Hoofdstuk 2: Oosterse tradities en atheïsme
2. Boeddhisme
2.4 Boeddhistische strekkingen
o Bekendste Mahayana Hinayana Vajrayana
o Daarbinnen ook nog eens talloze ‘afsplitsingen’ en ‘scholen’ Theravada
Zenboeddhisme
Zuivere-land boeddhisme Tibetaans boeddhisme o ½ van boeddhisten volgt Mahayana
Sanskriet voor ‘grote voertuig’
Boeddha soms (semi)vergoddelijkt en afgebeeld in paradijs tussen bodhisattva’s
Bodhisattva’s = verlichte prinsen met een boeddha-natuur die de mens tot voorbeeld zouden moeten strekken; staat mens actief bij op het pad naar verlichting
Elk bewust wezen kan de verlichting bereiken Men spreekt soms ook van het Bodhisattvayana
Belangrijkste strekkingen: zen-boeddhisme en het Zuivere Land boeddhisme Zen-boeddhisme
geen onveranderlijke ‘ik’ of ‘zelf’ aanwezig, mens is in essentie ‘leeg’ alle levende wezens bezitten wel de Boeddha-natuur (mogelijkheid om verlossing of het nirwana te bereiken)
ze zijn zich niet bewust van deze natuur zolang ze niet ontwaakt zijn meditatie = belangrijk middel om de verlichting te bereiken
Sobere bijna lege zentuinen
Zuivere Land of Amithaba boeddhisme 1e eeuw nC
verlossing is moeilijk te krijgen zonder hulp van Amithaba (boeddha van zuivere licht) = 1 vd 5 dhyani boeddha’s (boeddha’s van de wijsheid) die net zoals de prins voor het monnikenleven koos
verlichting bereigen = bereiken van Zuivere Land of overblijfsel van hemel devotie van Amithaba Boeddha is van belang (bijv door zijn naam te herhalen)
Vaak is het Mahayana boeddhisme gekenmerkt door eclectisme China: vermengd met elementen uit taoïsme en confucianisme Japan: vermengd met elementen uit shintoïsme
o Shintoïsme
natuurgodsdienst waarin traditioneel natuurgeesten (kami) worden aanbeden lange tijd vrij los geheel van morele voorschriften en rituelen en feesten die
geassocieerd worden met schrijnen en heiligdommen erg grote invloed op Japanse cultuur
1868: staatsgodsdienst Japan
geprobeerd om het te zuiveren van boeddhistische invloeden; christendom verboden
Keizer = levende kami
1946: keizer Hirohito nam afstand van deze goddelijke status Shintoïsme was niet langer staatsgodsdienst
Keizerlijke familie blijft sterk betrokken bij shinto-rituelen die de eenheid van Japan symboliseren
o Hinayana
= ‘kleine voertuig’
Bekendste school = Theravada-boeddhisme
Gaat terug op oude boeddhistische leer met 4 edele waarheden en het achtvoudige pad
Ontstaan als contrastterm voor Mahayana en Bodhisattvayana Slechts enkelen kunnen verlichting bereiken
Geen helpers
Boeddha = leermeester
Verlichting vergt strenge toewijding, zelfdiscipline, studie en meditatie Wijd verspreid kloosterleven
Belangrijk overgangsritueel = kloosterwijding van jongens in hun tienerjaren symbool van overgang van kind naar volwassene
leven van boeddha wordt geëvoceerd, haar wordt afgeschoren
jongens verblijven enkele maanden/jaren in klooster om te leren lezen en schrijven en om te ‘rijpen’ voor het huwelijk
ook kans om vast lid te worden van het klooster o Vajrayana
= ‘diamanten voertuig’ Ontstaan in 4e E
Baseert zich op Mahayana-traditie maar schrijft ook praktische oefeningen, initiaties en rituelen voor die ook occulte, mystieke en tantrische elementen bevatten
Zo snel mogelijk het bereiken van de boeddhanatuur om daarna ook anderen naar de verlichting te begeleiden
Geen volgelingen maar collega’s van boeddha Esoterisch boeddhisme
Kent ook in het westen aanhang
Mee aan de basis van Tibetaans boeddhisme (7e E) 1578: spirituele en politieke leider = Dalai Lama
huidige (14e) dalai lama = Tenzin Gyatso
leeft in India in ballingschap sinds tibet in 1959 door China werd bezet 3. Sikkhisme
o Ontstaan 15e E in Punjab (Noord-India) o Sikhs = leerling
o Volgelingen van de stichter Nanak Dev (1469-1539)
Nanak kreeg op een dag een visioen van God om een boodschap van devotie te verkondigen
Keerde zich tegen leeg ritualisme, bijgeloof en starre dogma’s
Uitgangspunt: alle mensen zijn gelijk, onderdeel vormen van het Goddelijke licht en allerhoogste (spirituele) staat bereiken door samen te smelten en op te gaan in die ene Almachtige God
