen en/of om aanwezig te zijn tijdens ouderavonden. Sommige ouders waren alleenstaande ouders die veel moesten werken. Maar enkele van de geïnterviewden geven ook aan dat de ouders zelf niet beter wisten. Zij wisten niet precies hoe het schoolsysteem werkte. Dit kwam mede doordat zij niet in Nederland waren geboren en zich hier minder bekwaam voelden. Ook zagen enkele ouders het niet als hun taak om zich te bemoeien met het onderwijs van het kind. Vaak gingen deze ouders slechts naar ouderavonden. Eén hoogopgeleide moeder met een Surinaamse achtergrond legt uit dat de migratie ervoor heeft gezorgd dat haar moeder zich voornamelijk in het begin op de achtergrond hield. Zij was niet bekend met het Nederlandse onderwijssysteem en dit heeft invloed gehad op haar betrokkenheid.

Mijn moeder was in het begin wat terughoudender. Dat komt natuurlijk ze, mijn moeder die heeft de vroegere Pabo gedaan in Suriname, hoe heet die school ook alweer? De Mulo? nee (ik: de Kweekschool?) de Kweekschool. En ze wilde eigenlijk in Nederland ook les gaan geven maar ja, totaal anders. Dus die had wel een soort van shock. Van oh, weet je en voor haar was het wel heel lastig in komen in het Nederlandse systeem. Die is toen ook het onderwijs niet ingegaan. Eh, en zij was vooral op de achtergrond. Dus vooral thuis en niet zozeer op de school zelf. Omdat ja, zij is ook zelf juf maar ze voelde geen aansluiting met die juffen. Weet je, dat gaf een soort van, ja onbevredigend gevoel denk ik. Maar door de jaren heen, naarmate zij de Nederlandse cultuur beter eigen maakte en meer zelfvertrouwen kreeg denk ik, uhm, steeds meer. Ja zeker, ook gewoon op school aanwezig en helpen op school en oudergesprekken, ja alles.

Minimale betrokkenheid van de ouders (Surinaamse allochtone ouders)

‘Mijn ouders waren niet bepaald betrokken, niet zoals ik dat nu ben. Ik begrijp het ook wel hoor, ondanks dat ze natuurlijk de taal spraken, was het toch anders in Nederland. Het is een soort van, een soort gevoel van; je moet je bezighouden met wat je weet. Mijn ouders vonden waarschijnlijk dat mijn leerkracht mij les gaf en dat dat voldoende was. Ze keken wel naar mijn cijfers, maar hielden zich niet zozeer bezig met de ondersteuning van het leren. Niet zoals ik dat dus doe nu.’

‘Mijn ouders waren zelf natuurlijk niet… of laaggeschoold. Zij wisten zelf ook niet beter dan dat. Het was meer zelf uitzoeken.’

‘Mijn moeder ging niet vaak naar school. Ik was heel lief. Het was niet nodig. Ze was wel aanwezig bij rapportbesprekingen.’

‘Minimaal. Ik ben door mijn moeder alleen opgevoed, samen met nog twee broers. Maar mijn moeder heeft altijd gewerkt. Natuurlijk was ze wel betrokken in die zin dat ze wel vroeg of ik het (huiswerk) gemaakt had en of ik mijn lessen geleerd had. Maar als je moeder de hele dag werkt, dan kun je er prima omheen jokken. Te druk om het thuis aan elkaar te knopen.’

‘Helemaal niet, nou nee dat is niet waar. Ze kwamen naar de 10 minuten gesprekken. Ja dat was het. Eigenlijk ook alleen mijn vader, mijn moeder niet.’

45 Eén derde deel omschrijft de betrokkenheid van de ouders bij hun leren als gemiddeld. Deze ouders waren wel betrokken als het ging om helpen met huiswerk en naar ouderavonden gaan, maar daar bleef het bij. De verdere ondersteuning bij het leren was er niet. De nadruk op cijfers wordt door vele respondenten benoemd. Zij geven aan dat de ouders hoge aspiraties hadden met betrekking tot schoolprestaties. Als de cijfers goed waren, waren de ouders tevreden.

