• No results found

Hoogte peul- peul-aanzetting

Gele erwten

6. Hoogte peul- peul-aanzetting

7 yS 7

7. Eiwitgehalte 7 75

-8. Resis­

tentie

topvergeling 85 8 85

9. tegen vlekkenziekte 10. Gevoeligheid voor kwade harten

11. Geschiktheid als dekvrucht 8 8 6

Peulvruchten -Erwten Pulse - Field peas Gemiddelde zaadopbrengst van erwten- en kapucijnerrassen in verhoudingsgetallen.

Ronde groene erwten Kapucijners

A— Elan 105 A — Solido 100

Gele erwten

A — Loto 105

De verhoudingsgetallen van de groene en gele erwten zijn rechtstreeks vergelijkbaar.

Gemiddeld over de laatste jaren lag het opbrengstniveau van de kapucijners 5-10% lager dan dat van de groene en gele erwten.

Zaaizaadhoeveelheid

De zaaizaadhoeveelheid van de erwtenrassen bedraagt ongeveer 160 tot 180 kg per ha, afhankelijk van het 1000-korrelgewicht (DKG). Bij landbouwerwten wordt door de NAK het DKG op de certificaten vermeld. Het is wenselijk op stro-arme gronden wat meer en op strorijke gronden wat minder zaaizaad te gebruiken.

Wanneer precisiezaai wordt toegepast, kan voor ronde groene en gele erwten bij een rijenafstand van 33 cm de afstand in de rij - afhankelijk van de grondsoort - 6 tot 8 cm zijn.

Enkele ziekten kunnen grote schade aan het gewas toebrengen. De belangrijkste worden hierna besproken. Voor verschillende ziekten geldt dat door een ruime vruchtwisseling en gunstige groeiomstandigheden het optreden en de schade beperkt kunnen worden.

Topvergeling. Alle thans in de Rassenlijst voorkomende rassen van landbouwerwten bezitten tegen deze virusziekte een vrij goede tot zeer goede resistentie. Luzerne kan als besmettingsbron fungeren.

Voetziekten. Onder ongunstige groeiomstandigheden, zoals slechte structuur van de grond, natte grond, beschadiging door zware nachtvorst of door stuivend zand, kan het gewas door verschillende schimmels worden aangetast. Voor deze voetziekten zijn er tussen de rassen van landbouwerwten geen duidelijke verschillen in vatbaarheid.

Grauwe schimmel (Botrytis cinema) kan in zware gewassen en bij regenachtig weer tijdens de peulzetting de bladeren en de jonge peulen aantasten. Een chemische bestrijding is mogelijk.

Hiermee wordt tegelijk ook de rattekeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum), die soms in emstige mate optreedt, bestreden.

Ziekten

Peulvruchten -Erwten Pulse - Field peas

Amerikaanse vaatziekte (Fusarium oxysporum f.sp: pisi, fysio Deze in de grond overblijvende schimmel komt in enkele gebieden voor.

Erwtencysteaaltje (Heterodera goettingiana). Deze ziekte, in de praktijk wel sint-jans-ziekte genoemd, komt voornamelijk in het zuidwestelijke zeekleigebied voor. Ze kenmerkt zich door scherp begrensde zieke plekken in het gewas. Het wortelstelsel is slecht ontwikkeld (met name de stikstofknolletjes) en bezet met witte, later bruine cysten. Dit aaltje tast ook veldbonen en wikken aan. Alle erwtenrassen bleken tot nu toe even vatbaar.

Het vroege-verbruiningsvirus van erwt kan met het zaad overgaan, waarbij de aangetaste planten vaak verspreid in het gewas voorkomen. De planten kunnen evenwel ook vanuit de grond worden aangetast. Dit gebeurt voornamelijk op lichte zavelgronden, waar het virus door aaltjes (Trichodorus spp.J wordt overgebracht.

Vlekkenziekte (Ascochyta, Mycosphaerella en Phoma spp.J geeft bruine vlekken op het gewas en later op het zaad. Vooral in natte jaren kan de ziekte met het zaad overgaan.

Valse meeldauw (Peronospora vicia f.sp. pisi) komt vrij algemeen voor en kan soms schadelijk zijn. Het optreden wordt in de hand gewerkt door een dicht en geil gewas.

Kwade harten is een gebreksziekte, als gevolg van een tekort aan mangaan. De schade wordt veroorzaakt door het optreden van bruin-zwarte plekjes op de binnenzijde van de zaadlobben en afsterving van het groeipunt van de kiem. Voor menselijke consumptie en zaaizaad geeft het optreden van kwade harten een belangrijk kwaliteitsverlies. De schade kan gemakkelijk worden voorkomen door een bespuiting van het gewas tijdens de bloei met 15 kg mangaansulfaat per ha.

Machinaal oogsten

Voor het machinaal oogsten van erwten moet het gewas op stam goed en regelmatig afrijpen.

Verder zijn een hoge peulaanzetting, weinig nabloei en het niet te gemakkelijk openspringen van de peulen van belang. Voor erwten bestemd voor menselijke consumptie is het tevens belangrijk dat de zaadhuid weinig neiging heeft tot verkleuren, barsten of rimpelen.

