• No results found

Interactie klimaatbeleid en luchtverontreiniging

In document Milieubalans 2008 (pagina 120-123)

ontwikkelingen en milieu

PM 10 -concentratie 2005 Jaargemiddelde (µg/m 3 )

3.4 perspectieven voor het luchtbeleid 1 Herziening NEC-richtlijn

3.4.2 Interactie klimaatbeleid en luchtverontreiniging

Het Europees CO2-emissiehandelssysteem en de gunstige concurrentiepositie van de Nederlandse energiesector leiden tot beperkte positieve neveneffecten van klimaat- beleid op de luchtkwaliteit

Klimaatbeleid en luchtbeleid zijn aan elkaar gerelateerd doordat koolstofdioxide, stik- stofdioxide, zwaveldioxide en fijn stof veelal van dezelfde verbrandingsprocessen van fossiele brandstoffen afkomstig zijn. De mate waarin klimaatbeleid bijdraagt aan minder luchtverontreinigende emissies in Nederland is sterk afhankelijk van de typen maatrege- len die worden ingezet en de mate waarin broeikasgasemissierechten buiten Nederland worden ingekocht. Het Europees CO2-emissiehandelssysteem en de mogelijkheden voor

buitenlandse aankoop van CO2-rechten door de overheid zorgt ervoor dat niet precies valt

te zeggen waar in Europa of daarbuiten de Nederlandse emissiereducties van koolstof- dioxide zullen gaan plaatsvinden (hoofdstuk 2). Daardoor is het ook niet duidelijk waar de daaraan gerelateerde neveneffecten op luchtemissies op gaan treden.

Tabel 3.4.2 laat de door ECN ingeschatte positieve neveneffecten zien van het Neder- landse klimaatprogramma Schoon en Zuinig onder invloed van twee verschillende klimaatambities van Europa (Daniëls et al., 2008). In het beeld EU-hoog gelden strenge normen voor apparaten en voertuigen en een CO2-prijs van 50 €/ton (prijspeil 2007).

In het beeld EU-laag gelden minder strenge normen en een CO2-prijs van 20 €/ton. De

bandbreedten zijn het gevolg van onzekerheden in de effecten van klimaatmaatregelen. De inschatting is dat het Europese klimaat- en energiepakket ergens tussen het hoge en lage beeld in ligt.

Uit deze berekeningen van ECN blijkt dat de gunstige neveneffecten van Schoon en Zuinig voor luchtemissies relatief beperkt zijn ten opzichte van de geraamde emissies voor 2020 (Tabel 3.4.1). Deze positieve neveneffecten zouden kunnen toenemen als

luchtverontreiniging 3

Nederland toch geen exportland voor elektriciteit zou gaan worden. Zonder dit export- effect zouden de maximale neveneffecten van Schoon en Zuinig op de emissies naar lucht uit tabel 3.4.2 kunnen verdubbelen in 2020. Door de gunstige neveneffecten van klimaatmaatregelen voor luchtverontreinigende emissies zullen de kosten van het lucht- beleid in Nederland lager uitvallen.

Positieve neveneffecten klimaatbeleid op luchtemissies lijken nu lager uit te vallen dan in de Milieubalans 2007

De hier gegeven neveneffecten van het nationale klimaatbeleid op luchtemissies liggen aan de onderkant van de bandbreedte die vorig jaar in de Milieubalans 2007 werd gegeven. Dit wordt verklaard doordat de bovenkant van de range uit de Milieubalans 2007 gebaseerd was op een potentieelverkenning (Kroon en Londo, 2007). Inmiddels zijn de gemaakte veronderstellingen uit deze potentieelverkenning achterhaald door de actualiteit. In de potentieelverkenning uit 2007 werd verondersteld dat de klimaatambi- ties uit het Nederlandse regeerakkoord grotendeels binnenlands zouden worden ingevuld met gunstige effecten voor de Nederlandse broeikasgas- en luchtemissies. Tevens werd aangenomen dat er import van elektriciteit zou plaatsvinden wat ook leidt tot een gunstig binnenlands effect op de emissies. In tegenstelling hiertoe blijkt uit de recente vorm- geving van het klimaatprogramma Schoon en Zuinig (Daniëls et al., 2008) dat er juist relatief veel CO2-rechten buiten Nederland worden gekocht en dat Nederland daarnaast

waarschijnlijk een exportland wordt van elektriciteit.

