• No results found

Inkomsten van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Volgens artikel 9 Wet OPTA bestaan de inkomsten van de OPTA uit:

1. opbrengsten uit door belanghebbenden verschuldigde vergoedingen;

2. een vergoeding door de minister van Verkeer en Waterstaat ten laste van de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat; en

3. andere baten.

Voor de uitoefening van haar taken brengt de OPTA een vergoeding in rekening. Het gaat om een vergoeding voor jegens een marktpartij verrichte of te verrichten werkzaamheden of diensten die voortvloeien uit de Postwet en de Telecommunicatiewet.

Postwet

De Postwet kent in artikel 13a een regeling over vergoedingen. Het eerste lid van deze bepaling regelt dat de houders van een concessie of ontheffing ter dekking van de kosten die verband houden met de werkzaamheden van de OPTA jaarlijks een vergoeding verschuldigd zijn. Op grond van het tweede lid wordt de vergoeding aan de onderscheiden marktcategorieën toegerekend aan de hand van de door de OPTA te verrichten werkzaamheden.

Onder deze toegerekende kosten vallen niet de kosten verbonden aan de behandeling van

bezwaarschriften en aan het optreden als procespartij bij de behandeling van beroepschriften. Verder is in artikel 5 Besluit vergoedingen Postwet vastgesteld dat bij ministeriële regeling nadere regels kunnen worden gegeven ter zake van de aan het college verschuldigde vergoeding.

Qua procedure stelt de OPTA de hoogte van de vergoeding voor aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Met inachtneming van dit advies stelt de minister jaarlijks de hoogte van de vergoeding vast bij de Regeling vergoedingen OPTA. Op grond van het vierde lid houdt de minister hierbij rekening met de uitgangspunten uit een algemene maatregel van bestuur: het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet.

Artikel 2 Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet bepaalt dat de vergoeding dient ter dekking van de kosten van de werkzaamheden of diensten die ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet door de OPTA wordt verricht. Op grond van het tweede lid bestaat de vergoeding uit één of meer van de navolgende drie componenten:

1. een bedrag dat verband houdt met de kosten van het verrichten van uitvoeringstaken; of

2. een bedrag dat verband houdt met de kosten van het verrichten van toezichthoudende taken; of

3. een jaarlijkse bijdrage.

Volgens het derde lid hoeft voor de uitvoeringstaken maar eenmalig te worden betaald, maar zijn het bedrag voor de toezichthoudende taken en de jaarlijkse bijdrage jaarlijks verschuldigd.

Artikel 3 Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet noemt de uitgangspunten voor het bepalen van de kosten. De kosten worden geraamd voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. De directe kosten worden rechtstreeks toegerekend aan categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten.

De indirecte kosten worden toegerekend aan categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten naar rato van hun beslag op de onderscheiden werkzaamheden of diensten. De kosten worden door middel van een kostencalculatiemodel berekend. Het kostencalculatiemodel is zodanig ingericht dat de kosten van de desbetreffende categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten daaruit op elk moment op eenduidige en inzichtelijke wijze kunnen worden afgeleid. Voor zover de kosten uit afschrijvingskosten bestaan, worden deze kosten per kalenderjaar geraamd door middel van evenredige afschrijving op de aanschafwaarden van de investeringsgoederen.

De afschrijving wordt gebaseerd op de economische levensduur.

Het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet bepaalt in artikel 4, tweede lid, dat de volgende drie categorieën werkzaamheden in principe als gelijksoortig worden aangemerkt:

1. werkzaamheden met betrekking tot nummers;

2. werkzaamheden met betrekking tot diensten van certificatiedienstverleners; en

3. werkzaamheden met betrekking tot openbare elektronische communicatiediensten en communicatiewerken en bijbehorende faciliteiten.

Op grond van het derde lid zijn twee van deze categorieën in de Regeling vergoedingen OPTA weer verdeeld in subcategorieën. Zo is categorie 1 (Nummers) opgedeeld in toekennen en reserveren enerzijds en toezicht anderzijds. Categorie 3 (Openbare elektronische communicatiediensten en - werken) is opgedeeld in registratie van aanbieders in de elektronische communicatiesector enerzijds en toezicht ten aanzien van de elektronische communicatiesector anderzijds. Op grond van de Postwet is er tevens een categorie ‘Post’.

De verdeling van de kosten binnen een (sub)categorie geschiedt op basis van het aantal registraties, de relatieve omzet van aanbieders, het aantal aanbieders met een omzet binnen een bepaalde

bandbreedte, het aantal afgegeven certificaten, c.q. het aantal toegekende en gereserveerde nummers binnen die (sub)categorie.

Telecommunicatiewet

Daarnaast is in artikel 16.1 Telecommunicatiewet vastgesteld dat de OPTA een vergoeding in rekening mag brengen ter dekking van de kosten. De vergoeding is verschuldigd door degene ten behoeve van wie werkzaamheden of diensten zijn verricht, voor zover deze vergoeding verband houdt met deze werkzaamheden. In het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet zijn de uitgangspunten voor de hoogte van de vergoedingen uitgewerkt. De vergoedingen zelf zijn opgenomen in de Regeling vergoedingen OPTA. Deze vergoedingen hebben vooral betrekking op kosten die verband houden met de toezichthoudende taak van de OPTA.

