• No results found

Interview adviseur risicobeheersing C

HOOFDSTUK I: Inventarisatie van de problemen

Bijlage 3 Interviews Hoofdstuk 1

D: Interview adviseur risicobeheersing C

Interview Adviseur risicobeheersing C 26 september 2013

Adviseur Risicobeheersing

Brandweer Midden- en West Brabant

Faissel: Komen jullie overlast tegen als gevolg van verkeerde ontwerpbeslissingen bij en/of foutieve uitvoering van brandveiligheidsvoorzieningen ?

Adviseur risicobeheersing C: Ja, een voorbeeld bij voorzieningen in brandscheidingen, dus de positionering van de voorzieningen worden niet goed uitgedacht. Een brandklep moet namelijk op de scheiding liggen, echter wordt dit regelmatig uit/buiten de scheiding gelegd. Wat mensen dan niet realiseren is dat de kleppen onderhouden dienen te worden en de mogelijkheid hebben om

geïnspecteerd te kunnen worden. Wat je heel vaak ziet is dat mensen de brandklep dusdanig wegwerken achter een muur of boven het plafond en er dus nooit meer bij kunnen komen. En als er dan iets gebeurd, zoals een klep die dichtslaat dan zullen je in de meeste gevallen moeten gaan slopen. Dan krijg je al heel snel tijdens het ontwerp en uitvoering dat er niet bij nagedacht wordt dat er een voorziening bij de luik/brandklep gerealiseerd moet worden voor onderhoud.

Wat je ook vaak ziet is foutief is zijn bijvoorbeeld zijn deurdrangers in brandscheidingen. Tijdens het gebruik komt de gebruiker er achter dat de deurdrangers niet gewenst zijn. Omdat zij constant door de deur heen moeten. Ze hebben geen handen vrij om de deur open te houden en moet dus met hun lichaam tegen de deur duwen. Wat je in zo’n situatie kan doen tijdens de ontwerpfase en uitvoering is het toepassen van bijvoorbeeld slimme deurdrangers die aangestuurd worden door de

brandmeldinstallatie. En dus open blijven als er geen brandmelding is en dicht worden gestuurd zodra er een melding op het brandmeldpaneel komt. Een andere optie is het gebruik van kleefmagneten die worden aangestuurd door twee rookmelders die verbonden zijn met de

brandmeldpaneel en dan een signaal geven als de deuren dicht moeten. Dit zijn extra voorzieningen die foutief gebruik van deurdrangers kunnen verminderen.

Bij gebruiksfuncties kun het wel terug vinden, bijvoorbeeld in de zorg is het gewenst dat je vrij door de deur heen kan. De medewerkers in de zorg moeten voor andere mensen zorg dragen en die hebben hun handen meestal vol aan andere zaken zoals de patiënt. In een kantoor zie je vaak dat de problemen vaak gebruiksgemak is maar ook komt er vaak voor dat de ventilatie / binnenklimaat niet goed is. En dus snel wordt gezegd dat de deur open moet. Maar er wordt niet nagedacht van “He, die deur is een brandscheiding en die moet dicht zijn”.

Faissel: Wanneer en hoe wordt deze overlast ontdekt ?

Adviseur risicobeheersing C: De problemen van de voorzieningen zoals de brandkleppen en de deurdrangers worden pas in de gebruiksfase ontdekt. Tijdens de gebruiksfase wordt het gebouw gebruikt hoe de gebruiker dat zelf wil. In deze twee voorbeelden zie je dan werknemers elkaar op de hoogte stellen dat dit is een brandscheiding en de deur moet gewoon dicht zijn. Of je moet als bedrijf investeren. En denk meteen na bij het ontwerp en uitvoering meteen de juiste voorziening toepast zodat je achteraf de problemen niet meer hebt.

Faissel: Mocht een wisseling van gebruiker zijn en deze nieuwe gebruiker wil een aanpassing verrichten, is het dan verstandig om in de ontwerpfase al na te denken over functiewisselingen ? Adviseur risicobeheersing C: Nee, je moet dat niet doen, want als je dat doet ga je maximaal

investeren in het bouwwerk terwijl je niet weet of je de voorzieningen gaat gebruiken. Dus dat zou ik niet doen. Ik zou de gebruiksfunctie bij de eerste gebruiker houden, als weet men dat er een nieuwe functie gaat komen dan is het wel verstandig om daar op in te spelen.

Pagina | 66 Een mooi voorbeeld: In de zorg komen kamers waar mensen die nu nog zelfredzaam zijn maar die blijven daar de rest van hun leven en dan komen ze op een punt wanneer ze niet meer zelfredzaam zijn. En dan zijn er rookmelders nodig.

Dat betekent dat je er al over na moet denken wat je gaat doen. Dan hoef je achteraf geen

investering meer te maken. Maar hoe zit het met de voorzieningen over 40 jaar ? Want een BMI is afgeschreven na 10 jaar a 15 jaar, hij kan het dan wel doen maar onderdelen moeten vervangen kunnen worden en dat kan voor problemen zorgen. In zo’n situatie heb je dan een nieuwe installatie nodig. Misschien dat je dan loze leidingen moet trekken , maar om meteen al een nieuwe installatie op te hangen denk ik niet.

Wat je voornamelijk bij scholen ziet is dat gangen en dergelijke die gebruikt worden als

verblijfsruimtes. Je hebklaslokalen maar de school groeit uit zijn voegen en de gang is een makkelijke optie om te gebruiken voor een extra bureautje waar een scholier zijn huiswerk kan maken, of straf kan uitzitten. Maar een gang is geen verblijfsruimte maar een verkeersruimte.

Faissel: Dat is niet een probleem wat nu vooral voorkomt, maar eigenlijk al jaren speelt.

Adviseur risicobeheersing C: Een school wordt meestal met minimale vereiste ontworpen vanwege het krappe budget dat ze hebben. Zoals de ruimte onder de traphuis wordt gebruikt als opslag en dat klopt niet want een trappenhuis is een verkeersruimte.

Er moet gewoon nagedacht worden aan groei om dergelijke problemen te ondervangen . Dat is ook weer iets waar je pas tijdens het gebruik achter komt.

Faissel: Is het dan niet verstandig dat zowel de gebruiker als opdrachtgever rondom de tafel zitten tijdens het ontwerp ?

Adviseur risicobeheersing C: Als de gebruiker onbekend is dan is het vrij lastig. Faissel: Heeft de overlast ook gevolgen voor jullie ?

Adviseur risicobeheersing C: Het enige is het vanuit het toezicht, dat we mensen op hun tekortkomingen moeten wijzen. Maar of dat overlast is, dat niet.

Pagina | 67