• No results found

kedoewa dan ajat ketiga dari pasal 4 menjalahi pem- pem-berian izin-masoek bagi si penoempang itoe

In document Prijs f 0.35. (pagina 23-31)

Artikel 6.

De toela- (1) Onverminderd het bepaalde bij artikel 12, tingskaart ge eft de toelatingskaart den wettigen houder het tcrt tweejarig r e e^ o m' m e t i n a ch t n e m i n g van de bepalingen op het verblijf in " v e r k e e r en verblijf, gedurende twee jaren in Neder-IV.-I. landsch-Indië zich op te honden.

Zij kan twee- (2) De in het eerste lid genoemde termijn kan op

m a"l e o e" Ji , a r verzoek van den belanghebbende tweemaal, telkens denCnS W O r"v o o r t e n hoogste één jaar, worden verlengd door het

Hoofd van plaatselijk bestuur van de woon- of ver-blijfplaats van den verzoeker.

Aanteebe- (3) Van die verlenging wordt op de toelatings-ning" daarvan kaart aanteekenine: gehouden.

op de toela-ting-skaart.

Artikel 7.

Beroep op (1) Van alle uitspraken der Immigratie-Commis-het II. C. B. sie is gedurende acht dagen beroep toegelaten op Immigratie-Commis-het van alle «it-Hoofd van het gewest, waar die Commissie sieves-.spraken d e rü g d i s

Tnssclieii- (2) Het beroep wordt gedaan door tusschenkomst komst derl. van die Commissie, welke, in afwachting van de be-C. daarbij slissing van het Hoofd van gewestelijk bestuur, den voorgeschre- belanghebbende, indien hij niet in verzekerde bewa-king- van een r i nS w o r d t gehouden, van een voorloopig toelatings-voorloopig bewijs voorziet.

toelatingsbe-wijs.

Bevoe<rdbeid (3) Immigranten, die voor den Secretaris der van den Se-immigratie-Commissie niet aannemelijk maken, dat Tc* "tot b e tZ^ V 0 0 r t o e l a t mg i n aanmerking komen, kunnen, tot-in verzekerde ^ o v e r n u n n e toelating door de Immigratie-Commis-bcwaring sie zal zijn beslist, op last van genoemden ambtenaar

Pasal 6.

(1) Dengan tijada mengoerangkan jang ditetap-kan pada pasal 12, maka kartjis-izin-masoek mem-beri kak kepada jang halal memegang itoe, akan tinggal di Hindia-Belanda doewa takoen lamanja, dengan mengingati ketentoean tentang perdjalanan dan perdijaman.

(2) Témpoh jang terseboet pada a jat pertama, atas permintaan orang jang berkepentingan, boleh doewa kali lagi dilandjoetkan, tijap-tijap kali sela-ma-lamanja satoe tahoen oléh Kepala-negeri dari tempatnja tinggal atau tempatnja dijam.

(3) Pelandjoetan itoe ditoeliskan dalam kartjis-izin-masoek.

(1) Sekalijan kepoetoesan Koemisi-pendjaga-orang-masoek, dalam témpoh delapan hari, boleh di-bandingkan kepada Kepala-kerésidènan, tempat ke-doedoekan Koemisi itoe.

(2) Bandingan itoe diminta dengan perantaraan Koemisi itoe; selama menanti kepoetoesan Kepala-kerésidènan, maka Koemisi itoe memberi kepada jang berkepentingan (djika ija tijada ditahan dalam pendjara) soewatoe keterangan-izin-masoek bagi se-mentara.

(3) Orang-orang jang hendak masoek, jang tija-da tija-dapat menjatakan dengan tjoekoep kepatija-da Seker-taris dari Koemisi-pendjaga-orang-masoek, bahwa ija patoet dapat izin masoek, bolehlah (dengan perin-tah pegawai jang terseboet itoe) disoeroeh

amat-doen stellen onder politie-toezicht of in verzekerde bewaring wor.

van immi- d e n gesteld (St. 1918 :149).

granten. '

Artikel 8.

beïtadfa?nd" I n d i e n h e t beroep van de weigering der toelatings-wordt d e t o e -k a a r t gegrond wordt verklaard, wordt het voorloopig latingskaart toelatingsbewijs vervangen door een toelatingskaart, verstrekt. Bij dan wel alsnog een toelatingskaart uitgereikt. Wordt TOMZ1schrif h e t b e r 0 e p a fSe w e z e n o f komt de belanghebbende niet telijk b e v e lb m n e n d e n d a a r v o o r gestelden termijn tegen de wei-tot verwijde- gering van de toelatingskaart in verzet, dan wordt een ring nit TSA: schriftelijk bevel tot zijne verwijdering uit

Neder-landsch-Indië door het Hoofd van gewestelijk bestuur uitgevaardigd.