o Staat open voor iedereen om de liefde voor God via Gurbani/Shabad (hymnen/goddelijke lofzang) te ervaren
o 16e – 17e E: 9 goeroe’s volgden de leermeester op
Lieten zien hoe je een spirituele leven kon leiden en tegelijkertijd actief kon participeren door de universele broederschap te verkondigen
o Goeroe Nanak en zijn volgers geïnspireerd door 2 religies
Hindoeïsme geloof in reïncarnatie en karma
Islam geloof in 1 almachtige god
o Sikhisme ≠ combinatie van islam en hindoeïsme, maar eigen levensbeschouwing, met specifieke opvattingen, praktijken en visies die soms radicaal verschillen van islam en hindoeïsme
o Traditionele rituelen (bedevaarten, besnijdenis, vasten…) = verboden o Keuren een geïsoleerd bestaan als kluizenaar, asceet of monnik af o Niet afhankelijk van een priesterklasse om geloof te belijden
o Leiden leven van discipline, hard werken, liefdadigheid en meditatie o Tolerant voor andere religies
Redding kan iedereen bereiken ook niet-sikhs
Iedereen is gelijk want we zijn allemaal geschapen door eenzelfde God o Tolereert geen bevooroordeling of onderdrukking op basis van godsdienst, kaste,
kleur, geloofsbelijdenis, ras en/of sekte 5 Kakkaars
o Volwassen mannen moeten zich hier aan houden
o Kes ongeschoten haar, meestal gedragen onder tulband
o Kangā een kam
o Kacher een soldatenonderkleed
o Kirpān een zwaard
o Karā een stalen armband
Goeroe Granth Sahib of Ādi Granth o Heilige boek van de Sikhs
o Elfde en laatste goeroe van de Sikhs o Boek met grote eerbied behandeld
o 10e goeroe: Goeroe Gobind Singh Ji = laatste menselijke goeroe
o Hij benoemde voor zijn dood 1708 de 11e goeroe
riep de sikhs op om goeroe granth sahib te eren als het lichaam en de geest van de 10 eerdere menselijk goeroe’s
o Geschreven in Gurmukhi schrift (Punjabi alfabet, ontwikkeld door goeroes) o Bevat woorden en verzen zoals uitgesproken door goeroe’s
o Boek = manifestatie van de Jot (het goddelijke licht) van de goeroe en daardoor ‘leeft’ goeroe Nanak voort in het boek en de religie
o Bewaard in meest bekende Sikhtempel ‘Sri Darbar Sahib’ = gouden tempel in Amritsar (hart van het Sikhisme)
4. Jaïnisme
o Meeste jaïns leven in West-India
In Gujarat wit geklede monniken
In Karnataka naakte monniken
o 6e eeuw vC oorsprong, op sommige plaatsen veel vroeger
o Volgens overlevering
Vardhaman Mahavira (599 – 537 vC): 24ste en laatste tirthankara Tirthankara = leermeester die mensen naar verlichting helpt
Mahavira: beschouwd als stichter van jaïnisme, werd jina (overwinnaar) genoemd
Volgers = jaïns (volgelingen van de zegenrijke) o 2 belangrijke varianten
Digambara Shvetambara
Nog talloze subsekten
o Geen centraal gezag, priesters of heilige schriften o Wel een aantal basisteksten (angas, kalpa sutra) o Typisch symbool: swastika
Elke arm verwijst naar een mogelijke bestemming (Gati) in een volgend leven: hemel, mens, dier of hel
o Centraal: principe van niet-gewelddadigheid of ahisma
elk levend wezen bevat een eeuwige ziel die niet gekwetst wil worden en dit dienen we te respecteren
hierdoor zou immers negatieve karma toenemen
dan zouden we steeds verder van de ware verlossing staan o strikt vegetarisch of veganistisch
o eten van knolgewassen verboden
o bepaalde beroepen (zoals leerlooier) verboden o veel actief in diamantsector
o rijk zijn wijst op goed karma, maar het geld dat iemand heeft moet goed besteed worden
o het pad van strenge ascese is het volmaakte ideaal o vrij grote monnikengemeenschappen
o toetreden: 5 mahavaratas respecteren niet-schaden (ahimsa)
niet stelen (asteya) kuisheid (brachmacharya) onthechting (aparighraha) o Shramana = vasten tot dood toe
= zeer absolute weg naar absolute verlossing die slechts voor weinigen is weggelegd 5. Atheïsme
5.1 Niet-geaffilieerden
o 1/6 mensen zegt geen specifieke religie aan te hangen o Grote diversiteit tussen
Atheïsten Agnosten Onverschilligen
Vaag spirituele mensen o Grootste aantallen in Azië
Door ruim 60 jaar communisme: vele Chinezen hebben geen expliciete religieuze bindingen meer
Er vinden wel nog steeds religieuze praktijken plaats vb. voorouderverering o Islamitische regio’s Midden-Oosten en Noord-Afrika: nauwelijks
