• No results found

De duale leerweg Curriculum opleiding

In document Effecten van dualisering in het HBO (pagina 139-141)

CROSS-CASE ANALYSE

7.2 Vormgeving en kenmerken van duale leeromgevingen

7.2.1 De duale leerweg Curriculum opleiding

Als basaal patroon kennen de opleidingen uit het case study onderzoek een vierjarig curriculum, waarbij het eerste jaar een propedeutische functie vervult en tezamen met het tweede jaar disciplinaire kennis aanreikt. Het derde studiejaar staat in het teken van praktijkervaringen door middel van het doorlopen van een praktijkcomponent. De opleiding wordt in het vierde studiejaar afgesloten met de afronding van een afstudeer- opdracht. Binnen dit gemeenschappelijke patroon zijn vele varianten in vormgeving zichtbaar, waarbij zowel de schoolse als de praktijkcomponent een specifieke vormgeving kent.

Kenmerken duale leeromgeving

- Curriculum opleiding

- Context werkplek

---

- Leerplek

- Leren in het werkproces

- Instructieproces - Inhoud - Sequentie --- - Begeleidende ondersteuning - Beoordeling en afsluiting

- Samenwerking tussen betrokkenen

Cross-case analyse 129

De sectoren blijken te verschillen in de wijze waarop opleidingen zowel de schoolse als praktijkcomponent vormgeven. Zo is een spreiding van voltijd en deeltijd duale opleidingen naar voltijd varianten waarneembaar, wordt het onderwijs op school mede vormgegeven door werkvormen als groeps- en reflectiebijeenkomsten, worden er terugkomdagen of workshops georganiseerd en is ook de inzet en verdeling van praktijkuren als onderdeel van de opleiding verschillend. De Gezondheidszorgstudenten bijvoorbeeld, werken het volledige derde studiejaar in de praktijk, waarbij het werken om de vier weken wordt afgewisseld met onderwijs op school. Daarentegen werken studenten Economie gedurende een half jaar ‘full time’ in de praktijk en sluiten deze periode af met een terugkomdag op school. De hoeveelheid tijd die studenten als onderdeel van de opleiding in de praktijk doorbrengen komt overeen, zoals door de selectie van cases verwacht mocht worden.

Voor alle opleidingen geldt, dat voor het doorlopen van de praktijkcomponent een contract dan wel overeenkomst moet worden afgesloten. Een eenduidig beeld van de invulling en voorwaarden van deze overeenkomsten komt echter niet naar voren. Blijkbaar gelden hiervoor geen heldere richtlijnen en bepalen opleidingen en werkplekken zelf of en in welke vorm een overeenkomst wordt afgesloten. Zo sluiten de duale studenten binnen de sectoren Economie, Gezondheidszorg en Landbouw & Natuurlijke omgeving ondermeer een arbeidscontract met bijbehorend salaris af, terwijl studenten binnen de overige sectoren geen arbeidscontract afsluiten en niet als werknemer in dienst worden genomen. Het merendeel van de opleidingen heeft echter niet altijd zicht op de invulling en ondertekening van de overeenkomsten. De controle hierop wordt aan de student, de werkplek en eventueel het eigen initiatief van de begeleider op school overgelaten. Het hebben van een door zowel de opleiding als de werkplek ondertekende onderwijsarbeidsovereenkomst lijkt geen voorwaarde voor het kunnen doorlopen van een duale opleiding. Dit is opmerkelijk omdat, wil een optimale afstemming mogelijk zijn, het verloop van een duale leerweg de verantwoordelijkheid van zowel de school als de werkplek moet zijn en beide partijen zich hieraan met een overeenkomst moet committeren. In dit opzicht is het Duitstalige systeem, waar de verantwoordelijkheden van beide partijen wettelijk zijn verankerd, grondiger geregeld. De Duitse Industrie und Handelskammer (DIHK) is verantwoordelijk voor de eindtermen (competenties) en examens, de scholen zorgen voor disciplinaire kennis en leerprocessen, terwijl bedrijven verantwoordelijk zijn voor de vakkennis, vaardigheden en beroepshoudingen (Stoeger, 2007). Binnen Nederland echter zijn opleidingen in grote lijnen vrij te bepalen op welke wijze zij het onderwijs vormgeven.

Context werkplek

De case study resultaten laten een variatie zien in werkplek (bedrijf of instelling) waarbinnen studenten opereren. Deze variatie is zowel over cases als binnen cases waarneembaar. Binnen de case uit de sector Onderwijs bijvoorbeeld werken de studenten allen op een basisschool, maar geeft de ene student in de onderbouw les aan kleuters en staat de ander voor een groep leerlingen in de bovenbouw. De door de student uit te voeren functie en taken kunnen daarmee in essentie gelijk zijn, maar in de praktijk

onderling verschillen. In dit voorbeeld van de sector Onderwijs kunnen de verschillen ook ontstaan als gevolg van verschillende doelgroepen in bijvoorbeeld speciaal of regulier onderwijs. Zo werken ook alle studenten uit de sector Gezondheidszorg binnen een ziekenhuis, maar ieder binnen een andere afdeling met een eigen specialisme, zoals urologie en chirurgie. Ook de teams waarbinnen de studenten opereren verschillen. Deze verschillen zijn zowel over als binnen cases te zien. De werkplek- en afdelingsgrootte zijn hiervoor mede bepalend. Binnen de Gezondheidszorg case bijvoorbeeld is de team- samenstelling afhankelijk van de afdeling waar de student werkt. Dit kan een grote of kleine afdeling zijn waarbinnen de onderlinge communicatie meer of minder goed verloopt en collega-verpleegkundigen en artsen al dan niet behulpzaam zijn bij de ondersteuning van studenten. Alleen binnen de sector Taal & Cultuur kan gesproken worden over een teamsamenstelling die in essentie voor alle studenten gelijk is. Dit komt doordat deze studenten binnen een simulatie werkzaam zijn en de structuur daarbinnen vastligt. Maar ook daar moeten studenten rekening houden met collega-studenten die ieder een andere werkwijze kunnen hebben.

Het verschil in teamsamenstelling kan van invloed zijn op de wijze waarop een student binnen een afdeling participeert. Wordt deze binnen het team als werknemer gezien en als gelijke behandeld, dan blijken studenten zich meer gewaardeerd te voelen. Ook de onderlinge communicatie tussen teamleden kan bepalend zijn voor de wijze waarop er (samen)gewerkt wordt. Eén student binnen de Gezondheidszorg case bijvoorbeeld ervoer binnen het team een verschil in mening en werkwijze, wat haar erg onzeker maakte.

7.2.2 Vormgeving van de duale leeromgeving

In document Effecten van dualisering in het HBO (pagina 139-141)