• No results found

India

In document levensbeschouwing_sv-1 (pagina 91-97)

De Indiase religie

Er wordt gegroet met een ‘Namasté’ (handen tegen elkaar en lichte buiging maken).

Sanskriet is een taal die niet meer gesproken wordt maar wel gebruikt wordt in de rituelen. Het wordt ook in een ander schrift geschreven. India is een land met zeer veel talen en geschriften. Namasté is een typisch Hidoeïstische begroeting, 80% van de indiërs is Hidoeïst. Andere 20% zal u niet met een Namasté begroeten. De hoogte van het de handen bij de Namasté hangt er vanaf wie men groet. Wanneer men familie of vrienden groet dan zijn de handen op harthoogte, voor professoren de hoogte van het hoofd en de goden zelfs boven het hoofd.

Indische / Indiase (na 1949)

Indisch verwijst naar het subcontinent voor de onafhankelijkheid van 1949 en Indiaa(n)s vanaf de onafhankelijkheid van 1949.

Maatschappij is uniek door de anciënniteit omdat de cultuur ontstaan is eeuwen geleden. De religie in India is bijzonder complex omdat er ontzettend veel stromingen zijn. Die blijven allemaal bestaan omdat Indiërs zo verdraagzaam zijn t.o.v. andere overtuigingen.

Indiërs zijn heel bijzonder in de manier waarop ze traditie, moderniteit en spiritualiteit moderniseren. Dat heeft te maken met het feit van het gevoel met de verbondenheid met iets groters. De mensen zoeken naar de waarheid in zichzelf, ze zoeken naar het ontwikkelen van zichzelf als persoon. Het doel van de Indische religie is zelfrealisatie, uzelf leren kennen en uw plaats in de kosmos begrijpen.

India is een enorm groot land, een schiereiland. Invloeden die van buiten uit komen worden mee opgenomen in de religie en gaan niet meer uit India.

INDIA

India is een enorm groot land met heel veel talen en geschriften, dit wijst naar de complexiteit. Zo is de munt rupee geschreven in 13 verschillende talen (op de biljetten). Het is een land met een enorme vrijheid van denken en vrijheid van godsdiensten. Men laat een enorme autonomie toe aan de deelstaten en gemeenschappen; communities. Een gemeenschap is een groep mensen die uit dezelfde streek komen en ongeveer hetzelfde beroep uitoefenen en religie volgen. Dit heeft er onder meer toe geleid dat men tot nu toe nog geen burgerlijk wetboek kunnen samenstellen dat geldt voor het hele land, zoals regels aangaande huwelijk, overlijdens, … deze zijn anders van gemeenschap tot gemeenschap. De belangrijkste determinant van zo’n gemeenschap is de religie, deze bepaalt wat je eet, hoe je je moet kleden, de rol van de vrouw… Al deze gemeenschappen leven vreedzaam (in vrede) naast elkaar, er zijn wel al conflicten geweest maar geen godsdienstoorlogen. Bijvoorbeeld in scholen mag men kiezen wat men eet, welke religie men uitoefent… Dit was zeker nog niet het geval in de jaren 70. Men kan zeer moeilijk een kantine openen met eten dat door

iedereen mag of kan gegeten worden. Daarom zijn er dabbawalla’s, die brengen eten naar de ambtenaren aangepast aan de kaste, religie van de ambtenaar.

Religies in India

Leven vreedzaam naast elkaar. Men ze onderscheiden in twee groepen: Inheemse religies en Uitheemse religies.

o Inheemse religies  Islam:

gedwongen bekeringen vanaf de 20e eeuw, maar toch is maar 13% moslim. Maar toch is er de grootste concentratie van moslims ter wereld, want 13% van een miljard blijft veel.

 Christenen:

Ooit zei een pater ‘Je krijgt geen vat op die Indische ziel’. Maar 2% is christen.  Jainisme:

is de religie hier in België van de Antwerpse diamantairs (zie verder) o Uitheemse religies:

monotheïstische religie: geloven in 1 god, 1 boek die geldt als richtlijnen voor het hele leven. Dit is niet zo voor de Indische tradities; daar heb je geen zwart wit bepaling van wat goed en kwaad is. Alles is relatief; hangt af van leeftijd, groep, kaste, …

Sikhs zijn herkenbaar aan hun tulband, baard, vereren 10 leermeesters, … maar hier gaan we het vandaag niet over hebben.

