• No results found

Tabel 1 Matrix deelvragen

Deelvraag 4: Wat waren de beweegredenen van de

5 De marktomgeving van Begrijpend Lezen

In dit hoofdstuk staat de markt van Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas centraal. Er worden relevante cijfers uit de markt aangehaald en de concurrentie wordt omschreven.

5.1 Basisscholen

In het schooljaar 2013/2014 (laatst gemeten door CBS) zijn er 7.263 basisscholen in Nederland. Dit lijkt een hele hoop, maar al meer dan 20 jaar daalt het aantal basisscholen. In het schooljaar 1990/1991 waren er nog 9.332 basisscholen. In 20 jaar is het aantal basisscholen met 22% gedaald (CBS, 2014). Deze daling wordt verklaard door de daling in het aantal kinderen met basisschoolleeftijd. Deze groep is al jaren aan het krimpen. Er wordt verwacht dat deze trend zich tot 2022 voortzet (CBS, 2013). Op het moment hebben ruim 1.100 basisscholen een abonnement op Begrijpend Lezen (Y&C, 2015b).

5.2 Klanten

De lesmethode Begrijpend Lezen wordt in eerste instantie ontwikkeld voor basisscholen. Dit is ook de grootste groep afnemers. Het is een volledige methode die voldoet aan alle kerndoelen van begrijpend lezen. Dit betekent dat deze methode zonder extra materialen kan worden ingezet in het onderwijs. Naast basisscholen wordt de lesmethode ook aangeschaft door scholen uit het voortgezet onderwijs. Meestal zijn dit scholen die lesgeven op een laag niveau, bijvoorbeeld aan kinderen met een

leerachterstand. Bijlesinstituten gebruiken de lesmethode als ondersteuning bij de bijlessen begrijpend lezen en/of woordenschat. De laatste groep afnemers zijn particulieren, bijvoorbeeld ouders die hun kind(eren) extra lesstof willen bieden (Y&C, 2015b).

5.3 Concurrentie

De concurrentie van Begrijpend Lezen is vastgesteld op de volgende twee criteria:  Het is een lesmethode voor begrijpend lezen in het basisonderwijs.  De methode bevat wekelijks lessen.

De methodes die hieraan voldoen zijn onderzocht aan de hand van de verschijningshoeveelheid, toetsing, actualiteit en de mogelijkheid tot differentiatie.

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip is een online methode waar ruim 5000 scholen in Nederland gebruik van maken. Het

heeft twee versies: een basisversie met één les per week en een XL-versie met twee lessen per week met extra woordenschatoefeningen en stelmogelijkheden. Scholen kunnen de teksten en opdrachten vanaf de website downloaden (CED, z.j.). De teksten zijn actueel en bevatten onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. De methode biedt vijf niveaus aan, waarmee gemakkelijk gedifferentieerd kan worden. De vraagstelling in de opdrachten en de toetsen sluit aan bij de Cito-toets. Zo maken leerlingen kennis met de Cito (Van Niel & Meezen & Van Noordt, 2013).

Goed Gelezen

Goed Gelezen is gebaseerd op twee lessen per week. Hiervan is één les uit een boek. De leerlingen

kaartenbak. Leerlingen werken zelfstandig aan de kaarten. De kaarten worden ontwikkeld voor meerdere niveaus (CED, z.j.). Hiermee kan gedifferentieerd worden. Elk leerjaar bestaat uit 6 blokken. Elk blok sluit af met een toets die aansluit op de Cito-toets. De methode biedt de mogelijkheid tot samenwerken en zelfstandig werken. De onderwerpen in de teksten sluiten aan op de belevingswereld van de leerlingen. Doordat de methode is vastgelegd in een boek zijn de teksten niet actueel. Wel verschijnt er tweewekelijks een actuele tekst met opdrachten op de website (Educatheek, z.j. a).

Grip op lezen

Grip op lezen heeft één les per week. De methode wordt gegeven uit een boek (uit 2012) met teksten

die herkenbare onderwerpen bevatten. Echter, de methode ligt al vast en speelt daarom niet in op de actualiteit. Aan de hand van zeven leesstrategieën leren de leerlingen begrijpend en studerend lezen. Ze worden getoetst aan een toets die qua vorm en vraagstelling aansluit bij de Cito-toets. De methode voldoet aan de kerndoelen en biedt de mogelijkheid tot samenwerken en zelfstandig werken. Zo is de methode makkelijk toe te passen in combinatiegroepen. Differentiatie is mogelijk door de extra opdrachten en de ruimte voor verlengde instructie (Malmberg, 2015).

Lezen in beeld

Lezen in beeld is een nieuwe methode voor begrijpend lezen van uitgeverij Zwijssen en heeft daarom

nog niet veel gebruikers. De methode bevat één les per week. De les wordt gegeven uit een boek aan de hand van zes leesstrategieën en biedt de mogelijkheid om klassikaal gegeven te worden of zelfstandig gemaakt te worden (CED, z.j.). Dit biedt de mogelijkheid om te differentiëren in de klas. Ook bevat het extra opdrachten voor snelle leerlingen en herhalingstaken voor leerlingen die achter lopen. Doordat de methode vastligt in een boek, zit er weinig actualiteit in de teksten. Echter, er is een mogelijkheid om extra opdrachten online te maken. Op de website verschijnt wekelijks een actuele tekst over een onderwerp afkomstig uit het Jeugdjournaal. De vraagstelling sluit aan bij de Cito-toets (Lezen in beeld, z.j.).

Tussen de regels

Tussen de regels is beschikbaar vanaf groep 4. Er worden twee lessen per week gegeven met een

afwisseling tussen instructie en zelfstandig werken (CED, z.j.). De methode vraagt de leerlingen zelfstandig en samen te werken om zo denkprocessen te stimuleren. Aan de hand van leesstrategieën gaan de leerlingen aan de slag. De methode biedt de mogelijkheid tot differentiëren door het

aanbieden van passende oplossingen voor leerlingen die moeite hebben met het vak en leerlingen die sneller zijn. De methode heeft extra aandacht voor woordenschat. Twee keer per jaar worden de leerlingen getoetst. Deze toetsten sluiten niet aan bij de Cito-toets (Educatheek, z.j. b).

5.4 Deelconclusie

Ongeveer 15% van de basisscholen in Nederland gebruikt Begrijpend Lezen. Dit is ten opzichte van

Nieuwsbegrip een klein aantal, maar ten opzichte van andere concurrerende methodes een groot

aantal. Bijna alle methodes voor begrijpend lezen bevatten de mogelijkheid tot differentiëren. Leerlingen worden geleerd samen en zelfstandig te werken. Een op de vijf concurrerende lesmethodes sluit qua vraagstelling niet aan bij de Cito-toets. Het is een pluspunt als de vraagstelling aansluit bij de Cito-toets. Zo leren leerlingen hier al mee om te gaan. Een aantal methodes werkt uit een boek. Deze bieden online actuele teksten, zodat ze toch actualiteit aan kunnen bieden. Waarschijnlijk zien de betreffende uitgeverijen in dat actualiteit in een lesmethode de voorkeur krijgt door basisscholen.