• No results found

Engeland en Nederland kenmerken zich door een grotere inzet op eerstelijns-, thuiszorg- en transmurale diensten en voorzieningen. Engeland en Nederland zijn voorbeelden van landen die hun model van “centrale beleidssturing” trachten te flexibiliseren door meer mogelijkheden te creëren om in te spelen op behoeften van doelgroepen door marktwerking. Frankrijk legde traditioneel een grotere nadruk op het residentiële zorgaanbod, en tracht flexibeler in te spelen op lokale zorgnoden door het regionaal, departementaal en lokaal niveau eigen accenten te laten leggen.

Uit de beschrijving van de drie landen zijn een aantal trends te destilleren die van belang kunnen zijn om een aangepast model van zorgvoorzieningen te ontwikkelen aangepast aan de behoeften van de doelgroep

Als meest opvallende gemeenschappelijke vaststelling geldt in elk geval dat de onderzochte landen, net zoals België, worstelen met de vraag hoe het zorgaanbod voor chronische zwaar zorgbehoevenden kan worden geoptimaliseerd.

6.6.2 De organisatie van het zorgaanbod

6.6.2.1 INTRAMURALE VOORZIENINGEN

De verschillende landen vertonen heel wat gelijkenissen in het aanbod van het soort/type van residentiële zorgvoorzieningen in de chronische zorg. Alle landen beschikken zowel over ziekenhuisdiensten voor verlengde revalidatiezorg, nursingtehuizen voor personen met een handicap als specifieke voorzieningen voor (oudere) zorgafhankelijke personen.

Alle landen kenmerken zich door een schaarste in het intramurale langdurige zorgaanbod wat zich o.a. uit in het fenomeen van “wachtlijsten”. Er wordt op gewezen dat personen met een NAH intramuraal niet altijd aangepaste zorg kan worden aangeboden. In Nederland worden de laatste jaren heel wat woonvoorzieningen voor jongere gehandicapten en chronisch zieken ontwikkeld door samenwerking tussen

instellingen voor gehandicapten, verpleeghuizen, thuiszorginstellingen en woningbouwcorporaties. Een goed overzicht hierover ontbreekt echter.

6.6.2.2 THUISZORG

In alle landen wijzen de beleidsteksten erop dat de overheden inspanningen willen doen om complexe zorg voor personen met zware zorgbehoefte in het thuismilieu de voorkeur te geven boven intramurale zorgarrangementen. Om dit te realiseren wordt hoog ingezet op het realiseren van een meer gecoördineerd en afgestemd zorgaanbod, en de ontwikkeling van ondersteunende zorgvormen in de eerste lijn.

De ontwikkeling van “respite care” en kortetermijn opvangstructuren om de thuisomgeving en de mantelzorgers te ondersteunen en tijdelijk te ontlasten staat op alle beleidsagenda’s, maar is vooral in Engeland en Nederland reeds langere tijd gekend. 6.6.3 Gezondheidszorgbeleid: een evenwicht vinden tussen “cure” &

“care”

Het organiseren van het chronische zorgaanbod voor zwaar zorgbehoevende patiënten tussen 18 en 65 jaar tgv van een niet-aangeboren hersenletsel, bevindt zich op een spanningsveld tussen gezondheidszorg en welzijnszorgbevoegdheden. Elk bestudeerd land staat voor gelijkaardige uitdagingen wanneer het aankomt om een optimale afgrenzing en afstemming te realiseren tussen acute zorg, revalidatiezorg en chronische zorg (inclusief gehandicaptenzorg). Een wederkerend thema betreft de moeilijkheid van duidelijkheid mbt welke sector verantwoordelijk is voor welke diensten en zorg en op welke wijze deze af te stemmen en/of te integreren.