Om platte legering te voorkomen zijn een nauwe rijenafstand (25-30 cm) en rassen met een goede stevigheid gewenst. Onkruid moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Eventueel kan men onkruid in een voldoend afgerijpt gewas doodspuiten; de afrijping van het gewas wordt hierdoor niet versneld.

In het algemeen voldoen groene en gele erwten en kapucijners beter voor machinaal oogsten dan schokkers en rozijnerwten.

Om erwten te kunnen maaidorsen moet de grond zeer vlak liggen. Verliezen kunnen zoveel mogelijk worden beperkt door op het maaibord om de twee à drie vingers een arenheffer te plaatsen.

Bij zwaddorsen wordt het gewas - nadat het goed is afgerijpt - gemaaid met een maaibalk of zwadmaaier en na enkele dagen gedorst. Een voordeel van deze methode kan zijn dat onkruiden voor het dorsen nog enigszins kunnen verwelken. Natte weersomstandigheden veroorzaken in het algemeen meer schade aan erwten die in het zwad liggen dan aan erwten die nog rijp op stam staan. Naast de maaidorser wordt in Zeeland de erwtendopmachine (mobile viner) gebruikt. Deze machine veroorzaakt ook in nog enigszins zachte erwten geen beschadiging.

Peulvruchten - Veldhorten Pulse - Field beans

Veldbonen

(Vicia faba LJ

Het areaal veldbonen is de laatste jaren van geringe omvang (in 2001 ruim 700 ha).

In veldbonen komen stoffen voor, zogenaamde Anti Nutritionele Faktoren (ANF's) zoals tannines, die de omzetting van het voer en daarmee de groei van de dieren negatief kunnen beïnvloeden. Hierdoor kan slechts een beperkte hoeveelheid veldbonen in veevoeders worden verwerkt. Witbloeiende rassen hebben een laag tanninegehalte waardoor er van deze rassen meer in veevoeder kan worden verwerkt dan van de bontbloeiende rassen. Hierdoor verdienen witbloeiende rassen de voorkeur.

Het witbloeiende ras Vasco is niet meer beschreven.

Witbloeiende rassen

A — Caspar — EU-IRL — Kr. Cebeco 7707 = 114 x Alfred. 1992. K: Cebeco Seeds B.V., Vlijmen.

Geeft vrij goede opbrengsten.

Heeft stevig stro van gemiddelde lengte. Wordt middelmatig door topvergeling en chocoladevlekkenziekte aangetast. Heeft een gemiddelde hoogte van peulaanzet. Heeft een gemiddeld eiwitgehalte. Rijpt middentijds.

Peulvruchten - Veldbonen

Overzicht van de raseigenschappen bij veldbonen

Pulse - Field beans

Een hoog cijfer duidt op gunstige waardering

van de betrokken eigenschap. Verder worden ^

hoge peulaanzet, lang stro en vroege rijping

g-door een hoog cijfer aangeduid Q

1. Lengte van het stro 6

2. Stevigheid 8

3. Vroegheid begin bloei 75

4. Vroegrijpheid 6

5. Hoogte peulaanzet 65

6. Grootte van de boon 65

7. Hectolitergewicht 7

8. Eiwitgehalte 6

9. Resisten­ topvergeling 65

10. tie tegen chocoladevlekkenziekte 6

11. Gemiddelde zaadopbrengst in 100

verhoudingsgetallen

Ziekten

Bladvlekkenziekte (Ascochyta fabae) veroorzaakt kleine roodbruine vlekken op blad en stengel. In de vlekken ontstaan vruchtlichamen, die als zwarte puntjes zichtbaar zijn. (Dit is een onderscheid t.o.v. chocoladevlekkenziekte). Zeer schadelijk is de aantasting van de peul, waar de vlekken diep inbranden. Bij vochtig weer zijn ze bedekt met rose slijm (sporen). De schimmel dringt in het zaad, waarbij zwartbruine .vlekken ontstaan. Zaaizaad moet gezond zijn om moeilijkheden tijdens de teelt te voorkomen.

Chocoladevlekkenziekte (Botrytis fabae en B. cinerea) geeft kleine, chocoladebruine vlekken.

Onder vochtige omstandigheden kunnen deze vlekken snel in omvang toenemen, naar grijs verkleuren en het blad doen afsterven. Bij ernstige aantasting kan gespoten worden met fungicide.

Roest (Uromyces fabae) treedt later in het seizoen soms hevig op. De bladeren raken bedekt met oranje, poederige sporenhoopjes.

Voetziekten worden veroorzaakt door verschillende schimmels. Slechte struktuur, te natte of te droge grond en te frequente teelt van veldbonen bevorderen voetziekten.

Topvergeling, veroorzaakt door hetzelfde virus dat erwten aantast, kan veel schade veroorzaken. Luzerne kan als besmettingsbron fungeren. Een aantasting door topvergeling werkt het optreden van chocoladevlekkenziekte in de hand.

Peulvruchten - Landbouwstambonen Pulse - Dwarf haricot beans

Landbouwstambonen

(Phaseolus vulgaris L.J

Landbouwstambonen zijn in te delen in bruine bonen, gele bonen, witte bonen en kievitsbonen.

In 2001 werden in Nederland ruim 1.500 ha bruine bonen geteeld, hoofdzakelijk in Zeeland.

Gele, witte en kievitsbonen worden sporadisch, voor eigen gebruik, verbouwd en worden hier niet verder besproken.