• No results found

Als alles een kwestie van politiek is, wat is er dan nog levensbeschouwelijk? (1970-1974)

De humanistische beweging

1 Humanistische maatschappelijke politieken Mens en Wereld

1.3 Als alles een kwestie van politiek is, wat is er dan nog levensbeschouwelijk? (1970-1974)

Doorwerkingen van antikapitalistische maatschappijkritiek

Net als in de rest van het land overheerste in het HVin de vroege jaren ze- ventig een ‘brede linkse consensus’.179Zo was een groot deel van de ach-

HUMANISTISCHE MAATSCHAPPELIJKE POLITIEKEN. MENS&WERELD 

176 Verjonging functionarissen was belangrijk voor het imago van het HV, aldus Rood op het

congres in 1969. Notulen van het 18e kongres, gehouden te Utrecht op 16-18 mei 1969. HHC: HV Amsterdam, niet geinventariseerd.

177 Z.n. (1971) Moet het zo nodig? Vraaggesprek Bonger, Brandt Corstius en Van Praag.

178 Casper Vogel, Interview Jaap van Praag, band 22 en 23, 10 juni 1976; J.P. Van Praag (1970)

Vervreemding in de moderne technische maatschappij. Oorzaken en oplossingen. Mens en

Wereld 25( 2), 55-66.

terban, en zeker niet alleen het jonge deel, overtuigd van de noodzaak van een groter maatschappelijk engagement van het HV. Dat engagement moest niet alleen tot uiting komen in politieke standpunten, maar ook in het ont- wikkelen van eigen maatschappelijke acties.180 Toch bleken achter deze

ogenschijnlijke eensgezindheid verschillende gedachten schuil te gaan over hoe die opdracht tot maatschappelijk engagement precies ingevuld diende te worden.

In eerste instantie leken de neuzen dezelfde kant op te staan. Samen met de maatschappijkritische jongeren vulde het HV-hoofdbestuur de maat- schappelijke opdracht in met het bieden van politieke vorming vanuit het humanisme aan de achterban. Zowel HASHals de Humanistische Stichting voor Vredesvraagstukken kreeg deze taak toebedeeld.181 De ontwikke-

lingssamenwerkingsorganisatie op grond van humanisme, HIVOS, die in vrijwel onafhankelijk van het HVvan start was gegaan, vonden de be- stuurders voor deze opdracht minder van belang. Dat is opvallend, omdat ontwikkelingssamenwerking voor de christelijke maatschappijkritische beweging juist een belangrijk aangrijpingspunt was voor maatschappelijke actie. Maar humanistische jongeren zagen HIVOS als een verouderd ver- zuilingsproduct. Dat was niet zonder reden: de organisatie richtte zich in de eerste jaren vooral op die projecten die ten gunste kwamen aan buiten- kerkelijken.182HIVOSbekeek de wereld door een wat verouderde bril, niet

alleen in de ogen van jongeren maar ook van de nieuwe leiding van het HV. Van HASHhadden beide groepen hoge verwachtingen. HASHstreed name- lijk niet alleen voor de eigen groep, zoals HIVOS, maar voor de hele maat- schappij. Dat was precies waar deze humanisten op zaten te wachten. Overeenkomstig met het politieke vormingswerk dat in veel welzijnsin- stellingen en actiegroepen in diezelfde jaren van de grond kwam, wilde HASHmensen bewust maken van de mogelijkheden om in de brede zin van het woord politiek actief bezig te zijn.183Daartoe organiseerde de vijftig-

jarige functionaris en HASH-coördinator Simon Radius samen met jonge HV-leden, studenten en leden van het Humanisties Jongeren Sentrum cur-  DEEL I DE HUMANISTISCHE BEWEGING

180 Roethof, Conclusie discussiedagen.

181 Verslag vergadering Stichting voor Humanistische Vorming op 5-2-1970, UA, Archief Stich-

ting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 50. Het politieke vormingsmodel van Radius wordt hier besproken, ook deelnemers uit de humanistische studentenclub (SVGH) en het Humanisties Jongeren Sentrum (HJS).