Indiase religies zijn gebaseerd op het geloof in o Wedergeboorte (samsara):

ieder wezen zit in een kringloop van geboren worden, sterven, geboren worden,

sterven… wanneer iemand sterft, dan is dat lichaam niets meer waard. Het moet zo snel mogelijk gecremeerd worden. De ziel blijft verder leven en krijgt een nieuw lichaam. Maar wat al die geest heeft in zijn vorig leven, neemt hij onbewust mee naar zijn volgend leven en bepaalt dat nieuw leven voor een groot deel. (levensduur, uiterlijk, intelligentie) o Karma:

alles schrijft men toe aan karma. Alles wat men doet, zegt of denkt heeft altijd een gevolg. Dat gevolg kan zich uiten binnen dit leven of in volgende levens.

o Verlossing:

het is geen fatalistische levenshouding, want men heeft zijn eigen lot in handen. Men kan hier pas aan werken als men zich er van bewust is dat elke handeling gevolgen heeft. Dit kan dan leiden tot de uiteindelijke verlossing uit die kringloop. In elk leven ken je

momenten van geluk en momenten van ongeluk, maar deze zijn beperkt in tijd. Men zoekt naar eeuwig geluk. Om dit te bereiken moet men zich kunnen bevrijden van die kringloop van wedergeboorte. Dus het uiteindelijke doel is om niet meer geboren te worden. (maar men zal natuurlijk blijven streven naar een beter leven) Dus de verlossing te bereiken waarbij uw geest opgenomen wordt door het universum, en niet meer door een lichaam. Welk moreel pad men moet gebruiken om die verlossing te bereiken hangt af van religie. Maar een ieder die een weg naar de verlossing kent, kan deze ook vrij verkondigen. Tot vandaag heb je Goeroe’s die mensen de weg naar die verlossing wijzen.

o Hindoeïsme

(Grootste gedeelde van de Indiërs)

Gaan vooral goden vereren. Geen begindatum, geen stichter, … het is een theÏstisch systeem. Maar al die goden stellen maar aspecten en kenmerken voor van 1 groot goddelijk principe, de wereldziel genoemd. De eigen ik ziel moet één worden met de wereldziel. Dus het concept van de wereldziel. Het kastensysteem is ook typisch voor het hindoeïsme. De priesters aan de top van de kaste gaan zich gedragen als tussenpersonen voor mensen en goden.

o Boeddhisme

Verwerpen dat kastensysteem en priesters. Men moet die verlossing bereiken door eigen inspanning, zonder de hulp van goden of priesters. Het boeddhisme is in India ontstaan en heeft een enorme verspreiding gekend in Azië, maar na paar eeuwen uit India is verdwenen. Het is ook goed gekend in het westen, vooral door de meditatie. Het verwerven van inzicht via meditatie is de weg voor Boeddhisten om de verlossing te bereiken, de Nirvana

(weggooien, opgaan in het niets). o Jainisme

Verwerpt ook kastensysteem en priesters. Het heeft het systeem van karma en ziel en materie erg concreet uitgewerkt. Hun weg naar de verlossing is het niet doden van alles dat leeft, dus tegen geweld. Het is de religie die het minst voorkomt bij alle Indiërs, maar het is wel de religie die hier het meeste voorkomt bij Indiërs in Antwerpen. Extreme

geweldloosheid is hun stokpaardje. Hindoeïsme verder uitgewerkt

Goden vereren, zoals Shiva en Visu . Die goden stellen kosmische machten voor. Een wereld bestaat een tijd lang en vergaat dan en dan komt er een nieuwe wereld. De kracht en energie om nieuwe werelden te laten ontstaan en oude te laten vergaan is Shiva. Eens de wereld geschapen is het de Visu die de wereld in stand houdt. Shiva wordt vaak afgebeeld in het mannelijke en vrouwelijke geslachtsdeel. Dus samen staan ze voor de vruchtbaarheid. Men giet er dan melk en honing over, als teken voor de vruchtbaarheid van de vrouw, een goede oogst voor het veld, …

Mensen kiezen 1 god waar ze zich naar richten voor gebeden. Dat kan een mannelijke of vrouwelijke god zijn. Deze kunnen lachwekkend zijn, of verschrikkend, … Je moet in zo’n god als vreeswekkende goden een moedergodin zien, een moeder kan heel lief zijn maar ook heel vreeswekkend om haar kinderen te beschermen. Er wordt weleens gezegd dat er zo’n 300 miljoen goden zijn, waarmee men bedoelt dat ze niet te tellen zijn, en heel lokaal kunnen vereerd worden. Kinderen groeien op met de verhalen van de goden. Men haalt zijn morele regels uit de verhalen van de goden. De grootste zijn de Mahabharata en Ramayana. Kinderen kennen vooral het verhaal van de Ramayana. Je vindt de personages van Ramaya op speelgoed, koekendozen… Het verhaal gaat over Rama, de oudste zoon van een koning die heel ziek is. Maar iemand anders wou dat haar zoon koning werd, dus werd Rama voor 14 jaar verbannen. Tijdens die 14 jaar maakt Rama allemaal avonturen mee. Het figuur van