o Slechts klein deel noemt zich expliciet atheïst
Geldt ook voor regio’s waar de-traditionalisering en secularisering zich hebben doorgezet en waar maatschappelijke en individuele band met religie veel zwakker is geworden
o Secularisering
Resulteert ook in verschillende groepen mensen belonging without believing
multiple belonging
believing without belonging ietsisten
geïndividualiseerd levensbeschouwelijk eclecticisme à la carte o Atheïsme
= slechts een mogelijke uitkomst van secularisering = ook ouder dan secularisering
Heeft zich in verschillende contexten en tijdvakken van menselijke geschiedenis ontwikkeld en gemanifesteerd
5.2 Terminologische verheldering
Atheïsme
o Afkomstig van het Grieks o A = negatie
o Theos = God
o Letterlijk: term verwijst naar overtuiging dat er geen God bestaat
o Andere betekenis: ook zij die er een afwijkende, ketterse of twijfelachtige mening op nahielden inzake de aarde van God en zijn gebod werden als atheïst beschouwd
Dit klopt strikt genomen niet
o Door christenen ook als atheïsme gezien o Verwerpt echter het bestaan van God niet
o Stelt zich kritisch op tav aantal praktijken en aanspraken van traditionele openbaringsgodsdiensten
o Verwerpt idee dat God via openbaring of mirakels kan tussenkomen in geschiedenis o Verwerpt idee dat mensen tot God kunnen bidden
o Verwerpen dat er een kerk, clerici en dogma’s nodig zijn
o Werking van natuur en moraal die ons redelijkerwijs doet besluiten dat er een God is o Verdedigt de natuurlijke religie van de rede
God = goddelijke horlogemaker die werkelijkheid, natuur- en zedenwetten geschapen heeft en in stand houdt
Grijpt niet meer in in deze werkelijkheid o Lord Herbert of Cherbury
Soms gezien als ‘vader’ van het deïsme Omwille van zijn boek De Veritate (1624) o Voltaire
Één van meest bekende vertegenwoordigers van deze stroming
Agnosticisme
o Overtuiging dat het onmogelijk is om een uitspraak te doen over het al dan niet bestaan van God en over de aard van God of het bovennatuurlijke
o 1869 term geïntroduceerd
o Door Thomas Henry Huxley (1825-1895)
o Maar religie is ouder en omvat een lange traditie van scepticisme die teruggaat over David Hume
Pierre Bayle Sextus Empiricus Pyrrho van Elis
Protagoras tekst Over de Goden (mens is maat van alle dingen)
Atheïsme in Vlaanderen
o Vaak gelijkgesteld met vrijzinnig humanisme (klopt niet)
o Humanisme religieus ingebed gedachtegoed dat vooral aanwezig was in de renaissance
o Italiaans woord umanista
verwijst naar schrijvers en geleerden die bijzonder interesse vertoonden voor de studia humanitaties met het oog op ver vervolmaken van het menselijke leven belangrijkste bron: Griekse en Romeinse teksten
o Aandacht voor nieuwe vorm van opvoeding, vorming en menselijke ontwikkeling Pico della Mirandola (1463 – 1494)
o Schreef eerste humanistisch manifest o Oratie over de waardigheid van de mens
o Mens wordt als een bijzonder en bewonderenswaardig wezen opgevoerd o Eigenheid van de mens situeert zich in capaciteit om vrij te kiezen en in rede o Ontplooien en dichter bij God door rede te ontwikkelen en morele zelfdiscipline
Vrijzinnigheid
o Verwijst naar vrijdenken
Godsdienst- en gewetensvrijheid
Bijhorende scheiding tussen kerk en sstaat Vrij onderzoek
Openheid voor rationele kritiek Houding van antidogmatisme o Vrijzinnigen
Eisen vrijheid op om te handelen volgens eigen opvattingen o Heeft geen bepaalde inhoud
o Eerder formeel perspectief
o Poging om rationeel te zijn en op een verantwoorde manier leven = vrijzinnig-zijn
o Proberen eigen inzichten te verbeteren, door ze kritisch te vergelijken met
alternatieven en zoveel mogelijk beschikbare en relevante info in rekening te brengen o Geen specifieke waarden
o Wel waarden die noodzakelijk voortvloeien uit de poging rationeel te zijn Vrijheid
Autonomie Vrij onderzoek Pluralisme
o Aan mens zelf om in vrijheid waarheid en betekenissen te ontdekken en het leven vorm te geven
Atheïsme is nauw verwant met geschiedenis van het vrijdenken Strijd om atheïst te zijn = strijd voor (godsdienst)vrijheid