182 Frans Bieckmann & Ellen Lammers (2008) HIVOS! 1968-2008. Een onvoltooide geschiede-

nis: van hulp naar andersglobalisme. Amsterdam: Mets & Schilt. Voor de discussie over HI-

VOS als verzuilingsproduct, zie: notulen van het 18e kongres, gehouden te Utrecht op 16- 18 mei 1969. HHC: HV Amsterdam, niet geinventariseerd.

183 Sam Korteweg en Kees Klop (1974) Vademekum van het politiek vormingswerk. Inventa-

risatie van aktiegroepen, vormingsinstellingen en andere organisaties die politiek vor- mingswerk verrichten. (2e druk) Amersfoort: De Horstink, 19; Vgl. politiek model vor-

sussen. Thema’s als antiautoritair onderwijs, crèches, leven in communes, drugsgebruik, anarchisme en humanisme stonden op het programma.184

Deelnemers konden in deze cursussen hun eigen politieke overtuiging ex- ploreren. Soms ging dat niet verder dan leren of de eigen politieke over- tuiging liberaal of marxistisch was.185Maar de humanisten betrokken bij

HASHwilden meer. Zij vonden hun vormingswerk nog te veel individueel gericht, te theoretisch en te vrijblijvend.186HASHzou zich eigenlijk moe-

ten richten op ‘verandering van strukturen’ om zo zicht te krijgen op de ‘ware machtsverhouding’187en het ‘echt van onecht radicalisme’ te schei-

den.188Daarin valt duidelijk het linkse, antikapitalistische vocabulaire van

populaire denkers als Herbert Marcuse te herkennen dat veel andere ac- tiegroepen in die tijd ook gebruikten.

Over de vraag hoe de maatschappelijke structuren en het bijbehorende ‘ge- produceerde persoonlijke gedrag’ het best doorbroken konden worden, werd fanatiek gediscussieerd in HASH.189Het klassieke marxistische ant- woord, de klassenstrijd, werd in deze discussie terzijde geschoven. Er werd gezocht naar alternatieve manieren om de maatschappij om te vormen. Al- lereerst was er een groep humanisten actief in het HASHdie het persoon- lijk leven als het belangrijkste aanknopingspunt zag om de samenleving structureel te veranderen. HASH-activisten zouden in hun ogen onderling eerst zelf aan de slag moeten gaan om elkaar te bevrijden van hun eigen kapitalistische verinnerlijkte gedragingen en opvattingen, alvorens anderen de weg te wijzen. HASH-activisten zouden nog een heel persoonlijk traject af te leggen hebben: pas als je jezelf losgemaakt zou hebben van opgeleg- de denkbeelden en gedragingen, kon er een ware maatschappijkritiek ge- formuleerd worden die ‘echt’ radicaal was en pas dan kon je vrij leven. Hierin valt de epistemologische opvatting over de verhouding tussen het persoonlijke en het politieke te herkennen. Ook circuleerde in deze krin- gen een nieuwe invulling van de ethische opvatting. HASH zou namelijk moeten fungeren als een kritische utopie. Die opvatting was nog nooit zo geformuleerd in het HV. Het was voor het eerst dat in de humanistische beweging het veranderen van het eigen persoonlijke leven als politieke daad werd begrepen. ‘Het intensief met jezelf bezig zijn en je eigen plaats HUMANISTISCHE MAATSCHAPPELIJKE POLITIEKEN. MENS&WERELD 

184 Jan Vis (1996) Simon Radius (1917-1995). Een bijzonder anarchist. De As 24(116), 35-38.

185 Verslag bespreking over het vormingswerk van het HV afdeling Amsterdam op 18-8-1971,

Utrechts Archief: Archief HV, 75: 1265.

186 Bijvoorbeeld Willem Maat, Discussiestuk Hash Amsterdam, Ideeën over socialisties huma-

nisme, juni of mei 1970, UA, Archief HV, 75: 1265.