Artikel 9.

Aan ben, die (1) Hij die, behoorende tot een der in het eerste JJ2JJ £e l d iSelid van artikel 1 bedoelde groepen van personen, in kaart1D|Sezit_ N ederlandsch-Indië wordt aangetroffen zonder in het ten wordt er v e t t i g bezit te zijn van een geldige toelatingskaart of een door het een nog geldig toelatingsbewijs, wordt gebracht voor H . P . B , ver-het Hoofd van plaatselijk bestuur zijner woon- of webterd°f ^ v e r b l iJfPl a a t s> die hem alsnog van een toelatingskaart

voorziet, tenzij hij behoort tot dezulken, aan wie op grond van artikel 4 geen toelatingskaart kan worden verleend.

Bedrag voor (2) Voor de krachtens het vorig lid uitgereikte

dc h n I d i ^ dV e r"t 0 e l a t i n g S k a a r t i s v e r s c l m l d igd e en som van f 25.—

8 ' (vijf en twintig gulden), ingeval de belanghebbende in het wettig bezit is van eene geldige vergunning tot ontscheping en anders een som van f 50 — (vijftig gulden). Deze bedragen zijn alléén verschuldigd voor de toelatingskaart uitgereikt aan het hoofd van het gezin.

Geval van (3) Wanneer de belanghebbende wettig was toe-J toe-J toe-J toe-J toe-J toe-J toe-J gelaten en hij het niet meer bezitten van zijn

toela-» • tingskaart ten genoegen van het Hoofd van

plaatse-I Ï Ï - i r Ï Ï ° "a m a t i °léh P 0 l i s i a t a u d i t a h a n dalam pendjara, Jang h e n d a ks a m p a i K o e m i s i-Pendjaga-orang-orang-masoek itoe masoek, da- memoetoeskan tentang mengizinkan masoek orang-lampendjara. orang itoe. (St. 1918 : 149).

Pasal 8.

_ Kalau ter- Djikalau permintaan bandingan tentang tidak di-maia diberi-1**1 i z i n-m a s o e k i t o e dibenarkan, maka soerat-izin-kanlah kar- m a s o e k b ag i sementara itoe ditoekar dengan kar-tjis-izin-ma- tjis-izin-masoek atau diberikan soerat-izin baroe.

soek; kalau Djika permintaan bandingan itoe tertampik ataupoen tertampik, djika jang berkepentingan tidak datang memda'wa tahkin Pd e -n'd a l a m t é mPo h' Ja nS s o e d a h ditentoekan oentoek itoe, ngan soerat t (;n t a ng tidak dapat kartjis-izin-masoek itoe, m a k a akan menge- diperintahkan oléb Kepala-kerésidénan dengan soerat loewarkan menjoeroeh mengeloewarkan orang itoe dari daerah dari Hindia- Hindia-Belanda.

Belanda.

Pasal 9.

Kepada o- (1) Orang, jang masoek salah satoe golongan im*'tidak m e r é k a W termaksoed pada ajat pertama dari pasal menaroeh 1' ^a n g t e r da p a t di Hindia-Belanda tidak menaroeh kartjis-izin- dengan halal kartjis-izin-masoek jang sah atau kete-masoek jang-rangan izin-kete-masoek jang masih sah, mesti dibawa sah, Kepala- kemoeka Kepala-negeri tempatnja tinggal atau dijam;

mCTnberi,soeeUmaka K ePa l a-n eSe r i i n i berilah kepadanja satoe kar-rat-izin atan ^ ^ ^ i n - m â s o e k , ketjoewali djika orang itoe masoek tidak. golongan mereka jang menoeroet pasal 4, sekali-kali

tidak boléh dikoernijaï kartjis-izin-masoek.

