• No results found

As 1: Verbetering van het concurrentievermogen van de land- en bosbouwsector

11.2 Maatregelcode: 133

11.3 Concrete actie

Deze maatregel betreft een subsidie voor producentengroeperingen voor het voeren van activiteiten op het gebied van voorlichting en afzetbevordering voor landbouwproducten en levensmiddelen die onder verordening 509/2006 en 510/2006 erkend en beschermd zijn (respectievelijk als GTS en als BOB/BGA). Via deze activiteiten wordt de consument geïnformeerd over de kenmerken van het betrokken product dat volgens een lastenboek wordt geproduceerd. Door het toekennen van een subsidie aan de producentengroeperingen voor het voeren van dergelijke acties, kunnen zij trachten de vraag naar hun erkend product te stimuleren.

11.4 Link met de strategie voor een Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007-2013

Deze maatregel kadert binnen de strategische doelstelling 7 van de Vlaamse strategie voor plattelandsontwikkeling.

11.5 Beschrijving maatregel

11.5.1 Probleemstelling en rationale

Een erkenning als BOB/BGA/GTS voor een streekproduct is een eerste stap voor een producentengroepering in de verbetering van hun marktkansen. In een tweede fase is het van belang om promotie te voeren voor een erkend product. Producentengroeperingen die uit een beperkt aantal leden bestaan, beschikken vaak over onvoldoende middelen om promotie te voeren voor hun kwaliteitsproducten.

Het toekennen van een subsidie moet hen toelaten afzetbevorderings- en voorlichtingsacties te voeren. Dit komt de afzet van kwaliteitsproducten van eigen bodem ten goede.

2 Beschermde Oorsprongsbenaming

3 Bechermde Geografische Aanduiding

4 Geografische Traditionele Aanduidingen

11.5.2 Doelstelling en kwantificering

Hoofddoelstelling is de afzetmogelijkheden voor dergelijke kwaliteitsproducten verhogen door het voeren voorlichtings- en afzetbevorderingsacties waarbij de consumenten over de kenmerken van het betrokken product wordt geïnformeerd.

De bevordering van de afzet van deze producten kan een belangrijke troef worden voor het platteland. Het inkomen van de primaire producent wordt verbeterd als de markt bereid is om een meerprijs te betalen voor een kwaliteitsproduct waarbij hij zeker is van de geografische oorsprong (in het geval van een BOB/BGA) en dat is geproduceerd op traditionele wijze volgens een erkend lastenboek. Tezelfdertijd beoogt men hiermee een diversificatie van de landbouwproductie: doordat de consument bereid is om een hogere prijs te betalen voor een kwaliteitsproduct dat een hogere productieprijs kent, kan de productie van traditionele kwaliteitsproducten typisch voor bepaalde streken blijven bestaan met positieve gevolgen voor de lokale werkgelegenheid.

De kwantificering zal in eerste instantie blijken uit het feit of de productie van deze traditionele producten wordt instandgehouden. Verder kan de maatregel worden gekwantificeerd door na te gaan voor hoeveel producten onder deze maatregel een aanvraag wordt ingediend, het totale aantal acties dat wordt voorgesteld en bijkomend door het aantal telers dat bijkomend het lastenboek gaat volgen en het product onder de beschermde benaming op de markt gaat brengen.

11.5.3 Definiëring van begunstigden

De begunstigden zijn de officiële aangegeven producentengroeperingen voor de onder Verordening 509/2006 en 510/2006 erkende kwaliteitsproducten.

De begunstigden zijn producentengroeperingen van een erkend product waarvan productie (niet noodzakelijk de volledige productie) op grondgebied van het Vlaams Gewest plaats heeft.

Voor deze maatregel komen de producentengroeperingen in aanmerking, waarvan de producten vallen onder de kwaliteitsregelingen die steun krijgen onder maatregel 132B.

Concreet betekent dit dat de producentengroeperingen rond de Vlaams-Brabantse tafeldruif en het Brussels grondwitloof in aanmerking kunnen komen voor steun.

11.5.4 Praktische uitwerking

Vandaag zijn er in Vlaanderen drie producten erkend onder VO (EG) nr 510/2006. De Geraardsbergse mattentaart en het Brussels grondwitloof zijn erkend als Beschermde Geografische aanduiding en de Vlaams-Brabantse tafeldruif is erkend als Beschermde oorsprongsbenaming. Daarnaast zijn de kriekbieren, geuzebieren en faro erkend als Gegarandeerde Traditionele Specialiteit onder VO (EG) nr 509/2006.