187 Z.n. (1970) HASH wil informatie en Aktie. Mens en Wereld 25(7), 5.

188 Affiche HASH (9 december 1971). UA, Archief HV, 75:1265.

189 Notulen van de landelijke praatdag van de HASHgroepen, 13-10-1971. UA, Archief HV,

75:1265. Citaat komt uit: Simon Radius (1973) Over agogen en hun normen. Antwoord aan Neervoort. Rekenschap 20(1), 37-44, aldaar 39.

bepalen’ was volgens deze groep activisten reeds fundamentele maat- schappijkritiek en actie op zichzelf.190

Een andere groep HASH-activisten meende dat deze persoonlijke bewust- wording en het zoeken van alternatieven belangrijk was, maar zag een ge- vaar: naar binnen gekeerd met jezelf bezig zijn kon ook de politiek be- lemmeren doordat er te weinig actie naar buiten verricht werd.191En juist

actie naar buiten verdiende volgens deze groep prioriteit. Persoonlijke emancipatie was weliswaar een voorwaarde voor actie, maar één waarin men niet te lang moest blijven hangen. Uit veel van die stukken sprak een grote behoefte om niet meer te denken en te praten, maar vooral wat te doen. Wat die acties om de maatschappij structureel en ‘revolutionair’ te hervormen precies zouden inhouden, is niet duidelijk. Het volgende citaat illustreert allereerst hoe de humanistische jongeren verenigd in het Hu- manisties Jongeren Sentrum (HJS) zochten naar een andere weg om met maatschappelijke vraagstukken om te gaan dan in het HV en de huma- nistische wetenschappelijke stichting Socrates gebruikelijk was. Daarbo- venop toont het hoe gemotiveerd en zoekend de jongeren hierin waren:

‘We zien onze functie niet in het uitbrengen van wetenschappelijke en/of an- dere rapporten, die een humanistiese visie geven op de ontwikkelingen in de maatschappij. We zien onze funktie in het aanwezig zijn, als humanist in maat- schappelijke konfliktsituaties. Om het met HUMUS192te zeggen, we willen aan- wezig zijn op de knooppunten van sociale en kulturele ontwikkeling van deze tijd. Hoe? We doen het gewoon! Het HJS wil mensen bereiken die op de knooppunten staan, wil mensen stimuleren op die knooppunten te staan.’193 Het is nooit tot een doordenking of botsing van deze twee strategieën ge- komen. Evenmin is er in het HVgereflecteerd op de politieke betekenis van de wijze waarop iemand zijn of haar persoonlijk leven leidt. De maat- schappijkritische stroom in het HVverdween namelijk even snel als die was opgekomen door een conflict tussen HASHen het HV-hoofdbestuur. Aan- leiding was een actie die in de bestaande historiografie beschreven is als de actie-Gouda.

 DEEL I DE HUMANISTISCHE BEWEGING

190 Gespreksgroep HASH, Mozeshuis over de doelstellingen van vormingswerk, 16-10-1970.

UA, Archief HV, 75:1265. Nabespreking van Simon Radius en Jaap van Ruller (volkshoge- school Baarn) 27-8-1971 over HASH-training. UA, Archief HV 75: 1265.

191 Notulen van de landelijke praatdag van de HASHgroepen, 13-10-1971. Amsterdamse werk-

groep HASH en visie over maatschappijkritiek, 4 mei 1971. Archief HV, 75: 1265.

192 Humus was de naam van een sociaal-anarchistische groep jongeren uit 1970 die zich hu-

manistisch noemde en onafhankelijk van het HV opstelde.

Het bestaansrecht van het HV onder druk

Het HVzou in Gouda bij verschillende plaatselijke, buitenparlementaire ac- ties fungeren als coördinator.194Met dit project beoogde het HV-hoofdbe-

stuur een maatschappelijk gezicht te krijgen, het oude intellectuele elite- imago van zich af te schudden en nieuwe – liefst jonge – leden aan te trek- ken.195Was het project een succes, dan zou het landelijk worden voortge-

zet. Maar vrij snel trok het hoofdbestuur de stekker uit het project, omdat, naar eigen zeggen, het beeld dat van het HVwerd geconstrueerd in de ac- tie-Gouda niet gewenst was. Het HVzou te veel als een ‘actiecentrum’ zijn neergezet ‘waarin alleen plaats is voor akties en maatschappij kritiek’.196