Sinds 2000 wordt in het Engelse beleid een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds de nood aan “medische zorg” en anderzijds “nursingzorg”. Enkel lange termijn zorg met een medische component werd volledig gedekt door het NHS (gekend als NHS Continuing Care). Longterm care met een nursing component, maar zonder medische component moest georganiseerd worden binnen de welzijnszorg, onder de verantwoordelijkheid van de lokale overheden. In 2003 werd dit beleid gedeeltelijk teruggeschroefd omwille van een gerechtelijke uitspraak, waardoor nursingzorg in de longterm care terug in aanmerking kwam voor een NHS tussenkomst. Er is een aanbeveling geformuleerd om tot een minder disparate, of gefragmenteerde aanpak te komen. Er worden sterke pleidooien gevoerd om heldere modellen te ontwikkelen die de integratie van zorg systematisch omkaderen.

6.6.4 De zoektocht naar een nieuwe beleidsomkadering voor het afstemmen van vraag en aanbod

Om beter te kunnen inspelen op specifieke noden van verschillende doelgroepen en omwille van een kwaliteitsstreven trachten Nederland en Engeland hun beleid meer en meer te oriënteren naar een vraaggestuurd model ipv het traditioneel aanbodsgestuurd model. Via een zekere “flexibilisering” en het vegroten van keuzeruimte voor de patiënten (ook in Frankrijk) wordt getracht een passend antwoord te bieden voor specifieke complexe zorgvragen en -behoeften van de patiënt. Een instrument dat hiervoor gebruikt wordt is het persoonsgebonden budget in Nederland, of de rol die wordt weggelegd voor de trusts in Engeland in het aanbieden van gevarieerde ondersteuning. Care trusts krijgen verantwoordelijkheden op het grensgebied van zorg en welzijn en moeten garanderen dat de continuïteit van zorg wordt verbeterd en de bureaucratie wordt vereenvoudigd.

6.6.5 Continuiteit en Coördinatie

In alle onderzochte landen wordt het algemene gezondheidszorgkader centraal uitgetekend maar is er sprake van een decentralisatie van bevoegdheden naar de regio’s en lokale (gemeentelijke) overheden voor wat betreft chronische en sociale zorgvoorzieningen. De lokale overheden bepalen binnen bepaalde kaders de prioriteiten. Door deze keuze bestaat een groter risico op een gebrek aan

systematische planning (programmatie) van het zorgaanbod met sterke regionale verschillen tot gevolg (geografische toegankelijkheid) .

In Engeland wordt veel verwacht van de rol die wordt weggelegd voor de “care trusts”. Het model kan echter mogelijk betekenen dat regionale billijkheidsproblemen kunnen opduiken en dat (grote) regionale verschillen in het zorgaanbod kunnen ontstaan. Nederland trekt de flexibiliseringlogica door in de financiering door de introductie van een “functiegerichte bekostiging”: waarin zorgzwaarte in thuiszorg- en intramurale voorzieningen wordt verdisconteerd. In plaats van het aantal patiënten wordt het gemiddelde aantal uren zorg als belangrijkste variabele voor de financiering gebruikt (proefprojecten in 2006, implementatie in 2007). Met de introductie van de functiegerichte aanspraken vervalt het onderscheid tussen de verschillende sectoren (ontschotten op niveau van zorgvoorzieningen) en ontstaat de mogelijkheid om hulp en begeleiding te leveren aan verschillende doelgroepen in verschillende soorten zorgomgevingen. De plaats van de levering van tyoes zorg wordt flexibel. Op die wijze betracht men ook openingen te creëren en alternatieven te vinden voor de lange wachtlijsten.

In de verschillende landen wordt gereflecteerd over continuïteit van zorg en integratie van van voorzieningen. In Engeland is een intensief debat gaande met als doel een kader te creëren voor continuïteit van zorgxxxxxx In Nederland tracht men via experimenten

van “regionale ketenzorg” (voor specifieke aandoeningen cva, copd) een betere afstemming te realiseren op de wensen en behoeften van bepaalde patiëntendoelgroepen. Het gaat echter overwegend om pilootinitiatieven. In Frankrijk wordt via de Interregionale (SIOS) en Regionale Plannen van de Gezondheidszorgorganisatie (SROS)yyyyyy een kader vastgelegd waarbinnen gestreefd

wordt naar een meer geïntegreerd zorgaanbod., ook voor specifieke doelgroepen. Er worden mogelijkheden gecreëerd voor het ontwikkelen van zorgnetwerken (les réseaux de santé).