Gemiddelde ouderbetrokkenheid (Surinaamse allochtone ouders)

‘Gemiddeld. De rapportmomenten waren belangrijk en de ouderavonden hebben ze ook bezocht als die er waren. Verder was de betrokkenheid gemiddeld. Er gebeurde niet zo veel op school. Als er iets gebeurde werden ze geïnformeerd. Wij hadden een weektaak. Dat betekende dat alle gebeurtenissen die niet goed waren, die stonden op de weektaak. Die moest je meenemen naar huis. Elke vrijdag en maandag moest je die getekend weer meenemen. Op de weektaak stonden alle gedragingen en cijfers. Zo werden je ouders op de hoogte gehouden. Als we kijken naar huiswerk; zij deden dat niet zozeer. Als je ergens moeite mee had, kon je bijles krijgen. Dan betaalden zij bijles voor je.’

‘Mijn ouders waren redelijk betrokken, in de zin dat zij wisten wat er op school gebeurde. Ik vond wel dat zij wat meer betrokken waren bij mijn broertjes opleiding dan bij die van mij. Dat was ook omdat er bij mijn broertje wat problemen waren. Bij mij liep alles wel goed eigenlijk.’

‘Ik zou mijn ouders als streberige ouders omschrijven. Zij waren erg gefocust op de resultaten. De cijfers moesten goed zijn. Ik werd sterk aangemoedigd, laat ik het zo noemen haha, om mijn best te doen. Mijn ouders waren wel voornamelijk op dat vlak aanwezig, niet zozeer mijn emotionele gesteldheid in de klas, maar het draaide voornamelijk om mijn cijfers.’

‘Mijn ouders vroegen wel naar mijn cijfers. Als ik een voldoende of goed had, was het oké. Als dat niet zo was, moest er iets gebeuren. Het ging voornamelijk om goede cijfers halen. Iets wat nu natuurlijk niet meer zo is.’

Het laatste derde deel van de hoogopgeleide Surinaamse ouders geeft aan dat hun ouders veel betrokkenheid bij het leren toonden. Sommige van deze respondenten zijn in Nederland geboren en hebben dus onderwijs binnen het Nederlandse onderwijssysteem gehad. Ondanks dat de ouders in Suriname naar school zijn gegaan, toonden zij erg veel betrokkenheid zowel op school als thuis. Sommige ouders zaten in de medezeggenschapsraad en/ of waren bekend bij de leerkrachten. Deze ouders hielpen de kinderen met huiswerk, overhoorden ze, deden schoolgerelateerde opdrachten samen en maakten leerzame uitstapjes. Deze geïnterviewden voelden zich erg gesteund door de ouders bij het eigen leerproces en zagen het belang van onderwijs in.

Hoge mate van betrokkenheid van de ouders (Surinaamse allochtone ouders)

’Heel betrokken. Zeer nauw betrokken zelfs. Mijn vader die heeft een… want ik ben niet in Nederland geboren, toen wij naar Nederland kwamen.. middelbare school, christelijke middelbare school uitgekozen, dat wilde mijn moeder heel graag. En eh vanaf dag één heeft hij zich aangemeld voor de medezeggenschapsraad. Dat heeft hij eh gedurende eh ons hele schoolloopbaan van mijn broertje en mijn zusje gedaan op de lagere school. En toen ik naar, want ik ben de oudste, naar eh de middelbare school ging, heeft hij zich daar ook aangemeld voor de medezeggenschapsraad. Op die manier probeerde hij de betrokkenheid met school te behouden. En sowieso natuurlijk helpen met huiswerk maken, overhoren. En als iets niet goed gaat op school aanwezig zijn. Beide ouders deden dat. Ja, dus heel betrokken. Ik weet niets anders. Ik zag hoe belangrijk mijn ouders school vonden.’

‘Ik kan wel zeggen dat mijn ouders betrokken waren. Ik denk juist omdat we naar Nederland gingen en te maken kregen met een nieuw schoolsysteem, dat zij zorgden als Surinaamse ouders, als buitenlanders, dat ze precies wisten hoe het eraan toe ging op school. Dat zij precies wisten hoe het schoolsysteem werkte. Mijn

46

vader heeft in het schoolbestuur gezeten. Ik geloof dat hij de enige zwarte vader was daar. Ik denk dat hij en mijn moeder ook wilden laten zien; wij zijn Surinaamse ouders en wij zijn betrokken. Onze dochter doet het goed en wij zorgen dat alles goed gaat.’