Daarbij leverde de actie weinig leden op, kostte zij te veel geld en zou zij, zeker als zij landelijk was doorgezet, te veel ten koste zijn gegaan van de andere werkzaamheden van het HVzoals de humanistisch geestelijke ver- zorging.197Drie betrokken medewerkers werden ontslagen na het besluit

van het hoofdbestuur om vanwege financieel tekort het project niet lande- lijk te continueren. Dat schoot in het verkeerde keelgat bij veel jongeren en andere medewerkers. Zij verweten het hoofdbestuur zich autoritair te ge- dragen en te buigen voor liberale geldschieters.198

Ruim een jaar lang werd het HVgeteisterd door conflicten. Rood trachtte nog alle kikkers in de kruiwagen te houden door het HVte presenteren als plek voor ‘bezinners’, ‘toepassers’ en structurele of mentaliteitgerichte ‘be- invloeders’ van de samenleving. Rood pleitte voor verdraagzaamheid, een eigenschap die voor ieder type humanist een groot goed zou zijn.199Maar

het werd Rood al vrij snel duidelijk dat hij niet alle types binnenboord kon en ook niet wilde houden. Het waren niet alleen de maatschappijkritische medewerkers van HVdie, gedwongen of vrijwillig, het HVverlieten. Ook veel maatschappijkritische jongeren, actief in het Humanisties Jongeren Sentrum en de HASH, vonden in  een onderkomen buiten het HV. Wat begon als een actie om leden naar het HVtoe te trekken, eindigde als een periode die het HValleen maar leden kostte.200

HUMANISTISCHE MAATSCHAPPELIJKE POLITIEKEN. MENS&WERELD 

194 fvgl (1971) Aktie Gouda. Humanist 26(18), 3-4.

195 C. Cabout (1972) Buitengewoon kongres. Het Woord van de Week 25(5), 5-7.

196 Max Rood geciteerd in josv (1972) Publiciteit rondom het Humanistisch Verbond. Huma-

nist 27(3), 3-5, aldaar: 5.

197 C. Cabout (1972) Spanningen in het HV. Het Woord van de Week 25(3), 4-5; Stafberaad 25

november 1971. UA, Archief stichting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 42. Zie ook Flokstra & Wieling (1986) 58.

198 Stafberaad 25 november 1971. UA, Archief stichting Humanistisch Jongeren Centrum,

1732: 42.

199 Max Rood (1972) Vrijheid om verschillend te zijn. Het Woord van de Week 25(1), 1-3.

200 Brief Franklin van Galen Last waarin hij bedankt voor zijn lidmaatschap, augustus 1972.

UA, Archief HV, 75: 27; Dingen van de dag van de VARA, 18-9-1972; HJS wil banden met HV verbreken, Trouw, 19-9-1972, UA, Archief stichting Humanistisch Jongeren Centrum 1732: 42.

Binnen het HVbestonden verschillende humanistische groepen die allen – op papier – een groeiend maatschappelijk engagement van het HVonder- schreven. De actie-Gouda en de daaruit voortkomende conflicten brach- ten de ideologische verschillen tussen deze groepen aan het licht. De pre- sentatie van het HVals centrum voor diverse maar gelijkwaardige diensten verhulde namelijk de elkaar tegensprekende stromingen in het HV. Ui- teraard waren er ook motieven van andere aard (financiële, beleidstechni- sche, persoonlijke) die het conflict aanwakkerden en beïnvloedden, maar deze zijn in dit verband minder relevant.201

In eerste instantie leken de conflicten slechts een kwestie van een verschil- lend aangrijpingspunt van verandering: het vormen van het individu (de ‘bezinners’ en ‘toepassers’) of het hervormen van de samenleving (de maat- schappijcritici). Een nadere beschouwing leert dat het conflict niet alleen een kwestie was van een ander aangrijpingspunt om de wereld te verbete- ren en een keuze tussen politieke vorming of geestelijke vorming. Politie- ke vorming was voor maatschappijcritici als Radius en veel jongeren na- melijk óók geestelijke vorming.202Politieke vorming hielp je immers om

bewust te worden van autoritaire en paternalistische machtswerkingen in de maatschappij en in jezelf, waardoor je jezelf pas werkelijk kon ont- plooien. Bezig zijn met je eigen bestaan zonder een dergelijke machtsana- lyse van onderdrukkende structuren en stereotypen, zoals bij de levensbe- schouwelijke vorming van het HVgebeurde, zou simpelweg onvoldoende zijn voor werkelijke zelfontplooiing.203Er bestond in de ogen van deze