Veel atheïsten beschouwen dit als noodzakelijke en enige uitkomst van vrijdenken en wetenschappelijk onderzoek
Vrijzinnig protestantisme o Nederland
o Liberale christenen
o Begin 17e E: conflict tss rekkelijken (vrijzinnige volgelingen van Arminius remonstranten) en preciezen (volgelingen van Gomarus)
o Rekkelingen
Verzetten zich tegen predestinatieleer Nemen het op voor de menselijke vrijheid Grotere tolerantie tov andersdenkenden
Religieus atheïsme of atheïstische religiositeit/spiritualiteit o Lijken tegenstrijdigheden
o Religieus interpreteren op een niet-godsdienstige manier (religion without God) o Inspiratiebron: zen-boeddhisme, Spinoza, Einstein, Wittgenstein
o Ook atheïst kan een gevoel van ontroering, verbonden heid of verwondering hebben bij het zien van hoe de wereld in elkaar zit
5.3 Historiek
Letterlijke betekenis atheïsme:
Overtuiging dat er helemaal geen God(en) en bovennatuur bestaan
o Resulteert in filosofisch materialisme en naturalistisch wereldbeeld o Geestelijke is afgeleide van de materie
o Geen goddelijke logos of doelmatigheid die aan deze wereld ten grondslag ligt
o Mens als soort had er evengoed niet kunnen zijn, mens is hier niet omdat ze door een God gewild zijn
o Veel is afhankelijk van toeval o Alles is vergankelijk
o Geen leven na de dood
o Geen ultieme zin in de werkelijkheid Atheïsme en naturalisme
o Altijd aanwezig geweest in het westerse denken o Lange tijd als verborgen, onderdrukte onderstroom
o Fundamenteel in vraag stellen van het geloof van mensen is geen vrijblijvende bezigheid
o Atheïsme = gevaarlijk en immoreel Naturalistisch wereldbeeld
o Reeds terug te vinden in het epicurisme
o Epicurus (341-271 vC) had atomistisch wereldbeeld o Werkelijkheid bestaat uit ondeelbare kleine deeltjes
deeltjes klonteren samen en gaan daarna terug uiteen
o Meest bekende vertegenwoordiger: dichter Lucretius (1e E vC) leerdicht ‘De rerum natura’
ME
o Wereldbeeld doordesemd van christendom in het westen
o Godsbewijzen niet zien als strategie tegen atheïsme, eerder een intellectueel eerbetoon aan god
Renaissance en begin van moderniteit
o Mensen die atheïstisch beginnen denken en filosoferen o Nog niet zeer open
18e eeuw
o Openlijk atheïsme
o Niet alle verlichtingsfilosofen zijn atheïsten
nemen vaak wel kritische houding aan tav aanspraken van religie o ‘radicale verlichting’: alleen materie bestaat
Inspiratie bij naturalistisch pantheïsme van Spinoza
Priester Jean Meslier: schreef Testament één vd eerste openlijk atheïstische teksten
‘wenste dat alle groten der aarden en alle edelen gewurgd zouden worden met de darmen van priesters’
Pierre Bayle: later veel gebruikt door atheïsten omwille van zijn erg sceptische houding tav wat we kunnen weten over God en de bovennatuur
wees erop dat atheïsten moreel gezien niet slechter zijn dan gelovigen 1770: Système de la nature van d’Holbach
er is geen denkende geest naast het bestaan van materie, er is alleen materie waarvan ook het denk is afgeleid (verwerpt cartesiaanse dualisme)
Nieuwe atheïsten
o Militant atheïsme
o Godsdiensten introduceren onnodige hypotheses, ze zetten mensen op een dwaalspoor
o Daarom moeten ze bestreden worden
o Godsconcept is niet alleen onwaarschijnlijk maar ook mensonwaardig, want het is onderdrukkend en despotisch
o Alleen wetenschap kan ons op het rechte pad krijgen ! niet alle atheïsten nemen vandaag een even strijdende positie in Jürgen Habermas
o Onverstandig om ervan uit te gaan dat het betekenispotentieel van religies uitgeput is o Religieus discours is mogelijk een bewaarplaats voor betekenissen die nog niet
uitputtend vertaald zijn in seculier filosofische taal of die doorheen het moderniserings- en rationaliseringsproces verloren gegaan zijn
o Pleit niet tegen religie o Hij pleit voor diealoog
Alain de Botton
o Boek ‘religie voor atheïsten’
o Geen enkele religie bezit een van God gegeven waarheid
o Het moet mogelijk zijn een overtuigd atheïst te blijven, terwijl je religies af en toe nuttig, interessant en troostrijk kunt vinden
o Staat stil bij datgene wat godsdiensten hebben bijgebracht aan
gemeenschapsvorming, ethiek, onderwijs, zorgzaamheid, kunst en architectuur