‘Zowel met mijn vader als mijn moeder maakte ik altijd huiswerk aan de keukentafel. Bijna elke avond geloof ik. Ze hielpen mij altijd.’

Waar de ouders met een Surinaamse achtergrond erg verdeeld zijn over de manier waarop hun ouders betrokken waren bij hun onderwijs, geven bijna alle geïnterviewden met een Marokkaanse achtergrond hetzelfde aan. De ouders deden hun best maar waren zelf niet opgeleid en spraken de taal niet of slecht. De kinderen waren regelmatig de tolk op school en ouders konden door deze taalbarrière niet helpen met het schoolwerk. Ook al konden de ouders niet helpen met huiswerk en de vervolgopleiding, zij stelden wel vragen als ‘Heb je je huiswerk al gemaakt?’ ‘Hoe ging je toets?’ Ondanks dat zij vaak de taal niet machtig waren, stimuleerden zij het studeren dus wel. De kinderen zagen hierdoor dat de ouders wel waarde hechten aan het onderwijs.

De ouderbetrokkenheid van de ouders bij de eigen opleiding

‘Nou kijk mijn ouders zijn zelf niet opgeleid, ja nou ja, nauwelijks eigenlijk dus zij konden inhoudelijk zeg maar niet veel betekenen voor ons. (…) Ze waren wel heel betrokken in de zin van: naar school brengen, ophalen en ouderavonden. Ze stelden vragen als ‘Hebben jullie huiswerk?’ Ze konden ons verder niet met het huiswerk helpen, maar zij zagen er wel op toe of wij het wel of niet deden.’

‘Nou zij hebben gedaan wat zij konden doen, omdat hun taal niet toereikend was. Dus zij gingen altijd wel naar de oudergesprekken, maar ik was dan altijd wel de tolk.’

‘De ouderbetrokkenheid was redelijk. Taal was een groot probleem bij mijn ouders, waardoor ze niet optimaal konden helpen. Ze konden ons niet helpen met huiswerk en begrepen ook niet precies wat er op school gebeurde, maar ze stimuleerden ons wel om te studeren. Dat vonden ze wel erg belangrijk. Daar letten ze wel op.’

‘Mijn ouders gingen naar ouderavond- en rapport gesprekken, er was toen minder ouderbetrokkenheid in die tijd. De taal spraken ze niet, dus op de hoogte zijn van alles wat er op school gebeurde was moeilijk voor hen.’

Overeenkomsten en verschillen betrokkenheid ouders met de eigen betrokkenheid

Om erachter te komen of de geïnterviewden de van huis uit meegekregen cultuur over het onderwijs en het leren grotendeels over hebben genomen, is gevraagd of zij overeenkomsten zien tussen de betrokkenheid van de ouders en de eigen betrokkenheid. De meeste respondenten met een Surinaamse achtergrond zien verschillen. Zij geven aan dat zij veel meer betrokken zijn bij het leren van het kind dan hun eigen ouders waren bij hun leren. Zij zijn niet slechts aanwezig bij ouderavonden en rapportbesprekingen. Daarnaast is er niet slechts nadruk op cijfers. De emotionele gesteldheid van het kind wordt ook als belangrijk gezien. De geïnterviewden geven aan dat zij ook rond school meer betrokken zijn; praten met andere ouders, helpen met knutselopdrachten en participeren op school. Ook geven de ouders aan dat zij een minder strengere aanpak hebben dan de eigen ouders hadden.

