• No results found

3. Methode en operationalisering

3.2 Issue frame

Deze operationalisering van het strategic game frame sluit niet uit dat er in strategische items ook inhoudelijke kenmerken aanwezig zijn. Het issue frame wordt met deze operationalisering slechts als dominant frame gecodeerd. Het is echter zeer relevant in welke mate items die voornamelijk strategisch geframed zijn alsnog inhoudelijke informatie bevatten. Daarom worden vijf componenten van het issue frame meegenomen in de analyse. Deze variabelen zijn ontleend aan de omschrijving van het issue frame die in de codeerinstructies van Aalberg et al. (2011: 178) is opgenomen. Onder een issue wordt hier een politiek onderwerp verstaan dat buiten het politieke systeem bestaat, en waarover de landelijke politiek als geheel een besluit zou kunnen nemen. Een mogelijke kabinetssamenstelling is dus geen issue, maar de gekozen premier wel.

Tabel 3.4: Operationalisering van het issue frame

Nr. Variabele

10 Wordt er aandacht besteed aan bestaande politieke issues of beleid?

11 Wordt er aandacht besteed aan de opvattingen over een issue of beleid van één politieke partij?

12 Wordt er aandacht besteed aan de opvattingen over een issue of beleid van twee of meer politieke partijen?

13 Wordt er aandacht besteed aan de opvattingen over een issue of beleid van andere actoren, zoals burgers, experts of cabaretiers?

14 Wordt er aandacht besteed aan eerdere gebeurtenissen of uitspraken, voor zover die betrekking hebben op, of gebracht worden als relevant voor, politieke issues of beleid?

32

De eerste vier variabelen meten of er in de analyse-eenheid überhaupt aandacht wordt besteed aan een issue, en respectievelijk de opvattingen daarover van slechts één partij, meer dan een partij, of een andere actor. Aandacht besteden wordt gecodeerd als er enige informatie wordt verstrekt over een issue of over een opvatting daarover, anders dan het simpelweg noemen van een beleidsterrein. ‘In het debat ging het over migratie’ wordt niet als issue gecodeerd, maar ‘In het debat ging het over de financiële problemen in het onderwijs’ al wel. Laatstgenoemde variabele doelt erop dat de eerdere gebeurtenis of uitspraak ook daadwerkelijk in de context van een issue wordt gebracht. In de uitzending van Wat Kiest Nederland? van 11 september 2012 wordt bijvoorbeeld een eerdere uitspraak afgespeeld, waarin de mening van één politieke partij over een issue naar voren komt. In de verdere bespreking van dit fragment wordt echter niet gerefereerd aan het in het fragment genoemde issue; het fragment wordt alleen aangehaald in een gesprek over de stijl van het debat. Deze analyse-eenheid wordt dus als “1=ja” gecodeerd bij de variabelen 10 en 11, maar als “0=nee” bij de laatstgenoemde variabele.

3.3 Personalisering

In het theoretisch kader zijn de verschillende aspecten en definities van personalisering omschreven die in dit onderzoek bestudeerd zullen worden. Er zal respectievelijk onderscheid worden gemaakt tussen relatieve zichtbaarheid van personen ten opzichte van partijen, van lijsttrekkers ten opzichte van overige politici en daarnaast worden variabelen in de analyse opgenomen om individualisering, privatisering en emotionalisering waar te kunnen nemen. De operationalisering van de verschillende variabelen voor personalisering is voor een belangrijk deel ontleend aan Van Aelst et al. (2011). Net als Aalberg et al. (2011) dat voor het

strategic game frame doen, signaleren deze auteurs dat personalisering een populair

onderzoeksobject is geworden, maar dat er weinig duidelijke conclusies getrokken kunnen worden op basis van eerdere onderzoeken, wat door deze auteurs in belangrijke mate wordt toegeschreven aan de ver uiteenlopende operationaliseringen die daarin gebruikt worden. Van Aelst et al. dragen een operationalisering aan die zich richt op de algemene zichtbaarheid van politici ten opzichte van politieke partijen, de geconcentreerde zichtbaarheid van lijsttrekkers ten opzichte van overige politici, aandacht voor eigenschappen van politici in een politieke en een persoonlijke context en aandacht voor het privéleven van politici. Net als door Van Santen en Van Zoonen (2009) wordt dus individualisering en privatisering bestudeerd, terwijl door Van Aelst et al. emotionalisering buiten beschouwing wordt gelaten.