Een producentengroepering van een onder Verordening 509/2006 en 510/2006 erkend kwaliteitsproduct kan een subsidie verkrijgen voor het voeren van activiteiten op de interne markt op het gebied van voorlichting, afzetbevordering en reclame voor het betrokken product. De hoogte van de aangevraagde subsidie zal afhankelijk zijn van het aantal leden dat een producentengroepering telt. Hoe groter een producentenvereniging, hoe meer financiële draagkracht zij zal hebben om afzetbevorderings- en voorlichtingsacties te voeren.

De totale overheidssteun bedraagt maximaal 70% van de totale kost met een plafond van 50.000 EUR op jaarbasis per producentengroepering. Een subsidie kan maximaal gedurende drie opeenvolgende jaren worden aangevraagd. Voor het Vlaams Gewest zullen enkel de erkende streekproducten die onder maatregel 132B vallen, ook in aanmerking komen voor deze maatregel.

Om voor een subsidie in aanmerking te komen dient een producentengroepering jaarlijks uiterlijk op 30 september een actieplan in voor het uitvoeren van activiteiten in het daaropvolgende kalenderjaar. Dit actieplan dient te worden opgesteld aan de hand van een standaardschema dat een overzicht van de geplande activiteiten, een toelichting per activiteit en een gedetailleerde begroting voor het eerstvolgende actiejaar bevat.

Kosten die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld de organisatie en deelname aan beurzen en tentoonstellingen, PR-activiteiten, advertenties in printmedia (tijdschriften, kranten, …), drukwerk (folders, brochures, …), elektronische media (website, …), voorlichting en demonstraties op de verkooppunten, reclame via audiovisuele media (TV en radio), … . Het Gemeenschapslogo dient te worden opgenomen op al het voorlichtings-, afzetbevorderings- en reclamemateriaal.

Deze activiteiten mogen niet worden afgestemd op handelsmerken. Voorlichtings- en afzetbevorderingsacties gesteund onder Verordening 3/2008 komen niet in aanmerking. In eerste instantie wordt dit vermeden doordat de begunstigden onder Verordening 3/2008 beroepsorganisaties zijn, terwijl het bij deze maatregel in het kader van plattelandsontwikkeling gaat het over begunstigden op een ander niveau nl.

producentengroeperingen. Het beheer van beide verordeningen zal binnen dezelfde afdeling gebeuren wat afstemming toelaat teneinde dubbele financiering te vermijden.

Indien het actieplan wordt gewijzigd, deelt de producentgroepering ten minste vijftien werkdagen van tevoren de data of de perioden voor de uitvoering van de in het programma vastgestelde activiteiten mee. Indien deze gegevens niet zijn meegedeeld, komen de kosten voor de betrokken activiteiten niet in aanmerking voor subsidiëring.

De producentengroepering verbindt zich ertoe om, vóór de uitvoering van de activiteiten, alle in het kader van het programma geproduceerde ontwerpen voor voorlichtings- en afzetbevorderingsmateriaal aan de bevoegde nationale autoriteit over te leggen. Hiertoe legt hij dit materiaal voor in de Nederlandse taal, ten minste 14 dagen voor de uiteindelijke finalisering, met het oog op het verkrijgen van de goedkeuring van de bevoegde nationale autoriteit.

11.5.5 Bevoegde autoriteit Departement Landbouw en Visserij

Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Ellipsgebouw, Koning Albert II-laan 35 bus 40, 1030 Brussel Johan Verstrynge

Tel: 02/552 78 73

johan.verstrynge@lv.vlaanderen.be

11.5.6 Gekwantificeerde indicatoren

Type indicator Indicator Doel 2007-2013

Output Aantal gesteunde acties 6

Resultaat

Waarde van de landbouwproductie onder een erkend

kwaliteitslabel/standaard NA5

11.5.7 Coherentie met de 1ste pijler van het GLB

De activiteiten mogen niet worden afgestemd op handelsmerken. Voorlichtings- en afzetbevorderingsacties gesteund onder Verordening 3/2008 komen niet in aanmerking. In eerste instantie wordt dit vermeden doordat de begunstigden onder Verordening 3/2008 beroepsorganisaties zijn, terwijl het bij deze maatregel in het kader van plattelandsontwikkeling gaat het over begunstigden op een ander niveau nl.

producentengroeperingen. Het beheer van beide verordeningen zal binnen dezelfde afdeling gebeuren wat afstemming toelaat teneinde dubbele financiering te vermijden.

5 Noch van de Vlaams-Brabantse tafeldruif noch van de het Brussels grondwitloof zijn omzetcijfers of productiecijfers gekend waar de doelstelling op gebaseerd kan worden.