• No results found

Uyl. In zijn markerende rede werd Rietkerk slechts twee keer onderbroken.

Tirannie van het moment

Een verklaring voor het verschil tussen nu en vier decen-nia geleden schuilt wellicht in de waarneming van de Noorse antropoloog Thomas Eriksen dat politiek en media in onze dagen lijden onder de ‘tirannie van het moment’. Je zou dat verschijnsel, dat hij beschrijft in een gelijknamig boek uit 20011, de overtreffende trap kunnen noemen van de waan van de dag, waaronder de Tweede Kamer al sinds de dagen van Thorbecke ten prooi heet te zijn. De verandering in de debatcultuur van onze nationale vergadering onderstreept Eriksens waarneming dat ‘slow time’ schaars is gewonnen en het verwerven van aandacht langer dan een paar minuten bijna ondoenlijk. Dat betekent nogal wat voor de democratie, die naar haar aard traag werkt, en voor de politici die op aanwijzing van Machiavelli managers moeten zijn van tijd en omstandig-heden.

Het betekent ook nogal wat voor de wetenschap-pelijke instituten van politieke partijen, die de actieve poli-tici met behulp van feiten en inzichten van dienst moeten zijn bij het uitzetten van hun koers. Staan zij intussen niet op een onoverbrugbare afstand? Zij moeten tijdrovend werk verrichten in een omgeving waarin tijd schaars is ge-worden. Hoe kunnen zij met hun lange blik concurreren met de druk van de onmiddellijkheid die de politiek en de media thans beheerst?

In een elegie over de acceleratie van de tijd schreef de altijd dwarse denker Vaclav Havel in de jaren negentig dat politici het tot hun opdracht moeten rekenen ‘onder de oppervlakte der dingen te duiken, oorzaken, gevolgen en verbanden te doorgronden en het grotere geheel te herkennen’. Dat pleidooi heeft nog aan kracht gewonnen na de opkomst van sociale media, die het gemakkelijker maakte desinformatie, onzinnieuws en regelrechte leugens te verspreiden. Nu het zelfs in de moederschoot van de

moderne democratie is gelukt leugens als succesvol poli-tiek wapen in te zetten, klinkt Havel bijna braaf als hij de behoefte onderstreept aan ‘verlichte, bedachtzame politici die oog hebben voor bredere verbanden en die ruimdenkend genoeg zijn om, boven hun eigen machtswil uitstijgend, de kiezers met een visie tegemoet te treden’.

Wil de democratische beschaving, steunend op de onverbrekelijke trits vrijheid, waarheid en recht, stand houden, dan is er domweg geen andere keus dan de boodschap van Havel ter harte te nemen. Daarvoor zijn partijen nodig die koers houden en niet toegeven aan de politiek van de onmiddellijkheid. Tonen zij zich wan-kelmoedig, dan worden ze gemakkelijk de speelbal van sentimenten en emoties, al dan niet aangewakkerd door krachten die naar de democratische rechtsstaat een lange neus trekken. Voor vaste grond onder de voeten is het, juist in een periode van acceleratie en fragmentatie, nood-zakelijk bij wijze van langetermijninvestering de denktanks in stand te houden en adequaat toe te rusten. Liever een denker dan een spindoctor, zei oud-minister en man van het recht Hirsch Ballin in 2013 in een rede over de staat van de christendemocratie.2 Zijn partij had zich naar zijn indruk te lang laten meeslepen door de waanwijsheden van spindoctors en niet tot haar voordeel – de electorale verliezen van het CDA in 2010 en 2012 en het terreinver-lies in de grotere steden in die periode, spraken duidelijke taal.

