• No results found

De infrastructuur op het Stadsland

In document Afval, van stad naar platteland (pagina 60-65)

6. Het gebruik van het Stadsland door de eeuwen heen

6.1 De infrastructuur op het Stadsland

Het schilderij over het beleg van Rennenberg is een schilderij dat informatie verschaft over het wegenpatroon rondom het Stadsland tijdens het beleg in 1578 (Fig. 6.1 en bijlage III). Op het schilderij is te zien dat de paalbrug is vernietigd door de Gelderse troepen onder het beleg van Rennenberg.81 De paalbrug, is vanaf 1483, met enkele tussenpozen in gebruik genomen. Tussendoor is de brug herbouwd. Ook is te zien dat het Stadsland aan de noordzijde een toevoerroute was voor een schans genaamd Morgenster.82 Op het schilderij is in het zuiden van het Stadsland een kronkelige weg te zien waarop soldaten marcheren. Deze weg lijkt verhoogd. Daaruit kan men concluderen dat het hier gaat om de IJsseldijk. De IJsseldijk komt uit bij de Morgenster. Een andere aan- en afvoerweg loopt van het andere fort Altena en de daarboven gelegen paalbrug het Stadsland in. Daarnaast is deze weg gekoppeld aan de aan- en afvoerrroute naar Morgenster. Tenslotte zijn er kleine paden die door het Stadsland kronkelen. Mogelijk werden deze paden gebruikt als pad om de weide te bereiken. Een andere kaart is die van Holthuis (zie figuur 6.2 en bijlage III). Deze geeft de situatie van het Stadsland rond 1700 weer. Het wegenpatroon op deze kaart verschilt niet veel van het schilderij van het beleg van Rennenberg. Alleen veranderingen in het

wegennetwerk ten opzichte van het schilderij van 1578 zullen worden toegelicht. Op het kopie van 1700 is te zien dat de aanvoer van- en uit de stad naar het Stadsland goed mogelijk was doordat er een nieuwe brug is gebouwd na de 80-jarige oorlog, namelijk de schipbrug.83 Deze schipbrug is ten noorden van het tuincomplex De Hoven gebouwd. Zo is de toevoerroute die in 1578 vanaf het fort Altena naar het Stadsland gaat nu een weg die wordt ingesloten door de tuinencomplexen de Worp en de Hoven.

81 Hogenstijn 2015, 20. 82 Vermeulen/Haveman 2007, 31. 83 Hogenstijn 2015, 21.

Fig. 6.1 Uitsnede van het schilderij van het beleg van Deventer door de graaf van Rennenberg in 1578.

Fig. 6.3 Uitsnede van de Hottinger Atlas. Het Stadsland omstreeks de periode 1788-1792.

In 1832 is er op het Stadsland een goed wegennetwerk. Op de kadastrale kaart is te zien dat er ten zuidoosten van het tuincomplex De Hoven een brug ligt, namelijk de schipbrug, ook wel op de kaart aangegeven als Langebrug. Deze brug verbond het Stadsland met een weg die door De Hoven lag met het centrum van Deventer.

Een andere weg ligt tussen het noordwesten van het Stadsland en de Ossewaard in. Deze weg is een route die naar Terwolde ging. Deze weg sluit aan op de schipbrug. Haaks op de weg langs de rivier naar Terwolde ligt een weg waaraan de Lutherse kerk stond. Er is een weg die de oude IJssel volgt en vervolgens aansluit op de weg naar Amsterdam en de aan- en afvoerweg naar Terwolde. Deze weg omsluit een deel van het Stadsland. (figuur 6.4 en bijlage III).

Fig. 6.4 De kadastrale kaart van 1832. De nummers op de kaart staan voor perceelnummers. (Bron: Archeologie Deventer)

Uit de kadastrale kaart die de situatie weergeeft van 1900 blijkt dat het wegenpatroon niet heel ingrijpend is veranderd ten opzichte van 1832 (figuur 6.5 en bijlage III). Op aan- en afvoerroute naar Terwolde sluit een nieuwe weg aan, die door het Stadsland loopt en eindigt bij de spoorlijn. De spoorlijn zelf is aangelegd door de Maatschappij tot Exploitatie der Staatsspoorwegen in 1865.84 Naast de spoorlijn loopt parallel een andere nieuwe weg. De spoorlijn en deze nieuwe weg doorsnijden de weg waaraan in 1832 de Lutherse kerk gelegen was. In 1832 en daarvoor was er een weg gelegen was op een dijk van de oude IJssel. Deze dijk werd gekenmerkt door haar ophoging op het schilderij van 1578. Op de kaart van 1900 is te zien dat deze weg bovenop de dijk nu toebehoort aan Gelderland. Een ander gegeven dat goed te zien is zijn de kleine paden met scherpe bochten op het

Stadsland. Deze kunnen worden geïnterpreteerd als aan- en afvoerwegen om de percelen te bereiken. Tenslotte is voor het laatste deel van de Nieuwe Tijd de topografische kaart van 1997 geraadpleegd (figuur 6.6). Deze kaart geeft twee veranderingen aan in het

wegenpatroon. De eerste verandering is dat er nu maar weliswaar twee bruggen zijn

waarmee het Stadsland kan worden bereikt. Dit zijn de spoorbrug en de Wilhelminabrug. De schipbrug is namelijk verdwenen. Op de kaart is verder te zien dat de weg langs de IJssel richting Terwolde is verlegd. Deze weg heeft de naam Lage Steenweg gekregen. Een gedeelte van het Stadsland is ingeruild voor uiterwaard. Ook de IJsseldijk is nog aanwezig. De IJsseldijk bestaat in 1997 uit twee straten, namelijk Dijkhofstraat en Meermuidenseweg. Op de kaart van 1832 sloot deze bedijkingsweg aan op de toevoerroute naar Amsterdam. Een restant van de weg waaraan in 1832 de Lutherse kerk stond heeft de naam Achter de

Hoven gekregen. Verder is te zien dat rondom de percelen van het Stadsland duidelijke aan-

en afvoerwegen zijn. Deze kleine paden komen niet overeen met de paden van 1900. Tenslotte heeft de weg waaraan het spoor parallel liep (zie fig. 6.6) de naam het zwarte pad gekregen.

84

Fig. 6.5 Het bonneblad uit 1900. (Bron: topotijdreis via www.topotijdreis.nl).

Fig. 6.6 Situatie in 1997, na het omleiden van de huidige Lage Steenweg. (Bron: topotijdreis

via www.topotijdreis.nl).

In document Afval, van stad naar platteland (pagina 60-65)