• No results found

In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk ga ik in op de manier waarop enkele jongens spreken over seks in combinatie met ideeën over gender. Belangrijk om te vermelden is dat maar weinig jongens zich hierover uitlaten en dat de meeste jongens hier of nog geen ervaring mee hebben of dit een te persoonlijk onderwerp vonden.

Ideeën over gender en seksualiteit beslaan naast beelden over homoseksuele mannen en relaties tussen deze mannen ook allerlei gedachten over seks en seksuele handelingen. Als man seks hebben met een andere man wordt over het algemeen sowieso als onmannelijk bezien. Maar in deze ideeën speelt vooral anale seks een cruciale rol. Het onderscheid tussen de actieve partner en de passieve partner, ook wel top en bottom genoemd, worden sterk geassocieerd met ideeën over gender en seksualiteit. De passieve partner wordt over het algemeen geassocieerd met

vrouwelijkheid en onmannelijkheid. Dit geldt ook voor heteromannen die deze rol vervullen tijdens seks met een vrouw, wat laat zien dat een passieve rol bij anale seks op zichzelf al geassocieerd wordt met onmannelijkheid.

In de gesprekken met de jongens is ook ingegaan op de ideeën die zij hebben over seksuele rollen en hoe ze dit relateren aan mannelijkheid en vrouwelijkheid. De uitspraken van de drie jongens die hierover praten zijn vrij verschillend en komen hieronder aan de orde. Marijn vertelt dat hij er niet aan moet denken “om iets in mijn achterste te krijgen, om het maar zo te noemen”. Even verderop in het gesprek zegt hij: “En als je bottom bent ben je over het algemeen ook wel iets

vrouwelijker denk ik.”. In de woorden van Marijn komt naar voren dat hij de passieve rol associeert

met vrouwelijkheid. In de context van het gesprek laat hij in combinatie met het feit dat hij deze rol niet wil aannemen zien dat hij daarom mannelijk is. De ideeën over gender en seksuele rollen zoals die hierboven staan komen overeen met de uitspraken die Marijn hierover doet. Dit is ook te herkennen in het gesprek met Evert als hij spreekt over aantrekkelijke mannen: “Ik denk dat ik meer

60

versatile enzo, ik weet niet of dat echt vastligt, maar wel ongeveer. Ik denk dat je iemand zoekt die het tegenovergestelde van jou is…”. Evert, die zichzelf als bottom omschrijft, maakt in deze uitspraak

een duidelijke koppeling tussen mannelijkheid en de actieve rol waarbij hij zichzelf de vrouwelijke rol toebedeelt. Echter, hij nuanceert deze uitspraak direct erna: “maar dat is niet altijd zo. Nee ik ken

ook mannelijke types die bottom waren. Ik denk dat het over het algemeen wel is dat de meer mannelijke versie van de homo top is ja, maar misschien ook weer niet.”. Met deze woorden laat

Evert zien dat hij er niet zo zwart-wit over denkt dan uit de eerste uitspraak blijkt. Verder beschrijft Evert zichzelf ook niet als onmannelijk en geeft aan dat andere homomannen niet aan hem merken of zien dat hij bottom is. Hiermee ontkracht hij de koppeling tussen mannelijkheid, onmannelijkheid en respectievelijk de actieve en passieve seksuele rol. In de woorden van Sven wordt duidelijk dat ook hij deze relatie tussen gender en seksuele rol niet zo bekijkt. Hij geeft aan dat dit eigenlijk nooit zo is. Opvallend is dat hij wel een andere reden aangeeft om een bepaalde seksuele rol aan te nemen, Sven geeft aan dat relatieve leeftijd een rol speelt in het aannemen van een bepaalde seksuele rol: “Nee ik ben versatile dus ik pas me aan aan de ander, of aan het moment ook wel. Het

zijn wel vaak tops die oudere jongens dus dan bottom ik vaker, niet altijd maar meestal wel. Bij de jongere jongens is het ook verschillend, meer 50-50 eigenlijk, maar dan is het meer dat ik het dan een beetje spannender maak, jonge jongens zijn vaak wat rustiger.” Zoals hier duidelijk wordt heeft het

aannemen van een bepaalde rol te maken met verschillende zaken maar in zijn ogen niet met mannelijkheid of vrouwelijkheid. Het is echter wel opvallend dat Sven iets verderop in hetzelfde gesprek vertelt dat deze oudere jongens die top zijn, vaak wel kil en gevoelloos zijn. Dit associeert hij op een ander moment met een mannelijke eigenschap die hij vervelend vindt. Het lijkt erop dat hij de actieve rol in bed onbewust associeert met mannelijkheid.

Ideeën over gender in relatie tot seks zijn duidelijk te herkennen in de verhalen van de drie jongens. Welke betekenis ze hier aan verbinden en in welke mate ze dit doen blijkt echter lastiger vast te stellen. Op zijn minst kan er gesteld worden dat de associatie van mannelijkheid en

onmannelijkheid met respectievelijk de actieve en passieve rol in bed op de achtergrond aanwezig is in de gedachten van de jongens. In de uitspraken van de jongens is er echter geen sprake van een onomstotelijke koppeling tussen beide zaken. Het lijkt er meer op dat de ideeën van de jongens gedeeltelijk gevormd zijn door het idee dat over de koppeling bestaat en dat hun ervaringen dit beeld eerder nuanceren dan bevestigen.

61

Hoofdstuk zeven

Conclusie

In dit laatste hoofdstuk presenteer ik de conclusies van mijn onderzoek. Allereerst ga ik in op de conclusies die uit de verschillende hoofdstukken getrokken kunnen worden. Vervolgens zal ik ingaan op de beantwoording van de onderzoeksvraag zoals die in de inleiding is gepresenteerd. Als laatste zal ik een aantal suggesties geven voor onderzoek dat in de toekomst zou kunnen plaatsvinden.