• No results found

Interview

In document WOORDENSCHAT- onderwijs (pagina 79-82)

Voordat ik naar het interview ging:

Ik wil weten:

Wat er in de bovenbouw aan woordenschatonderwijs gedaan wordt.

Ik wil spreken met:

De bouwcoördinator van de boven bouw.

Ik heb deze persoon geïnterviewd vanwege: < ervaring toepassen etc)

De bouwcoördinator heeft in beeld wat de groepsoverstijgende afspraken zijn ten aanzien van het woordenschatonderwijs in de bovenbouw.

De vraag is:

Wat doen jullie aan woordenschatonderwijs in de bovenbouw?

Dat wil zeggen:

 Wat verstaan jullie onder goed woordenschatonderwijs?

Onder goed woordenschatonderwijs versta ik:

De niet bekende woorden aanbieden volgens de viertaktmethode van Verhallen.

Maar realiseer mij dat het niet haalbaar is om alle niet bekende woorden op die manier aan te bieden in verband met tijdgebrek.

 Naar welke didactische en organisatorische aspecten gaat jullie aandacht uit bij het aanbieden van woordenschat onderwijs in de bovenbouw?

Verdieping:

o Didactisch:

 Welke methode wordt er gebruikt?

Het woordenschatonderwijs wordt in de bovenbouw gegeven volgens de taalmethode Taal in beeld.

 Waarom deze methode en geen andere?

Het woordenschatonderwijs is geïmplementeerd in deze taalmethode en wordt rond een thema aangeboden. De woorden worden al een beetje

voorbewerkt .Daarnaast worden er woordleer- en woordonthoudvaardigheden aangeleerd.

 Hoe bieden jullie de methode aan?

Wordt de lijn van de methode gevolgd en/of passen jullie eigen aanvullingen toe op de methode ( best practice ) en zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?

We hebben schoolbreed afgesproken om de lijn van de methode te volgen,dit ook omdat het een nieuwe methode is en we daar eerst ervaring mee op willen doen.

Tevens hebben we in de bovenbouw afgesproken om de in die week

aangeboden doelwoorden door de leerlingen in hun woordenschatschriftje op te laten schrijven.

 Hoe vaak (aantal keren) en hoe lang (duur) per week wordt er aan woordenschatonderwijs gedaan?

Het woordenschatonderwijs wat gegeven wordt volgens de taalmethode Taal in beeld

Dat is gemiddeld één keer per week en duurt ongeveer 45 minuten.

80

Daarnaast zal er incidenteel in de klassen ten aanzien van begrijpend lezen en van de zaakvakken ook nog woordenschatonderwijs gegeven worden. Dit is niet in de bouwafspraak opgenomen.

 Maken jullie bij het ws onderwijs gebruik van de viertakt methode?

Volgens de taalmethode is dit alleen in het remediërende

computerprogramma opgenomen. In de gewone woordenschatlessen van de taalmethode komt niet de viertakt aan de orde.

 Wat zijn de aandachtspunten c.q. knelpunten op didactisch gebied ten aanzien van jullie woordenschatonderwijs.

Ik denk dat voor iedere leerkracht in de bovenbouw geldt dat ze meer aan het consolideren zouden willen doen. Je zou dit eigenlijk moeten inroosteren in het rooster.

Consolideren

 Hoe vaak per week consolideren jullie een woord?

Eigenlijk doen we dit alleen met het opschrijven in het woordenschatschrift en met de verwerkingsles van de taalmethode. Dat is dus gemiddeld twee keer in de week.

 Waarom deze frequentie?

Zoals ik net al zei komen we er eigenlijk niet vaker aan toe en zouden we het eigenlijk moeten inroosteren in het weekrooster.

Ik denk dat we aan 10 minuten per dag genoeg hebben.

Signaleren

 Hoe signaleer je niveauverschil binnen de groep ?

Ik denk dat veel leerkrachten snel door hebben welke leerlingen een beperkte woordenschat hebben.

Daarnaast hebben we de toetsen van de taalmethode waarin per blok ook de woordenschat getoetst wordt.

In groep 5 wordt sinds dit schooljaar ook de CITO woordenschattoets afgenomen.

 Hoe begeleid je, indien aanwezig, deze kinderen binnen de organisatie van de school ?

Leerlingen waarbij wij een ernstige achterstand in de woordenschat vermoeden worden meestal doorverwezen naar logopedie.

Daarnaast worden leerlingen aangemeld voor de RT.

Leerlingen met een beperkte woordenschat zullen in de klas ook extra begeleid moeten worden b.v. ten aanzien van de zaakvakken en begrijpend lezen. Dit gebeurt dan meestal in de vorm van preteaching.

Tevens is er het remediërende computerprogramma wat bij de

woordenschatlessen hoort. De leerlingen die deze remediering nodig hebben worden hiervoor ingeroosterd. Dit gebeurt in de klas.

 Hanteren jullie daarvoor een handelingsplan?

Ja, de leerlingen die preteaching krijgen ten aanzien van de zaakvakken en begrijpend lezen op woordenschat,maar ook de leerlingen die met het computerprogramma woordenschat werken hebben hiervoor een

handelingsplan.

81 o Organisatorisch

 Hoe passen jullie de methode in ten aanzien van woordenschatonderwijs in de groepen?

De woordenschatlessen van de taalmethode worden één keer per week gegeven,dit is ingeroosterd in het weekrooster. Daarbij wordt de leerlijn van de methode gevolgd.

 Hoe groot is jullie maximale groepsgrootte tijdens woordenschat activiteiten?

De woordenschatactiviteiten worden in principe klassikaal gegeven.Hierbij is de groepsgrootte gemiddeld 25 leerlingen.

Bij preteaching zal de groep niet groter zijn dan ongeveer 6 leerlingen

 Indien de groep te groot is hoe bewaak je dan de kwaliteit van woordenschat activiteiten en m.n. het consolideren?

Aan het consolideren komen we in het algemeen maar twee keer per week toe. Dit zal in de hele klas gebeuren. Over dat dit niet optimaal is hebben we het al gehad.

Toekomst

 Zijn er ervaringen (Best practices) met de methode die je aanzetten af te wijken van de methode en zo ja, wat zou jij aan de methode willen wijzigen om hem nog beter te maken? > Evidenced based aanpak

Ik denk dat we schoolbreed zullen moeten gaan kijken naar het consolideren van de woorden.

82

In document WOORDENSCHAT- onderwijs (pagina 79-82)