Banjaknja (2) Oentoek kartjis-izin-masoek jang diberikan ka™UsJhoe m e n o e r o e t aJa t ia nS terdahoeloe ini diminta bajaran

f 25.— (doewa poeloeh lima roepijah), bilamana jang berkepentingan menaroeh satoe soerat-izin-toeroen-ke darat jang sah; kalau tidak, bajaran itoe banjak-nja f 50.— (lima poeloeh roepijah). Oewang ini hanja dibajar oentoek kartjis-izin-masoek jang dibe-rikan kepada kepala isi roemah.

ipabila dibe- (3) Apabila orang, jang soedah diberi izin-ma-denff"nbàiarkS0ek m e n o e r o e t o e n da n g , tidak a d a lagi menaroeh

m h J kartjis-izin-masoek dan telah tjoekoep keterangi

?an-lijk bestuur kan verklaren, wordt kosteloos een dupli-caat uitgereikt.

Beroep van (4) Van alle uitspraken van het Hoofd van plaat-de uitspraken selijk bestuur is gedurenplaat-de acht dagen beroep toege-van u e t H P laten op het Hoofd van het gewest, waar de belang-k u 'hebbende verblijf houdt, dat beslist bij eene met

redenen omkleede beschikking.

Bij gegrond- (5) Indien het beroep van de weigering der toela-bevinding tingskaart gegrond wordt verklaard, wordt alsnog een r ? «• k* t k o r t i n g s k a a r t uitgereikt. Wordt het beroep afge-uito-ereikt' b i iw e z e n °f komt de belanghebbende niet binnen den afwijzing daarvoor gestelden termijn tegen de weigering der volgt schrif- toelatingskaart in verzet, dan wordt een schriftelijk telijk bevel bevel tot zijne verwijdering uit Nederlandseh-Indië

o7e!t w5 j door het Hoofd van gewestelijk bestuur zijner blijfplaats uitgevaardigd. Dat bestuurshoofd ver-leent den betrokkene desverlangd een termijn om op zijne zaken orde te stellen.

tot rin

Artikel 10.

Bevoegdheid (1) Ingeval de op den voet van het bepaalde bij van den Gou- artikel 4, 5, 8 of 9 toegelatene geacht wordt gevaar verneur-Ge- op te leveren voor de openbare rust en orde, wordt neraal totin-^oor ^en Gouverneur-Generaal zijne toelatingskaart

t r e k k i n g ee-- , -,-, , , , , . . . •-, " .,

toeli- mgetrokken en een bevel tot zijne verwijdering uit tingskaart en^eclCTlancIscli-Indië uitgevaardigd.

uitvaardiging

van bevel tot (2) Den betrokkene wordt desverlangd een ter-verwijdenng m\jn verleend om op zijne zaken orde te stellen.

uit Nf.-I. d * J

Artikel 11.

Wijze van (1) Ter verkrijging van eene vergunning tot ves-a ves-au vrves-aves-ag omtiging in Nederlves-andsen-Indië wendt hij, die op J ves-a v ves-a vergunning e n Madoera verblijf houdt, zich onder overlegging tot vestiging:.

nja kepada Kepala-negeri tentang sebab tidak mena-roeh kartjis ini, maka patoet diberikan kepadanja, tidak dengan bajaran, sebelai dnplicaat.

Permintaan (4) Sekalijan kepoetoesan Kepala-negeri boleh,

?a n t ,fank> dalam témpoh delapan hari, dibandingkan kepada poetoesan Kepala-kerésidènan, tempat jang berkepentingan Kepala-neae- dijam; Kepala-kerésidènan itoe memoetoeskan dengan ri kepada Ke-menjeboetkan segala sebabnja.

pala-kerési-dènan.

Djika ternja- (5) Bilamana permintaan bandingan tentang Kp,-i[enar'ij ."tijada diberikan kartjis-izin-masoek itoe dibenarkan, tjls-izin-ma- n i a^a diberikan djoega sehelai kartjis-izin-masoek.

soek; djika Djika permintaan bandingen itoe tertampik, atau-tertampik, poen jang beidcepentingan tidak datang menda'wa perintah de-dalam témpoh jang soedah ditentoekan (oentoek oe^to k S O e r a ti t °e) tentang tidak diberikan kartjis-izin-masoek n°'eloewaikan ^o e' m a^a diperintahkan dengan soerat akan me-liari Hindia- ngeloewarkan dija dari Hindia-Belanda oléh Kepala Belanda. dari keresidenan tempat tinggalnja.

Kepala-kerési-dènan itoe memberi kepada orang jang berkepen-tingan itoe (kalau dipintanja) témpoh akan menje-lesaikan pengoeroesan harta bendanja.

Pasal 10.

