• No results found

5. Beschrijving ‘Vrouwen voor het Voetlicht’

5.1. Idee en conceptvorming

Waar zijn de vrouwen? Dit vroeg conservator Tanja Kootte zich af toen ze, inmiddels al drieëntwintig jaar geleden, door de depots van Museum Catharijneconvent liep.114

114

Tanja Kootte is J.G. van Oord conservator voor het protestantisme in Museum Catharijneconvent.

Het depot staat vol met portretten van mannelijke geestelijken. Hierdoor lijkt het alsof de geschiedenis van het christendom een verhaal is van mannen. Maar ook vrouwen zijn van groot belang geweest in de geschiedenis van het christendom. Ze waren en zijn nog steeds belangrijk voor de verspreiding, het behoud, de verdieping en de vernieuwing van het christelijk geloof. Staat niet naast elke man een vrouw en achter elk kind een moeder? Voor Tanja Kootte kreeg het idee voor de tentoonstelling concreet vorm, toen ze in het depot twee portretten zag staan van een domineesechtpaar. Het ging om de zeventiende-eeuwse predikant Theophius Rijckewaert en zijn vrouw. De vrouw was op dat moment nog zonder naam. ‘We hebben zowel van hem als van zijn echtgenote een schilderij. Over hem weten we van alles: dat hij remonstrant was, dat hij bij allerlei kerkelijke zaken betrokken was, dat hij op een gegeven moment gedwongen werd Den Briel te verlaten. Van zijn vrouw wisten we niet eens de naam. Terwijl in de

periode van ballingschap van haar man alles op haar schouder terecht kwam’.115 Kootte vond dit onuitstaanbaar en ging op zoek in het gemeentearchief in Den Briel. Ze achterhaalde de naam: Magdaleentje van Dam, een domineesdochter. ‘Dit doet de geschiedenis recht’.

Ook verhalen over hedendaagse vrouwen vormen een aanleiding voor het maken van een tentoonstelling over vrouwen en de kerk. Educatiemedewerker Anite Haverkamp en Tanja Kootte voelen een sterke urgentie om verhalen van vrouwen en hun relatie met de kerk niet verloren te laten gaan.116 De afgelopen jaren vindt er een inhaalslag plaats onder vrouwen betreffende hun deelname in de maatschappij. De tweede feministische golf was hierbij van groot belang. Vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw kwamen vrouwen op voor hun positie in de maatschappij; niet langer werd alles voor hen beslist. Dit heeft volgens Anite Haverkamp grote effecten gehad op de bewustwording van de vrouw.117 Voor de Tweede Wereldoorlog zagen we bijvoorbeeld maar sporadisch vrouwen in politieke partijen, iets dat nu sterk is veranderd. Een gevolg hiervan lijkt te zijn dat emancipatie niet meer nodig is. De positie van de vrouw in de kerk laat echter een andere ontwikkeling zien. Vooral in de katholieke kerk zien we dat vrouwen steeds meer in het oude rolpatroon worden teruggebracht. Er wordt daarbij teruggegrepen op een ouderwets vrouwbeeld, ‘met bloemschikken en schoonmaken van de kerk als belangrijkste bijdragen van vrouwen’. Deze ontwikkeling maakt het, volgens Kootte, interessant om juist nu een tentoonstelling over vrouwen in de kerk te organiseren. Volgens haar wordt namelijk de vraag opgeroepen of de inhaalslag van de vrouw ook plaatsvindt in de kerk.118 Willen vrouwen nog wel deel uitmaken van de kerk? Heeft de groei van bewustwording er toe geleid dat vrouwen ook anders in de kerk gaan functioneren? Wat is de rol van de vrouw in de toekomst van de kerk? Juist nu er in sommige kerken meer ruimte is voor vrouwen, lijkt de rol van de kerken in de maatschappij steeds minder te worden. Voordat er antwoord kan worden gegeven op dergelijke vragen moet er een helder beeld worden geschetst van de rol van de vrouw in de kerk in het verleden. De tentoonstelling over vrouwen in de kerk verheldert volgens haar dit beeld. Hoog tijd vond Kootte om vrouwen voor het voetlicht te brengen.

115

Tanja Kootte in: D. Schinkelshoek, ‘Meer dan dominese en pastoorsmeid’ Nederlands Dagblad (vrijdag 6 april 2012) 4.

116

Anite Haverkamp en Tanja Kootte (oktober 2011). 117

Anite Haverkamp (oktober 2011). 118

Naar aanleiding van deze ideeën hebben Tanja Kootte en Anite Haverkamp een projectbeschrijving opgesteld met de titel ‘Allemaal vrouwen in de kerk’. Deze beschrijving is door hen ingebracht in een overleg dat elke drie maanden plaatsvindt met de hoofden van de volgende afdelingen in het museum: Directie; Onderzoek, Educatie en Bibliotheek; Marketing en Communicatie en Collectiebeheer.119 Dit overleg vond plaats op 1 maart 2011. In haar presentatie gaf Tanja Kootte aan dat het de taak van musea is om de geschiedenis zoveel mogelijk naar waarheid in te vullen. Hiertoe behoort ook de geschiedenis van vrouwen. De mannen mogen dan wel erg dominant zijn in het depot van het Museum Catharijneconvent, toch doet Kootte boeiende ontdekkingen over vrouwen. Hiermee maakt ze haar collega’s enthousiast. Zij refereert aan de recent overleden historicus Van Deursen, die ooit zei: ‘Het is de taak van de geschiedschrijver om de gestorvenen recht te doen.’120

Dat is precies wat ze wil bereiken met deze tentoonstelling. Recht doen aan al die naamloze vrouwen die voor ons hedendaagse beschouwers een bijna onzichtbare rol hebben gespeeld in de geschiedenis. Deze naamloze vrouwen niet alleen hun naam teruggeven, maar hen ook een stem geven door het vertellen van hun vaak interessante verhaal.

Tijdens dit overleg ging men in discussie over het concept en het beoogde doel dat Kootte presenteerde. Een van deze discussies was de vraag of de tentoonstelling speciaal moet worden gemaakt voor vrouwen. Van belang daarbij is dat de directie aangaf dat de link met het heden van groot belang is en dat er niet moest worden teruggegrepen op stereotypen van vrouwen. Tevens werd het van belang geacht de tentoonstelling wetenschappelijk te onderbouwen. Het probleem werd hierbij onderkend dat er maar een jaar tijd zou zijn om de tentoonstelling te organiseren en dat de bruiklenen al voor de zomer zouden moeten worden aangevraagd.

In dit overleg werd besloten dat het project kon doorgaan. Tevens werd vanaf dat moment een projectgroep samengesteld. Deze projectgroep kreeg van de directie de opdracht een uitgebreid projectplan te schrijven ten behoeve van de fondsenwerving. Onderdeel hiervan is een begroting die goedgekeurd moest worden door het management team (MT). Dat bepaalt namelijk definitief of het project doorgang mag vinden en of de projectgroep verder kan gaan met de organisatie.

119

Museum Catharijneconvent, Klaar voor de start, 21. 120