6.6.6 Het recht op zorg identificeren

Gebruikers die aanspraak willen maken op “longterm care” worden in Engeland gescreend om hun recht op zorg (thuiszorg of residentiële zorg) de mate van tussenkomst te bepalen. Deze screening gebeurt door casemanagers van de lokale overheid en de lokale NHS Primary Care Trusts. Er worden in Engeland overigens pilootinitiatieven gestart die casemanagement en zorgbemiddeling introduceren (community matrons)zzzzzz Het Nederlandse model bepaalt de zorgbehoefte voor AWBZ

-verzekerde zorg via indicatiestelling van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt een zorgvraag van een cliënt en stelt vast hoeveel en welke zorg wenselijk/noodzakelijk op 7 verschillende zorgdomeinen (functies) In het Franse model bestaat in elke regio een technische commissie (COTOREP) die evaluatie maakt van de specifieke zorgbehoeften en beslist over de meest aangepaste zorgvorm voor personen met een handicap en over de financiële tussenkomsten voor personen met een handicap.

6.6.7 Doelgroepenbeleid

Engeland heeft een kader ontwikkeld voor de ontwikkeling van lange termijnzorg voor personen net neurologische aandoeningen. Het wordt voorgesteld als een kwaliteitsraamwerk, waarbij de strategeic health authorities de nodige aandacht moeten besteden. In Frankrijk heeft de overheid een beleidskader uitgeschreven voor een geïntegreerd zorgtraject voor de doelgroep “traumatisch hersenletsel en traumatisch ruggenmergletsel”. Het kader is verspreid onder de vorm van omzendbrieven. die hebben niet een zeer dwingende karakter. Daardoor is er echter geen sprake van een systematische implementatie. Nederland voert geen specifiek beleid mbt NAH-groepen.

xxxxxx http://www.dh.gov.uk/PolicyAndGuidance/OrganisationPolicy/IntegratedCare/ContinuingCarePolicy/fs/en yyyyyy http://www.sante.gouv.fr/htm/dossiers/sros/presros

zzzzzzhttp://www.dh.gov.uk/PolicyAndGuidance/HealthAndSocialCareTopics/LongTermConditions/LongTermCondi

Door middel van een meer geflexibiliseerd zorgaanbod tracht men wel aan de specifieke behoeften te voldoen en waar nodig aangepaste zorg te bieden voor de specifieke behoeften.

Kernboodschappen

• Elk land streeft naar continuïteit van zorg en samenhangende zorg, met

de juiste fit tussen acute, revalidatie en chronische zorgvoorzieningen

• Elk land reflecteert over de plaats van de gezondheidszorg en welzijnzorg

(inclusief gehandicaptenzorg) en afstemming/integratie tussen beide

• In de chronische zorg worden meer dan enkel paramedische en medische

behoeften onderscheiden.

• Elk land wenst meer in de richting van een vraaggestuurd zorgmodel ipv

aanbodsgestuurd model te evolueren waarin de patiënten een keuzevrijheid wordt gegeven.

• In elk land vinden we gelijkaardige zorgstructuren en voorzieningen terug

in de chronische sector. Ze worden uiteenlopend gebruikt.

• Oplossingen worden meer regionaal gezocht aanleunend bij behoeften

van de bevolking, o.a. door meer aandacht voor zorgtrajecten, coördinatie van zorg,… Er wordt vaak voortgebouwd op de bestaande zorgstructuren met focus op betere coördinatie en integratie.

• De onderzochte landen hebben geen gesystematiseerde aanpak voor de

NAH-doelgroep. In Frankrijk en Engeland zijn er beleidsvisies ontwikkeld mbt tot geïntegreerd en kwalitatief zorgtraject voor traumatische hersenletsels, maar het zorgaanbod is daarom niet overal structureel aanwezig.

7

CONTINUITEIT VAN ZORG EN

ZORGTRAJECTEN