47

Verschillen betrokkenheid ouders met eigen betrokkenheid bij de Surinaamse allochtone ouders

‘Overeenkomsten? Nee, ik zie geen overeenkomsten. Nee helemaal niet, absoluut niet, ik zie alleen maar verschillen.(Oké, en welke verschillen zie je?) Dat wij behalve dat je aanwezig bent op de momenten zoals het hoort te zijn, rapportgesprekken enzovoorts, dat je ook op een vrijwillige basis betrokken bent bij wat er allemaal op school gebeurt. Ja, dat je ook contact hebt met andere ouders. Mijn moeder had helemaal geen contact met de ouders van andere vriendinnen. Dus dat is zeker een verschil. Op de hoogte proberen te blijven van wat er allemaal aan de hand is binnen de school.’

‘Ik denk dat de betrokkenheid groter is. Je meldt je ook aan om taken op te nemen binnen de school. Lid van de MR en ouderraad. Ook je beschikbaar stellen om tijdens activiteiten van school om dan aanwezig te zijn.’ ‘Totaal verschillend natuurlijk. Ja, ik zit er wel bovenop maar eh ja, mijn ouders, ja dat was vroeger zo, had je je huiswerk niet gemaakt, dan kreeg je een tik. Ja, dat soort dingen, dat passen wij natuurlijk niet toe.’

‘Ze (moeder) kon wel luisteren, maar dan kreeg ik daarna nog een scheldkanonnade van: ‘Je moet hier op letten, je moet daar op letten, niet zoveel praten in de klas en spelen’. Dat doe ik niet bij mijn dochter.’

Ondanks dat er veel verschillen zijn opgenoemd door de respondenten, konden de meeste Surinaamse ouders ook enkele overeenkomsten opnoemen. Deze overeenkomsten hebben te maken met goede cijfers ook belangrijk vinden, deel uit maken van de medezeggenschapsraad, een luisterend oor bieden en het helpen met huiswerk. Dit deden de ouders van de geïnterviewden en dat hebben zij overgenomen. Zij geven aan dat zij net zoals hun ouders ook vinden dat leren op school alleen niet voldoende is en zij daarom thuis ook actief bezig zijn met het leerproces. Eén respondent ziet de overeenkomst in de strijdlustigheid van haar moeder. Als enig donker meisje in Limburg vonden de leerkrachten als snel dat zij de huishoudschool moest gaan doen. Haar moeder heeft ervoor gestreden dat dit niet zou gebeuren. Zij ziet deze strijdlustigheid bij zichzelf terug als leerkrachten menen te weten wat haar zonen wel en niet aankunnen.

Overeenkomsten betrokkenheid ouders met eigen betrokkenheid bij de Surinaamse allochtone ouders

‘(…) Maar ik vond mijn moeder toen, ja want wij waren de enige Surinamers in Limburg natuurlijk. Dus toen werd gelijk gezegd, ja zij moet naar de huishoudschool. Maar mijn moeder heeft er echt voor gestreden dat ik niet naar de huishoudschool moest. Dus mijn moeder was daar heel strijdlustig in en altijd ook aanwezig.’ ‘Nou ik zit ook in de MR van de school van mijn kinderen. Heb ik ook meteen gedaan. Omdat het toch belangrijk is dat je zichtbaar bent denk ik, als ouder. Uhm, anders word je heel snel in een bepaald hokje geplaatst. Ja hoe je het wendt of keert dat heeft invloed op hoe leerkrachten met je kind omgaan. Zo is het nou eenmaal. Dus vandaar vanaf dag één zichtbaar zijn op school. En eh, wat doe ik nog meer? Ja, meehelpen zodra ik de tijd heb en er is voorlezen of er zijn andere activiteiten. Dan doe ik mee. En mijn partner ook.’ ‘Ik denk het samen oefenen, wat mijn moeder ook met ons deed. Ik oefen nu ook samen met mijn zoon. Ik ben ook altijd opzoek naar andere opdrachten eventueel van een hoger niveau om hem te stimuleren, Ik vind sowieso dat het werk dat je van school krijgt alleen, niet voldoende is. Dat is wel een grote overeenkomst.’ ‘Uh, altijd een luisterend oor bieden, dat herken ik wel ja.’