Het uitgangspunt van de vergoeding is een zo volledig mogelijke kostendekking door middel van doorberekening van de geraamde kosten.

De vergoeding met betrekking tot werkzaamheden voortvloeiend uit de Telecommunicatiewet komt tot stand door middel van een tweetal formules. Deze formules zijn vastgesteld in artikel 5a Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en geven een verhouding weer tussen de omzet van de

marktpartij ten opzichte van alle marktpartijen.

Daarnaast brengt de OPTA nog kosten in rekening die verband houden met verleende diensten. Deze vergoedingen zijn op grond van artikel 3 Regeling vergoedingen OPTA 2006 vastgesteld in een bijlage. Deze verleende diensten zijn gecategoriseerd in 18 categorieën. Iedere categorie is onderverdeeld in subonderdelen met elk hun eigen tarief.

Voor 1 november van ieder jaar stelt de OPTA een plan op en legt deze ter goedkeuring voor aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Dit plan bevat de begroting voor het komende kalenderjaar, een meerjarenraming voor de komende 5 jaren, een balans, een overzicht van de kostendekkendheid en het tarievenvoorstel.

35

V

ERDIEPINGSTEKST

35

Hoofdstuk 2.5.2.3 Autoriteit Financiële Markten

Wat doet de Autoriteit Financiële Markten?

De Autoriteit Financiële Markten is naast de Nederlandse Bank toezichthouder van de overheid op de financiële markten. De AFM opereert namens het ministerie van Financiën. Dat houdt in dat de AFM toezicht houdt op het gedrag van de gehele financiële marktsector: sparen, beleggen,

verzekeren en lenen. Met het toezicht wil de AFM een bijdrage leveren aan het goed functioneren van de financiële markten. Het toezicht dat door de Nederlandse Bank wordt uitgevoerd, richt zich op de vraag of de deelnemers aan de financiële markten erop kunnen vertrouwen dat hun

contractpartners de aangegane financiële verplichtingen kunnen nakomen.

Op 1 januari 2007 is de nieuwe Wet op het financieel toezicht (Wft) in werking getreden. Deze wet vervangt de volgende acht oude toezichtwetten:

1. Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993;

2. Wet toezicht effectenverkeer 1995;

3. Wet toezicht beleggingsinstellingen;

4. Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf;

5. Wet melding zeggenschap;

6. Wet op het consumentenkrediet;

7. Wet assurantiebemiddelingsbedrijf; en

8. Wet financiële dienstverlening.

In artikel 1:25 Wft zijn de taken van de AFM vastgelegd. De hoofdtaken van de AFM zijn: het gedragstoezicht op financiële markten uitoefenen;

beslissen omtrent de toelating van financiële ondernemingen tot die markten.

In uitwerking op dit artikel is het statutaire doel van de AFM "het bevorderen op de financiële markten van een ordelijk en transparant marktproces, een zuivere verhouding tussen marktpartijen en de bescherming van de consument". Dit statutaire doel wordt vertaald in drie doelstellingen:

1. Het bevorderen van de toegang tot de markt.

2. Het bevorderen van de goede werking van de markt.

3. Het borgen van het vertrouwen in de markt.

Ad 1.

AFM bevordert dat marktpartijen (zowel vragers als aanbieders, uit het binnen- en buitenland) toegang hebben tot de financiële markten. Er gelden toegangseisen voor alle marktpartijen. De AFM let er wel op dat door deze eisen de toegang tot de markt niet onnodig belemmerd wordt. Partijen die niet langer aan de toegangseisen voldoen, worden door de AFM van de markt gehaald. Ad 2.

Geen enkele partij mag zich bij voorbaat al benadeeld voelen ten opzichte van andere partijen. De AFM zorgt daarom voor kenbare normen op de financiële markten. Deze normen dragen samen met de handhaving ervan bij aan een gelijk speelveld tussen alle partijen. Om de goede werking verder te bevorderen let de AFM erop dat er voldoende informatie is, waar iedereen over kan beschikken.

Ad 3.

De AFM bevordert dat marktpartijen (zowel individueel als gezamenlijk) hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor een goede marktwerking. De verantwoordelijkheid die marktpartijen hebben is een doorlopende verantwoordelijkheid. De AFM grijpt alleen in waar en wanneer dat nodig is. Om ervoor te zorgen dat het aantal incidenten beperkt blijft en om te bevorderen dat transacties in de markt eerlijk en integer zijn, stelt en handhaaft de AFM normen. De AFM heeft het mandaat om op te treden wanneer marktpartijen de Wft niet nakomen. Middelen die haar onder andere ter beschikking staan zijn:

het uitsturen van een waarschuwing aan de betrokken partij;

het geven van een aanwijzing aan de betrokken partij overtredingen te voorkomen;

het opleggen van een boete (eventueel in combinatie met publicatie in een landelijk dagblad); het opleggen van een dwangsom (eventueel in combinatie met publicatie in een landelijk dagblad); en

het doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie.