• No results found

Leer en praktijk

In document levensbeschouwing_sv-1 (pagina 30-39)

Hoofdstuk 1: Westerse tradities

3. Islam

3.2 Leer en praktijk

3.2.1 De Koran

610 Eerste visioenen van profeet Mohammed in grot van Hira (nabij Mekka) o Reciteert deze visioenen

o Mohammed = analfabeet

o Recitaties door medewerkers op schrift gezet

o Koran = deze recitaties = al Qur’an = het heilige boek waarin Allah zich openbaart

Koran Al Qur’an

o 114 hoofdstukken = soera’s

o Bestaan op hun beurt uit 6236 verzen

o Soera’s: gerangschikt volgens lengte (eerst langste), behalve de eerste Verschillende periodes van recitatie

o Vaak andere stijl en met eigen inhoudelijke accenten

o Mohammed: erg kritisch tegenover zijn rijke medeburgers en karavaanhandelaars in Mekka

o Na 3 periodes van recitaties: Mohammed vlucht naar Yathrib na een visioen o Vlucht = begin van de islamitische jaarrekening

= al Hijra (622) o Na 622

 Nog steeds vijandige reacties, wordt weerspiegeld in de recitaties  Langere verzen

 Inhoudelijk: toelating om gewapenderhand te gaan strijden  Tekst bevat meer gedrags- en strafregels

 Alleen islam is de strikt monotheïstische godsdienst van Ibrahim

Hoe is de koran ontstaan in haar huidige vorm? o Niet volledig te achterhalen

o Aanvankelijk stukken gememoriseerd en mondeling gereciteerd o Fragmentarisch, als geheugensteun, soera’s op schrift gesteld o Steeds meer ‘dragers van de openbaring’ sterven

o Abu Bakr: geeft opdracht zoveel mogelijk notitiefragmenten te verzamelen o Aan ingang van moskeeën: mensen reciteren wat ze van de Koran kennen o Dit wordt op perkament genoteerd

o Belet niet dat er verschillende Koranvarianten blijven bestaan

 Kalief Uthman: richt commissie op die een ‘officiële’ uitgave van de openbaring moet voorbereiden

 653 uiteindelijke codificering

 4 belangrijkste steden krijgen een exemplaar: Mekka, Kufa, Basra, Damascus  Alle andere versies vernietigen

 Project van Uthman niet door iedereen aanvaardt: variaties blijven bestaan  Koran presenteert zichzelf als wonder: perfect en onnavolgbaar

o Vertalingen is verboden, gebeurt toch (oa naar Perzisch) Traditie (Hadith/Soennah)

o Naast Koran: belangrijkste bron van de Islam

o Verzameling overleveringen van Mohammeds overtuigingen en handelingen

Koran + traditie

o Basis voor het leven en de leer van de moslims

o Basis voor het islamitisch recht (sharia) en bijhorende jurisprudentie (fiqh) o Fiqh steunt ook op consensus van vooraanstaande rechtsgeleerden (idjma) en

analogieën (qiya’s) 3.2.2 Openbaringstheologie

Kernboodschap van de koranische prediking

o Eis tot gerechtigheid in het licht van de goddelijke wilsbeschikking en de menselijke lotbestemming, met op de dag des oordeels de mogelijkheid van de straf van het vuur of de beloning van het paradijs

o Strikt monotheïsme

o Eis tot solidariteit en gerechtigheid in relatie met de medemens

Islam Overgave aan Gods wilsbeschikking, ontvangen van heil en geluk dat daarmee is verbonden, en het volgen van wat goed en menswaardig is, in gerechtigheid en menselijke solidariteit

Jezus (Ira)

o Bijzondere plaats als profeet

o Islam beschouwt zichzelf als voltooiing van de joods-christelijke openbaring o Zowel continuering als breuk met joods-christelijke traditie

 Jezus ≠ zoon van God

Verschillen Islam, jodendom en christendom

o Godsdienst van de tekst: Allah heeft zich definitief in de tekst

geopenbaard

o Koran = echte openbaring letterlijke woord van God, onnavolgbaar,

onvertaalbaar o Mohammed: ander theologisch statuut

mens die Allah als middel heeft gebruikt om zijn woord hier op aarde te brengen

3.2.3 Orthopraxie

= het stellen van de juiste handelingen

Korte geloofsbelijdenis Er is geen god dan Allah en Mohammed is Zijn profeet Islamitische gemeenschap (Oemma)

o Autonome groep o Eigen gedragsregels o Eigen, specifieke identiteit

o Geloofsbelijdenis + aantal rituele gebruiken en voorschriften inzake het familiale, sociale en politieke leven

o Rechtsgemeenschap waarin wordt aangegeven

 Wat gewettigd of toegestaan is halaal

 Wat ongewettigd of verboden is haraam

De vijf pijlers van de Islam – vijf geloofsplichten (opdeling gedragsregels) o De geloofsbelijdenis (Sjahada)

 Er is geen god dan Allah en Mohammed is Zijn profeet o Het rituele gebed (Salat)

 Voorschrift om te bidden: zowel in Koran als Hadith  5x per dag nadat men zich ritueel gereinigd heeft

 Zonsopgang, middag, eind van middag, zonsondergang, ’s avonds  Op gebedsmat gericht naar Mekka

 Omvat naar gelang het gebedsmoment verschillende cycli waarin gelovige reeks lichaamshoudingen uitvoert (staan – buigen – knielen – zitten)  Cyclus = rak’a

 Begint met takbier: Allahoe akbar – God is de grootste

 Einde gebed: tasliem: Vrede zij met u en de genade en zegen

van Allah

 Oproeping tot gebed in islamitische langen: vanaf minaret door de muezzin  Enkel middaggebed van mannen op vrijdag moet in de moskee

 Imam staat vooraan

 Gezicht imam naar Mihrab (gebedsnis die de richting van mekka aanwijst)  Gelovigen staan achter imam in rijen met gezicht in dezelfde richting  Tijdens vrijdagsdienst: imam houdt preek vanop de minbar

o Solidariteitsbijdrage (Zakat)

 Manier waarop moslims voor elkaar zorgen

 Traditioneel: percentage van inkomen of van wat men dat jaar gespaard heeft  Meestal geen externe controle

 Niet duidelijk in hoeverre deze plicht wordt opgevolgd o Vasten (Sawm of Siyam)

 Tijdens maand ramadan = 9e maand van islamitische maankalender

 Tijdens uren dat het licht is: niet eten, drinken, seks, roken  Maaltijden met vrienden en familie

 Vasten draagt bij tot religieus bewustzijn en het sociale gebeuren  Einde vasten: suikerfeest (Eid al-Fitr of het kleine feest)

o Bedevaart (Hadj)

 Minstens 1x in iemand leven

 Bij voorkeur in de hadj-maand = 12e maand  Bedevaart naar Mekka

 Ka’ba = vereerde kubusvormige bouwwerk waarover een zwarte sluier hangt met in gouddraad geborduurde korantekst

 Op hoe van Ka’ba: zwarte steen = symbool van band tss Allah en de mens  Verering Ka’ba: heidense en polytheïstische oorsprong, maar zowel Abraham

als Mohammed zou het gebouw herbouwd en religieus gezuiverd hebben

 Vanaf 10e dag van hadj-maand: 70dagen na ramadan

 Driedaagse offerfeest (Eid al-Adha of het grote feest, feest van Ibrahim)

 Herdenking dat Ibrahim zijn zoon wou offeren aan God maar deze dit toch verhindert, Ibrahim mag een ram slachten

 Moslims slachten op rituele wijze een schaap en delen het vlees  Anderen geven geld aan armen/goed doel

Regels die te maken hebben met voeding en intermenselijke relaties o Verbod op woeker

o Verbod op kansspelen

o Verbod op drinken van alcoholische dranken o Voedselvoorschriften

o Toestaan van polygamie

o Erfenisrecht in voordeel van de man

o Weinig gezegd over kledij van de vrouw (hoofddoeken en boerkadiscussies) o Voedsel

 Halal tenzij het specifiek vermeld wordt als haram in de islamitische geschriften

 Haram

= alcohol, varkensvlees, bloed, vlees van vanzelf doodgegane dieren, vlees dat niet volgens islamitische voorschriften is geslacht, halal voedsel gemixt met haram en afgeleide producten van haram origine

 Sommige tradities (vb Hanafischool): geen schaaldieren, anderen wel o Halalslachten

 Dier moet halal zijn

 Moet goed leven gehad hebben  Mag slachtvoorbereiding niet zien  Mag slachting v voorgangers niet zien

 Slachter moet ervaren zijn en moslim (behalve als het echt niet anders kan)  Allah moet aanroepen worden bij elke slachting

 Dier moet naar Mekka gericht zijn

 Slachtmethode: onverdoofde keeling met mes o Geen info in Koran of Hadith over besnijdenis

 Alle moslimjongens besneden

 Rond 10e levensjaar of op het moment dat ze uit de Koran kunnen voorlezen  Sommige moslimstreken: ook meisjes besneden

 Meisjesbesnijdenis: zowel binnen als buiten moslimwereld veel weerstand  Vaak is vrouwenbesnijdenis in moslimlanden verboden

o Geen info in Koran over verbod op representatieve kunst  Behoort ook niet tot vroege islam

 Nu: afbeeldingen in moskeeën geheel afwezig

 Afbeelden = activiteit waarmee men Gods uniek scheppend vermogen zou uitdagen

Strafregels

o Koran en Hadith: specifieke strafregels die door middeleeuwse islamitische rechtssysteem werden opgenomen

o Geloofsaval

o Moord en straatroof o Diefstal

o Overspel en ontucht o Beschuldiging van ontucht

o Gokken en het innemen van bedwelmende dranken

o Meeste islamitische landen: regels niet meer letterlijk toegepast, maar gebruikt voor eigentijdse interpretatie

3.3 ‘De islam’ bestaat niet

3.3.1 Diversiteit

Binnen islam nog veel diversiteit

o Grootste tweespalt tss soennieten en sjiieten

o Ook binnen deze groeperingen onenigheid over aantal theologische, juridische en ideologische kwesties

o Binnen sjiisme

 Splitsing in 765 na dood van de 6e imam  Twaalvers

 Irak, Iran, Libanon, Koeweit, Pakistan  steunen jongere broer Ismaïl: Moesa  erkennen na Moesa nog 5 imams

 wachten op terugkeer van ‘verborgen’ imam Mohaammed al-Mahdi (de verlosser); wonderbaarlijk verdwenen en nu beschermd door God; op het einde der tijden zal hij terugkeren om vrede en

rechtvaardigheid te stichten  Ismaïlieten

 zogenaamde zevenersjiieten, India, Oost-Afrika  erkennen Ismaïl als 7e imam

 ononderbroken keten van imams tot in moderne tijd  Druzen (Syrië)

 Alawieten (Syrië)  Alevieten (Turkije)  Zaidisme (Jemen)

o Binnen Soennisme: ontwikkeling 4 rechtsscholen  Hanafi

 Turkije, India, Centraal Azië  Maliki

 Maghreb  Shaafi

 Egypte, Indonesië en Maleisië  Hanbali

 4 scholen ontwikkelden een eigen interpretatie van het onderricht in Koran en Hadith

 Zijn allen genoemd naar hun stichter in 8e-9e eeuw  Conservatieve Wahhabisme

 Saoedi-Arabië

 Verwante Salafisme (conservatief) 3.3.2 Soefisme

Oemajjadendynastie

o Islamitische ascetische beweging

o Einde 7e eeuw en tijdens 8e eeuw ontstaan

o Claimt terug te gaan op Ali, Mohammeds neef en schoonzoon

o Resulteert in eigen, spirituele exegese van Koran en omvangrijke, vaak moeilijke literatuur over spirituele kennis en mystieke eenheid met goddelijke aanwezigheid o Soefisme

= deze islamitische mystieke stroming

 Genoemd naar eenvoudige kleding in wol (soef) die door ascetische figuren (soefi’s) werd gedragen

 Accent ligt op relativitei van rijkdom en van het menselijk leven

 Totale afhankelijkheid van mens ten overstaan van de almacht van God  Basis: bewustzijn dat alleen God uit zichzelf bestaat en een eigenlijk bestaan

heeft, mens en schepping hebben slechts een relatief bestaan

o Vandaag: over heel de wereld soefibroederschappen met eigen devoties en rituelen  Dzikr (meest gekend ritueel)

= het herhalen van bepaalde godsnamen of aanroepingen en litanieën, met daaraan verbonden collectieve lichaamsbewegingen

Bij de Mevlevi’s (draaiende derwisjen) uit Turkse stad Konya 3.3.3 Saoedisch Wahhabisme

Wahhabisme

o Islamitische ideologie

o Soennitische strekking in Saoedi-Arabië

o Nog steeds aan grondslag van het staatsbestel in Saoedi-Arabië

o Nauw gelinkt aan politiek systeem van het koningshuis en de vele prinsen die er aan de macht zijn

o In context van radicale/politieke islam: aparte rol

o Vertoont gelijkenissen met andere politiek islamitische bewegingen op 1e zicht  Saoedi-Arabië is tegen deze bewegingen (vb moslimbroeders en IS)  Steunt regimes (vb Egypte na Morsi) die deze alternatieve islamitische

bewegingen proberen te onderdrukken o Saoedi-Arabië = soennitisch

 Probeert invloed van de Sjiieten in de regio te onderdrukken

 Steunde daarom initieel rebellen in Syrië toen deze in opstand kwamen tegen president Asad (Alawiet, sjiiet)

o Grondlegger: Muhammad Ibn ‘Abd Al-Wahhâb’  Bekendste boek: Kitab Al-Tawhid

 Zuiverheid van Islam herstellen

 Islamitische praktijk inperkten tot strikte navolging van koran, hadith en sharia  Vele devotionele volkspraktijken verboden

 Leven volgens letterlijke lezing van islamitische heilige teksten  Geen staatsrecht los van de sharia

(vestimentaire voorschriften voor man & vrouw, specifieke rolverdeling) o Strikte interpretatie van islam: grote invloed op zogenaamd islamitisch reveil

 Saoedische steun aan internationale organisaties zoals Islamitische Liga (Steun voor bouwen van moskeeën en islamitische centra en voor verspreiden van korans en korancommentaren in het buitenland)

 2 prestigieuze heiligdommen op grondgebied van Saoedi-Arabië: Mekka & Medina

o Vanuit Saoedi-Arabië: tot vandaag inspanningen om  Eenvormige, eenduidige islam te promoten

 Islamgemeenschap doen voorkomen als uniforme gemeenschap 3.3.4 Djihad, militantisme en salafisme

Djihad

o Sommige moslims: beschouwen djihad als 6e islampijler o Aanvankelijk: ‘innerlijke strijd’

 Morele inzet of strijd tegen verleidingen

o Later (tijdens 4e recitatieperiode in Medina): fysieke strijd voor het geloof

 Gewapende inzet of strijd (qitaal)

 Wordt gebruikt door militante moslims als rechtvaardiging voor het gebruik

van geweld en terreur

o Extreem islamitisch militantisme: laatste decennia veel aandacht

 Aanslag World Trade Center in New York (11/9/2001)

 Moord op Theo van Gogh in Amsterdam (2004)

 Terroristische aanslagen in Madrid (2004) en Londen (2005)

 Taliban in Afghanistan

 Al-Qaeda met Osama Bin Laden (1957-2011) en Al-Zawâhirî (1951-…)

 Zelfmoordaanvallen in Irak, Afghanistan, Pakistan en India

 Lotgevallen van moslimbroeders in Egypte

 Burgeroorlog Syrië

 Soennitisch IS kalifaat in Syrië en Irak

 Radicalisering van jongeren

 Ontstaan van sharia-bewegingen

o Militante bewegingen vaak vereenzelvigd met zogenaamde politieke islam

 Deze is echter intern erg divers

 Niet correct om politieke islam enkel aan terrorisme te linken

Salafisme

o Eind 19e eeuw

o Conservatieve puriteinse strekking binnen soennitische islam

o Wil zich laten inspireren door de eerste generaties moslims (salaf = voorouders) o Zet zich af tegen gecorrumpeerde islam (takfir) en tegen westerse moderniteit o Erg strikte benadering van islam gebaseerd op letterlijke lezing van teksten

o Zowel in radicaal extremistische, gewelddadige en djihadistische versie als niet- gewelddadige vrome versie

o Hedendaagse radicalisering

 Gevolg van feit dat nogal wat jongeren aansluiting vinden bij dit salafisme (al dan niet vermengd met wat Saoedisch Wahhabisme)