Rama is een voorbeeld voor elke man, iedere man wil er zo uit zien. Wanneer hij terugkeert wilt zijn vrouw Sieta meteen mee gaan met hem. Sieta is een rolmodel voor iedere vrouw. Zijn jongere broer gaat ook mee. Wanneer Rama verbannen werd, wou zijn vader dat niet maar deed het toch en Rama aanvaardde dit. Rama weet een monster te verslaan. Ramayana staat dus ook voor overwinning.

Ganesha is de god met de kop van een olifant en kan net zoals een olifant alle hindernissen wegnemen. Hij wordt dus gezien als succes. Bijvoorbeeld bij het oprichten van een

onderneming, afleggen van examens…

Krishna wordt vereerd via mensen. In tempels worden ze in bad gestoken, dansen, in bed gelegd, … Krishna wordt afgebeeld als een baby en lust heel graag melk. Dus gaat ook melk stelen. Het is in de eerste plaats een koeherder. Krishna betekent eigenlijk zwart; donker. Dit verwijst naar een lokale held uit de lokale bevolking die donker was van huid. Hij was zo populair dat hij avatar werd genoemd. Alle herderinnetjes zijn verliefd op Krishna. Bij vollemaan danst hij en geeft hij het gevoel aan de herderinnetjes dat hij ze allemaal lief heeft. Er zijn ook heel veel erotische afbeeldingen. In deze god vind je dus allemaal aspecten van de mens terug.

Wegen (marga) naar de verlossing/god

Alle wegen die leiden naar god/verlossing zijn goed.

Yoga is een soort van filosofie. Het goed controleren van de zintuigen, uw ademhaling beheersen, uw geest beheersen en tot een beter inzicht te komen.

Bhakti is de volledige overgave aan god, een goed voorbeeld hiervan zijn de mensen van Krishna. De weg van het hart, de weg van het gevoel.

Mensen kiezen naargelang het karakter welke goden ze gaan vereren. Vier levensfasen

Men gaat er van uit dat een ideaal leven 100 jaar duurt. Want iemand die zijn leven in balans heeft kan zo oud worden.

o student:

kinderen zijn dan geschikt om te leren, geen tijd besteden aan liefde of andere afleidingen, de studie staat centraal

o huisvader:

houdt zich minder bezig met het spirituele, … heeft het druk zijn gezin te onderhouden. o woudbewoner:

wanneer men zijn eerste kleinkind krijgt, eerste grijze haren, … dan gaat men zich meer bezig houden met het spirituele.

o bedelasceet:

komt niet altijd voor maar kan. Dan gaat men weg van zijn gezin, gaat men rondtrekken en zich bezig houden met het spirituele. En dat algemeen aanvaard in de maatschappij Drie levensdoelen

o artha o kama o dharma Kastezever

Een gesloten groep waar in je geboren wordt en waar je niet uit kunt. Deze kaste bepaalt je gedragscode en heeft een status. Men heeft hoge en lage kasten. Vindt zijn oorsprong in 1500 v.C.

Aan de naam kan je weten van welke kaste men is. Je kan dat niet zien aan het uiterlijk. Sinds 1950 staat er in de wet dat men geen onderscheid mag maken tussen kasten. Het zegt niet dat kasten niet bestaan, maar men mag geen onderscheid maken. Zo moet iedereen naar school kunnen gaan. In realiteit is er nog werk aan de winkel.

Bij de kaste is het huwelijk belangrijk. Het is nog vaak een arranged huwelijk. Twee mensen kunnen niet alleen beslissen of ze kunnen trouwen, maar de familie gaat ook controleren of de twee jongeren kunnen trouwen. Men vindt het stom om alleen op basis van liefde zulk een belangrijke belsissing te nemen. Bijvoorbeeld wat voor studies hij/zij heeft gedaan, horoscoop, inkomen, uit welk gezin, … en dan komen de families samen om te vergaderen of de twee kunnen trouwen. Een meisje wordt uitgehuwelijkt en het is de taak van de vader om een goede partner te vinden. Het meisje mag ook mee uitkiezen. Het is niet dat ze zonder enige instemming worden uitgehuwelijkt. Het meisje moet het huwelijk betalen. Er is in India ook een onevenwicht tussen jongens en meisjes, omdat meer abortus wordt gedaan als men een dochter verwacht, meisjes krijgen minder medische hulp, … dit komt door de oude traditie dat meisjes bijvoorbeeld het huwelijk moet bekostigen.