De conservatieve liberaal Heldring constateerde in een van zijn laatste interviews dat Nederland geen politiek denkende natie is.3 Het accent ligt hier vanouds inderdaad op strijken en plooien, collegiaal bestuur, in een bedding van wisselende coalities. Het voordeel daarvan is bestuurlijke continuïteit, het nadeel gebrek aan inhou-delijk politiek debat en theater – in de zin dat je beeldend laat zien waar je staat en waar je met anderen van mening verschilt. Het huidige Kamerdebat is daarvan een karika-tuur, waarvan veel burgers zich geërgerd afwenden. De continuïteit is gebaat bij het depolitiseren van brandende

kwesties en het overeind houden van coalities. Er is hier nog geen sprake van een missing middle, zoals in de Ver-enigde Staten, ons bestel werkt nog. Wel zie je hier vanaf het begin van de jaren negentig een steeds grotere span-ning tussen deze politieke cultuur en de behoefte in de samenleving aan bespreekbaarheid van de grote kwesties. De opkomst van populistische partijen, die juist volop po-litiseren en dramatiseren, heeft die spanning nog vergroot, zo niet het bestel op knappen gezet.

Dualistische verhouding

Mijn stelling in de afgelopen dertig was dat de partijen die het bestel in de vorige eeuw droegen, op een dieper gevoelsniveau nog op krediet kunnen rekenen. Maar dat krediet, berustend op het bewezen vermogen de staat te dragen, is niet oneindig en groeit zeker niet door een politiek van vermijding, die door het zwaarwegende coalitiebelang in de hand wordt gewerkt. Zeker over de vraagstukken van migratie en integratie, het internati-onaal kapitaalverkeer en klimaatopwarming, is

funda-menteel politiek debat nodig. Dat debat is gebaat bij een dualistische verhouding tussen regering en parlement – het coalitiemonisme is verstikkend, leidt tot verkramping en onwaarachtigheid en zelfs tot perversiteit als door het uitruilen van partijpolitieke preferenties minderheidsop-vattingen tot meerderheidsbesluiten worden verheven. De kwestie van de dividendbelasting, die speelde ten tijde van het kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in 2018, heeft laten zien dat dit een verkeerde weg is.

In een dualistische verhouding tussen kabinet en Kamers is het gemakkelijker afwijkende en al snel als dissident beschouwde opvattingen ruimte te geven. Niet alles en iedereen, van Kamerlid tot denktank, behoeft in het gelid te worden gezet van het coalitiebelang. Die tendens is de afgelopen decennia fnuikend gebleken voor de vitaliteit en overtuigingskracht van de PvdA en het CDA. Zij bedreigt thans de VVD als leidende partij. Het is echt urgent de politiek opnieuw uit te vinden. De eigen wetenschappelijke instituten zijn daarbij onmisbaar, de spindoctors mogen naar iets anders uitkijken.

1 Thomas Hylland Eriksen, Tirannie van het moment. Onze strijd tussen snelle en langzame tijd, Kampen: Agora, 2003.

2 Ernst Hirsch Ballin, Christianity and the future of Christian democracy. Salting politics with compassion: 3rd Annual ‘Christianity and Society’ lecture

on February 21, 2013, Tilburg: Tilburg University, 2013; De Nederlandse vertaling: Ernst Hirsch Ballin, ‘Christendom en de toekomst van de christendemocratie: politiek zouten met compassie’, in: Pieter Jan Dijkman, Raymond Gradus en Jan Schinkelshoek, CDA ontleed. Over de betekenis van de C, D en A, Den Haag: Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, 2014, p. 16-34.

3 Pieter van Os, ‘Wat ik aan brieven heb gekregen’, in: NRC Handelsblad, 2 oktober 2010. Interview met J.L. Heldring; vgl. Hans

Goslinga en Marcel ten Hooven, ‘“De vraag is of de democratie blijvend is”. Interview met J.L. Heldring’, in: Carla van Baalen, Hans Goslinga, Alexander van Kessel e.a., Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2011. Waar visie ontbreekt, komt het volk om, Amsterdam: Boom, 2011, p. 89-97. Jaarboek van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Nijmegen.

Beinvloeding van de partij