De flexibiliteit van het Europese emissiehandelssysteem voor broeikasgassen wordt mogelijk beperkt door strenge nationale emissieplafonds voor NEC-stoffen

Strenge emissieplafonds voor luchtverontreinigende stoffen beperken mogelijk de flexi- biliteit die het Europese emissiehandelssysteem voor broeikasgassen biedt aan bedrijven om elders CO2-emissies te reduceren. Het Europese emissiehandelssysteem (ETS) voor

de industrie- en energiesector biedt in theorie ruimte voor een uitbreiding van het aantal kolengestookte centrales en raffinaderijen in Nederland (zie tekstbox Nederland als exportland van elektriciteit? in paragraaf 2.3.1 in hoofdstuk 2). Deze bedrijven zullen echter voldoende CO2-rechten moeten aankopen op de Europese markt en tegelijkertijd

per individueel bedrijf minimaal moeten voldoen aan de emissie-eisen voor luchtveront- reinigende stoffen vastgelegd in de Europese LCP- en IPPC-richtlijn. Daarmee voldoen de bedrijven aan hun verplichtingen. Echter het totaal aan emissies van alle individuele bedrijven samen kan dan wel leiden tot een overschrijding van de nationale emissie-

Tabel 3.4.2 De positieve neveneffecten van het Nederlandse klimaatprogramma Schoon en Zuinig op de luchtverontreinigende emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en fijn stof zijn beperkt van

omvang ten opzichte van de geraamde emissies voor 2020 (Daniëls et al., 2008).

Emissiereducties Schoon en Zuinig (kiloton/jaar)

EU-ambitie klimaat laag EU-ambitie klimaat hoog

SO2 1-3 3-6

NOx 2-5 2-9

Fijn stof 0,1-0,3 0,2-0,4

plafonds voor nec-stoffen waarvoor het Rijk verantwoordelijk is. De rijksoverheid zal dan extra maatregelen voor luchtverontreinigende stoffen moeten afdwingen die verder gaan dan de Europese emissie-eisen. Dit heeft als gevolg dat nieuwe centrales, raffinade- rijen en industrieën in Nederland meer kosten moeten maken voor luchtbeleid dan elders in Europa. Dit betekent dat de flexibiliteit van het CO2-emissiehandelssysteem mogelijk

wordt beperkt door de niet-flexibele nationale emissieplafonds voor NEC-stoffen. Natio- naal beleid blijft nodig om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst aan de NEC-emissieplafonds en de Europese grenswaarden voor de luchtkwaliteit blijft voldoen. Een mogelijke kosteneffectieve aanpak zou kunnen bestaan uit een binnenlands emissie- handelssysteem voor NEC-stoffen waarbij een deel van van de nationale emissieplafonds (voor SO2, NOx en PM2,5) wordt toegedeeld aan de ETS-sector (sector die valt onder het

Europese CO2-emissiehandelssysteem) in de vorm van verhandelbare emissierechten.

Voor de lange termijn, kunnen de lopende discussies binnen de EU over verhandelbare emissierechten voor NEC-stoffen binnen Europese bestrijdingsregio’s (‘joint control areas’) bijdragen aan een verdere flexibiliteit van zowel het luchtbeleid als het energie- en klimaatbeleid.

Milieukwaliteit in het landelijk gebied 4

In document Milieubalans 2008 (pagina 120-123)