• No results found

Leeractiviteiten – sociale interactie

In document Effecten van dualisering in het HBO (pagina 132-135)

CASEBESCHRIJVING GEZONDHEIDSZORG

6.7 Leeractiviteiten – sociale interactie

Aan de hand van onder andere de leeractiviteiten van duale studenten kunnen interactievormen tijdens het leren onderscheiden worden. Deze activiteiten zijn hierna beschreven in gedragsindicatoren met aandacht voor de activiteit van de studenten zelf, de eventuele rol van anderen en de mate van initiatief en actieve houding van de lerende. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de interactievormen die in de leeractiviteiten te herkennen zijn, te weten: perceptie, overdracht, ervaring, imitatie, activiteit en participatie De duale HBO-V studenten in dit onderzoek oefenen de verpleegkundige vaardigheden volgens een vast patroon:

1. De student oefent een vaardigheid op school op bijvoorbeeld simulatiepatiënten, 2. De student voert de vaardigheid naar behoren uit waarna deze als goed beoordeeld

3. Op het moment dat de student een vaardigheid op school behaald heeft mag hij deze in de praktijk gaan oefenen,

4. Tijdens het oefenen van een vaardigheid in de praktijk kijkt de student de eerste keer mee met een gediplomeerde verpleegkundige, hierbij wordt uitleg gegeven,

5. De student mag de vaardigheid onder begeleiding van een gediplomeerd verpleeg- kundige zelfstandig uitvoeren, correctie is daarbij mogelijk,

6. Zodra de vaardigheid in de praktijk goed is uitgevoerd wordt deze door de ge- diplomeerd verpleegkundige afgetekend,

7. De student is nu bevoegd de vaardigheid in de praktijk zelfstandig uit te voeren (met een begeleider op de achtergrond voor ondersteuning).

De interactievormen gedurende de leeractiviteiten verloopt bij alle studenten via perceptie, overdracht, ervaring, imitatie naar activiteit. Het gaat om het verkrijgen van een beeld van de te leren taak (perceptie) door middel van meekijken, observeren en het verkrijgen van de benodigde uitleg. Vervolgens krijgt de student ervaring door onder begeleiding de vaardigheid te oefenen (imitatie) en vervolgens de activiteit zelfstandig uit te voeren. Duale studenten werken volwaardig samen met anderen, maar vallen tijdens de praktijkperiode onder de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van een gediplomeerd verpleegkundige. Pas nadat een student de opleiding heeft afgerond is hij of zij bevoegd om als gediplomeerd verpleegkundige de vaardigheid zelfstandig uit te voeren (werkelijke participatie).

Leerproces

De sociale interactie – als onderdeel van het leerproces - omvat de interactie tussen individuen en hun omgeving welke resulteert in impulsen om tot leren te komen. Hiertoe worden activiteiten ondernomen variërend van directe sociale interactie met collega’s, leerkrachten, medestudenten en anderen van wie studenten kunnen leren, tot indirecte sociale interactie door middel van boeken en andere media. De sociale interactie wordt afgeleid aan de hand van kenmerken van de duale leeromgeving zoals in de vorige paragrafen is weergegeven. Onderstaand worden de activiteiten welke binnen de duale HBO-V opleiding zijn ondernomen om tot een leerproces te komen beschreven.

Bij de start van de praktijkperiode in het derde studiejaar beginnen studenten vrijwel direct met het uitvoeren van basisvaardigheden, zoals het wassen van patiënten en het geven van eten. Studenten zijn direct inzetbaar en werken in zekere mate zelfstandig (onder eindverantwoordelijkheid van een gediplomeerd verpleegkundige). Tijdens het leer-werkproces worden studenten zowel vanuit school als de werkplek ondersteund door begeleiders. Deze hebben veelal onderling geen contact en de aansturing heeft een reactief karakter. De begeleiding op de werkplek is deels afhankelijk van het dienstrooster (wisselende diensten) en de soms hoge werkdruk. Van studenten wordt tijdens het leerwerkproces een grote mate van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid verwacht. In het geval de student een bespreking wil inplannen en/of er problemen zijn ontstaan dient de student zelf contact met de begeleiding op te nemen. Indien er

Casebeschrijving Gezondheidszorg 123

besprekingen plaatsvinden worden de opdrachten en ervaringen tijdens de werkperiode en eventuele problemen besproken. Bij geconstateerde problemen wordt indien nodig de begeleiding aangescherpt en vindt ondersteuning frequenter en intensiever plaats in de vorm van gesprekken en specifieke aandachtspunten waaraan gewerkt moet worden. Contact tussen school en werkplek vindt in de regel dan ook plaats. De studenten ondervinden naast de officiële begeleiding ook steun van collega’s en medestudenten. Het meekijken, stellen van vragen en bespreken van situaties is over het algemeen mogelijk. Onderling wordt er veel samengewerkt. Wat de studenten op een werkdag moeten uitvoeren wordt bepaald door de werkzaamheden op de praktijkafdeling en wordt per dag bekeken.

De te oefenen vaardigheden doorlopen de studenten allen via een vaste volgorde en zijn gerelateerd aan de sociale interactiekenmerken: perceptie, overdracht, ervaring en activiteit.

Tijdens het werken op de werkplek is er de mogelijkheid voor het oefenen van vaardigheden. De studenten moeten hier echter zelf naar opzoek en de mogelijkheid creëren. Tevens is de afdeling een bepalende factor voor het kunnen uitvoeren van vaardigheden. Sommige vaardigheden kunnen en mogen op een afdeling niet uitgevoerd worden of er zijn geen patiënten waar deze specifieke vaardigheid op geoefend kan worden. Het gevolg is dat niet alle zorgcategorieën op alle afdelingen afgerond kunnen worden en roulatie essentieel is. De gang van zaken op een afdeling is tevens bepalend, bij drukte is het lastig de te leren vaardigheden te oefenen of uit te voeren opdrachten uit te werken. Het is niet alle studenten gelukt de vaardigheden en opdrachten met een voldoende af te ronden. Deze studenten hebben na afloop van de praktijkperiode ontslag genomen.

Vanuit de hogeschool worden ter ondersteuning van het leerwerktraject diverse materialen aangeboden in de vorm van werkboeken en opdrachten, waarin richtlijnen en beoordelingscriteria beschreven zijn. De begeleiding op de werkplek is echter niet goed op de hoogte van deze materialen. Daarnaast wordt er gewerkt met richtlijnen welke binnen het ziekenhuis opgesteld zijn, waaraan de studenten zich dienen te houden. Daarnaast werken de studenten de door school opgegeven opdrachten (voor zover mogelijk) tijdens de praktijkperiode uit.

De beoordeling van de studenten vindt zowel op school als in de praktijk plaats. De beoordeling in de praktijk staat los van de beoordeling op school en hangt sterk af van de begeleiders zelf. Het is niet altijd duidelijk wat en waarop beoordeeld wordt en welke functie de beoordeling heeft.

Daarnaast worden er vanuit de hogeschool activiteiten ondernomen om de school, de werkplek en de student op elkaar af te stemmen. In de praktijk is deze afstemming echter niet zichtbaar en blijken school en werkplek nagenoeg gescheiden trajecten: volstrekte systeemscheiding. De logica van werken domineert de logica van (schools) leren. De werkplek is dominant in het bepalen van de werkwijze van studenten op het moment dat zij binnen het ziekenhuis werkzaam zijn, de school staat aan de zijlijn en kijkt toe.

In document Effecten van dualisering in het HBO (pagina 132-135)