Kekoewasa- (1) Bilamana orang jang beroleh izin-masoek, an T.B. Coe- menoeroet ketetapan pada pasal-pasal 4, 5, 8 atau 9, Jjernoer":*Jen" dipandang akan mendatangkan bahaja bagi keaman-mentjaboet a n 'o e m o e m> maka ditjaboetlah kembali oléh Toewan-kembali se- Besar Goebernoer-Djenderal kartjis-izin-masoek dan soewatoekar-didjatoehkannja perintah akan mengeloewarkan 0-tjis-izin-ma- rang itoe dari Hindia-Belanda.

™f^-af^v, (2) Kepada jang bersangkoetan diberi (diatas kan perintah Pe r m mt a a n n j a ) tempoh akan menjelesad^an pengoe-raen^eloewar-roesan harta bendanja.

kan dari Hin- Pasal 11 dia-Belanda.

Bjalan me- (1) Akan memperoleh izin tinggal tetap (ber-niiiita tempat tempat doedoek) di Hindia-Belanda, maka orang jang

dijam di tanah Djawa dan Madoera mesti miminta

van zijn toelatingskaart bij gezegeld verzoekschrift tot den Gouverneur-Generaal door tussclienkomst van het Hoofd van het gewest, waar hij verblijf houdt.

Hij, die buiten J a v a en Madoera verblijf houdt, richt een gelijk verzoekschrift tot het Hoofd van het gewest door tussclienkomst van het Hoofd van plaatselijk bestuur van zijn woon- of verblijfplaats.

Aanteekening (2) Het Bestuurshoofd, door wiens tusschenkomst van dat ver-^g^ verzoekschrift wordt ingediend, houdt van die

/Of*K Oïl IIP • •

toelatiiiffs- i n (liening aanteekening op de toelatingskaart en geeft kaart. deze daarna terug aan den belanghebbende, die

ge-houden is die kaart, tegen ontvangst van de vergun-ning tot vestiging, aan het Bestuurshoofd af te geven.

Verzoeker (3) I n afwachting van de beslissing op zijn ver-behoudt, in z o ek behoudt de verzoeker het recht, bedoeld in het

vin bÏÏfs-

e e r s t e l i d

n a r t i k e l 6

-sing, bet recht van 2 jarig verblijf.

Artikel 12.

Gevallen (1) De vergunning tot vestiging kan worden ge-waarin het weigerd in het belang van de openbare rust en orde, verzoek zoomede wanneer de belanghebbende niet in staat wordt afge- "w ± l l c V i C w a i m c c i u c " " " " S1

wezen. wordt geacht behoorlijk in zijn onderhoud en dat van zijn gezin te voorzien of wanneer hij wegens misdrijf sedert zijne toelating mocht zijn veroordeeld.

Weigering (2) De weigering van de vergunning tot vestiging' met redenen wordt met redenen omkleed en houdt tevens het bevel v°!ï\ • " ' i1 1 *°* verwijdering van den verzoeker uit

Neder-» ci derc ui" i T i i* i * •*

houd ervan. landsch-Indie.

(3) Het bepaalde bij het tweede lid van artikel 10 is ten deze toepasselijk.

Artikel 13.

Bevoegdheid Zij aan wie een toelatingskaart dan wel de

vergun-itoe, dengan soerat ségel dengan disertaï kartjis-izin-masoeknja dan dengan perantaraan Kepala-kerésidèn-an tempatnja tinggal, kepada ToewKepala-kerésidèn-an-Besar Goeber-noer-Djenderal. Orang jang dijam diloewar tanali Djawa dan Madoera, meng'alamatkan soerat permin-taannya jang seperti terseboet itoe, dengan peranta-raan Kepala-negeri tempatnja tinggal, kepada Kepa-la-kerésidènan.

Meiioeliskaii (2) Kepala-pemerintaban, jang mengantaraï me-permintaan i- masoekkan soerat me-permintaan itoe, menoeliskan hal kartiis-Mn- m e m a s o ek k a n soerat permintaan itoe. diatas kartjis-masoek. izin-masoeknja dan soedah itoe kartjis ini

dibsri-kannja kembali kepada jang berkepentingan. Orang jang poenja kartjis baroes mengembalikan kartjis itoe kepada Kepala-permerintaban itoe waktoe mene-rima soerat-izin akan tinggal tetap.

Si peminta (3) Selama menanti kepoetoesan permintaannja, ada berhak, m aka si peminta ada berhak, seperti termaksoed pada

In document Prijs f 0.35. (pagina 23-31)