Tenslotte is er sprake van een joint family principe. Dwz dat alle zonen mee onder het dak van de vader blijven wonen. Dit mag je redelijk letterlijk nemen, aangezien het een app. onder dat van de vader kan zijn.

Jains verder uitgewerkt

Geloven niet in een god of schepper. De wereld heeft geen begin of einde. Het is een kleine gemeenschap, maar een belangrijke gemeenschap omwille van hun hoogstaande ethische principes, eigen kunststijl en economie. Hun weg naar de verlossing is geleid door de geweldloosheid, dus niet doden van alles wat leeft (mensen, dieren, planten,

natuurlijkelementen, …). Daardoor zijn heel wat beroepen verboden. Jains zijn dus

traditioneel gezien bankiers, diamantairs, … 90% van de diamantairs van Antwerpen is Jain, ze zijn hier marktleider. En dus niet de joden! Hier in België schat men 500 families met 2 tot 4 kinderen, dus zo’n 2000 Jains hier in Antwerpen. Ze gaan vaak terug op bezoek naar India. Ze zijn erg gesloten, het is een religie die bestaat uit gemeenschappen. Men heeft respect voor anderen maar men mengt niet. Ze zijn ook gekend voor de architectuur. In Wilrijk heeft men een Jain tempel gebouwd. Men heeft er ongeveer 10 jaar over gedaan. De

marmerblokken zijn hand gemaakt in India. Wordt beheert door 12 diamantairs. De tempel is voor Jains zelf, het is privé eigendom. Geen priesters. Het zijn individuele zakenlui. Binnen in die tempel staan er beelden van die shina’s en Tirthankara’s. Ze stellen het voorbeeld voor om te volgen. Mahavira is een van die beelden. De grote ogen staan symbool voor inzicht. Tijdens zijn leven heeft hij te maken met rijkdom, luxe maar ook met geweld en bloed via het leger. Op zijn 30e denkt hij hier over na. Hij verlaat het gezin en wordt rondtrekkende asceet om over het leven na te denken. Hij vast veel, mediteert en doet aan yoga en bereikt zo na 12 jaar een toestand van alwetendheid. Je krijgt inzicht in het verleden, heden en toekomst, in het leven en dood, hoe je een oplossing krijgt voor dat geweld door vredig te leven. Jains gebruiken de ascese als short cut naar de verlossing (ascese is een zeer extreme vorm van

Jainisme waarin bv zeer zwaar gevast wordt). Symbool van het tijdsrad; tijdens de eerste 2 periodes gaat alles goed. Nadien lopen allerhande zedelijke en materiële normen fout. In de laatste, slechtste tijden is er misdaad en ziekte en wanhoop etc… daarin zitten we

momenteel volgens de Jains. Maar er komen dus ook weer betere tijden volgens hen. De 24 Jina’s komen op bezoek in periode 3 en 4. Op dat moment kunnen ze mensen nog op het juiste pad krijgen, maar nadien is het te laat. Hun wereldbeeld; veel geweld in je leven betekent dat er veel stof aan de ziel hangt. Daardoor word je in een lagere kaste herboren. Wanneer je geen enkele atoom meer aan je ziel hebt hangen is er geen lichaam meer en ben je dus verlost. Het hakenkruis is het symbool svastika. Elk beentje ervan is een manier

waarop je herboren kan worden. Anekantavada is de veelzijdigheid van de waarheid. Jains gaan ervan uit dat de waarheid bestaat, maar iedereen heeft z’n eigen invalshoek. Je moet de ander z’n mening dus respecteren. Indien niet pleeg je eigenlijk geestelijk geweld. Bijvoorbeeld doden; het hangt af van de situatie of het toelaatbaar is of niet. Het is uiteindelijk je eigen keuze, maar je zal de gevolgen dragen als je ze verdient verdorie!! De waarden van Jains zijn uitzonderlijk actueel toepasbaar.

Hoe bereik je nu die verlossing in de praktijk?

o voor leken zijn dit maar richtlijnen (bijvoorbeeld zo mag men niet opzettelijk doden; voor zijn plezier).

o voor monniken zijn dit strenge regels (bijvoorbeeld zelfs onopzettelijk doden vermijden. Ze wrijven voorzichtig het opp proper waarop ze gaan zitten, om geen kleine organismen te doden.)

o Niet doden o Niet stelen o Niet liegen o Niet onkuis zijn o Niet streven naar bezit

In document levensbeschouwing_sv-1 (pagina 91-97)