Het merendeel van de hoogopgeleide ouders met een Marokkaanse achtergrond ziet meerdere overeenkomsten tussen de eigen ouderbetrokkenheid en die van hun ouders. De overeenkomsten gaan voornamelijk over je best doen als ouder. Doen wat je kunt doen. Daarnaast zien zij ook

48 overeenkomsten in het stimuleren van het kind om zijn of haar best te doen. Onderwijs is belangrijk, deze waarde proberen zij door te geven aan de eigen kinderen. Alhoewel de ouders meerdere overeenkomsten zien, zien zij ook vele verschillen. Deze ouders hebben kennis van het onderwijssysteem. Zij weten wanneer er toetsen plaatsvinden. Ook zijn zij bekend met de inhoud van de stof. Zij zijn hierdoor in staat om het kind niet slechts te vragen of hij/zij het huiswerk heeft gemaakt, maar ook om het kind te helpen bij het huiswerk. Daarnaast is er ook oog voor de gedragshouding en gemoedstoestand van het kind. Gedraagt het kind zich op school en zit het kind lekker in z’n vel, zijn vragen waar deze ouders meer waarde aan hechten dan hun eigen ouders toentertijd deden. Ten slotte aarzelen deze ouders, in tegenstelling tot hun eigen ouders niet om contact op te nemen met school als zij dit nodig achten.

Opvallend is dat in meerdere interviews naar voren komt dat de eigen ouders de ouderbetrokkenheid thuis combineerden met eten. De moeders van de geïnterviewden zorgden ervoor dat er eten was als de kinderen thuis kwamen. De geïnterviewden moesten aan de keukentafel huiswerk maken, terwijl ze aten. Ook namen de moeders van de geïnterviewden de schooldag door tijdens het eten. Zo vertelt één moeder over vroeger: ‘Zij had ook een speciale routine, als wij thuis kwamen dan zette zij ons aan de keukentafel en dan kregen wij een glaasje limonade of een koekje erbij en dan ging ze eerst met ons de dag doornemen en dan kwam er daarna uit van; ‘En? En nog huiswerk?’ Twee andere moeders hebben dezelfde ervaring: ‘Wat mijn moeder altijd deed was huiswerk met ons maken, terwijl we aan de tafel aan het eten waren. Als wij thuis kwamen had zij altijd lekker gekookt. We maakten huiswerk terwijl we genoten van het eten.’ ‘Mijn moeder combineerde school altijd met eten. Als wij thuis kwamen, of huiswerk moesten maken in het weekend, was het altijd in de keuken eten en huiswerk maken. Dat huiselijke zat erg in mijn moeder.’

Overeenkomsten betrokkenheid ouders met de eigen betrokkenheid bij de Marokkaanse allochtone ouders

‘Ja gewoon de betrokkenheid in zijn algemeen. Mijn ouders hebben alles gedaan wat zij konden snap je. Inhoudelijk konden zij het niet. Dus de overeenkomst is dat ik het op mijn top probeer te doen, dus dat ik zeg; ik ken de taal, daar help ik mee, ik ken de inhoud, daar help ik mee. Mijn ouders doen het ook op hun top, dus dat is de overeenkomst.’

‘Mijn ouders vonden school belangrijk als je iets wil bereiken dan moet je er voor gaan, Ik zelf zeg dat ook tegen mijn kinderen.’

‘Het stimuleren van kinderen om te studeren is ook hetzelfde.’

Verschillen betrokkenheid ouders met de eigen betrokkenheid bij de Marokkaanse allochtone ouders

‘Kijk, ik ben zelf opgeleid. Ik ben overigens ook leerkracht. Ideaal wil ik het niet noemen maar, snap je. Dus al

hij een probleem heeft of hij snapt iets niet op school, hij vindt iets moeilijk of hij neemt überhaupt iets mee naar huis, dan kan ik hem daar gewoon heel makkelijk mee helpen. Mijn ouders konden dat gewoon niet. Maar ik weet ook, zelfs als hij met niks thuiskomt weet ik: jij zit nu in groep 7, jij hoort dit en dit en dit als stof te krijgen. Ken je dit al, ken je dat al? Dus vanuit mijzelf kon ik hem daarin ook gewoon zelf helpen omdat ik op de hoogte ben. Ook op school, ik ben op een andere manier aanwezig dan mijn ouders. Mijn ouder waren meer