maatschappijcritici geen apolitieke niche waarin het alleen om existentiële vragen draaide. Kortom, met de aandacht voor de politieke bepaaldheid van persoonlijk gedrag en normen en waarden vervaagde ook het onderscheid tussen maatschappijbetrokkenheid en de focus op de eigen zelfontplooiing. In toenemende mate schoven deze maatschappijcritici humanisme als le- vensbeschouwing terzijde. Het HV-humanisme zou niet de oorzaken van de problemen aanpakken, het zou de bestaande orde consolideren en slechts functioneren als een doekje voor het bloeden. Volgens deze maat- schappijcritici beschouwden HV-humanisten vrijheid te veel als een indi- viduele zaak en waren ze te veel bezig met de innerlijke gesteldheid, ‘het geestelijke komfort’ van buitenkerkelijken.204Het argument van het hoofd-

 DEEL I DE HUMANISTISCHE BEWEGING

201 Reactie hoofdbestuur 29 september 1972 op afscheid. UA, Archief stichting Humanistisch

Jongeren Centrum, 1732: 42. Flokstra & Wieling (1986), 60-63. Brief Franklin van Galen Last aan hoofdbestuur van het HV, 26-11-1971; Dossieropbouw Radius, 29 januari 1973. UA, Ar- chief HV, 75: 106.

202 Verslag vergadering Stichting voor Humanistische Vorming op 5 februari 1970. UA: Archief

stichting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 50.

203 Simon Radius (1972) Aspekten van vormingswerk. Humanist 27(12), 5-7

204 Deel van het werkoverzicht van Simon Radius, 10 mei 1972. UA, Archief HV, 75: 1265. Een

bestuur dat een project als Gouda ten koste zou gaan van levensbeschou- welijke vormingswerkzaamheden overtuigde de maatschappijcritici niet. Zij vonden minder aandacht voor levensbeschouwelijke vorming helemaal niet bezwaarlijk. Humanisme kon in hun ogen slechts wat betekenen als het zich ten doel stelde om de structuren radicaal te hervormen.

In het maatschappijkritisch denken werd humanisme steeds vaker gelijk- gesteld met socialisme en kreeg humanisme de betekenis van een gericht- heid op mens en maatschappij en op de menselijke ontplooiing. Dit ‘nieu- we humanisme’ was net zo goed buiten het HVte vinden, ook in christe- lijke actie- en jongerengroepen. Radius bijvoorbeeld betoogde in  dat het onderscheid geloven en niet-geloven er niet veel toe deed met nieuwe richtingen als de politieke theologie. Het HASHzocht dan ook samenwer- king met de maatschappijkritische christelijke groepen en wilde de Sja- loom voor het HVworden: Sjaloom was een van de meest radicale maat- schappijkritische oecumenische actiegroepen in Nederland in .205

Waar begin  de meeste humanistische maatschappijcritici het ‘burger- lijk humanisme’ van het HVnog wilden omvormen om het HVtot een re- presentant van een nieuw, maatschappijkritisch, revolutionair of utopisch socialistisch humanisme te maken, zochten zij al gauw hun heil buiten het HV.206Humus was de eerste groep die zich in  los van het HVging pre- senteren. Humus was een sociaalanarchistische groep jongeren die zich liet inspireren door de politiek van provo’s, kabouters en hippies.207Zij claim-

den een nieuw humanisme dat draaide om liquidatie van ‘de sociale, poli- tieke en ekonomiese belemmeringen van de menselijke ontplooiingskan- sen’. Hiervoor dienden zowel een alternatieve manier van leven ontwik- keld te worden als bewustzijnsacties naar buiten toe over kwesties als mi- lieu, woningnood en klassenstrijd.208Het Humanisties Jongeren Sentrum

scheidde zich na al de conflicten in  af van het HVen sloot zich bij Hu- mus aan. Maar niet alleen jongeren bepleitten een maatschappijkritisch hu- HUMANISTISCHE MAATSCHAPPELIJKE POLITIEKEN. MENS&WERELD 

Albert Nieuwland (1984) Humanistisch geestelijk vormingswerk, Rekenschap 31(1), 16-31, m.n. 24-26.