 Meestal via internet

 Politieke tak van het salafisme:

streeft naar een samenleving gebaseerd op en ondergeschikt aan de sharia  Verwerpen idee van liberale democratie

o Overeenkomsten met het Wahhabisme  Vertrekken van een puriteinse insteek

Inspiratiebronnen van de radicale, antiwesterse islam: Maududi en Qutb

o 2 soennitische auteurs aan ideologische basis van een antiwesterse radicalisering en de zogenaamde politieke islam

 Mawlânâ Sajjid Abul-A’la Maududi  Sayyid Qutb

o Ideeën liggen aan basis van allerlei antiwesterse identitaire bewegingen die de islamitische wet als vaste referentie voor het gedrag en de identiteit van de moslims overal ter wereld voorhouden

o Jamaat-i-Islami

 Islamitische partij gesticht in 1941 door Maududi in Brits-India  Inzet voor islamitische staat

 Staat gebaseerd op Koran en islamitische wet

 Klaagt westerse militaire, culturele en economische dominantie aan  Moslimgemeenschap: eigen ‘complete levenscode’ fundamenteel

tegengesteld aan die van het westen

 Westen: economisch en sociaal leven los van ethische principes

 Westerse maatschappij gevestigd op: nationalisme, democratie, scheiding tussen kerk en staat

o Qutb

 Zet zich af tege libertair decadente, materialistische en dehumaniserende westerse ‘way of life’

 Islam = meest perfecte systeem om aan politiek te doen en samenleving rechtvaardig te ordenen

 Reageert ook tegen pseudo-islamitische leiders  Prominent lid van Moslimbroeders

 Opgehangen want betrokken bij moordpoging op president Egypte Nasser  In gevangenis nog een uitgebreide commentaar op Koran en een djihadistisch

politiek islamistisch pamflet geschreven

 Roept op tot prediking en eventueel zelfs geweld

 Stap voor stap eind maken aan de tijd van jahiliyya of onbekendheid met het goddelijke gezag

 Groeit na zijn dood uit tot icoon van radicale islam en inspirator voor heel wat gewelddadige djihadisten

o Valt niet te herleiden tot wahhabisme, salafisme, al-Qaeda, IS, of ideeën van Qutb en Maududi

o Nu: ook meer gematigde fracties  vb. Moslimbroeders in Egypte

 staan niet afkerig tov democratische weg om politieke macht te verkrijgen en uit te oefenen

o ‘Matiging’ en ‘Democratic turn’

 Vaak resultaat van externe druk

o Doel van nogal wat politiek islamitische bewegingen

 Islam een meer prominente plaats geven in samenleving  Partijpolitiek = slecht één vd middelen

 Ander middel: sociaal vangnet (gebrek van de staat) 3.3.6 Moderne interpretaties van de islam

Radicale islam

o Als modern fenomeen bekijken

o Reactie tegen diegenen (ook geloofsgenoten) die moderniteit, democratie en wetenschap omarmen en dus met het Westen ‘meeheulen’

o Op traditioneel-orthodoxe en fundamentalistische manier teruggrijpen naar oorspronkelijke zuivere leer, naar letterlijke lezing van teksten en naar verzet tegen moderniteit

o Groepen ≠ representatief voor de hele islam

o Extreme, militante vorm door meeste moslims verworpen Islam des Lumières

o Term van Malek Chebel (2004)

o Sommige islamtheologen verkennen het terrein om te moderniseren en zoeken naar die islam des lumières

In document levensbeschouwing_sv-1 (pagina 30-39)