33

Relatieve zichtbaarheid van personen

Het eerstgenoemde aspect valt samen met de meest basale operationalisering van personalisering, zoals die in het vorige hoofdstuk is besproken. De operationalisering die Van Aelst et al. aandragen richt zich echter vooral op gedrukte media, en maakt daarom geen onderscheid tussen de presentator van een programma en de manier waarop politici zichzelf presenteren.

Bij het bestuderen van televisie-inhoud is het nuttig om dat onderscheid wel te maken. Naast het aantal keren dat een politicus en een politieke partij genoemd worden door een presentator, of een tafelgast die de hele uitzending aanwezig is en het programma daardoor mede presenteert, zal geteld worden hoe vaak een politicus namens zichzelf en namens zijn of haar partij spreekt. Dit is een goede indicator van de mate waarin politici ‘zichzelf personaliseren’, of juist hun standpunten en gedrag toeschrijven aan hun partij. Ook zijn er twee variabelen meegenomen voor de restcategorie van personen die in een uitzending wel aan het woord komen, maar die geen politicus zijn en ook niet als presentator beschouwd kunnen worden. In tegenstelling tot de variabelen voor de componenten van het strategic game frame worden deze variabelen niet gecodeerd als 0=nee en 1=ja, maar wordt hierbij het absolute aantal keren geteld dat een politicus of politieke partij in de onderzochte uitzendingen wordt genoemd, of dat een politicus spreekt. Logischerwijs worden onder politici alleen personen verstaan die op het moment van de uitzending actief zijn als politicus, en/of die meedoen aan de eerstvolgende verkiezingen.

Tabel 3.5: Operationalisering van relatieve zichtbaarheid van personen en partijen

Nr. Variabele

15 Hoe vaak wordt een politieke partij genoemd door een presentator of tafelgast? 16 Hoe vaak wordt een politicus genoemd door een presentator of tafelgast?

17 Hoe vaak wordt een politieke partij genoemd door een persoon die aan het woord komt in het programma, anders dan als presentator of tafelgast?

18 Hoe vaak wordt een politicus genoemd door een persoon die aan het woord komt in het programma, anders dan als presentator of tafelgast?

19 Hoe vaak spreekt een politicus waarneembaar namens zichzelf? (Ik wil, zal, vind...) 20 Hoe vaak spreekt een politicus namens zijn of haar partij of regering? (Wij, de

34

Bij de onderste twee variabelen is ervoor gekozen om niet elke nieuwe zin als een aparte uitspraak te coderen, maar pas een nieuwe uitspraak te coderen als de politicus onderbroken wordt, stopt met spreken of wisselt van namens de partij of regering naar namens zichzelf spreken of andersom. Op deze manier wordt voorkomen dat de lengte van de zinnen van een politicus effect heeft op de uitslag bij deze variabelen.

Presidentialisering

Van Aelst et al. stellen bij dit aspect van personalisering voor om te tellen hoe vaak een lijsttrekker of een overige politicus genoemd wordt. In dit onderzoek zal echter geteld worden hoeveel lijsttrekkers en overige politici daadwerkelijk in de uitzending voorkomen doordat zij sprekend in beeld komen, of geciteerd worden. Dit lijkt voor zichtbaarheid van personen op televisie een betere indicator dan het aantal keer dat een persoon alleen maar genoemd wordt in een uitzending. Een politicus zal immers veel liever zelf zijn zegje kunnen doen in een uitzending dan alleen onderwerp van gesprek zijn, en de mate waarin dat lijsttrekkers en overige politici lukt zegt meer over de relatieve nieuwswaardigheid van beide groepen.

Tabel 3.6: Operationalisering van presidentialisering

Nr. Variabele

21 Hoeveel lijstrekkers komen er in de analyse-eenheid voor, doordat zij sprekend in beeld komen of geciteerd of geparafraseerd worden?

22 Hoeveel overige politici komen er in de analyse-eenheid voor, doordat zij sprekend in beeld komen of geciteerd of geparafraseerd worden?

Individualisering

Om aandacht voor de persoonlijke eigenschappen van politici te operationaliseren stellen Van Aelst et al. (2011: 219-220) een groot aantal variabelen voor, waarbij de karaktereigenschappen competentie, leiderschap, geloofwaardigheid, moraliteit, retorische vaardigheid en uiterlijk in een persoonlijke context of in een politieke context afzonderlijk worden gecodeerd. Uit proefcoderingen is echter gebleken dat het zeer weinig voorkomt dat meer dan één van deze eigenschappen binnen dezelfde analyse-eenheid genoemd wordt, en dat de toegevoegde waarde van het afzonderlijk bekijken van al deze eigenschappen beperkt is.