205 Gespreksgroep HASH – Mozeshuis over de doelstellingenvan vormingswerk, 16-10-1970.

UA, Archief HV, 75:1265; Werkoverzicht Simon Radius, april t/m oktober 1971. UA, Archief HV, 75:1265. Verslag landelijke praatgroep HASH-groepen in Utrecht, 10-6-1972. UA, Ar- chief HV, 75: 1265. Een pamflet, brief na het conflict. UA, Archief stichting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 42

206 Wim Veldhuyzen (1970) Afscheid van de parochie. HHC: Archief C.H. Schonk, 1707: 38;

Maat, Discussiestuk Hash Amsterdam. Ideeën over socialisties humanisme. 1970, UA, Ar- chief HV, 75: 1265; H. Lips (1970) Humanisten! Waarheen? Ego 9(5), 5.

207 HUMUS notities uit 1973. Een evaluatie over alternatieven (en wat er na de provo en hip-

piebeweging mogelijk is). UA, Archief stichting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 42.

208 Brief van werkgroep Nieuw Humanisme, z.d; Subsidie 1972 helft uitgekeerd. Archief Stich-

ting Humanistisch Jongeren Centrum, 1732: 42; Opmerkingen inzake politieke mobilisatie in de underground van Nico Veeken; Wat is humus. UA, Archief stichting Humanistisch Jon- geren Centrum, 1732: 34.

manisme buiten het HVals alternatief. Ook enkele belangrijke namen bin- nen het HVriepen op tot een ‘radicaal humanisme’. Zo meende Harry Lips, de hoofdraadsman van Defensie en humanist van het eerste uur, in  dat het HVnooit die maatschappelijke revolutionaire rol, die in zijn ogen no- dig was, kon gaan spelen. ‘Het is’, zo stelde Lips over het HV-humanisme, ‘evenals trouwens het christendom – zozeer vergroeid met de kapitalisti- sche maatschappij-structuur en het heeft zozeer de vrijheid gemaakt tot een zaak van persoonlijke beleving en bevrediging, dat het nauwelijks maatschappelijk oppositioneel kàn zijn.’209

Een anticonfessioneel gezicht als oplossing

Deze politisering van humanisme was een heel andere weg dan Rood voor ogen had gestaan met zijn wens voor een meer maatschappelijk betrokken HV. Het hoofdbestuur onder leiding van Rood meende dat het HVzich di- recter met de maatschappij diende te bemoeien (actie en stellingname) op grond van humanistische waarden. Het HVhad de taak om als een gewe- ten de politiek te begeleiden.210Zo stimuleerde het hoofdbestuur dat er van

onderop een humanistisch actieprogramma op actuele kwesties zou wor- den ontwikkeld: het humanistisch perspectief.211Die maatschappelijke be-

trokkenheid kon in zijn ogen prima hand in hand gaan met het belang dat het HVvoor iemands geestelijke vorming had. De moeite die Rood en an- dere hoofdbestuursleden met de maatschappijcritici hadden, draaide niet om hun wens om zich politiek uit te spreken en maatschappelijk in te grij- pen, maar om de claim van de maatschappijcritici dat andere HV-werk- zaamheden niet waardevol zouden zijn.212Onderdrukkende omstandig-

heden verklaarden niet alles: niet alles was volgens het zittende bestuur po- litiek, economisch en sociaal bepaald. Ook in een kapitalistische samenle- ving zou het individu de kracht hebben om zijn eigen leven te kiezen en te vormen. 213

De maatschappijkritische stroming binnen en buiten het humanisme had  DEEL I DE HUMANISTISCHE BEWEGING

209 H. Lips (1972) Humanisme en Politiek. Humanist 27(8), 3. Zie ook: Harry Lips (1972) Bevrij-

dend humanisme, Driebergen: Bureau Hoofdraadsman, m.n.177-179; H.J. Lips (1972) De

wereld is groter dan het Humanistisch Verbond. Antwoord van H.J. Lips. Rekenschap 19(3),