Sommige uitspraken bevinden zich daarnaast op het raakvlak van de verschillende karaktereigenschappen die onder deze variabele vallen, zoals de vaak herhaalde uitspraak van

35

Geert Wilders in de campagne van 2012 ‘Margaret Thatcher had in haar eentje meer ballen dan jullie met zijn drieën bij elkaar’ tegen Rutte, Pechtold en Buma. In dit geval is het nochtans duidelijk dat minstens één van de genoemde karaktereigenschappen hier in twijfel wordt getrokken. Het feit dat dit überhaupt gebeurt, is hierbij belangrijker dan welke eigenschap hier precies bedoeld wordt.

Daarom worden de eigenschappen hier samengenomen, met behoud van het onderscheid tussen een persoonlijke en een politieke context. Om deze lijst met eigenschappen aan te vullen worden ook betrouwbaarheid en integriteit meegenomen. Deze eigenschappen zitten op het raakvlak van de eigenschappen die Van Aelst et al. vermelden, maar om de betrouwbaarheid van het coderen te maximaliseren is het nuttig om deze apart te vermelden.

Tabel 3.7: Operationalisering van individualisering

Nr. Variabele

23 Wordt er aandacht besteed aan één of meer van de volgende karaktereigenschappen van een politicus: competentie, leiderschap, betrouwbaarheid, integriteit, geloofwaardigheid, moraliteit, retorische vaardigheid en uiterlijk, in een politieke context?

24 Wordt er aandacht besteed aan één of meer van de volgende karaktereigenschappen van een politicus: competentie, leiderschap, betrouwbaarheid, integriteit, geloofwaardigheid, moraliteit, retorische vaardigheid en uiterlijk, in een persoonlijke context?

Privatisering

Ook privatisering zal hier geoperationaliseerd worden door het aantal variabelen dat Van Aelst et al. voorstellen samen te voegen. Ook hier is uit proefcoderingen gebleken dat het behouden van verschillende variabelen voor familiesituatie, levensloop, liefdesleven en andere factoren van het privéleven weinig verklarende kracht toevoegt aan het model.

Tabel 3.8: Operationalisering van privatisering

Nr. Variabele

25 Wordt er aandacht besteed aan het privéleven van een politicus, zoals bijvoorbeeld zijn of haar familiesituatie, levensloop, vrijetijdsbesteding of liefdesleven?

36

Emotionalisering

In de operationalisering van Van Aelst et al. (2011) wordt slechts aandacht besteed aan twee van de drie aspecten van personalisering die Van Santen en Van Zoonen onderscheiden. Daarom wordt hier een laatste variabele toegevoegd om te kunnen onderscheiden of een analyse-eenheid kenmerken van emotionalisering bevat.

Tabel 3.9: Operationalisering van emotionalisering

Nr. Variabele

26 Wordt er aandacht besteed aan de persoonlijke emoties van een politicus?

Aandacht voor de persoonlijke emoties van een kandidaat kan ook in zekere mate impliciet zijn, zoals in een fragment uit Wat Kiest Nederland? waarin Bart Chabot zich kritisch uitlaat over karaktereigenschappen van een lijstrekker, om deze vervolgens wel aan te moedigen om ‘niet meteen zelfmoord [te] plegen’. Anderzijds is het voor een persoonlijke emotie wel nodig dat deze nadrukkelijk bij de ‘persoon’ van de politicus zijn oorsprong heeft. Als een politicus vanuit zijn of haar functie iets goedkeurt of afkeurt, wordt dit niet als een persoonlijke emotie gecodeerd.

Met deze operationalisering, die in totaal uit 26 variabelen bestaat om respectievelijk de aanwezigheid van het strategic game frame, de inhoudelijkheid van de berichtgeving en de diverse aspecten van personalisering te onderscheiden, wordt vanuit verschillende invalshoeken een gedetailleerd beeld van de onderzochte uitzendingen verkregen. Voor een volledig overzicht van de in dit onderzoek gebruikte variabelen en codeerinstructies, kan het bijgevoegde codeboek worden geraadpleegd.